Brief regering : Mid-term review IZA
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 852 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR MEDISCHE ZORG
EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2024
Inleiding
In september 2022 hebben veertien zorg- en welzijnspartijen1 gezamenlijk het Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesloten, met als belangrijkste doel
de (curatieve) zorg nu én in de toekomst toegankelijk te houden. Met het IZA ligt
er voor het eerst een integraal akkoord over de medische domeinen heen, met aansluiting
van het sociaal domein. In tegenstelling tot de eerdere sectorale hoofdlijnenakkoorden
is het IZA niet primair gericht op financiële houdbaarheid, maar op het verbeteren
van de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning, met behoud van kwaliteit. Met het
IZA is een brede beweging ingezet naar «passende zorg», naar samenwerking in de regio
en naar een focus op gezondheid in plaats van ziekte.
Die beweging vindt natuurlijk niet plaats aan een bestuurlijke tafel, maar in de praktijk.
In regio’s, bij zorgaanbieders, bij gemeenten, bij zorgprofessionals, bij zorginkopers
en bij patiënten, cliënten en inwoners. Het IZA leeft in het veld en werkt als katalysator
voor de beweging die we willen bewerkstelligen. Elke regio heeft inmiddels een regiobeeld,
dat inzicht geeft in de zorgvraag en het zorgaanbod in die regio, en een regioplan,
waarin partijen gezamenlijk afspraken maken over de vormgeving van het toekomstige
zorglandschap. Daaruit spreekt gezamenlijk commitment. Professionals en zorgaanbieders
zijn in toenemende mate bezig met passende zorg en ondersteuning, daarvan hebben we
ook inspirerende voorbeelden gezien op het IZA-congres afgelopen maart2. De beweging die het IZA faciliteert is iets om trots op te zijn. Trots op de resultaten,
maar vooral trots vanwege de bevlogenheid en energie waarmee professionals in heel
Nederland deze transformatie oppakken. Dit ondanks de vaak urgente vraagstukken die
de dagelijkse praktijk van zorg en ondersteuning nu al met zich meebrengt.
Mid-term review
Bij de ondertekening van het IZA is afgesproken om halverwege de looptijd een tussentijdse
«mid-term review» (MTR) uit te voeren. Deze treft u bijgaand aan.
De MTR heeft de vorm van een vakblad met een aantal bijlagen:
• De kwartaalrapportage IZA Q2 2024
• Een advies van de speciaal gezant passende zorg
• Een reflectie van het IZA-talentennetwerk
• Een reflectie van de kwartiermaker IZA in de regio
• Het rapport «Eerste review van de bijdrage van het IZA aan de toegankelijkheid» van
Significant Public en Pluut & Partners + bijlage
• De nulmeting monitor van de IZA-beweging, uitgevoerd door RIVM, Zorginstituut, Nivel
en NZa
• Het memo «Actualisatiecijfers IZA 2023»
• Het rapport «Cliëntvolgend onderzoek in de wijkverpleging» van Equalis
• Een analyse van het macrokader ggz door het Zorginstituut
• Een aanvullende analyse van het macrokader ggz
De doelgroepenmonitor (uitgevoerd door het Zorginstituut) is beschikbaar via www.regiobeeld.nl.
De hoofdboodschap van de MTR is dat er veel in gang is gezet en er eerste resultaten
te zien zijn, maar dat er ook nog veel moet gebeuren. Dat is niet heel verrassend,
aangezien we nog geen twee jaar onderweg zijn met het IZA en we dus pas aan het begin
van de beweging staan. Verandering is een proces van lange adem.
Wat hebben we al bereikt?
Beweging naar de voorkant
Een belangrijk uitgangspunt van het IZA is de focus op gezondheid in plaats van ziekte.
Het gaat daarbij om het voorkomen dat mensen ziek worden, of voorkomen dat ze zieker
worden. De afspraken hierover zijn opgenomen in het IZA-onderdeel Gezond leven en preventie en uitgewerkt in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Gemeenten hebben extra
financiële middelen gekregen, onder meer voor preventie. Gemeenten werken bijvoorbeeld
aan het verkleinen van gezondheidsverschillen en een sterkere sociale basis van hun
inwoners. Daarnaast is een netwerk van mandaatgemeenten ingericht die in de regio
afspraken maken over de acties en activiteiten in de regioplannen. Op basis van de
gemaakte afspraken in het IZA en het GALA richten gemeenten en zorgpartijen worden
diverse ketenaanpakken in en wordt aanbod ingekocht, zoals voor valpreventie en Welzijn
op Recept.
Een beweging die we met het IZA willen bewerkstelligen is die van zorg naar welzijn.
Niet elke klacht is gebaat bij een oplossing in het medisch domein. Dat erkennen en
daarnaar handelen kan significant bijdragen aan het verminderen van de huidige wachtlijsten.
Bovendien draagt het opbouwen van laagdrempelige ondersteuning bij aan de kwaliteit
van leven voor deze ggz-doelgroepen. De afspraken hierover zijn opgenomen in het IZA-onderdeel
Samenwerking sociaal domein, huisartsenzorg en ggz. Deze afspraken hebben onder andere geleid tot de opzet van mentale gezondheidsnetwerken.
Daarnaast wordt het «verkennend gesprek» vanaf volgend jaar vergoed uit het basispakket
waardoor mensen sneller en effectiever geholpen kunnen worden. Voldoende beschikbaarheid
van e-communities en laagdrempelige inloopvoorzieningen zullen ook bijdragen aan minder
toestroom naar de ggz en verbeteren de kwaliteit van leven van veel mensen die eerder
wachtten op een zorgantwoord.
Een sterke eerstelijnszorg is cruciaal voor het functioneren van de zorg. Hierover
zijn in het IZA-onderdeel Versterking eerstelijnszorg afspraken gemaakt. De verhoging en differentiatie van de ANW-tarieven voor huisartsen
was één van de eerste wapenfeiten van het IZA en hier wordt breed gebruik van gemaakt.
Inmiddels zijn ook de afspraken over «meer tijd voor de patiënt» geïmplementeerd en
gefinancierd. Verder ligt er een ambitieuze visie op de eerstelijnszorg voor 2030,
waarin partijen samen verantwoordelijkheid nemen om de toegankelijkheid en continuïteit
van de eerstelijnszorg te waarborgen, ook wanneer de complexiteit en onplanbaarheid
toeneemt. Het overgrote deel van de regio’s is inmiddels gestart met de implementatie,
met financiële ondersteuning via ZonMW.
Beweging naar passende zorg
Eén van de kernbegrippen van het IZA is «passende zorg». De afspraken hierover zijn
vastgelegd in de IZA-onderdelen Passende zorg: waardegedreven – samen met de patiënt, pakket en kwaliteit en Contractering. Inmiddels heeft het Zorginstituut veertien Passende Zorgpraktijken gepubliceerd
die regionaal, afhankelijk van de context, al kunnen worden geïmplementeerd en onderdeel
kunnen zijn van de contractering. Partijen hebben het Generiek Kompas «Samen werken
aan kwaliteit van bestaan» opgeleverd, dat een goede basis geeft voor passende zorg
voor mensen met een brede zorg- en ondersteuningsvraag. Daarnaast hebben partijen
het uitvoeringsplan «Versterken kwaliteitstransparantie in de ggz» vastgesteld. Maar
het belangrijkste is natuurlijk dat veel zorgprofessionals en organisaties aan de
slag zijn met passende zorg.
Ook zijn er goede stappen gezet om de contractering te verbeteren. Het afgelopen contracteerseizoen
is aanzienlijk beter en tijdiger verlopen dan het jaar ervoor, en mede daardoor is
ook informatieverstrekking aan verzekerden verbeterd. Op 22 december 2023 was in ongeveer
90% van de onderhandelingen duidelijk of er een contract werd gesloten of niet. We
zien ook steeds vaker dat contractering gericht is op langjarige afspraken waarbij
niet zozeer productie maar passende zorg en verbeteren van de toegankelijkheid de
leidraad is.
Veranderend zorglandschap
In de IZA-onderdelen Regionale samenwerking, Samenwerking in de acute zorg en Toekomstbestendig zorglandschap door spreiding
en concentratie zijn afspraken gemaakt over de inrichting van het zorglandschap. Het afgelopen jaar
is door regionale partijen hard gewerkt aan het opstellen van regiobeelden en -plannen,
die nu voor alle regio’s beschikbaar zijn. Dat is een indrukwekkende prestatie. Maar
de weg ernaar toe is minstens zo waardevol: door dit proces gezamenlijk te doorlopen
hebben partijen elkaar niet alleen beter leren kennen, maar is ook het commitment
om in de regio samen te werken aan de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning versterkt.
Sinds februari 2023 kunnen partijen transformatieplannen indienen om de transformatie
te financieren. Hier is € 2,8 miljard voor beschikbaar. Na een langzame start zijn
er inmiddels 219 plannen ingediend voor de snelle toets. Hiervan hebben 108 goedgekeurd,
zijn 57 afgekeurd en 54 nog in beoordeling3. Gemeenten, Wlz-instellingen en aanbieders van ondersteuning en welzijn kunnen ook
deelnemen aan deze plannen.
Om de acute zorg te verbeteren en toekomstbestendig te maken hebben alle ROAZ-regio’s
ROAZ-beelden en ROAZ-plannen opgesteld. Daarnaast is er een implementatieplan zorgcoördinatie
gemaakt waarin acties zijn gedefinieerd voor de totstandkoming van zorgcoördinatie
vanaf 1 januari 2025. Ten behoeve van de IZA-afspraken over spreiding en concentratie
zijn door het Zorginstituut twee ronde tafels ingericht (voor oncologie en vaatchirurgie)
die voorstellen hebben gedaan voor nieuwe volumenormen. De komende tijd wordt de impact
van die normen onderzocht.
Tot slot hebben partijen met elkaar stappen gezet op de aanpak voor de cruciale ggz4. In deze aanpak vormt de zorgvraag van patiënten in hun eigen sociale context het
vertrekpunt. In elke regio bepalen zorginkopers, zorgaanbieders en (vertegenwoordigers
van) patiënten op grond van de zorgvraag en de (regionale) wachtlijsten wat er nodig
is aan aanbod: een cruciaal zorgnetwerk. Partijen hebben met elkaar afgesproken dat
de in de regio overeengekomen cruciale zorgnetwerken vanaf de inkoop voor 2026 waar
nodig gelijkgericht ingekocht worden. Dit is een belangrijke stap die partijen samen
gezet hebben om te zorgen dat patiënten met een hoogcomplexe zorgvraag beter geholpen
worden.
Landelijke randvoorwaarden
In het IZA zijn afspraken gemaakt over (landelijke) randvoorwaarden in de onderdelen
Arbeidsmarkt en ontzorgen zorgprofessionals, Digitalisering en gegevensuitwisseling en Financiën. Voor het thema arbeidsmarkt liggen er mooie resultaten op het gebied van zeggenschap
van professionals, technologische innovatie en flexibel en modulair opleiden. Daarnaast is er
een uitvoeringsakkoord gegevensuitwisseling gesloten. Dit akkoord betreft verstrekkende
afspraken om de gegevensuitwisseling in de zorg te verbeteren en te standaardiseren.
De implementatie van het uitvoeringsakkoord wordt verder uitgewerkt in sectorplannen.
Het platform Digizo.nu is opgericht, dat partijen ondersteunt bij het anders inrichten
van (zorg)processen om efficiënter te werken door integratie van digitale en hybride
toepassingen. Ook heeft de Vliegwielcoalitie een extra impuls gekregen om de praktijk
te helpen bij opschaling en transformatie naar hybride zorg. Tot slot is er een betaaltitel
gekomen voor domeinoverstijgende samenwerking. Hierdoor kunnen coördinerende activiteiten
die niet-patiëntgebonden kosten met zich mee brengen gefinancierd worden.
Wat is er nodig voor de volgende fase?
Wij hebben de uitkomsten van de MTR op 3 juni jl. besproken met de bestuurders van
de IZA-partijen. Hun belangrijkste conclusie is dat zij door willen gaan met de ingezette
beweging, omdat de urgentie en het maatschappelijk belang daarvan nog net zo groot
zijn als toen het IZA werd ondertekend. Dat belang onderschrijven wij van harte. De
bestuurders hebben ook besproken wat er in hun ogen nodig is voor de volgende fase.
Gezien onze demissionaire status is het aan onze opvolgers om hiermee verder te gaan.
Tot slot
De afgelopen jaren hebben wij gemerkt dat het helpt om als IZA-partijen regelmatig
met elkaar om tafel te zitten en daar het goede, maar vaak ook moeilijke gesprek te
voeren. We zien ook dat deze opzet in de regio’s werkt en dat hierdoor gemakkelijker
domeinoverstijgend gewerkt wordt, bestuurlijk én door professionals op de werkvloer.
Dat is het echte verschil met de eerdere hoofdlijnenakkoorden: dat alles wat schuurt
nu integraal besproken wordt. Met begrip voor elkaars belangen, maar altijd met het
oog op ons gezamenlijke doel: de toegankelijkheid van de zorg en ondersteuning voor
alle inwoners van Nederland. In die zin is het IZA meer dan een akkoord, het is ook
een werkvorm geworden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder
De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Indieners
-
Indiener
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Medeindiener
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg