Brief regering : Uitkomst overleg over misstanden inzet flexkrachten en arbeidsmigranten in vleessector
25 883 Arbeidsomstandigheden
Nr. 492 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2024
Iedereen die in Nederland werkt heeft recht op gezonde, veilige en eerlijke werkomstandigheden.
En dat gaat in Nederland nog te vaak niet goed.
De afgelopen twee en een half jaar ben ik als Minister op veel verschillende plekken
in aanraking gekomen met Nederland onwaardige situaties waar arbeidsmigranten zich
in bevinden. Het kabinet heeft daarom de afgelopen periode met grote urgentie, mede
aan de hand van de aanbevelingen van de commissie Roemer, een brede aanpak van misstanden
rond arbeidsmigranten in gang gezet.
Met deze brief ga ik in op recente misstanden en informeer ik uw Kamer over de resultaten
van het overleg dat plaatsvond met vertegenwoordigers van de vleessector en de uitzendsector.
Aanleiding
Op donderdag 23 mei jl. publiceerde de Arbeidsinspectie een signaal over een onderzoek
naar 13 uitzendbureaus (UZB’s) in de vleessector.1 Het onderzoek signaleert bij drie uitzenders grootschalig misbruik van het onverwijld
opzeggen van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden, zogenoemd «ontslag op
staande voet». Bij de bedrijven zijn meer dan 7.000 vermeldingen in de administratie
van ontslag op staande voet. Het gaat in de meeste gevallen om mensen met een niet-Nederlandse
nationaliteit. Naast dit signaal van de Arbeidsinspectie, publiceerde Somo2 die dag een onderzoek naar uitbuiting door malafide uitzendbureaus die in de vleessector
werken. Ook dit onderzoek roept op tot maatregelen. Daarnaast lanceerden diverse maatschappelijke
organisaties3 met de publicatie van Somo een campagne om de misstanden in beeld te brengen. EenVandaag
besteedde hier in een tweetal uitzendingen op donderdag 23 mei en vrijdag 24 mei jl.
aandacht aan.
Het signaal van de Arbeidsinspectie, het onderzoek van Somo en de uitzendingen van
EenVandaag over misstanden rond uitzendkrachten in de vleessector zijn schokkend en
te kwalificeren als «erger dan erg». Helaas bestaan al langer signalen over misstanden
met uitzendkrachten en arbeidsmigranten in de vleessector. Ik heb hierover ook vorig
jaar met de sector gesproken.
Uit de recente signalen maak ik op dat het een hardnekkig probleem blijft om arbeidsmigranten
fatsoenlijk te behandelen. Ik neem de geconstateerde misstanden uiterst serieus en
heb daarom de brancheorganisaties uit vlees- en uitzendsector bijeengeroepen. Dit
overleg heeft op 3 juni jl. plaatsgevonden. In dit overleg heb ik partijen opgeroepen
om te laten zien wat er door de branche met onmiddellijke ingang gedaan wordt. Daarnaast
is besproken welke maatregelen zij al nemen en nog extra kunnen nemen om een significante
verbetering van de behandeling van uitzendkrachten in deze sector te bereiken. Ook
heb ik met hen besproken welke stappen ze kunnen en moeten zetten om goed werkgeverschap
in deze sector te bereiken. De Arbeidsinspectie kijkt samen met andere overheidsorganisaties
welke maatregelen genomen kunnen worden om misbruik te voorkomen, verwijst naar het
komende toelatingsstelsel voor uitzendbureaus en roept brancheorganisaties in de vleessector
op om in gesprek te gaan met uitzendbureaus over het misbruik en de onwenselijkheid
van ontslag op staande voet.
Constateringen
In het overleg dat ik met hen heb gevoerd, hebben vertegenwoordigers van uitzend-
en vleessector aangegeven dat zij de geconstateerde misstanden ook onacceptabel vinden.
De misstanden die SOMO, de Arbeidsinspectie en EenVandaag constateerden, waaronder
het misbruik van ontslag op staande voet, zijn onacceptabel en worden door alle partijen
ten strengste afgekeurd.
De gedeelde opvatting is dat de geconstateerde misstanden onacceptabel zijn. Dat leidde
tot een gezamenlijke constatering dat er wezenlijke en significante stappen gezet
moeten worden door de vleessector, de uitzendsector en de overheid.
Uitkomst en acties
Beide sectoren hebben per direct gecommuniceerd dat het huidige gebruik van ontslag
op staande voet onacceptabel is.4 Met hen is afgesproken dat op de onderstaande actiepunten voor de zomer concrete
vorderingen te melden moeten zijn en/of vervolgafspraken moeten zijn gemaakt. Hierover
zal uw Kamer na de zomer opnieuw geïnformeerd worden.
Afspraken
Wie is aan zet?
Wanneer
1. Opdrachtgevers moeten in gesprek met uitzendbureaus en uitzendbranche met leden
en moeten nagaan/-vragen of partijen met wie ze werken gebruik maken van ontslag op
staande voet en ze daar op aanspreken.
Nepluvi, COV, ABU en NBBU
Per direct
2. Starten meldpunt misstanden vleessector.
Nepluvi, COV, ABU en NBBU
Voor zomer 2024
3a. Instelling privaat/publieke taskforce, bestaande uit alle partijen (SNA, SNF,
SNCU, COV en Nepluvi, SZW, Arbeidsinspectie). Partijen gaan met elkaar een concreet
plan uitwerken, waarbij het doel is om binnen 12 maanden alle malafide uitzenders
uit de vlees- en pluimveesector verwijderd te hebben. Daarbij nemen alle partijen
hun eigen verantwoordelijkheid en gaan zij binnen hun eigen verantwoordelijkheid op
zoek naar significante verbetermogelijkheden. Ook wordt expliciet gekeken naar intensivering
van samenwerking, coördinatie en gegevensuitwisseling. Waar nu drempels bestaan die
effectieve handhaving blokkeren (dat kan zijn binnen de eigen verantwoordelijkheid
of bij de samenwerking), zoeken partijen zelf en gezamenlijk naar oplossingen.
Alle partijen (ABU, NBBU, COV, Nepluvi & SZW, Arbeidsinspectie)
ABU is aanjager.
Korte termijn;
2–3 weken
3b. Opvolgend vanuit 3a. kunnen paritaire commissies in de vleessector met SNCU samen
actiever controleren in de vleessector op naleving van cao-bepalingen.
ABU, NBBU, COV, Nepluvi, (SNCU, paritaire commissies)
Voor zomer 2024
3c. In aanloop naar het toelatingsstelsel (Wtta) wordt door sector bezien welke extra
eisen zij als opdrachtgever kunnen stellen aan uitzendbureaus in de vleessector boven
op de bestaande normen die aan deze partijen worden gesteld.
COV, Nepluvi, ABU en NBBU
Voor zomer 2024
4. De werkgevers in de vleessector gaan na welke cao-bepalingen extra kunnen worden
opgenomen om de arbeidskrachten een zekerder bestaan te geven. Daarbij zal in ieder
geval worden gekeken naar een percentage van arbeidskrachten in eigen dienst van de
opdrachtgever. Daarnaast kunnen de werkgevers in de pluimvee en vlees inspiratie opdoen
bij elkaars cao en daarbij strenger worden: in de cao van COV is een inkomensgarantie
voor de eerste 2 maanden waar Nepluvi die niet heeft. De cao van Nepluvi heeft de
verplichting dat een arbeidskracht na 2 jaar bij de inlener in dienst komt. Dit is
in de cao van COV nu 5 jaar.
Nepluvi en COV
Voor zomer 2024
5a. Werkgevers gaan na hoe uitzendbureaus waar misstanden zijn beter uit de sector
kunnen worden geweerd. Hierbij zal ook gekeken worden hoe deze afspraken kunnen worden
opgenomen in de cao zodat hier naleving op plaats kan vinden.
Nepluvi, COV, ABU en NBBU
Voor zomer 2024
5b. Opstellen van een vragenlijst op basis waarvan opdrachtgevers kunnen vermoeden
of een uitzendbureau in de vleessector malafide is.
Nepluvi, COV, ABU en NBBU, met input SZW
Voor zomer 2024
6. Nagaan of leden geroyeerd kunnen worden bij het begaan van misstanden. De COV heeft
met de eigen Fair Employment Code en tuchtbeleid al een formele faciliteit voor het
royeren van leden.
Nepluvi, COV, ABU en NBBU
Voor zomer 2024
Daarnaast geef ik opdracht om te zorgen dat het overgangsregime rondom de Wet toelating
terbeschikkingstelling van arbeidskrachten
(Wtta)5 rekening houdt met de problematiek in de sector. Tevens is mijn inzet om de toegang
tot de werkvloer van de vakbeweging beter te waarborgen.6 Ook zal ik onderzoek in gang zetten om inzicht te krijgen in hoe de (vlees)sector
is vormgegeven om een beter beeld te krijgen van hoe de inrichting en werkwijze van
de sector een rol speelt bij de misstanden.
Opvolging
Als Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik mij met uw Kamer de afgelopen
tijd steeds ingezet voor fatsoenlijk werk. Iedereen die in Nederland is om werk te
verrichten verdient immers een eerlijke, gezonde en veilige werkplek. Dat is nog lang
niet altijd vanzelfsprekend. Ik hoop en verwacht dat dit werk de komende tijd met
urgentie voortgezet wordt. Zodat we er echt op kunnen vertrouwen dat iedereen in Nederland
fatsoenlijk kan werken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid