Brief regering : Inzet Internationale Arbeidsconferentie 2024
29 427 ILO-verdragen
Nr. 128
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2024
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, op hoofdlijnen
over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de 112e Internationale Arbeidsconferentie
(IAC) van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
Daarnaast informeer ik u over het IAO-Verdrag nr. 191 inzake Wijzigingen van normen die voortvloeien uit de erkenning van een veilige en gezonde
werkomgeving als fundamenteel beginsel en de bijbehorende IAO-Aanbeveling nr. 207.
We staan als Nederland voor een aantal grote maatschappelijke opgaven, waarbij we
iedereen hard nodig hebben. Werk geeft ook betekenis en grip op de toekomst en zorgt
voor verbinding en ontwikkeling. Alle mensen verdienen een gelijkwaardige kans om te
participeren. De IAO is de internationale organisatie die hier wereldwijd sinds 1919
aan werkt. De missie van de IAO is het bevorderen van sociale rechtvaardigheid in
de wereld van werk. Om dit te bereiken voert de IAO een agenda om fatsoenlijk werk
te bevorderen. Afgeleide hoofddoelstellingen van deze agenda zijn de bevordering van
werkgelegenheid, het waarborgen van gezonde en veilige werkomstandigheden, de verbetering
van sociale bescherming, de versterking van de sociale dialoog en de bevordering van
(de naleving van) internationale arbeidsnormen. De IAO is ook in belangrijke mate
een normstellende organisatie die kaders schept waarin landen en sociale partners
de wereld van werk vormgeven.
De IAC is het belangrijkste orgaan van de IAO. Het is de wetgevende vergadering van
de organisatie en komt jaarlijks in juni bijeen. De IAC van dit jaar vindt plaats
van 3 tot en met 14 juni.
Namens het Koninkrijk zijn Minister Croes van Aruba, Minister Jansen-Webster van Sint
Maarten en ikzelf voornemens dit jaar deel te nemen aan een deel van de IAC. Bij mijn
toespraak tot de plenaire vergadering zal ik de steun van het Koninkrijk der Nederlanden
voor het werk van de IAO uitspreken. Daarbij zal ik onder meer de rol van de IAO voor
het bereiken van sociale rechtvaardigheid en fatsoenlijk werk benadrukken. Het Koninkrijk
zet zich actief in voor een versterking van de internationale sociale dialoog en voor
de samenwerking binnen de ILO tussen verschillende groepen landen, mede als onderdeel
van onze inzet voor versterkt multilateralisme. Ook zal ik opnieuw het belang van
kansengelijkheid en een inclusieve arbeidsmarkt onderstrepen. De Global Coalition
for Social Justice (GCSJ) zal tijdens deze IAC van start gaan.
De GCSJ beoogt het IAO-mandaat over fatsoenlijk werk en sociale rechtvaardigheid te
verbinden met dat van relevante partners. Dit betreft onder andere VN-organisaties,
financiële instellingen en de agenda van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable
Development Goals – SDG’s). Tijdens deze eerste formele bijeenkomst van de GCSJ zal
ik meedelen dat Nederland partner is geworden van deze coalitie, wat inhoudt dat we
door (deels al bestaande) initiatieven fatsoenlijk werk en sociale rechtvaardigheid
wereldwijd uitdragen. Dit doen we ook richting andere internationale organisaties.
Zo heb ik tijdens mijn bezoek in Washington in april expliciet aandacht gevraagd voor
het belang van de GCSJ bij de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. Ook
werknemers- en werkgeversorganisaties kunnen zich bij deze coalitie aansluiten, zoals
bijvoorbeeld de FNV al heeft gedaan. Daarnaast zullen collega Croes en ik voorbeelden
en geleerde lessen uit het Koninkrijk delen in diverse gesprekken. Ook zal het Koninkrijk
der Nederlanden opnieuw de Russische invasie in Oekraïne veroordelen en wijzen op
de negatieve gevolgen, inclusief die voor het werk van de IAO.
Algemeen
Het Koninkrijk der Nederlanden is nauw betrokken bij de werkzaamheden van de IAO en
steunt de missie en de doelstellingen van de organisatie. Het Koninkrijk en de andere
lidstaten van de IAO hebben baat bij het opstellen en handhaven van wereldwijde minimumnormen
op het gebied van sociaal beleid en het wereldwijde gelijke speelveld dat daaruit
voortvloeit. Een functionele sociale dialoog, zowel in de IAO als in het nationale
domein, is een vereiste om dat te bewerkstelligen. De Nederlandse praktijk heeft dit
in het verleden op vele manieren aangetoond. Door de tripartiete samenstelling van
de IAO biedt de organisatie een geschikt platform voor onderwerpen als sociale rechtvaardigheid,
arbeidsrechten, de toekomst van werk, veiligheid en gezondheid op de werkvloer als
ook het belang van een goed klimaat voor duurzaam ondernemerschap en productiviteit
als voorwaarde voor het realiseren van fatsoenlijk werk. Nu en in de toekomst.
Het Koninkrijk ziet het supervisiemechanisme van de IAO, waarmee wordt toegezien op
de naleving van internationale arbeidsnormen, als een essentieel onderdeel van het
functioneren van de organisatie.
De IAO biedt ook een platform om Nederlandse ideeën en inzichten te delen met andere
landen en internationale sociale partners en andersom van hun ervaringen te leren.
De kennis, kunde en mogelijke technische assistentie van de IAO kunnen bijdragen aan
oplossingen in de Nederlandse wereld van werk. Binnen het Koninkrijk der Nederlanden
geldt dit niet alleen voor Nederland maar ook voor de Caribische landen.
Belangrijke onderwerpen op de agenda van de 112e IAC
1) De toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen;
2) Normstelling op het gebied van bescherming tegen biologische gevaren;
3) Fundamentele principes en rechten op werk;
4) Fatsoenlijk werk in de zorgeconomie;
5) Palestijnse Gebieden.
Ad 1) De toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen
Binnen het Conferentiecomité over de toepassing en naleving van arbeidsnormen (CAS)
vindt jaarlijks een algemene discussie over een thema plaats. Ook bespreekt de IAC
jaarlijks 24 zaken over inbreuken op bestaande verdragen en aanbevelingen. Dit jaar
vindt aansluitend een speciale zitting van het CAS plaats om de naleving van verdragen
en aanbevelingen door Belarus te bespreken.
De Nederlandse inbreng bij de besprekingen in het CAS zal zoveel mogelijk via het
EU-voorzitterschap verlopen. Hierbij zal het Koninkrijk zich sterk maken voor de effectieve
implementatie van IAO-verdragsverplichtingen, in het bijzonder waar het de fundamentele verdragen1 betreft.
Thematische discussie
De thematische discussie wordt dit jaar gevoerd op basis van een rapport van de IAO
over de bestuurstaak op het gebied van arbeid in de veranderende wereld van werk2. Dit betreft een overzicht van de wereldwijde stand van zaken over wetgeving, bestuursstructuur,
beleid en activiteiten van nationale en regionale overheden op het gebied van arbeid.
Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan arbeidsinspecties of publieke dienstverleners
als het UWV. Het rapport benoemt meerdere kansen en uitdagingen, bijvoorbeeld rondom
digitalisering, kunstmatige intelligentie of de impact van COVID-19. Daarnaast gaat
het rapport in op de wereldwijde participatie van sociale partners in nationale systemen.
De discussie heeft als doel vast te stellen of er mogelijk hiaten zijn in de standaarden
van de IAO en hoe de verdragen op dit thema beter geratificeerd en geïmplementeerd
kunnen worden.
Landenzaken
Voorafgaand aan het CAS wordt ieder jaar een achtergrondrapport gepubliceerd met observaties
van de onafhankelijke commissie van experts3. Dit rapport bevat de observaties met betrekking tot naleving van alle geratificeerde
verdragen. Het rapport identificeert onder andere een aantal landen die ernstige inbreuken
plegen op bestaande verdragen en aanbevelingen. De commissie van experts beveelt dit
jaar aan dat in ieder geval de zaken Cambodja, Paraguay, Turkije en Oeganda tijdens
de IAC worden besproken.
De bespreking in het CAS dient ertoe de overheid in kwestie aan te moedigen nadere
stappen te nemen om de naleving van een specifiek verdrag in de praktijk te garanderen.
Naast de 4 gevallen van de ILO-experts, selecteren internationale werkgevers- en werknemersorganisaties
nog 20 andere zogenoemde landenzaken, zodat er in totaal 24 gevallen worden behandeld
tijdens het CAS. Bij de selectie van de zaken letten de internationale sociale partners
op de ernst van de inbreuk en de geografische spreiding. Hier telt een inbreuk op
een fundamenteel IAO-verdrag het zwaarst. Daarnaast worden uit elke regio landenzaken
gekozen ter bespreking. Op dit moment is nog niet bekend welke zaken in het CAS zullen
worden besproken.
Speciale zitting inzake Belarus
Daarnaast zal een speciale zitting van het CAS plaatsvinden om de naleving door Belarus
van IAO-verdrag nr. 87 (vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming
van het vakbondsrecht) en IAO-verdrag nr. 98 (recht op organisatie en collectieve
onderhandelingen) en de aanbevelingen van de onderzoekscommissie te bespreken.
De speciale zitting is onderdeel van de uitvoering van de verklaring die de IAC in
juni 2023 aannam over maatregelen jegens Belarus op grond van artikel 33 van de IAO-statuten4.
Ad 2) Normstelling op het gebied van bescherming tegen biologische gevaren
Het onderwerp van normstelling op het gebied van biologische gevaren is door de Beheersraad
van de IAO op de agenda van de IAC geplaatst om een uitgebreid en toekomstgericht
wettelijk kader te ontwikkelen voor het bevorderen van een gezonde en veilige werkomgeving.
Tijdens de IAC in 2022 is een gezonde en veilige werkomgeving uitgeroepen tot een
fundamenteel arbeidsrecht.
Het Koninkrijk staat positief tegenover de ontwikkeling van een instrument voor bescherming
tegen biologische gevaren, zolang dit aansluit bij Europese regelgeving die door Nederland
is geïmplementeerd. Het Koninkrijk onderkent ook dat zowel de aanpak als het beschermingsniveau
tegen biologische gevaren wereldwijd in grote mate verschilt. Voor wat betreft de
te kiezen vorm van het instrument heeft het Koninkrijk een voorkeur voor een verdrag
met aanbeveling. De meerwaarde van een verdrag met aanbeveling is gelegen in het creëren
van een gedeeld kader. Waarbij er in het verdrag een wereldwijd basisbeschermingsniveau
voor werkenden ten aanzien van biologische gevaren wordt geregeld. De daaraan verbonden
aanbeveling kan landen ondersteunen bij het formuleren van beleid in hun nationale
context.
Ad 3) Een discussie over fundamentele principes en rechten op werk
Tijdens deze zitting van de IAC zal een derde discussie gehouden worden over «the strategic objective of fundamental principles and rights at work». Tijdens de tweede discussie heeft de IAO een actieplan aangenomen voor de effectieve
en universele bevordering en realisatie van de fundamentele principes en rechten op
het werk voor 2017–2023. Het actieplan erkende dat fundamentele beginselen en rechten
op het werk universele en onderling verbonden mensenrechten zijn, die van cruciaal
belang zijn voor het bereiken van fatsoenlijk werk en duurzame ontwikkeling. Het actieplan
had tot doel om de IAO-leden te ondersteunen om te voldoen aan hun verplichtingen
als lidstaten en om de fundamentele beginselen en rechten op het werk op een geïntegreerde
manier te respecteren, bevorderen en verwezenlijken.
De huidige discussie vindt plaats aan de hand van een rapport van het IAO-bureau5 waarin een analyse wordt gegeven van de huidige stand van zaken van de realisatie
van de fundamentele beginselen en rechten op het werk.
Het Koninkrijk onderstreept het belang van een verbetering van het naleven van fundamentele
principes en rechten op het werk.
Dat betekent onder meer continue aandacht voor vrijheid van vereniging en het recht
op collectief onderhandelen, het tegengaan van dwangarbeid en kinderarbeid en discriminatie
op het gebied van werkgelegenheid en beroep en het bevorderen van gezond en veilig
werken.
Ad 4) Fatsoenlijk werk in de zorgeconomie
Er zullen onderhandelingen plaatsvinden over conclusies die fatsoenlijk werk in de
zogeheten zorgeconomie moeten bevorderen. In IAO-verband valt onder deze term betaald
en onbetaald werk in diverse sectoren zoals de medische en langdurige zorg, de kinderopvang,
het onderwijs, het maatschappelijk werk en de huishoudelijke hulp. Ook beleidsinstrumenten
om onbetaalde zorgtaken te faciliteren zoals zwangerschaps- en bevallingverlof, geboorteverlof
en ouderschapsverlof worden bij dit onderwerp betrokken. De discussie vindt plaats
aan de hand van een rapport van het IAO-bureau waarin een analyse wordt gegeven van
kansen en uitdagingen in deze sector, zowel in de formele als ook in de informele
economie.
Naast bevordering van ratificatie en implementatie van bestaande IAO-verdragen stelt
het IAO-bureau voor om breed gedragen definities te ontwikkelen en betere statistieken
te verzamelen. Ook wordt voorgesteld om te onderzoeken of de huidige verdragen en
aanbevelingen van de IAO toereikend zijn voor deze sector, en zo niet, met voorstellen
te komen.
Nederland zet zich in EU-verband in voor ambitieuze conclusies die de arbeidsomstandigheden
in deze breed gedefinieerde sector verbeteren. Wij hebben daarbij speciale aandacht
voor kansen en uitdagingen in relatie tot arbeidsmarkkrapte, gendergelijkheid, digitalisering
en demografische ontwikkelingen.
Ad 5) Palestijnse Gebieden
Er zal op verzoek van de Beheersraad van maart jl. tijdens de IAC een speciale zitting
plaatsvinden waarin wordt gesproken over het IAO-rapport «The situation of workers
of the occupied Arab territories». Er worden geen conclusies aangenomen, maar de mondelinge
inbreng tijdens de sessie kan dienen als leidraad voor vervolgstappen van de IAO.
Het Koninkrijk zet zich ervoor in de grote noden als gevolg van de humanitaire crisis
in Gaza te lenigen. Specifiek zet het Koninkrijk zich ervoor in dat arbeidsrechten
in de Palestijnse Gebieden worden gerespecteerd en dat het IAO-noodprogramma voor
de regio kan worden uitgevoerd. Dit programma heeft drie componenten: steunpakketten
en inkomenssteun aan Gazaanse werknemers die hun werk in Israël verloren en nu noodgedwongen
op de Westbank verblijven; datacollectie en analyse van impact van het conflict op
banen en bedrijven; en herstel van levensvoorzieningen door fatsoenlijk werk en wederopbouw
en doorgang van midden-, klein- en microbedrijven.
IAO-Verdrag nr. 191 en IAO-Aanbeveling nr. 207
Op 12 juni 2023 heeft de IAC het Verdrag betreffende wijzigingen van normen die voortvloeien uit de erkenning van een veilige en gezonde
werkomgeving als fundamenteel beginsel (hierna: IAO-Verdrag nr. 191) en de bijbehorende Aanbeveling nr. 207 aangenomen.
Dit Verdrag en de Aanbeveling komen voort uit het besluit tijdens de IAC van 2022
om een veilige en gezonde werkomgeving op te nemen in het kader van fundamentele beginselen
en rechten op het werk van de IAO.
Hierdoor zijn er nu vijf fundamentele beginselen en rechten op het werk in plaats
van vier, en tien fundamentele verdragen in plaats van acht. Als gevolg van dit besluit,
is het noodzakelijk om 15 internationale arbeidsinstrumenten redactioneel te wijzigen.
Als de preambule van een verdrag of aanbeveling verwijst naar «vier» categorieën van
fundamentele beginselen en rechten of «acht» fundamentele verdragen, verandert Verdrag
nr. 191 dit in de verdragen naar respectievelijk «vijf» en «tien». Aanbeveling nr.
207 heeft hetzelfde resultaat voor de aanbevelingen.
Deze wijziging is van technische aard en streeft naar duidelijkheid en samenhang in
het geheel van internationale arbeidsnormen. Implementatiewetgeving is daarom niet
nodig.
Conform artikel 19 lid 6 van de IAO Constitutie moet een IAO Verdrag of Aanbeveling
binnen een jaar na de aanname door de IAC aan de autoriteiten van het desbetreffende
land worden toegezonden. Om hieraan tegemoet te komen ontvangt u hierbij de tekst
van het Verdrag6 en de Aanbeveling.7
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid