Brief regering : Voortgang Programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en welzijn (TAZ)
29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Nr. 576
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2024
Sinds september 2022 werk ik via het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg
en welzijn (TAZ) samen met partijen in de sector aan de transitie naar een toekomstbestendige
arbeidsmarkt. Deze transitie is nodig om ook in de toekomst betaalbare, toegankelijke
en kwalitatief goede zorg en ondersteuning te kunnen waarborgen voor eenieder die
dat nodig heeft. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van het programma
en de belangrijkste resultaten die het afgelopen jaar behaald zijn.
Uit de meest recente arbeidsmarktprognose blijkt dat het verwachte personeelstekort
de komende jaren onverminderd groot blijft en naar verwachting vooral na 2025 verder
zal toenemen1. Hoewel de druk op de zorg toeneemt, zien we dat er gelukkig ook nog steeds veel
mensen in zorg en welzijn willen werken, vaak vanuit de behoefte aan betekenisvol
werk. Medewerkers zijn erg bevlogen en ze zijn tevreden over de inhoud van hun vak2. Dat moeten we koesteren en verder uitbouwen, samen met de professional. Betrokkenheid
en zeggenschap zijn hierbij essentieel en vormen daarom ook de rode draad binnen het
programma TAZ.
1. Voor en door professionals in zorg en welzijn
Professionals uit zorg en welzijn worden op verschillende manieren actief bij het
programma TAZ betrokken. Onder meer met de maandelijkse klankbordgroep TAZ en de jaarlijkse
klankbordgroep XL.
Met de klankbordgroep TAZ denkt sinds de start van het programma een groep van 17
professionals onder leiding van de Chief Nursing Officer (CNO), Evelyn Finnema, maandelijks
mee over verschillende onderwerpen die relateren aan het programma TAZ. In totaal
zijn in het afgelopen jaar zeven inhoudelijke klankbordgroep bijeenkomsten georganiseerd,
respectievelijk over de thema’s zeggenschap, innovatie, regionaal werkgeverschap,
statushouders in de zorg, agressie en aangiftebereidheid, regeldruk en duurzaamheid.
De opbrengsten van de bijeenkomsten zijn waardevol en hebben geleid tot relevante
inzichten.
De bijeenkomst over regeldruk heeft bijvoorbeeld geleid tot het inzicht dat zeggenschap
essentieel is om regeldruk effectiever aan te kunnen pakken. Mede op basis van dit
inzicht is gezocht naar betere samenwerking tussen het Landelijk Actieplan Zeggenschap
(LAZ) en het programma Ontregel de Zorg (ORDZ). Het LAZ en het programma ORDZ delen
hun netwerk en kijken samen hoe leermiddelen over zeggenschap en regeldruk op elkaar
kunnen aansluiten. Andere voorbeelden van concrete opbrengsten van de klankbordgroep
zijn ondergebracht in de hierna beschreven mijlpalen. Over de verdere voortgang op
het thema regeldrukvermindering wordt uw Kamer voor de zomer via een separate brief
geïnformeerd.
Naast de maandelijkse bijeenkomsten van de klankbordgroep TAZ wordt jaarlijks een
klankbordgroep XL georganiseerd. Bij dit zogenoemde VOICE-event delen rond de 200
medewerkers in zorg en welzijn hun praktijkinzichten opdat deze als input kunnen dienen
voor arbeidsmarktbeleid. Op 12 oktober 2023 was de eerste editie waarbij 150 medewerkers
aanwezig waren. Op 30 september 2024 staat de tweede editie van VOICE gepland.
2. De transitie via verschillende invalshoeken in gang gezet
De transitie naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt is een gezamenlijke opgave en
daar hebben we iedereen in de sector bij nodig. De verwachting is dat de beroepsbevolking
de komende jaren maar zeer beperkt zal groeien. Zelfs als de arbeidsdeelname sterk
zou stijgen, dan nog kan bij de verwachte omvang van de beroepsbevolking waarschijnlijk
niet aan de toenemende arbeidsvraag voor zorg en welzijn worden voldaan. Om ook voldoende
mensen beschikbaar te hebben voor andere maatschappelijke sectoren zoals onderwijs,
veiligheid, bouw en energie, is het niet wenselijk om het aandeel werkenden in zorg
en welzijn (nu gemiddeld 1 op 6) verder te laten groeien. Dit onderstreept de noodzaak
om de personele houdbaarheid van zorg en welzijn niet als een geïsoleerd thema te
beschouwen, maar vanuit verschillende invalshoeken te werken aan de noodzakelijke
transitie op de arbeidsmarkt.
Interdepartementale aanpak arbeidsmarktkrapte
Naast het sectorale beleid via TAZ heeft het kabinet ook via generiek beleid het nodige
in gang gezet om de arbeidsmarktkrapte aan te pakken. Zo is in juni 2022 een generieke
aanpak gepresenteerd met daarin acties en maatregelen om personeelstekorten in den
brede terug te dringen3. In februari 2023 is hier een vervolg aan gegeven met een brief aan uw Kamer over
aanvullende maatregelen tegen krapte4. Daarin wordt onder meer beschreven dat er nader onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden
van financiële ondersteuning om een terugval in inkomen als gevolg van een overstap
naar een kraptesector tegen te gaan. Daartoe wordt op dit moment een pilot vormgegeven
waarin onderzocht wordt of dergelijke financiële ondersteuning tijdens het volgen
van scholing die noodzakelijk is voor de nieuwe baan, bijdraagt aan een toename van
zij-instroom in maatschappelijk cruciale sectoren zoals zorg en welzijn.
Afremmen van de groeiende zorgvraag
Met het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), het
programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en de Hervormingsagenda
Jeugd heeft het Ministerie van VWS met een groot aantal partijen in zorg en welzijn
heldere afspraken gemaakt om de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg en welzijn
ook in de toekomst te kunnen waarborgen. Door onder meer de gezondheid van mensen
centraal te stellen en werk te maken van passende zorg en ondersteuning. Tegelijkertijd
zien we dat deze preventieve «beweging naar de voorkant» andere uitdagingen met zich
meebrengt, bijvoorbeeld als het gaat om de beschikbaarheid van personeel in het sociaal
domein en de toenemende druk op de informele zorg. Hier liggen belangrijke uitdagingen
bij het doen slagen van de brede inzet gericht op gezondheid en welzijn opdat mensen
zo gezond en vitaal mogelijk zijn en zorgvragen worden voorkomen of minder zwaar worden.
Anders organiseren van werk en meer ruimte voor de professional
Faciliterend aan de bredere bewegingen die zijn ingezet vanuit akkoorden en programma’s
wordt er vanuit het programma TAZ gericht gewerkt aan het anders organiseren van werk
met een direct effect merkbaar voor de professional. Hiermee houden we voldoende personeel
beschikbaar om aan de vraag naar zorg en ondersteuning te voldoen. Het doel van het
programma is om met behulp van brancheoverstijgende samenwerking in de regio een transitie
in gang te zetten waarbij meer ruimte wordt gecreëerd voor de professional. Uitgangspunt
is eraan bij te dragen dat de juiste professional op de juiste plek gemotiveerd en
met plezier zijn werk kan doen. Op deze manier houden we zorg en welzijn een aantrekkelijke
sector om in te (blijven) werken. In het programma TAZ wordt gewerkt langs drie lijnen:
1. meer ruimte voor innovatieve werkvormen;
2. meer ruimte voor behoud van medewerkers;
3. meer ruimte voor leren en ontwikkelen.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang en resultaten van het programma
TAZ langs deze drie genoemde programmalijnen.
3. Belangrijkste mijlpalen TAZ
Het afgelopen jaar is de transitie naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt verder
verbreed, verdiept en versneld. Met het programma TAZ heb ik daar samen met partijen
via kerngroepen en het Bestuurlijk Overleg Arbeidsmarkt5 op landelijk niveau mooie stappen in gezet. Daarnaast zijn er tal van inspirerende
voorbeelden op regionaal en lokaal niveau ontstaan, opgeschaald of verder doorontwikkeld.
Alle betrokken partijen hebben hier vanuit hun eigen rol, taak en verantwoordelijkheid
aan bijgedragen. In de drie programmalijnen van TAZ heeft het Ministerie van VWS als
overheidspartij twee rollen:
1. Sturende/regulerende rol vanuit systeemverantwoordelijkheid
2. Faciliterende/stimulerende rol ter ondersteuning van de sector
Hieronder licht ik de belangrijkste mijlpalen van het afgelopen jaar en inspirerende
voorbeelden aan de hand van deze twee rollen verder toe.
3.1 Sturende/regulerende rol vanuit systeemverantwoordelijkheid
Programmalijn 1: Meer ruimte voor innovatieve werkvormen
Implementeren en opschalen van innovaties
Met de opening van het aanvraagloket voor de Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning
en Zorg6 (STOZ) op 14 mei jl. heb ik voor de eerste aanvraagperiode € 54 miljoen beschikbaar
gesteld voor het implementeren en opschalen van digitale en hybride toepassingen in
zorg en welzijn. Met deze subsidieregeling worden zorg- en welzijnsorganisaties ondersteund
bij de inzet van digitale en hybride processen om medewerkers effectiever in te kunnen
zetten en/of het werk in zorg en welzijn te verlichten. Het platform Digizo.nu7 is een initiatief van IZA-partijen dat met financiële ondersteuning van VWS onder
meer een «Pas toe»-overzicht ontwikkelt van bewezen digitale en hybride zorg- en ondersteuningsprocessen
die kunnen helpen bij het efficiënter werken. Zorg- en welzijnsorganisaties kunnen
voor het implementeren en opschalen van de processen zoals genoemd in het «Pas-toe»-overzicht
gebruik maken van subsidies zoals de STOZ.
Reflectie van de klankbordgroep van professionals in zorg en welzijn
In de bijeenkomst over innovatie is door de professionals aangegeven dat het duidelijk
moet zijn dat de medewerkers de regiehouders zijn over innovatie en dat zij de kernspecialisten
zijn over wanneer welke innovatie bij wie kan worden ingezet. Mede daarom zijn de
criteria die zien op de betrokkenheid en de ondersteuning voor zorg- en welzijnsmedewerkers
aangescherpt. Ook gaf de klankbordgroep aan dat het essentieel is dat organisaties
delen hoe ze de subsidie inzetten, wat het oplevert en wat de geleerde lessen zijn.
Dat is belangrijk om ook door andere organisatie efficiënt en effectief innovaties
te kunnen laten implementeren. In de criteria van de STOZ is om deze reden expliciet
opgenomen dat aanbieders resultaten moeten delen.
Mogelijkheden Wet BIG bij taakdelegatie
In oktober 2023 heb ik door middel van een voorlichtingscampagne meer inzicht gegeven
in de mogelijkheden die de Wet BIG biedt voor taakdelegatie, zodat ook een niet-BIG
geregistreerde zorgmedewerker, mits bekwaam, voorbehouden handelingen kan verrichten
onder toezicht van een zelfstandig bevoegde BIG-geregistreerde8. Dit draagt bij aan de transparantie hierover, wat een belangrijke randvoorwaarde
is voor het in de praktijk kunnen brengen van taakdelegatie dat wederom bijdraagt
aan meer werkplezier en meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt.
Programmalijn 2: Meer ruimte voor behoud van personeel
Btw-heffing bij uitlenen van personeel
Vertegenwoordigers van werkgevers geven aan dat de btw-heffing bij uitlenen van personeel
en de ingewikkelde btw-regelgeving als één van de grootste knelpunten wordt ervaren
bij het samenwerken op personeelsgebied (zoals bij het vormgeven van regionaal werkgeverschap).
Ik heb daarom het afgelopen jaar met de Staatssecretaris van Financiën een verkenning
gedaan (o.a. op basis van aangeleverde casuïstiek) en diverse sessies georganiseerd
met de sector. Deze verkenning heeft geresulteerd in een document dat de mogelijkheden
schetst om binnen zorg en welzijn personeel btw-vrij uit te lenen. Het Ministerie
van Financiën heeft dit document omgezet in een conceptbeleidsbesluit, dat ter consultatie
wordt aangeboden aan de sector en naar verwachting in juli in de Staatscourant zal
worden gepubliceerd. Dit beleidsbesluit zal de sector helpen om meer duidelijkheid
en vertrouwen te hebben bij het samenwerken op personeelsgebied, waaronder het implementeren
van regionaal werkgeverschap. Het voorkomt dat regio’s het wiel opnieuw moeten uitvinden
en het helpt de uniformiteit te vergroten.
Programmalijn 3: Meer ruimte voor leren en ontwikkelen
Bekostiging flexibel en modulair opleiden
Om optimaal gebruik te maken van het systeem van modulair opleiden voor gespecialiseerde
verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel, heeft de Minister voor Medische
Zorg de benodigde wijzigingen in wet- en regelgeving in gang gezet om de bekostiging
hierop aan te sluiten. De opleidingen voor deze beroepsgroepen zijn sinds 2023 modulair
ingericht. Het Ministerie van VWS werkt, samen met de veldpartijen, aan het aanpassen
van de bekostiging per 1 januari 2025. Daarmee wordt het mogelijk om per 2025 beschikbaarheidbijdrage
toe te kennen per afgeronde module in plaats van per afgeronde volledige opleiding.
Daarvoor is onder andere het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG aangepast en is de
voorhang gestart van de aanwijzing voor de NZa9. Voor de bekostiging van de opleidingsmodule Basis Acute Zorg (BAZ) is het streven
om deze per 1 januari 2025 te bekostigen via de modulaire bekostiging voor ziekenhuisopleidingen.
Tot die tijd kunnen de door het College Zorgopleidingen erkende zorgorganisaties subsidie
aanvragen voor BIG-geregistreerde verpleegkundigen die de BAZ-opleidingsmodule hebben
afgerond, via de recent verlengde Subsidieregeling Opleidingsmodule Basis Acute Zorg10.
3.2 Faciliterende/stimulerende rol ter ondersteuning van de sector
Programmalijn 1: Meer ruimte voor innovatieve werkvormen
Digitale vaardigheden van professionals
De Coalitie Digivaardig in de Zorg11 heeft ook dit jaar een breed bereik gehad als het gaat om het versterken van digitale
vaardigheden van zorgprofessionals.
Zo zijn dankzij de Coalitie inmiddels 564 zorgorganisaties aan de slag gegaan met
een aanpak digitale vaardigheden. De afgelopen periode heeft de Coalitie onder meer
de «Digifit Challenge» voor de zorg georganiseerd waaraan 1.106 organisaties en 2.176
individuele zorgmedewerkers deelnamen. Daarnaast hebben 116 mbo- en hbo docenten werkzaam
in het zorgonderwijs deelgenomen aan een conferentie over het stimuleren van digivaardigheden
en ontwikkelde de Coalitie in samenwerking met Stichting FWG functieprofielen met
digitale vaardigheden voor de VVT en gehandicaptenzorg. Tot slot gaat de Coalitie
actie-onderzoek uitvoeren naar de digitale vaardigheden van afgestudeerde MBO-studenten
in de zorg. Op basis van het onderzoek wordt een publiek toegankelijke toolkit ontworpen
om de digitale basisvaardigheden van instromers vanuit het mbo en startende zorgprofessionals
te verbeteren.
De transitie in praktijk
Gehandicaptenzorgorganisatie Gemiva is één van de organisaties die de afgelopen periode
stevig heeft ingezet op het versterken van de digitale vaardigheden van haar medewerkers12. Zo zijn digitale vaardigheden opgenomen in de competentieprofielen voor de meest
voorkomende functies, zoals: persoonlijk begeleider, locatiemanager en woningassistent.
Bij het opstellen van de competentieprofielen zijn de functiebeschrijvingen gebruikt
die voor de gehandicaptenzorg werden ontwikkeld door de coalitie Digivaardig in de
Zorg en Stichting FWG. Dankzij deze competentieprofielen weten medewerkers welke digitale
vaardigheden er van ze worden gevraagd. Ook is «competent zijn in de digitale wereld»
inmiddels een belangrijk onderwerp in de jaargesprekken en worden er dialoogsessies
gehouden waarin medewerkers in gesprek gaan met elkaar over de vragen «Hoe ziet de
professional van de toekomst eruit en wat kunnen we nu al doen om klaar te zijn voor
deze toekomst?».
Bekwaam is inzetbaar
In het kader van taakherschikking en -delegatie is vanuit het programma TAZ met de
betrokken partners in zorg en welzijn het adagium «Bekwaam is inzetbaar» afgesproken.
Uitgangspunt hierbij is dat eenieder die in de sector wil en kan werken, welkom en
duurzaam inzetbaar is. Afgelopen jaar ben ik in gesprek geweest met zorgpartijen en
arbeidsmarktregio’s13 over de wijze waarop inzetbaarheid mogelijk is. Om meer inzicht te verkrijgen in
de verschillende vormen van sociale innovatie zoals taakherschikking, jobcarving en
samenwerking tussen formele en informeel zorgverleners heeft het Ministerie van VWS
opdracht gegeven aan Berenschot om de mogelijke baten hiervan te onderzoeken voor
o.a. zorgcapaciteit, behoud van personeel en kwaliteit van zorg. Gedurende het onderzoek
werd duidelijk dat er veelal beperkte kwantitatieve informatie aanwezig was en dat
het vooral maatwerk is hoe er in de praktijk invulling aan sociale innovatie gegeven
kan worden. U ontvangt het rapport in de bijlage bij deze brief.
Programmalijn 2: Meer ruimte voor behoud van personeel
Zeggenschap in zorg- en welzijnsorganisaties
In 2023 is de subsidieregeling Veerkracht en Zeggenschap verlengd en aan 123 organisaties
subsidie toegekend om te kunnen werken aan zeggenschap binnen hun eigen organisatie,
teneinde dit duurzaam te verankeren in de cultuur van zorg- en welzijnsorganisaties.
Het LAZ biedt begeleiding aan subsidieontvangers en ontwikkelt hiertoe verschillende
leermiddelen14. Tot slot is het afgelopen jaar de eerste nulmeting van de monitor zeggenschap opgeleverd
en aan uw Kamer verzonden15. Meer dan 21.000 verzorgenden, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en begeleiders
hebben hieraan deelgenomen. In september 2024 vindt de eerste hermeting plaats. De
uitkomsten van de monitor worden door het LAZ gebruikt als basis voor de leermiddelen
die zij ontwikkelt.
Schijnzelfstandigheid en fiscaal kader
In afstemming met de betrokken brancheorganisaties wordt momenteel een enquête-onderzoek
verricht onder werkgevers en werkenden in zorg en welzijn. De resultaten geven inzicht
in het huidige kennisniveau over de rechten en plichten van zzp-schap en aanknopingspunten
tot verbetering van de informatievoorziening. De definitieve rapportage van de resultaten
wordt in juli 2024 verwacht. Op basis hiervan zullen verbeteringen worden vormgegeven
voor de huidige informatievoorziening inzake zzp-schap. Daarnaast is in het kader
van het tegengaan van schijnzelfstandigheid het afgelopen jaar regelmatig overleg
geweest over de benodigde uitwerking van de afspraken die zijn opgenomen in de op
6 juli 2023 ondertekende intentieverklaring Beheersingsmodel Zorg16. De intentieverklaring heeft tot doel om met een gezamenlijke aanpak schijnzelfstandigheid
in de sector tegen te gaan. VWS heeft een faciliterende rol om partijen hierin bij
elkaar te brengen. Gezien het belang van een langdurige samenwerking op dit thema,
heb ik recent aangegeven dat vanuit de overheidspartijen VWS, SZW en de Belastingdienst
de uitnodiging om casusposities te bespreken nog steeds staat, teneinde de brancheorganisaties
verder te helpen in de nadere uitwerking en uitrol van het fiscaal kader. Ondanks
zeer intensieve gesprekken tussen betrokken partijen, hebben de brancheorganisaties
tot mijn teleurstelling aangegeven vooralsnog geen mogelijkheid te zien om vanuit
gezamenlijkheid verder invulling te geven aan de uitwerking van het fiscaal kader
ZZP Zorg.
Regionaal werkgeverschap
Op basis van het door het Ministerie van Financiën opgestelde document met mogelijkheden
om personeel btw-vrij uit te lenen, zijn er samen met de sector drie richtingen gekozen
die het meest kansrijk lijken om regionaal werkgeverschap vorm te geven. Inmiddels
zijn er werkgroepen van start gegaan met als doel om de richtingen makkelijker toepasbaar
te maken en zo optimaal mogelijk vorm te geven. Dit gebeurt door per richting de reikwijdte
en voorwaarden te schetsen, een stappenplan op te stellen en lopende pilots te monitoren
en op basis daarvan de kaders bij te stellen. VWS faciliteert deze werkgroepen.
Reflectie van de klankbordgroep van professionals in zorg en welzijn
In de bijeenkomst over regionaal werkgeverschap hebben professionals besproken dat
regionaal werkgeverschap een mooie manier kan zijn om ervaringen op te doen binnen
verschillende branches, wat helpend kan zijn om een weloverwogen keuze te maken over
je loopbaan. Het advies van de klankbordgroep om daarom ook de doelgroep starters
in het oog te houden bij de uitwerking van de vormen van regionaal werkgeverschap,
zal worden meegenomen.
Agressie en aangiftebereidheid
Om de aangiftebereid bij agressie tegen professionals in zorg en welzijn te vergroten
en in het bijzonder te stimuleren dat de werkgever aangifte doet als agressie plaatsvindt,
ben ik dit voorjaar gestart met een serie regionale bijeenkomsten over het doen van
aangifte. Ik hecht er groot belang aan dat de werkgever aangifte doet als agressie
plaatsvindt. Daarmee geeft een werkgever een duidelijk signaal af aan de medewerkers
en aan de dader: agressie wordt niet geaccepteerd. Tijdens de bijeenkomsten vertellen
experts van politie en OM over de Eenduidig Landelijke Afspraken (ELA) en over de
rol die de werkgever kan spelen in het aangifteproces. Ook staat er iedere keer een
mooi voorbeeld centraal van hoe een zorgorganisatie uit de regio omgaat met de aanpak
van agressie en het doen van aangifte. De eerste twee bijeenkomsten hebben inmiddels
plaatsgevonden. De deelnemers waren na afloop zeer positief over de bijeenkomsten.
Meerdere deelnemers gaven aan van plan te zijn het eigen beleid te gaan herijken of
aangiftebeleid op te willen gaan stellen. Zoals toegezegd aan uw Kamer, heb ik het
belang van een goede aanpak van agressie en het doen van aangifte door werkgevers
(nogmaals) besproken tijdens het Bestuurlijk Overleg Arbeidsmarkt van 7 maart jl.17. Om de informatie over het aangifteproces en de rol van de werkgever verder te verspreiden
is tevens een podcast ontwikkeld, waarin een medewerker van politie, van een zorgorganisatie
en een slachtoffer van agressie met elkaar in gesprek gaan over dit thema. De podcast
is inmiddels beschikbaar via twee streamingapps, een derde streamingapp en publicatie
op rijksoverheid.nl volgt nog18.
Reflectie van de klankbordgroep van professionals in zorg en welzijn
In de bijeenkomst over agressie is gesproken over aangiftebereidheid. Eén van de deelnemende
professionals heeft aangegeven dat het nut van aangifte duidelijker zou moeten zijn.
Dit is tijdens de klankbordgroep door meerdere professionals beaamd. De regionale
bijeenkomsten over het doen van aangifte bij agressie dragen bij aan meer duidelijkheid
over de nut en noodzaak hiervan.
Contractuitbreiding
Om het goede gesprek over contractuitbreiding in zorg en welzijn te stimuleren en
werkgevers te informeren over de mogelijkheden die er zijn voor de toepassing van
een meerurenbonus, ben ik het afgelopen jaar gestart met het organiseren van regionale
bijeenkomsten over dit onderwerp. Inmiddels hebben er twee bijeenkomsten plaats gevonden
in Brabant en Zeeland en staan er nog verschillende bijeenkomsten gepland. Verder
worden de intensieve verandertrajecten die Stichting Het Potentieel Pakken (HPP) de
afgelopen jaren met subsidie van VWS heeft uitgevoerd dit jaar afgerond. Ter afsluiting
van deze periode vindt dit najaar de lancering plaats van een online portaal waarin
alle kennis en inzichten die de afgelopen jaren zijn opgedaan breed beschikbaar worden
gesteld, zodat organisaties in zorg en welzijn er zelf mee aan de slag kunnen.
De transitie in praktijk
Eén van de organisaties die met hun deelname aan het HPP-verandertraject mooie resultaten
heeft weten te behalen, is Anna Zorggroep. Bij deze ouderenzorgorganisatie bleek dat
er in de praktijk wel degelijk mogelijkheden zijn om de belemmeringen voor het uitbreiden
van contracten weg te nemen. Maar liefst 39% van de ondervraagde medewerkers bleek
namelijk (onder voorwaarden) open te staan voor contractuitbreiding. De insteek van
het traject was medewerkers een bewuste keuze laten maken over hun contracturen, de
roosters optimaliseren en werkprocessen hervormen. Ze zijn aan de slag gegaan met
onder andere de roosters. Dit betrof een intensieve verandering, omdat er op dat moment
– net als in andere instellingen – werd gewerkt met kortere diensten tijdens piekuren.
In samenspraak met de betrokken collega’s is het op de afdeling psychogeriatrie, mogelijk
gemaakt voor ondersteunende functies om 8 uur aaneengesloten te werken. Hierbij zijn
zorgtaken anders ingedeeld in de organisatie. Dit heeft onder meer een daling van
41 naar 10 openstaande diensten opgeleverd, waardoor minder zzp’ers nodig waren. Door
het traject bleek een zichtbare omslag in denken en doen in gang gezet. Het goede
gesprek is geïntroduceerd en teamleden kwamen dichter tot elkaar. Door een combinatie
van deze elementen is contractuitbreiding aantrekkelijker gemaakt. Dit heeft erin
geresulteerd dat 7% van de actief betrokken medewerkers het contract heeft uitgebreid
met gemiddeld maar liefst 5,5 uur per week.
Programmalijn 3: Meer ruimte voor leren en ontwikkelen
Flexibel en modulair opleiden met deelcertificaten
In navolging van de motie Den Haan c.s. over mogelijke vormgeving en inzet van modulair
opleiden19, werkt VWS samen met andere departementen en zorg- en onderwijspartijen aan het stimuleren
van flexibel en modulair opleiden in zorg en welzijn. Dit heeft onder meer geresulteerd
in het beschikbaar komen van mbo-certificaten voor zes beroepsgerichte onderdelen
van de opleiding mbo-verpleegkundige per januari 202420. Op die manier kunnen zij-instromers of medewerkers zoals bijvoorbeeld helpenden
zich om- of bijscholen om inzetbaar te kunnen zijn op specifieke verpleegkundige taken.
Dit draagt bij aan het leven lang ontwikkelen en de beweging naar een skillsgerichte
arbeidsmarkt.
De transitie in praktijk
In Zuid-Oost Brabant werken zes zorgorganisaties en twee onderwijsinstellingen samen
met de regionale werkgeversorganisatie Transvorm aan het skillsbased werven en opleiden
op basis van talenten. Ze gebruiken hiervoor een methodiek en digitaal platform Ontdekjetalenten.nl
waarmee talenten in kaart worden gebracht met een talentenpaspoort en vervolgens worden
gematcht met beroepsprofielen. Op basis hiervan wordt een leerpad op maat gemaakt.
Deelnemende organisaties geven aan dat dit een duurzamere match en verrijking van
de selectieprocedure oplevert (bijvoorbeeld meer zij-instromers die met behulp van
certificeerbare eenheden en/of BBL-opleiding aan de slag kunnen gaan). Vergelijkbare
initiatieven beginnen nu ook in andere regio’s vorm te krijgen.
4. Monitoring programma TAZ
Het programma TAZ wordt gemonitord via indicatoren waarmee we de ontwikkelingen op
de arbeidsmarkt volgen. In de onderstaande tabel zijn de vier kernindicatoren van
het programma opgenomen met daarin de cijfers van de eerste beschikbare meting na
start van het programma (de nulmeting) en de meest recente cijfers (laatste meting).
De resultaten laten zien dat de ervaren werkdruk van werknemers in zorg en welzijn
is gedaald van 41% naar 37%. De werktevredenheid is iets gestegen en de vacaturegraad
licht gedaald. Het aandeel werknemers in zorg en welzijn is nagenoeg stabiel gebleven.
Kernindicatoren TAZ
Nulmeting
Laatste meting
Vacaturegraad (openstaande vacatures per 1.000 banen)
44 (Q3 2022)
43 (Q3 2023)
Ervaren werkdruk
41% (Q4 2022)
37% (Q4 2023)
Werktevredenheid
77% (Q4 2022)
78% (Q4 2023)
Aandeel werknemers in zorg en welzijn binnen totaal economie
1 op 6,5 (Q3 2022)
1 op 6,4 (Q4 2023)
Bron: CBS, AZW StatLine
De overige indicatoren bij de drie programmalijnen van TAZ zijn terug te vinden op
het TAZ dashboard van het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW)21. Dit dashboard wordt bij het beschikbaar komen van nieuwe data steeds geactualiseerd.
De indicatoren die hier terug te vinden zijn maken ook deel uit van de monitoring
van het IZA en het programma WOZO.
Tijdens het Commissiedebat IZA van 11 oktober 2023 (Kamerstuk 31 765, nr. 830) heeft het lid Van der Plas (BBB) mij gevraagd naar cijfers over de instroom en uitstroom
van wijkverpleegkundigen. Uit gegevens van Pensioenfonds Zorg en Welzijn blijkt dat
in 2023 940 wijkverpleegkundigen instroomden in de VVT en 1.170 wijkverpleegkundigen
uitstroomden22
23.
5. Overige arbeidsmarktonderwerpen
Onderzoek Capaciteitsorgaan naar de beweegredenen van basisartsen
Ten behoeve van de raming van basisartsen heeft het Capaciteitsorgaan onderzoek gedaan
naar de beweegredenen van basisartsen om te kiezen voor een vervolgopleiding. In de
bijlage van deze brief vindt u de resultaten van dit rapport getiteld «Wat beweegt de basisarts?». Aanleiding voor dit onderzoek zijn vragen over de stappen die basisartsen in hun
loopbaan zetten en waarom ze dat doen. Dit rapport behelst een vooronderzoek ten behoeve
van de raming van basisartsen die in de volgende integrale raming van het Capaciteitsorgaan
zal worden opgenomen. De nieuwe integrale raming is voorzien voor 2025. Het is aan
het nieuwe kabinet om, zoals gebruikelijk, na het verschijnen van deze integrale raming
met een reactie te komen.
Tarieven BIG-register
De wettelijk taak om het BIG-register in stand te houden wordt uitgevoerd door het
CIBG, een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van VWS. Zoals ik uw Kamer heb
geïnformeerd, wordt er een nieuw systeem voor het BIG-register gebouwd24. Uw Kamer zal binnenkort worden geïnformeerd over het Adviescollege ICT-toetsing
(AcICT) rapport hieromtrent. Hiernaast wil ik uw Kamer informeren over het feit dat
verkend zal worden hoe de gehanteerde BIG-tarieven kostendekkend kunnen worden gemaakt
en hoe de kosten van de afgifte van andere verklaringen, zoals bijvoorbeeld CCPS,
en de proeve van bekwaamheid gedragen kunnen worden door de aanvrager. Het bedrag
voor zowel een eerste registratie als een daaropvolgende herregistratie is op dit
moment niet kostendekkend en is sinds 1 juli 2013 niet geïndexeerd en daarmee ongewijzigd.
Bekostiging van de structurele borging van de opleidingsstructuur in de wijkverpleging
In het kader van het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging (IOW) wordt dit jaar
bezien welk bedrag benodigd is voor structurele borging van de te vernieuwen opleidingsstructuur.
Hiertoe is de afgelopen maanden door SEO onderzoek gedaan naar de kosten en baten
van het opleiden in de wijkverpleging. Dit heeft geresulteerd in het rapport «Zorg voor de leerling – kosten en baten van opleiden in de wijkverpleging» dat is bijgevoegd bij deze brief. De uitkomsten worden momenteel besproken met de
betrokken partijen. Besluitvorming hierover is aan een volgend kabinet.
6. Tot slot
Met het programma TAZ hebben we een belangrijke impuls kunnen geven aan de benodigde
langjarige transitie op de arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn. De eerste essentiële
stappen hadden we niet kunnen zetten zonder de betrokkenheid van alle partijen. Het
afgelopen jaar is de transitie verder verbreed, verdiept en versneld. Desondanks is
voor alle partijen evenzeer duidelijk dat er nog vele stappen te zetten zijn en dat
langjarige focus wenselijk blijft.
Een transitie, zoals die geldt voor de arbeidsmarkt in zorg en welzijn, kost tijd
en kunnen we als overheid niet alleen. Dit is een opdracht voor ons allen, waarin
we iedereen nodig hebben: landelijke, regionale en lokale partijen betrokken bij het
programma TAZ, waaronder natuurlijk ook de professional in zorg en welzijn zelf. We
moeten het werk in de sector immers zo organiseren dat de juiste zorg en ondersteuning
op de juiste plek door de juiste professional op een fijne manier kan worden geleverd.
Nu en in de toekomst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport