Brief regering : Opzet periodiek evaluatieonderzoek jonggehandicapten
30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nr. 72
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2024
Inleiding
Het kabinet vindt het van groot belang dat iedereen naar vermogen kan participeren
op de arbeidsmarkt en zoveel mogelijk economisch zelfstandig is. De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten (verder: Wajong) speelt hierbij een belangrijke rol voor mensen
die op jonge leeftijd beperkingen krijgen die hen belemmeren om – eenmaal volwassen
– zelfstandig een inkomen te verdienen. Meer dan de helft van de mensen in de Wajong
heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie of mogelijkheden om arbeidsvermogen te
ontwikkelen. Een groot deel van deze mensen wil niets liever dan meer meedoen in de
samenleving. Daarom is het belangrijk dat zij passende ondersteuning krijgen om aan
het werk te gaan, of om aan het werk te blijven en dat zij worden gestimuleerd zich
te blijven ontwikkelen. Het is van belang in hen te blijven investeren, zodat zij
naar vermogen actief kunnen deelnemen aan de samenleving. Voor jonggehandicapten die
nu en in de toekomst duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, voorziet
de Wajong daarnaast in een inkomensvoorziening.
Periodiek, iedere vier tot zeven jaar, wordt gerapporteerd over de doeltreffendheid
en de doelmatigheid van het beleid en de mogelijkheden om deze te vergroten.1 Er wordt daarom ook periodiek gerapporteerd over de Wajong. De vorige periodieke
rapportage (destijds «beleidsdoorlichting») stamt uit 2018. Eind 2025 zal ik u de
volgende periodieke rapportage Jonggehandicapten doen toekomen. De rapportage beslaat
de periode 2016–2024 en sluit daarmee aan op de periode waarop de voorgaande beleidsdoorlichting
uit 2018 betrekking had.De rapportage zal voldoen aan de eisen zoals gesteld in de
Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 (RPE).2 Aanvullend daarop is er in de rapportage aandacht voor het burgerperspectief.
Conform de uitwerking3 van de motie Harbers4 informeer ik uw Kamer middels deze brief over de opzet en vraagstelling van de periodieke
rapportage van het beleidsthema Jonggehandicapten uit de Strategische Evaluatieagenda
(SEA). Het thema jonggehandicapten omvat de doelstelling om jonggehandicapten de kans
te bieden zich te ontwikkelen zodat ze zelf kunnen bijdragen aan hun toekomst in de
vorm van betaald werk en hen een financieel vangnet te bieden als zij niet zelf kunnen
voorzien in een inkomen. Het thema correspondeert met artikel 4 van de begroting van
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Ook zal worden ingegaan op de inzet van dienstverlening door het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) als onderdeel van artikel 11 van de SZW-begroting.
Beleidsdoorlichting 2018
De beleidsdoorlichting in 2018 concludeerde dat de vraag naar doeltreffendheid en/of
doelmatigheid van de Wajong alleen globaal kon worden beantwoord. Beperkte data, informatie
en beschikbaar onderzoek in de betreffende periode speelden een rol. Er is onderscheid
gemaakt naar de activerende dienstverlening van UWV en de inkomensondersteuning. De
activerende dienstverlening van UWV bleek doeltreffend, maar over de doelmatigheid
kon geen onderbouwde conclusie worden getrokken. De inkomensondersteuning van de Wajong
werd als doeltreffend beschouwd, maar uit de beleidsdoorlichting bleek dat de regels
voor inkomensondersteuning verbeterd konden worden. Deze regels zijn aangepast met
de invoering van de Wet vereenvoudiging Wajong per 1 januari 2021.
De doeltreffendheid en doelmatigheid van de Wajong2015 is buiten beschouwing gebleven
omdat de periode waarin deze in werking was te kort was. De Wajong2015 is per 1 januari
2015 in werking getreden.
Inhoudelijke afbakening
De afbakening van de aankomende periodieke rapportage is vanuit de thematische benadering
van de SEA gekoppeld aan het beleidsthema Jonggehandicapten. Het gaat hierbij om mensen
die een uitkering ontvangen op grond van de Wajong. De Wajong bestaat uit drie verschillende
regelingen met twee verschillende groepen jonggehandicapten: personen met mogelijkheden
tot arbeidsparticipatie en personen die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie
hebben.
De groep mensen met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie bestaat uit jonggehandicapten
die zijn ingestroomd in de «oude Wajong» (tot 2010) en de «Wajong2010» (2010 tot 2015).
Voor deze groep staat arbeidsparticipatie centraal. De overheid zet in op het vergroten
van de arbeidsparticipatie van deze groep via arbeidsondersteuning. Onder arbeidsondersteuning
wordt onder meer verstaan het inzetten van scholing, ingekochte re-integratiedienstverlening,
loondispensatie en proefplaatsing. Daarnaast voorziet de overheid in een inkomensvoorziening,
waarbij (meer) gaan werken moet lonen. Voor mensen met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie
bedraagt de Wajong-uitkering maximaal 70% van het wettelijk minimumloon, waarbij maximaal
30% van inkomen uit arbeid wordt vrijgelaten.
Sinds 2015 is er geen nieuwe instroom meer van jonggehandicapten in de «oude Wajong»
en de «Wajong2010». Het aantal mensen dat een uitkering krijgt uit één van deze regelingen
neemt elk jaar af. Jonggehandicapten met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie kunnen
vanaf 2015 een beroep doen op de Participatiewet.
De groep jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie
hebben, stromen vanaf 2015 in de «Wajong2015». Ook in de «oude Wajong» en de «Wajong2010»
zijn mensen opgenomen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. De overheid heeft
voor deze groep als doel te voorzien in een inkomensvoorziening. Voor hen bedraagt
de Wajong-uitkering maximaal 75% van het wettelijk minimumloon, waarbij maximaal 25%
van inkomen uit arbeid wordt vrijgelaten.
Op basis van de bevindingen uit de beleidsdoorlichting Wajong in 2018 is de Wajong
aangepast. Met de Wet vereenvoudiging Wajong zijn diverse maatregelen in de drie Wajong-regelingen
verwerkt met het doel om belemmeringen om te gaan werken of te gaan studeren weg te
nemen, om (meer) werken lonender te maken en om te zorgen dat mensen met een Wajong-uitkering
kunnen terugvallen op hun Wajong-uitkering als zij toch uitvallen van werk. Een nevendoel
was om de drie regelingen binnen de Wajong zo veel mogelijk te harmoniseren en te
vereenvoudigen.
Omdat de «oude Wajong» en de «Wajong2010»in 2015 zijn afgesloten en reeds onderdeel
waren van de beleidsdoorlichting in 2018, wordt in deze periodieke rapportage gekeken
naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van maatregelen uit de Wet vereenvoudiging
Wajong. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de evaluatie van deze wet. Ook
zijn de maatregelen uit deze wet meegenomen in het kennisprogramma naar de doeltreffendheid
van de re-integratie en dienstverlening voor mensen met een arbeidshandicap dat SZW
en UWV gestart zijn. Het kennisprogramma is erop gericht om kennis op te bouwen over
de inhoud en effectiviteit van re-integratiedienstverlening voor mensen met een arbeidsongeschiktheids-
of Ziektewetuitkering. Dit wordt ook meegenomen in deze periodieke rapportage.
De periodieke rapportage strekt zich voorts uit over de doelmatigheid en de doeltreffendheid
van de «Wajong2015».
In 2023 is het experiment bredere inzet re-integratie instrumenten gestart waarmee
mensen met een WIA of Wajong2015-uitkering die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt
zijn op verzoek bij UWV ondersteuning bij werk kunnen ontvangen. Het experiment draagt
bij aan de ambitie van het kabinet om meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
naar werk te begeleiden. Op basis van de tussenevaluatie in 2026 wordt besloten of
UWV structureel re-integratie instrumenten voor deze groepen kan inzetten. Gezien
de looptijd van het experiment maakt deze geen deel uit van de periodieke rapportage.
Onderzoeksvragen
De rapportage volgt de verplichte onderdelen uit de RPE. Daarmee komt de doeltreffendheid
en doelmatigheid van alle aspecten van de Wajong2015 en de Wet vereenvoudiging Wajong
aan bod. Daarbij gaat het om de bescherming van inkomensgevolgen ten gevolge van ziekte
of handicap op jonge leeftijd en het stimuleren om te blijven werken of het werk (weer)
te hervatten.
Beleidsopties
In de periodieke rapportage wordt aandacht besteed aan de verschillende beleidsopties
die de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de Wajong2015 en van de Wajong na
de Wet vereenvoudiging Wajong verbeteren. Daarbij wordt ten minste één doelmatige
optie geschetst om een significante besparing te realiseren.
Onderzoeksmethode en onderzoeksorganisatie
De periodieke rapportage wordt uitgevoerd door middel van een synthese-onderzoek.
Hiervoor worden onderzoeken en evaluaties gebruikt die sinds de vorige beleidsdoorlichting
in 2018 zijn opgeleverd. Ook worden verschillende onderzoeken uitgevoerd door UWV
meegenomen. In de bijlage wordt een overzicht gegeven van deze onderzoeken en evaluaties.
Om de onafhankelijkheid van de periodieke rapportage te borgen, wordt de periodieke
rapportage uitbesteed aan een externe partij. Het voornemen is het traject voor aanbesteding
van deze opdracht te starten in het derde kwartaal van 2024, zodat de rapportage eind
2025 aan uw Kamer kan worden aangeboden. Er zal tenminste één onafhankelijke deskundige
worden betrokken en een begeleidingscommissie worden gevormd.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
BIJLAGE
Onderzoeken en evaluaties
Voor het uitvoeren van de periodieke rapportage wordt in ieder geval gebruikgemaakt
van onderstaande onderzoeken en evaluaties.
– SEO en de beleidsonderzoekers, 2018, Bekendheid en effectiviteit no-riskpolis artikel
29b ZW.
– APE/DBO, 2018, Loonkostensubsidie en loondispensatie; de werking en effectiviteit
van beide instrumenten.
– SCP, 2019, Eindevaluatie van de Participatiewet.
– Panteia en Verwonderzoek, 2019, Meer kansen voor mensen met een arbeidsbeperking?
Evaluatie Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten.
– SEOR, 2019, Arbeidsmarktpatronen van mensen die werk(t)en met een jobcoach.
– Inspectie SZW, 2019, Evaluatie beschut werk.
– Ecorys, 2019, Inventarisatie diagnose-instrumenten re-integratie.
– CPB – SCP, 2020, De brede baten van werk.
– UWV, 2020, Scholing van UWV-klanten met een arbeidsbeperking. Welke scholing krijgen
klanten en hoe doen ze het daarna op de arbeidsmarkt?
– Arteduc (2020), Succesfactoren voor post-initiële arbeidsmarktgerichte scholing.
– UWV, 2020, Wat kopen we in voor wie? Inhoud en succes van ingekochte re-integratiedienstverlening
voor mensen met een arbeidsbeperking.
– De Beleidsonderzoekers, 2020, De no-riskpolis in breder perspectief.
– Panteia, Zinzis en Muzus, 2021, Afwegingen bij re-integratie en jobcoaching.
– Eindrapport UWV-subsidie/Muzus e.a., 2021, Als verrekenen een beperking is.
– SEO, 2021, Ondernemen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Zelfstandigen met een
Wajong- of een WGA-achtergrond in beeld.
– SEO, 2021, Haalbaarheidsanalyse Effectmeting Wajong dienstverlening UWV; mogelijkheden
voor een effectmeting van de dienstverlening van UWV aan Wajongers.
– SEOR, 2021, Arbeidsmarkt- en re-integratiepatronen van Wajongers met arbeidsvermogen.
– UWV, 2021, Scholing voor mensen met een arbeidsbeperking, UKV-artikel
– De Beleidsonderzoekers, 2021, Perspectief op bestaanszekerheid en arbeidsparticipatie.
De beleidsdoorlichting Artikel 11: het SUWI-stelsel langs de meetlat
– Rijksoverheid, 2021 en 2022, Monitorrapportages Wet vereenvoudiging Wajong.
– UWV, 2022, Onbeperkt aan het werk in de Wajong.
– Panteia e.a., 2022, Hardvochtige effecten op burgers door knelpunten in (uitvoering)
wet- en regelgeving binnen de sociale zekerheid
– Panteia, Zinziz, Muzus, 2022, Rapportage kwalitatieve evaluatie dienstverleningsmodel
Wajong.
– Phrenos, 2022, Eerder aan het werk. Onderzoek naar de toepasbaarheid en uitkomsten
van Individuele Plaatsing en Steun (IPS) voor mensen met common mental disorders.
– Staat van de Uitvoering, 2022, Staat van de Uitvoering
– Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, 2022, Omgaan met Signalen: Naar een handelingsperspectief
voor overheden.
– Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel, 2023, Beoordeling
van het arbeidsongeschiktheidsstelsel.
– Rijksoverheid, 2023, Moeilijk makkelijker maken: IBO Vereenvoudiging Sociale Zekerheid
– De Beleidsonderzoekers, Significant APE, 2023, Ervaringen met het gebruik van voorzieningen
bij meerdere loketten.
– Nederlandse Arbeidsinspectie, 2023, Niet-gebruik van de Toeslagenwet.
– Zinziz en Ecorys, 2023, Eindrapport evaluatie pilots inclusieve technologie 2021 –
2023.
– SEOR, 2023, knelpunten bij arbeidsongeschiktheid: hoe vaak komen deze voor?
– UWV, 2023, Jobcoach onder de loop. Verbetermogelijkheden externe jobcoaching: onderzoeksrapportage.
– Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel, 2024, Toekomst van
het arbeidsongeschiktheidsstelsel.
– Regioplan, Centerdata en TU Delft, 2024, Een wankel evenwicht, gedrag van personen
met een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
– UWV, Kennisverslag 2024–2, Individuele plaatsing en steun; een effectieve re-integratiemethode
voor mensen met een ernstige psychische aandoening.
– Algemene Rekenkamer, 2024, Grip op menselijke maat.
– Algemene Rekenkamer (periodieke publicaties). De resultaten van de verantwoordingsonderzoeken
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
– UWV (periodieke publicaties) Monitors arbeidsparticipatie arbeidsbeperkten.
– UWV (periodieke publicaties) Kennisverslagen – volumeontwikkelingen.
– UWV (periodieke publicaties) Kennisverslagen.
– UWV (periodieke publicaties) Knelpuntenbrieven.
– Rijksoverheid (periodieke publicaties) Stand van de Uitvoering.
– Panteia, Zinzis en Muzus, Rapportage Kwalitatieve evaluatie dienstverleningsmodel
Wajong. Wordt in 2024 opgeleverd.
– De Beleidsonderzoekers, kwalitatief onderzoek beleving Wet vereenvoudiging Wajong.
Wordt in 2024 opgeleverd.
– Regioplan, onderzoek motie Strik. Wordt in 2024 opgeleverd.
– CPB, Meerjarenonderzoeksprogramma inkomensschokken en weerbaarheid. Wordt eind 2024
opgeleverd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen