Brief regering : Onderwijsagenda’s voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2024
Hierbij bied ik uw Kamer de Onderwijsagenda’s voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius
aan. Tevens informeer ik u in deze brief over het Onderwijsakkoord Caribisch Nederland.
De Onderwijsagenda’s zijn een gezamenlijk product van de schoolbesturen, de Expertisecentra
voor Onderwijszorg, de openbare lichamen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en het
Ministerie van OCW. De agenda’s beschrijven onze gezamenlijke doelen en prioriteiten
om samen te werken aan een hogere kwaliteit van ons onderwijs in Caribisch Nederland.
De Onderwijsagenda's van Bonaire en Saba zijn op 5 juli 2023 ondertekend. De ondertekening
van de Onderwijsagenda van Sint Eustatius vond plaats op 30 januari 2024. Deze agenda's
hebben betrekking op de periode van schooljaar 2023–2024 tot en met schooljaar 2026–2027.
Dit is de derde maal dat er onderwijsagenda’s met de eilanden overeen zijn gekomen.
De agenda’s zijn een vervolg op de Tweede Onderwijsagenda Caribisch Nederland uit
2017. Het is de eerste keer dat een Onderwijsagenda per eiland is vastgesteld, in
plaats van één Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland. Dit sluit aan bij de verschillende
ontwikkelingen in het onderwijs op de drie eilanden.
Het belang van de onderwijsagenda’s
Het stellen van gezamenlijke doelen voor het onderwijs op Bonaire, Saba en Sint Eustatius
is van groot belang. Het is essentieel dat elk kind, waar het ook woont, dezelfde
kansen krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. School is een cruciale plek waar kinderen
niet alleen leren lezen, schrijven en rekenen, maar ook waar ze zichzelf kunnen ontplooien
en voorbereiden op de toekomst. Het onderwijs heeft een universele kracht, die ongeacht
de locatie gelijkwaardig zou moeten zijn. Daarom is het van belang dat we blijven
investeren in de kwaliteit van het onderwijs op Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Met de Onderwijsagenda's zetten we met alle betrokken partijen een belangrijke stap
in de verdere ontwikkeling van het onderwijs op de eilanden. Hoewel er overeenkomsten
zijn tussen Europees- en Caribisch Nederland, zijn er ook veel verschillen die vragen
om een specifieke aanpak vanwege de lokale context, schaal en ligging. Maatwerk is
essentieel, waarbij we kijken naar wat echt werkt en niet automatisch Nederlandse
oplossingen kopiëren naar de eilanden.
Tijdens mijn werkbezoek aan Bonaire, Saba en Sint Eustatius begin dit jaar heb ik
het belang van een gerichte aanpak per eiland met eigen ogen gezien. Het is noodzakelijk
dat de overheid blijft luisteren naar alle betrokkenen in het onderwijs op de eilanden,
omdat zij elke dag ervaren wat wel en niet werkt in de lokale onderwijspraktijk. Ik
waardeer dan ook alle input die ik tijdens en na mijn reis heb ontvangen.
Inhoud van de onderwijsagenda’s
In de agenda's zijn belangrijke prioriteiten en ambities van de betrokken partijen
opgenomen die de komende jaren met voorrang worden opgepakt, zodat het onderwijs verder
verbeterd kan worden. De agenda's bevatten duidelijk omschreven doelen die we gezamenlijk
nastreven, waarin ambities en mijlpalen zijn afgesproken. De onderwijsagenda’s van
Bonaire en Saba richten zich in totaal op zes prioriteiten. Voor Sint Eustatius zijn
zeven prioriteiten afgesproken. Sommige ambities en mijlpalen komen in de agenda’s
van twee of drie van de eilanden terug, anderen enkel in één van de agenda’s. Zo zijn
de prioriteiten afgestemd op de behoeftes die spelen op respectievelijk Bonaire, Saba
en Sint Eustatius. Hieronder ga ik in op de grote lijnen van de prioriteiten uit de
drie agenda’s.
1. Onderwijspersoneel
Het onderwijspersoneel vormt de basis van de kwaliteit van het onderwijs in Caribisch
Nederland. Het onderwijspersoneel is direct verantwoordelijk voor het leerplezier
en succes van de leerlingen. Onderwijspersoneel moet een fijne werkomgeving hebben
en ruimte hebben voor professionalisering. Daarnaast kampen verschillende scholen
met een tekort aan onderwijspersoneel, waardoor continuïteit van het onderwijs onder
druk komt en de werkstress toeneemt. De ambities in de onderwijsagenda’s rondom deze
prioriteit richten zich daarom op het vinden en vasthouden van voldoende en goed onderwijspersoneel,
professionalisering, arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap.
2. Bestuurskundig en onderwijskundig leiderschap
Onderwijsprofessionals in Caribisch Nederland kunnen zich vaak niet beroepen op netwerken
van ondersteuners en expertise om hen te helpen bij het oplossen van complexe problemen
of zaken waar specialistische kennis voor nodig is. De onderwijsagenda’s zetten daarom
in op het bieden van deze ondersteuning. Met sterke schoolbesturen, -directeuren,
teamleiders en leraren kunnen we ons onderwijs in Caribisch Nederland naar een hoger
niveau tillen en zorgen dat de leerlingen de beste kansen krijgen voor hun toekomst.
De ambities in de onderwijsagenda’s rondom deze prioriteit richten zich daarom op
het versterken van het onderwijskundig leiderschap en op duurzame beschikbare ondersteuning,
zowel op bestuurlijk niveau als in de klas.
3. Meertaligheid
Een goede didactiek van leraren in het taalonderwijs die aansluit bij de meertalige
achtergrond van veel leerlingen in Caribisch Nederland is van essentieel belang voor
de taalontwikkeling van de leerlingen. Leraren die zich bewust zijn van de taal- en
culturele achtergrond van hun leerlingen en daar hun lessen op afstemmen dragen er
met de juiste didactiek aan bij dat alle leerlingen zich begrepen voelen en optimaal
kunnen leren. Dit vraagt specialistische kennis van het onderwijspersoneel in Caribisch
Nederland, aanvullend op de kennis en expertise die zij reeds bezitten. Het verkrijgen
van deze specialistische expertise is niet van de ene op de andere dag gebeurd, maar
vraagt om structurele training en coaching door professionals die zowel kennis hebben
van wat wetenschappelijk werkt als van de onderwijspraktijk. Onderwijspersoneel moet
ook de ruimte krijgen voor het volgen van deze specialisatie, naast de verantwoordelijkheden
die ze reeds in het onderwijs hebben. Daarnaast zien we de afgelopen jaren een toename
van het aantal nieuwkomers in het onderwijs op alle drie de eilanden. Dit zijn kinderen
die vanuit het buitenland komen en op latere leeftijd in het onderwijs starten. Deze
leerlingen spreken de instructietalen van de scholen vaak niet en het vraagt extra
inzet en expertise van de scholen in Caribisch Nederland om deze leerlingen de instructietalen
bij te brengen en hen optimale kansen in het onderwijs te bieden. De ambities in de
onderwijsagenda’s rondom deze prioriteit richten zich daarom op het duurzaam inzetten
van meertaligheid in het onderwijs en op nieuwkomersonderwijs. Hiermee wordt tevens
voldaan aan de toezegging om in de Onderwijsagenda’s uitgebreid aandacht te besteden
aan de Nederlandse taal.1
4. Versterken onderwijszorg
Onderwijszorg is belangrijk. Want als je een kind bent dat wat extra hulp nodig heeft
om het goed te doen op school, dan moet deze hulp beschikbaar zijn. Hier zijn veel
partijen mee bezig, niet alleen in het onderwijs maar ook bij ouders thuis en in de
zorg. We blijven de onderwijszorg en het inclusieve karakter van het onderwijs versterken.
De afgelopen jaren zijn er specialistische voorzieningen per eiland opgezet om leerlingen
te begeleiden die meer ondersteuning nodig hebben dan er op school beschikbaar is.
We willen dat deze voorzieningen voor kinderen die wat extra hulp nodig hebben blijven
bestaan en we willen met en van elkaar blijven leren over wat wel en niet werkt. Met
de introductie van de specialistische voorzieningen op Sint Eustatius kwamen er meer
leerlingen in beeld die baat konden hebben bij andere vormen van onderwijsondersteuning.
Om ervoor te zorgen dat deze ondersteuning ook in de toekomst voor leerlingen beschikbaar
blijft, moeten de specialistische voorzieningen structureel worden gemaakt. Daarnaast
kent Caribisch Nederland ook thuiszitters. Het gaat dan om jongeren die door hun ingewikkelde
ondersteuningsvraag geen onderwijs volgen, terwijl ze dat wel zouden kunnen in de
juiste omgeving. Het is belangrijk om die kinderen in beeld te krijgen en te kijken
wat er gedaan kan worden om hen het onderwijs te geven dat ze nodig hebben en verdienen.
De ambities in de onderwijsagenda’s rondom deze prioriteit richten zich daarom op
het verder versterken en evalueren van de Expertisecentra Onderwijszorg. Deze prioriteit
is alleen in de agenda van Sint Eustatius opgenomen, maar op alle drie de eilanden
wordt er gewerkt aan het verder verbeteren van de onderwijszorg.
5. Onderwijshuisvesting
Goede schoolhuisvesting draagt bij aan kwalitatief en toegankelijk onderwijs. Leerkrachten
en leerlingen hebben recht op een functionele, schone en veilige leeromgeving. Een
gezond binnenklimaat en fijne omgeving leiden tot een hoger leerredendement en minder
ziekteverzuim. Om de schoolgebouwen en installaties op orde te houden is structureel
onderhoud noodzakelijk. Onderhoud is een verantwoordelijkheid van het schoolbestuur
en vraagt om actuele onderhoudsplannen, een onderhoudsorganisatie en adequate financiering.
Om verstandig om te kunnen gaan met het onderhoud is duidelijkheid over het onderwijshuisvestingsbeleid
van belang. Het schoolbestuur moet weten wanneer zij kan rekenen op uitbreiding of
renovatie van de school. Daartoe is het ook van belang dat het openbaar lichaam en
mijn ministerie, die nu nog samen verantwoordelijk zijn voor de onderwijshuisvesting,
hun rol in de beleidsvorming en uitvoering van deze verantwoordelijkheid invullen.
De ambities in de onderwijsagenda’s rondom deze prioriteit richten zich daarom op
goede onderwijshuisvesting en goed onderhouden schoolgebouwen.
6. Doorstroom naar vervolgonderwijs
Doorstroom van leerlingen in Caribisch Nederland naar een passende vervolgopleiding
is cruciaal voor hun toekomst en de ontwikkeling van de regio. Het verbeteren van
de doorstroom draagt er aan bij dat leerlingen een opleiding kunnen kiezen die aansluit
bij hun behoeften en verwachtingen en dat zij met plezier en succes de gekozen vervolgopleiding
kunnen doorlopen. Het biedt hen de kans om zich te ontwikkelen, bij te dragen aan
de economische groei en werkgelegenheid te creëren. In het kader van het vergroten
van het studentsucces van Caribisch studenten hebben de onderwijsministers in het
Koninkrijk in het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW hier ook afspraken over gemaakt.
Het Koninkrijksbrede programma Strategic Education Alliance is hieruit ontstaan, waarbij
de aansluiting op het verbeteren van de overgang naar het vervolgonderwijs één van
de prioriteiten is. Investering in doorstroom is kortom van groot belang. De ambities
in de onderwijsagenda’s rondom deze prioriteit richten zich daarom op een goede doorstroom
naar het vervolgonderwijs op de eilanden, in de Caribische regio, Europees Nederland
of elders.
7. Randvoorwaarden
Schoolbesturen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun onderwijs. De
onderwijsprofessionals op de scholen zijn het best in staat om deze verantwoordelijkheid
uit te voeren. Daarbij geldt wel dat zij vanuit de overheid toegang moeten krijgen
tot de randvoorwaarden die nodig zijn voor het uitvoeren van hun verantwoordelijkheid.
Met andere woorden: ze moeten kunnen beschikken over voldoende instrumenten om hun
onderwijs vorm te kunnen geven, zoals onderwijsmaterialen (methoden en toetsen). De
ambities in de onderwijsagenda’s rondom deze prioriteit richten zich daarom op de
beschikbaarheid van onderwijsmateriaal dat aansluit bij de Caribisch context en digitalisering.
Onderwijsakkoord Caribisch Nederland
In april 2022 is het Onderwijsakkoord gesloten met als doel om de loonkloof tussen
primair en voortgezet onderwijs te dichten, professionalisering van docenten te bevorderen
en de werkdruk in het onderwijs te verlagen. Een deel van de gelden hiervoor zijn
naar evenredigheid beschikbaar gesteld om de doelen uit het Onderwijsakkoord in Caribisch
Nederland te realiseren. Op 1 juni 2023 zijn deze middelen doorvertaald voor Caribisch
Nederland. Hierdoor is ook, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2022, de
loonkloof tussen primair en voorgezet onderwijs in Caribisch Nederland gedicht.
De Derde Onderwijsagenda’s en het Onderwijsakkoord zijn goede ontwikkelingen om het
onderwijs ook in Caribisch Nederland naar een hoger niveau te kunnen tillen. Samen
met de betrokken partijen blijf ik mij inzetten om uitvoering te geven aan de Onderwijsagenda’s
zodat elk kind in Nederland het beste uit zich kan halen.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs