Brief regering : Verslag Raad Buitenlandse Zaken Handel van 30 mei 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2912
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 30 mei
2024.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 30 MEI 2024
Introductie
Op donderdag 30 mei jl. vond de formele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel plaats
onder Belgisch voorzitterschap in Brussel. Tijdens de plenaire vergadering van de
Raad werd achtereenvolgens gesproken over concurrentievermogen & toekomst van de EU
handelspolitiek en over de handelsbetrekkingen met Afrikaanse landen. Voorts werd
onder AOB het op 29 mei toegevoegde onderwerp besproken aangaande het besluit op 27 mei
jl. in de Raad Buitenlandse Zaken om de Associatieraad onder het akkoord tussen de
Europese Unie en Israël bijeen te roepen. Tijdens de lunch werd van gedachten gewisseld
over de opvolging van de 13e ministeriële conferentie (MC13) van de Wereldhandelsorganisatie
(WTO) in februari jl. in Abu Dhabi.
Concurrentievermogen en toekomst van EU handelspolitiek
Tijdens het eerste agendapunt schetste Commissaris voor handel en Executive Vice President van de Europese Commissie Valdis Dombrovskis de context waarin EU-handelsbeleid zich
bevindt, onder andere gekenmerkt door toegenomen rivaliteit tussen de VS en China,
en uitdagingen gerelateerd aan de energietransitie, waaronder toegang tot kritieke
grondstoffen. De EU moet werken aan de-risking, re-industrialiseren, de interne markt verdedigen, en tegelijkertijd de voordelen van
open handel behouden. In dat kader onderstreepte Dombrovskis het belang van partnerschappen
en coherent EU-beleid in lijn met het Letta rapport.1 Verder onderstreepte Dombrovskis het belang van handel en duurzame ontwikkeling,
en wees daarbij op het risico voor betrekkingen met derde landen wanneer de EU breed
zogenaamde spiegelmaatregelen voor geïmporteerde producten zou instellen.
Nagenoeg alle lidstaten benadrukten in hun interventie de belangrijke rol van handelsakkoorden
en andere vormen van samenwerking voor de uitdagingen waar de Unie mee te maken heeft,
alsmede ter bevordering van het Europees concurrentievermogen. Ook was er ruime onderkenning
onder lidstaten dat de externe impact van intern beleid meer aandacht nodig heeft
onder een volgende Commissie, onder andere door betere samenwerking met internationale
partners. Een groep lidstaten onderschreef in dat kader de boodschap van Commissaris
Dombrovskis over spiegelmaatregelen. Verschillende lidstaten vroegen verder aandacht
voor effectieve implementatie van handelsdefensieve instrumenten en verdere implementatie
van de Economische Veiligheidsstrategie van de EU.
Nederland onderstreepte het belang dat de EU een aantrekkelijke partner blijft op
handelsgebied, wees op het belang van meer coherentie tussen intern en extern beleid,
en bepleitte dat de EU vaker gerichtere handelsafspraken met partners moet overwegen.
Ook vroeg Nederland aandacht voor effectieve implementatie van defensieve handelsinstrumenten
in de EU toolbox en wees erop dat de EU moet blijven werken aan alle drie de pilaren van de economische
veiligheidsstrategie – promote, protect en partner.
Handelsbetrekkingen met Afrikaanse landen
De Raad wisselde van gedachten over handels- en investeringsbetrekkingen met Afrikaanse
landen. Gelet op de geografische nabijheid van het continent, de geopolitieke competitie
in en rond Afrika, kansen voor het diversifiëren van Europese waardeketens en het
economisch ontwikkelingspotentieel, bestaat er in de Raad brede overeenstemming over
het belang om betrekkingen met Afrikaanse landen te versterken. Met Noord-Afrikaanse
landen ligt de nadruk op verbeterde implementatie van huidige associatieakkoorden.
Voor wat betreft Sub-Sahara Afrika, werd gesproken over hoe de EU een aantrekkelijke
en betrouwbare partner kan blijven en betrekkingen middels de huidige EU-inzet, waaronder
via Economische Partnerschapsakkoorden, duurzame investeringsfacilitatie, Global Gateway,
technische assistentie, lokale waarde toevoeging en samenwerking op het gebied van
kritieke grondstoffen, verdiept kunnen worden. De Commissie stelde voor om daarbij
meer in te zetten op de synergie tussen financiering, hulp en handel. Tot slot vroegen
enkele lidstaten, waaronder Nederland, aandacht voor het aangaan of moderniseren van
investeringsbeschermingsovereenkomsten tussen individuele lidstaten en Afrikaanse
landen.
Opvolging WTO MC13 en andere onderwerpen
Tijdens de lunch werd teruggeblikt op de uitkomsten van de 13e Ministeriële Conferentie (MC13) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), die in februari
jl. plaatsvond in Abu Dhabi. De belangrijkste uitkomst van MC13 was de verlenging
van het moratorium op importtarieven op elektronische transmissies tot de volgende
Ministeriële Conferentie (het zogenaamde e-commerce moratorium). Wel werd voor het
eerst besloten dat dit moratorium daarna in beginsel niet opnieuw wordt verlengd.
Daarnaast traden Timor-Leste en de Comoren als 165e en 166e lid toe tot de WTO, en werd de committering herhaald om te werken aan het hervormen
en herstellen van het geschillenbeslechtingssysteem zodat dit systeem per 2024 weer
volledig functioneert. Tot slot trad een plurilateraal akkoord in werking dat tot
doel heeft om dienstenhandel tussen landen te vergemakkelijken. Inmiddels hebben 72
WTO leden zich aangesloten bij dit akkoord, waaronder de lidstaten van de Europese
Unie.
Het bleek tijdens MC13 niet mogelijk een werkprogramma te starten dat had moeten leiden
tot het verbeteren van de regels voor industriële subsidies. Dit is een belangrijke
Nederlandse prioriteit omdat het mondiale gelijk speelveld tussen industriële sectoren
steeds verder onder druk komt te staan. Zo’n werkprogramma zou een eerste stap zijn
om het gelijkspeelveld vanuit de WTO te verbeteren. Daarnaast is er bij MC13 ook geen
vervolgakkoord op visserijsubsidies tot stand gekomen. Dit vervolgakkoord zou tot
doel hebben om subsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit in te perken.
Ook de onderhandelingen over het versterken van WTO-afspraken omtrent wereldwijde
voedselzekerheid hebben niet tot een resultaat geleid bij MC13. Op alle drie de onderwerpen
wordt momenteel wel verder onderhandeld binnen de WTO.
De Raad concludeerde dat de resultaten van MC13 beperkt waren en dat dit deels lag
aan het ontbreken van politieke wil bij sommige WTO leden om daadwerkelijk voortgang
te boeken. De constructieve houding van de Europese Commissie op alle bovenstaande
onderwerpen tijdens MC13 werd ruim onderkend. De Raad was het dan ook eens dat – ondanks
de teleurstellende resultaten van MC13 – deze inclusieve en constructieve houding
moet worden voortgezet in de komende periode. Hierbij vormt dezelfde inhoudelijke
inzet voor MC13 vooralsnog het uitgangspunt, inclusief op de onderwerpen waar in Abu
Dhabi geen resultaat is behaald.
Nederland verwelkomde de bovenstaande inzet en wees daarbij vooral op het belang van
een werkprogramma ten behoeve van een gelijk speelveld voor industriële sectoren,
en de noodzaak om het WTO geschillenbeslechtingssysteem te hervormen en te herstellen.
Een lidstaat maakte van de gelegenheid van de lunch gebruik om kort te spreken over
de mogelijkheid extra tarieven op te leggen op Russische producten die momenteel nog
op de EU-markt komen, naast de extra tarieven die gaan gelden voor Russische graanproducten.
De Commissie zegde toe opties te zullen uitwerken om de discussie te kunnen vervolgen.
Overig
AOB
Bijeenroepen EU ISR Associatie Raad
Het voorzitterschap besteedde aandacht aan de uitkomst van de Raad Buitenlandse Zaken
van 27 mei jl. en onderstreepte dat de Raad akkoord is gegaan met het bijeenroepen
van een Associatieraad tussen de EU en Israël om de zorgen over de huidige situatie
in Israël en Gaza te bespreken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking