Brief regering : Reactie op de brief 'Help, de Relatie- en Gezinstherapeut verdwijnt'
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 700
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2024
Op 27 maart 2024 heeft de Nederlandse Vereniging van Relatie- en Gezinstherapeuten
(NVRG) uw Kamer de brief «Help, de Relatie- en Gezinstherapeut verdwijnt» gestuurd. Deze brief is tijdens het commissiedebat ggz/suïcidepreventie van 11 april
2024 ter sprake gekomen. Tijdens dit commissiedebat heb ik toegezegd (TZ-202404–140)
om voor het zomerreces met een reactie op de brief van de NVRG te komen, waarin een
knelpunt met vergoedingen worden aangestipt met betrekking tot het zorgprestatiemodel.
Met deze brief voldoe ik aan mijn toezegging aan uw Kamer.
In deze brief licht ik eerst toe dat systeemtherapie (onder voorwaarden) onder de
Zorgverzekeringswet (Zvw) valt. Vervolgens ga ik dieper in op plek van systeemtherapeuten
binnen het zorgprestatiemodel.1 Ten slotte ga ik in op de voorgestelde oplossing van de NVRG, de oproep van het Kamerlid
Joseph (NSC) tijdens het voornoemde commissiedebat en het contact dat is geweest met
de beheerders van de kwaliteitsstandaard veldnorm beroepen in de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg.2
Vergoeding van systeemtherapie in de Zvw
Als eerste wil ik toelichten dat therapievorm «systeemtherapie» onder voorwaarden
vanuit de Zvw wordt vergoed.
De zorg die onder de Zvw valt moet voldoen aan de «stand van de wetenschap en praktijk».
Zorgverzekeraars brengen, na gedegen onderzoek van hun medisch adviseurs en in bijzijn
van het Zorginstituut Nederland (ZIN), een gezamenlijk advies uit over het al dan
niet voldoen van therapieën die binnen de ggz worden gebruikt aan dit criterium. Hierover
brengt Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een circulaire uit.
In de circulaire staat onder welke voorwaarden systeemtherapie in aanmerking komt
voor een vergoeding vanuit de Zorgverzekeringswet. Systeemtherapie valt onder de categorie
interventies binnen de ggz die niet als monotherapie voldoen, maar wel als beperkt
onderdeel van een behandeling en waarbij behandeldoelen in het behandelplan zijn opgenomen.
In de circulaire is bij systeemtherapie zijn verder als voorwaarde(n) aangegeven voor
vergoeding vanuit de Zvw:
– Er dient sprake te zijn van systeemproblematiek die de (behandeling van de) primaire
stoornis bemoeilijkt.
– Systeemtherapie wordt alleen vergoed indien er gebruik wordt gemaakt van evidence
based interventies.
– Systeemtherapie wordt alleen vergoed indien uitgevoerd door:
– een psychiater, klinisch psycholoog, psychotherapeut of GZ-psycholoog die zich middels
een aanvullende opleiding hierin heeft bekwaamd, of
– een behandelaar die op het moment van uitvoeren als systeemtherapeut is geregistreerd
in het register van de NVRG en daarmee gebonden is aan de beroepscode voor psychotherapeuten.
Systeemtherapeuten binnen het Zorgprestatiemodel
Het gesignaleerde knelpunt van de NVRG gaat over de inzet van specifieke beroepen
in de ggz en de plaats die deze beroepen hebben binnen het zorgprestatiemodel, in
het bijzonder welke beroepen zelfstandig declarabele consulten mogen registreren.
In de brief somt de NVRG ook enkele gevolgen hiervan op.3
Voor de ggz is er vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg binnen het register voor
kwaliteitsstandaarden van het ZIN de kwaliteitsstandaard veldnorm beroepen in de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg opgenomen (hierna: veldnorm) opgenomen. Deze veldnorm komt voort uit het Bestuurlijk
akkoord geestelijke gezondheidszorg 2019–20224 en is tripartiet ingediend, oftewel door vertegenwoordigers van patiënten, zorgaanbieders
en zorgverzekeraars. De landelijke veldnorm bevat een limitatieve lijst met specifieke
beroepen in de ggz (en fz), de zogenaamde beroepenlijst. Deze beroepen komen op basis
van objectieve toetsing aan kwaliteitscriteria in aanmerking om (een deel van) diagnostiek,
behandeling en/of geneeskundige begeleiding in de geneeskundige ggz en forensische
zorg zelfstandig uit te voeren. Onderdeel van de veldnorm is een onderhoudsprocedure
waarin onder andere afspraken staan over een overlegstructuur en afspraken over het
wijzigen van de beroepenlijst, zoals het toevoegen van nieuwe beroepen.
Tijdens het opstellen van de veldnorm is het beroep systeemtherapeut getoetst of het
voldoet aan de kwaliteitscriteria. Dit was niet het geval. Na bezwaar van de NVRG
is nogmaals beoordeeld of de systeemtherapeut niet voldoet aan de kwaliteitscriteria.
Ook na de herbeoordeling is de systeemtherapeut door de veldpartijen niet opgenomen
als specifiek beroep op de beroepenlijst. De adviescommissie heeft geoordeeld dat
de systeemtherapeut geen onderscheidend,breed herkenbaar beroep is in de zorgverlening
in ggz en fz. Er is volgens de adviescommissie een nagenoeg volledige overlap met
andere (regiebehandelaar)beroepen die al op de lijst staan. De adviescommissie ziet
systeemtherapie als een differentiatie van die beroepen.
De beroepenlijst over de inzet van specifieke beroepen in de ggz uit de voornoemde
veldnorm heeft een plaats gekregen in de bekostiging van de ggz, het zorgprestatiemodel.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt de bekostigingsregelgeving vast van de ggz
bekostiging. In het zorgprestatiemodel wordt ggz behandeling gedeclareerd door middel
van consulten. Deze consulten zijn gedifferentieerd, onder andere naar de lengte (tijdsduur)
van het consult maar ook naar het soort beroep van de behandelaar. Een consult wordt
ingedeeld naar het beroep van de zorgverlener die het consult heeft geleverd. Voor
de afbakening welke zorgverlener tot welk beroep behoort is aangesloten bij de voornoemde
veldnorm.5 De consulten zijn gedifferentieerd naar acht verschillende beroepscategorieën. Alle
beroepen die op de beroepenlijst van de veldnorm staan, vallen onder één van de acht
categorieën. Dit betekent dat alleen beroepen die op de beroepenlijst van de veldnorm
staan, hun consulten mogen declareren. Omdat het beroep systeemtherapeut niet op de
beroepenlijst staat, mogen consulten niet onder het beroep systeemtherapeut worden
gedeclareerd.
Dat er niet onder het beroep systeemtherapeut gedeclareerd mag worden, betekent niet
dat systeemtherapeuten hun consulten niet mogen declareren. De meeste systeemtherapeuten
hebben ook een ander, onderliggend, basisberoep dat wel op de beroepenlijst staat.
Zij mogen de systeemtherapie die zij geven, en die onder de verzekerde zorg valt,
declareren op hun onderliggende basisberoep. Hiermee kan geleverde systeemtherapie
worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar vergoedt de geleverde
zorg volgens de contractuele afspraken die zijn gemaakt met de ggz aanbieder of via
de restitutievoorwaarden vanuit de polis van de patiënt.
Het kan zijn dat er systeemtherapeuten zijn die geen (basis)beroep hebben dat op de
lijst staat of dat zij hun registratie hebben laten verlopen en dus de door hen geleverde
zorg niet zelfstandig kunnen declareren. Hieraan ligt dus ten grondslag dat deze behandelaren
niet (meer) voldoen aan de (kwaliteits)eisen die vanuit de veldnorm zijn gesteld.
In hun brief stelt de NVRG voor om de systeemtherapeut op de beroepenlijst te plaatsen.
Tijdens het commissiedebat is mij door het Kamerlid Joseph (NSC) ook gevraagd erop
aan te dringen dat de systeemtherapeut op de beroepenlijst komt.6 Zoals ik hierboven in de brief heb uitgelegd, betekent het opnemen van een beroep
op de beroepenlijst dat het beroep onder één van de acht categorieën binnen de regelgeving
van het zorgprestatiemodel komt. Hierna zou de systeemtherapeut, onder dit beroep,
hun consulten kunnen declareren. De systematiek om een beroep op te nemen op de beroepenlijst
waarna ze onder dit beroepen hun consulten declareren, gaat op voor alle beroepen
die nu niet op de beroepenlijst staan.
Zoals toegelicht komt de beroepenlijst uit een kwaliteitsstandaard, de veldnorm beroepen in de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg. Het opstellen van kwaliteitsstandaarden is belegd bij vertegenwoordigers van patiënten,
zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Zoals ik eerder in deze brief heb toegelicht is
tijdens het opstellen van de veldnorm al twee keer door vertegenwoordigers van patiënten,
zorgaanbieders en zorgverzekeraars getoetst of het beroep van systeemtherapeut voldoet
aan de kwaliteitscriteria. Dit is niet het geval. Het is de rol van partijen die de
veldnorm onderhouden, het zogenaamde vertegenwoordigend orgaan,7 om te toetsen of een beroep voldoet aan de kwaliteitscriteria en eventueel wijzigingen
door te voeren op de beroepenlijst. Behoudens een noodremprocedure bij substantiële
financiële gevolgen op grond van artikel 11d Wet kwaliteit, klachten en geschillen
zorg heb ik op grond van de wet- en regelgeving geen rol bij de inhoud van een kwaliteitsstandaard.
Ik kan ook niet meegaan in de oproep van het Kamerlid Joseph (NSC) om aan te dringen
bij de partijen om de systeemtherapeut op te nemen op de beroepenlijst. Het is niet
mijn rol om bij het vertegenwoordigend orgaan aan te dringen om kwaliteitsstandaarden
aan te gaan passen. Het vertegenwoordigend orgaan moet objectief kunnen toetsen of
een beroep voldoet aan de kwaliteitscriteria.
Het vertegenwoordigend orgaan, die de overlegstructuur van de veldnorm beheerd, heeft
laten weten dat tijdens de laatste vergadering door enkele deelnemende partijen, is
verzocht om contact met de NVRG op te nemen. Dit vertegenwoordigend orgaan wil van
de NVRG horen of er nieuwe ontwikkelingen zijn, zoals het opstellen van een nieuw
beroepscompetentieprofiel of een nieuw opleidingscurriculum. Wanneer er ontwikkelingen
zijn in dit beroep of wanneer er sprake is van een nieuw beroep kan een herbeoordeling
worden aangevraagd. Ik vind het positief dat, via de juiste procedure en met inachtneming
van ieders rol in het stelsel, partijen met elkaar in contact blijven over de veldnorm.
Afsluitend wil ik nogmaals benadrukken dat systeemtherapie (onder voorwaarden) verzekerde
zorg is en blijft. Dat betekent dat de meeste systeemtherapeuten, zij het onder een
ander beroep, de door hen geleverde systeemtherapie gewoon kunnen blijven declareren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.