Brief regering : Voortgang Uitvoeringsagenda Innovatie & Onderzoek
31 125 Defensie Industrie Strategie
Nr. 130
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2024
Technologie en innovatie maken meer en meer het verschil tussen het winnen en verliezen
van oorlogen; een kennisvoorsprong en continue innovatie geven de doorslag. Er is
daarom fors geïnvesteerd in kennis en innovatie. De plannen hiervoor zijn uiteengezet
in de «Uitvoeringsagenda Innovatie en Onderzoek» (november 2022, Kamerstuk 31 125, nr. 122). Sinds deze is uitgebracht, hebben we veel bereikt. Graag informeer ik uw Kamer,
mede namens Minister Ollongren, hierover en welke acties wij voornemens zijn uit te
voeren. Daarnaast worden met deze brief de motie Podt (Kamerstuk 36 410 X, nr. 36) over hoe innovatieve technieken kunnen bijdragen aan de vormgeving van de Krijgsmacht
en de motie Tuinman en Boswijk (Kamerstuk 36 410 X, nr. 32) over het onderzoeken van voorstellen voor en/of ruimere interpretatie van uitzonderingsgronden
voor militaire projecten met een groot concept development element afgedaan. Tevens wordt teruggekomen op de Key Performance Indicator (KPI) van het European Defence Agency (EDA) voor Research & Technology (R&T) die tijdens de Defensie begrotingsbehandeling van februari 2024 opgebracht
werd door de heer Dassen (Referentie: TZ202402-002).
Operationele en geopolitieke noodzaak van innovatie en onderzoek
De geopolitieke competitie tussen grootmachten neemt toe, met onder meer een assertiever
China en een agressiever Rusland. Machtsblokken rivaliseren om invloed in regio’s,
markten, (schaarse) grondstoffen en technologieën. Ze zoeken daarbij naar bondgenoten
om hun invloed te vergroten en zetten machtsinstrumenten geïntegreerd in om hun doelen
te behalen. Als gevolg van deze competitie blijven landen fors investeren in hun veiligheid,
eigen en Europese Defensie(-industrie) en (civiele) technologie en innovatie. Nederland
doet dat ook. Emerging Disruptive Technologies, zoals kunstmatige intelligentie en quantum-technologie, worden een steeds essentiëler onderdeel van concurrentie tussen machtsblokken.
Strategische autonomie is in deze concurrentie een belangrijk component. De Taskforce
Productiezekerheid is eind vorig jaar opgericht om bij te dragen aan die strategische
autonomie. Over de voortgang en ontwikkelingen van de Taskforce wordt de Kamer voor
de zomer van 2024 geïnformeerd.
In deze brief leggen we uit hoe Nederland extra investeert in de kennisbasis, technologieontwikkeling
en innovaties. Naast extra investeringen zijn het aanbrengen van focus, andere manieren
van samenwerking en passende financiële instrumenten nodig. We werken samen met de
maatschappij en met de industrie. We versterken onze Nederlandse en Europese (defensie-)industrie
onder andere door gericht te investeren in innovaties. Door kennis op te bouwen blijven
we op de lange termijn voorop lopen en door gericht te investeren in technologieontwikkelings-
en innovatieprojecten vernieuwen we op de kortere termijn. Innovatieve partnerschappen
en innovatief aanbesteden maken deel uit van deze ontwikkeling. Innovaties schalen
we bij succes op en, naast deze projecten, incorporeren we (ruimte voor) innovatie
in onze werkwijze als het o.a. om aanschaf van nieuw materieel en de algehele modernisering
van de Krijgsmacht gaat.
We leren van innovaties in huidige conflicten en brengen innovaties sneller naar de
operatie. Zo worden er lessen getrokken uit lopende en afgeronde missiebijdragen en
worden lessen getrokken uit lopende conflicten. Voorbeeld hiervan is het leren van
lessen uit de oorlog in Oekraïne. Dit gebeurt door eigen observatie door Defensie,
door informatiedeling met bondgenoten en partners en via trainingen en terugkoppeling
over donaties. De warfare- en trainingscentra van de operationele commando’s spelen hier een belangrijke rol
in, wat ervoor zorgt dat nieuwe kennis en inzichten doorvloeien naar het operationele
en tactische niveau. Deze aanpak wordt verder geïnstitutionaliseerd door het oprichten
van een innovatie-cel specifiek gefocust op de oorlog in Oekraïne. Over de wijze waarop
deze lessen worden geleerd heb ik uw Kamer geïnformeerd in de Kamerbrief «Reactie
op motie-Tuinman (BBB) c.s. over lessen van de oorlog in Oekraïne» (36 410 X, nr. 79).
Box 1: Reactie motie Podt «Innovatieve techniek, de personele opgave en mogelijke risico’s»
• In reactie op de motie Podt (Kamerstuk 36 410 X, nr. 36) ziet Defensie de impact van innovatieve technieken op de vormgeving van de Krijgsmacht,
de personele opgave en de personele gereedheid als evident.
• De technologieverkenningen, studies en onderzoeksprogramma’s die Defensie laat uitvoeren
door kennisinstituten, universiteiten en denktanks, geven inzicht in de kansen die
technologie en innovatie de Krijgsmacht kunnen bieden. De technology push en capability pull wordt doorlopend gemonitord.
• In de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1)is uiteengezet dat Defensie haar inrichting en optreden waar mogelijk arbeidsextensief
wil vormgeven. Defensie heeft op dit gebied al jaren verschillende onderzoeksprogramma’s
lopen. Defensie werkt en experimenteert actief met het slimmer inrichten van werkprocessen
en de organisatie met behulp van innovatieve technieken. Het is een oplossingsrichting
die in het bijzonder wordt ingezet om (1) «dull, dirty or dangerous» werk te vervangen, (2) de factor arbeid integraal mee te nemen in investeringsbesluiten
en gereedstelling en (3) schaalbaarheid te kunnen organiseren. Het is niet zo dat
innovatieve technieken per definitie leiden tot een verminderde behoefte aan menskracht
of competenties. Het kan ook leiden tot een, al dan niet tijdelijke, verhoogd kwantiteit
aan gekwalificeerde menskracht.
• Defensie erkent de mogelijke risico’s van (nieuwe) technologie en besteedt gepaste
aandacht aan ethische, juridische en sociale aspecten (ELSA) bijbehorend aan de inzet
hiervan. Op het gebied van Artificial Intelligence (AI) wordt veel werk verricht. ELSA Lab Defence doet bijvoorbeeld onderzoek naar
Early Warning Systems (EWS) waarbij tekst en beeld worden geanalyseerd om desinformatie tegen te gaan,
maar ook naar autonome robots die gewonde militairen uit het veld halen. Andere voorbeelden
zijn de kennisopbouwprogramma’s op het gebied van Man-Machine Teaming (MMT), waarbij de samenwerking en interactie tussen systemen en mensen centraal staan.
De inzet van AI brengt complexe ethische, juridische en sociaal-maatschappelijke vraagstukken
met zich mee; daarom is het van belang dat Defensie werkt aan een toekomstbestendig
ecosysteem voor verantwoord gebruik van AI in het militaire domein, waarbij ELSA-aspecten
by design worden meegenomen. Hierin worden afwegingen gemaakt zodat innovatie de ruimte krijgt
en tegelijkertijd Defensie strategisch concurrerend kan blijven.
Wat we hebben bereikt
Om een voorsprong te kunnen behalen en een sterke internationale positie te bemachtigen,
is het nodig om een focus te kiezen. Op een aantal gebieden kan Nederland als kennisrijk
en innovatief land een onmisbare rol pakken. Het afgelopen jaar hebben we focusgebieden
gekozen, hebben we een andere manier van samenwerken in gang gezet en verschillende
instrumenten gecreëerd en/of aangewend.
(1) Focus
Samen met (Europese) partners wordt er geïnvesteerd in technologie en innovaties voor
Defensietoepassingen. Om samen met deze partners potentiële tegenstanders af te schrikken
en voorbereid te zijn op de oorlog van morgen hebben wij het afgelopen jaar de keuze
gemaakt om ons te focussen op vijf technologiegebieden: NLD_gebieden1. Deze vijf gebieden zijn: NLD_Intelligente systemen; NLD_Sensoren; NLD_Slimme materialen; NLD_Ruimtevaart;
NLD_Quantum technologie. De Nederlandse industrie en kennisinstellingen zijn sterk
in deze gebieden én maken hiermee het verschil in veiligheidsvraagstukken van vandaag
en morgen. Samen met hen zorgen we voor doorontwikkeling, versnelde innovaties en
implementatie op deze gebieden. In de NLD_gebieden werken we aan oplossingen die onze
strategische autonomie versterken en daarmee Nederland en Europa minder gevoelig maken
voor geopolitieke veranderingen om ons heen.
Het afgelopen jaar zijn allerlei verschillende technologieontwikkelingsprojecten en innovatieprojecten opgestart op de vijf NLD_gebieden (zie Bijlage 1).
Succesvolle initiatieven schalen we op. Op de NLD_gebieden starten we extra projecten op, afhankelijk van het gebied, van
kennisopbouw tot aan kort-cyclische innovatie en implementatie. We werken samen met
de industrie zodat we innovaties kunnen laten landen in nieuwe en bestaande materieelprojecten.
Kort-cyclische innovatieprojecten worden waar mogelijk gekoppeld aan geplande programma’s.
We kunnen het niet alleen. Slimme manieren van samenwerken en het benutten van de
juiste financiële instrumenten faciliteren snelle innovaties en implementatie.
De keuze voor de vijf NLD_gebieden heeft plaatsgevonden in een tijd van een drietal
gerelateerde ontwikkelingen:
• Naast de vijf NLD_gebieden blijft de maritieme sector belangrijk voor Defensie waar intensief mee wordt samengewerkt en vele Nederlandse
innovaties uit voortkomen. Deze innovaties doorkruisen de verschillende NLD_gebieden.
Defensie is medeondertekenaar van de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie (Kamerstuk
31 409, nr. 423). In de Kamerbrief Defensie en Maritieme Maakindustrie (Kamerstuk 27 830, nr. 423) informeerde ik u over de manier waarop Defensie invulling geeft aan deze gezamenlijke
sectoragenda.
• Interdepartementaal hebben we het afgelopen jaar bijgedragen aan de Nationale Technologie Strategie (NTS) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), waar vanuit breder
perspectief een selectie is gemaakt van tien technologiegebieden waar Nederland koploper
in wil zijn. De NLD_gebieden overlappen grotendeels met de NTS.
• In 2023 is ter beantwoording op de motie Van Strien (Kamerstuk 24 446, nr. 81) een Regie Commissie ingesteld om een Lange Termijn Ruimtevaart Agenda (LTR) op te stellen. De LTR is opgesteld door EZK en de Netherlands Space Office
(NSO). De Ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Infrastructuur en Waterstaat
en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn nauw betrokken geweest bij de totstandkoming,
evenals vertegenwoordigers van bedrijfsleven, kennisinstellingen en wetenschap. Mevrouw
Van der Hoeven heeft op 25 januari jl. de LTR overhandigd aan de Minister van Economische
Zaken en Klimaat.
(2) Samenwerken
Naast het aanwijzen van focusgebieden blijven we de samenwerking met kennisinstellingen,
de markt en de maatschappij intensiveren. Zo kunnen we beter, sneller en gerichter
tot technologieontwikkeling en innovaties komen.
Om ontwikkelingen te versnellen zetten we in op regionale ecosystemen. Daarvan is
het eerste voorbeeld BITS: Brainport, Innovation & Technology for Security. Hierin werkt Defensie samen met de provincie Noord-Brabant, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij
(BOM), Brainport Development en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
Deze partijen tekenden in maart 2023 een intentieverklaring t.b.v. intensivering van
innovatie. Dit heeft geresulteerd in een nauwere samenwerking tussen Defensie en het
innovatieve ecosysteem, bijdrage aan de capaciteitsontwikkeling van Defensie en het
concurrerend vermogen van deze regio. Voorbeelden van technologieën waarop samengewerkt
wordt zijn advanced & additive manufacturing en sensoren.
De succesvolle ontwikkeling van BITS is het startschot om te komen tot een nationaal
dekkend netwerk met regionale ecosystemen waarbij de nadruk zal liggen op dual-use toepassingen en het versterken van zowel regio en bedrijfsleven als ontwikkeling
van militaire-capaciteiten. Met Zuid-Holland en Limburg (Brightlands) vinden nu verkennende
gesprekken plaats om de samenwerking te intensiveren.
Per 1 maart 2024 is een programmabureau opgericht dat de vraag vanuit Defensie en
het aanbod vanuit de regio’s bij elkaar brengt. Dit versterkt lopende projecten en
initiatieven. Daarnaast werkt het programmabureau met een vraag-gestuurde en een thematische
aanpak. Elke regio heeft zijn eigen kenmerken en gebieden waar ontwikkelingen plaatsvinden.
(3) Passende financiële instrumenten
Passende financiële instrumenten creëren en/of benutten, zoals benodigd voor de hierboven
beschreven ecosystemen, zijn randvoorwaardelijk en maken het mogelijk om sneller op
te kunnen schalen. Daarbij hebben we het afgelopen jaar departementaal, interdepartementaal,
nationaal en internationaal nieuwe en bestaande instrumenten aangewend.
Het is van belang dat er voldoende toegang tot zowel publieke als private financiering is voor industrie die een bijdrage levert om de benodigde defensiecapaciteiten weer
op orde te stellen. De Europese Commissie publiceerde op 11 januari 2024 een rapport2 waaruit blijkt dat MKB-bedrijven die actief zijn in de defensiesector hogere drempels
moeten overkomen om financiering te verkrijgen in vergelijking met MKB-bedrijven uit
andere sectoren. Om investeringen in de defensiesector aan te jagen presenteerde de
Europese Commissie op 12 januari 2024 de Defence Equity Facility en heeft de NAVO in 2023 het NAVO Innovatiefonds opgericht. Defensie verwelkomt deze
initiatieven, maar stelt dat er meer nodig is om de toegang tot financiering voor
de defensiesector te verbeteren. Hierover is Defensie, samen met het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat ook in gesprek met banken en institutionele beleggers
zoals pensioenfondsen. Verschillende oplossingen voor financieringsbarrières worden
onderzocht, zoals verzocht in de motie Podt over het uitwerken van de mogelijkheden
van een garantiefonds voor innovaties in de defensie-industrie. In juni 2024 wordt
u hierover geïnformeerd in de Taskforce Productiezekerheid brief.
A. Departementale instrumenten
Naast toegang tot financiering is het ook belangrijk om de eigen inkoopprocessen te
optimaliseren. Daarom heeft defensie een innovatieve inkoop proces en innovatiegerichte (aanbestedings)trajecten. In reactie op de motie Tuinman en Boswijk (Kamerstuk 36 410 X, nr. 32) over uitzonderingen voor het aanbesteden van militaire projecten met een groot Concept Development & Experimentation (CD&E) element wil ik de uitzonderingen op het doorlopen van een reguliere Europese
aanbestedingsprocedure voor het voetlicht brengen. De Aanbestedingswet op Defensie-
en Veiligheidsgebied bevat uitzonderingen indien sprake is van fundamenteel onderzoek,
toegepast onderzoek en/of de experimentele ontwikkeling van militaire producten en
diensten. Deze mogelijkheden bieden voldoende ruimte om innovatietrajecten uit te
voeren en verruiming van die mogelijkheden, in de vorm van nieuwe voorstellen of verruimde
interpretatie, acht ik dan ook niet nodig op dit moment. Tegelijkertijd maken de genoemde
uitzonderingen het niet in alle gevallen mogelijk om het ontwikkelde product in grote
aantallen af te nemen.
Om te voorkomen dat innovatieve producten of diensten tussen wal en schip vallen,
wordt gestimuleerd dat alle afdelingen binnen de Defensieorganisatie, van operationele-
tot aan de inkoopafdelingen, samenwerken aan de ontwikkeling én implementatie van
de innovatieve oplossingen en producten. Door deze manier van samenwerken met de markt
vergroot Defensie de kans op snelle implementatie en doorontwikkeling van het product.
Om deze werkwijze te ondersteunen en in de organisatie te borgen, zijn we gestart
met het inrichten van een innovatieve inkoop- en assortiments(advies)groep binnen
Commando Materieel & IT (COMMIT). Deze groep legt bruggen tussen de verschillende
inkoopstappen van de vraag naar oplossing, totdat een innovatief product of dienst
wordt gerealiseerd en succesvoller kan worden opgeschaald en geïmplementeerd. Sinds
november 2023 zijn er drie innovatiegerichte inkooptrajecten gestart, gericht op onderwater
simulatie, drones en het ecosysteem Slimme Materialen.
Het nieuwe initiatief uit de Uitvoeringsagenda, «Co-financiering van (inter)nationale Research & Technology samenwerking», heeft het mogelijk gemaakt om het afgelopen jaar aan de slag te gaan met nieuwe
partners, zoals Nederlandse universiteiten, academische ziekenhuizen en denktanks.
Daarin leren we hoe onze behoeftes kunnen worden ingevuld met behulp van expertise
van deze maatschappelijke partners.
B. Interdepartementale instrumenten
Interdepartementaal is het afgelopen jaar vanuit het missiegedreven innovatiebeleid (MIB) de Kennis &
Innovatie Agenda Veiligheid (KIA Veiligheid) vernieuwd, waaraan Defensie als een van de partners heeft bijgedragen (Kamerstuk
33 009, nr. 135). Het doel van de missies van de KIA Veiligheid is: «Nederland is veilig en weerbaar tegen externe dreigingen en ondermijnende criminaliteit,
zowel in de fysieke omgeving als het digitale domein». Defensie neemt deel aan de KIA met drie missies: Maritieme High Tech, Space en High Tech Landoptreden. Ook nemen wij deel aan de missie Cyberveiligheid, samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). De focus in de uitvoering
van de missies ligt op het creëren van een actiegerichte agenda waarin publiek-private
samenwerkingen leiden tot concrete onderzoeks- en innovatieprogramma’s. Dit jaar brengt
Defensie bijvoorbeeld bedrijven bij elkaar, specifiek op het onderwerp Slimme Materialen,
wat een van de NLD_gebieden is en past binnen de missie High Tech Landoptreden.
Een ander interdepartementaal financieel instrument dat we als Defensie het afgelopen
jaar konden benutten is het Nationaal Groeifonds (NGF), met het programma POLARIS (Pathway towards Opportunities for Large Scale Applications of Radically Integrated
Systems). POLARIS heeft € 101,7 miljoen toegekend gekregen van het NGF. Het project realiseert
technologische doorbraken in het maken van micro-elektronische Radio Frequency (RF)-systemen. Die technologie heeft veel potentiële maatschappelijke toepassingen.
De nieuwe technologie is breed in te zetten. Het voorstel van Defensie brengt de zogeheten
«ecosystemen» radar, MRI en telecom samen in het «POLARIS consortium». Dit consortium
bestaat uit industriepartijen, kennisinstituten, universiteiten, midden- en kleinbedrijven
en regionale ontwikkelmaatschappijen. Deze samenwerking leidt tot technologische doorbraken
op het gebied van nieuwe RF-systemen. Dat stimuleert de Nederlandse economie. De investering
levert naar verwachting een flinke omzetgroei, nieuwe start-ups en scale-ups en een betere marktpositie op.
C. Europese en internationale instrumenten
Ook internationaal sluit Defensie aan bij initiatieven die het innovatievermogen van de defensie-industrie
verhogen. Naast onze Europese kennis- en innovatiesamenwerkingen, bijvoorbeeld via
de European Defence Agency (EDA), is Nederland nauw betrokken bij het NAVO initiatief DIANA (Defence Innovation Accelerator for the North Atlantic). DIANA richt zich op het ontwikkelen van deep-tech oplossingen voor dual-use gebruik in het bondgenootschap. Nederland levert Brainport, Innovation & Technology
for Security (BITS) als een accelerator en twee testcentra: Safety and Security Campus en FieldLab Smartbase. Met name niet-defensie gerelateerde start-ups kunnen zich inschrijven voor «challenges». Bedrijven die winnen krijgen toegang tot DIANA subsidies en het DIANA accelerator programma. Drie Nederlandse bedrijven zijn geselecteerd voor de eerste challenge ronde die op 1 januari jl. is gestart. Zij doorlopen een acceleratorprogramma waarin
bedrijven begeleid worden om hun oplossing op een hoger volwassenheidsniveau te brengen
en te groeien als bedrijf. Daarnaast richt DIANA zich op het ontwikkelen van nieuwe
manieren om sneller de dual-use innovaties aan te passen voor militair gebruik. Dit vraagt om directe betrokkenheid
van de defensieorganisaties van de NAVO-bondgenoten: het koppelen van de innovaties
aan de nationale plannen en begroting en commitment ten aanzien van inkoop.
Parallel met DIANA is het NAVO Innovatiefonds (NIF) opgericht. Het NIF is een multinationaal fonds dat gaat investeren in jonge bedrijven
die werken aan technologische innovaties die van belang zijn voor Defensie. Het NIF
maakt geen deel uit van NAVO, maar is een zelfstandige entiteit wordt. Drieëntwintig
NAVO-landen nemen deel aan het NIF. Nederland draagt in totaal € 50,5 miljoen bij
(vanaf 2023). Het NIF krijgt een omvang van minimaal € 1 miljard en een looptijd van
vijftien jaar. Het Strategic Management Team van het fonds heeft besloten hun hoofdkantoor in Amsterdam te vestigen. Dit biedt
unieke kansen voor Nederlandse start- en scale-ups om aan te sluiten op dit fonds. De komende jaren wordt er ingezet op goede aansluiting
vanuit de Nederlandse industrie op dit fonds. Daarbij is het ook van belang dat de
ontwikkelde innovaties daadwerkelijk kunnen landen binnen Defensie.
(4) De kennisbasis
Met de Defensienota 2022 zijn forse investeringen gedaan in de kennisbasis en technologieontwikkeling
(R&T). Deze middelen bevorderen de Defensie-specifieke kennisbasis en een technologisch
hoogwaardige krijgsmacht.
Sneller, slimmer en beter dan onze tegenstanders betekent snelle toepassing van kennis
en innovaties telkens aanpassen, verbeteren en snel opschalen of toepassen in bestaande
of nieuwe systemen. Door onze kennispositie te verbreden en verdiepen zorgen we ervoor
dat we voor blijven lopen op onze tegenstanders en ook in de toekomst een technologisch
hoogwaardige, moderne en innovatieve krijgsmacht zijn. Nederland Radarland is hiervan
een goed voorbeeld van. In dit succesvolle ecosysteem werken Defensie, kennisinstituten
en bedrijfsleven al meer dan twintig jaar samen aan de ontwikkeling van hoogwaardige
radartechnologie en innovatieve radarsystemen. Deze samenwerking heeft geleid tot
de vooraanstaande positie van Nederland op het gebied van radar in de wereld. Dit
heeft zijn oorsprong in een stevige kennisbasis in Nederland op dit domein.
Zoals tijdens de Defensie begrotingsbehandeling van februari 2024 besproken, is vanuit
de European Defence Agency (EDA) en Permanent Structured Cooperation (PESCO) de norm dat 2% van de Defensiebegroting aan R&T wordt besteed, om die vernieuwing
in de basis te borgen (KPI kennis (R&T, EDA/PESCO-norm)). Dit gaat om de laag (<7) Technology Readiness Level (TRL)
projecten die bijdragen aan de Defensie-specifieke kennisbasis en langere termijn
innovaties. Door de grote stijging in de algehele Defensiebegroting is de KPI R&T
aanvankelijk gestabiliseerd op 1,3% en was deze over 2023 1,4%. Gemiddeld lag dit
in Europa op 1,1% in 2022. Daarbij is Nederland goed op weg, hebben we met de vorige
Defensienota een stabilisatie op ten minste 1,3% afgesproken en blijven we ons committeren om naar de 2% te groeien. Het is aan
een volgend kabinet om het groeitempo naar 2% vast te leggen. Naast deze uitgaven
aan lang-cyclische innovatie en technologieontwikkeling, wordt er, zoals eerder beschreven,
fors geïnvesteerd in innovatie. Dat gaat om zowel het borgen van de innovatiecentra
als projectgeld. Tevens incorporeren we (ruimte voor) innovatie in onze werkwijze
als het o.a. om aanschaf van nieuw materieel gaat en de algehele modernisering van
de Krijgsmacht.
In de Uitvoeringsagenda staat hoe we de kennisbasis versterken. In 2023 is de Defensie-specifieke
kennisbasis van TNO, NLR en Marin versterkt. De groei van onze strategische kennispartners
verloopt voorspoedig. Onderdeel daarvan zijn kennisopbouwprogramma’s die gestart zijn
op speerpunten van Defensie, o.a. op energietechnologie, Artificial Intelligence & Data Science en quantum technologie. De kennis die we opbouwen wordt verder ontwikkeld: zo zorgen
we ervoor dat de hele keten van kennisopbouw, technologieontwikkeling en innovatie
op elkaar aansluit. Daarnaast verbreden we onze kennisbasis door met verschillende
partners, zoals universiteiten en denktanks, samen te werken. Een voorbeeld is de
deelname van de Data Science Centre of Excellence van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) aan Mindlabs Tilburg. Mindlabs is een
innovatiecentrum en samenwerkingsverband waarin kennisinstellingen, bedrijven, industrie
en maatschappelijke instellingen werken aan de ontwikkeling van technologieën die
interacteren met menselijk gedrag: mensgerichte kunstmatige intelligentie.
Wat ons te doen staat
Het afgelopen jaar hebben we veel bereikt en verschillende activiteiten in gang gezet,
maar er staat ons, mede met de geopolitieke en technologische ontwikkelingen die op
ons af komen, genoeg te doen om te blijven innoveren en moderniseren. Onderstaande
prioriteiten dragen bij aan het verhogen van de snelheid waarmee we kunnen innoveren
en op kunnen schalen.
Nieuwe Beleidsagenda
Box 2: Aandachtspunten komend jaar
• Onderzoek, technologieontwikkeling en innovatie zullen we de komende jaren steeds
scherper inzetten voor het realiseren van de strategische defensie- en nationale veiligheidsdoelstellingen.
• De Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) brengt in 2024 een
advies uit «Defensieonderzoek en – innovatie in Nederland». Deze adviezen gaan wij
integreren in ons (nieuwe) kennis- en innovatiebeleid.
• In 2024 evalueren we het huidige beleid en ontwikkelen we de nieuwe agenda.
• Het nieuwe beleid, dat in 2025 uitgebracht zal worden, zal kennis, innovatie en industrie
nadrukkelijk aan elkaar verbinden.
Samenwerken
• De vijf NLD_gebieden worden verder uitgebouwd, met behulp van regionale ecosystemen
(waaronder Zuid-Holland en Limburg (Brightlands)).
• Uitvoering van het Nationaal Groeifonds POLARIS programma samen met kennisinstellingen
en het bedrijfsleven.
• Ook de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) wordt ingezet
om het gesprek te faciliteren tussen Defensie en de industrie; met hun business developers zoeken we naar kansen.
• Het onbemenste systemen-ecosysteem in Nederland wordt opgebouwd.
• Nieuwe internationale en nationale kennissamenwerkingen opzetten, o.a. met universiteiten
en hogescholen.
Governance
• (Her)inrichten van processen om ons aan te passen van een bezuinigingsorganisatie
in vrede naar een groeiende organisatie die sneller moet kunnen innoveren en opschalen.
• Sterker richten van kennis, technologieontwikkeling en innovatie op strategische speerpunten;
waarbij we continu sturen op de verbinding in de keten.
○ Het richten van kennisinstellingen is onderdeel hiervan.
○ Regievoerders aanwijzen en roadmaps op de vijf NLD_gebieden ontwikkelen.
• Cultuur in beweging brengen naar meer flexibiliteit waarbij sneller opschalen en moderniseren
de mindset wordt.
• Aandacht voor arbeidsextensivering en de personele behoefte naast de technologische.
• Verkorten van de feedback-loop: innovaties sneller naar de operatie brengen én leren van innovaties toe toegepast
worden.
Financiering
• Benutten verschillende internationale financieringsinstrumenten, zoals DIANA en het
NIF.
• Verkennen van mogelijkheden van het European Defence Industry Programme (EDIP).
• De Nederlandse defensie-industrie goed aan laten haken op o.a. bovenstaande initiatieven.
• Knelpunten in financiering identificeren en concrete oplossingsrichtingen uitwerken
met overheid, bedrijfsleven en de financiële sector.
• Innovatief aanbesteden verder uitbouwen en de mogelijkheden voor opschalen vroegtijdig
opnemen.
Met deze brief is inzicht gegeven in wat er na het uitbrengen van de Uitvoeringsagenda
Innovatie en onderzoek in gang is gezet en welke acties gepland staan. De huidige
brief is een uitnodiging aan de omgeving, van kennisinstelling, bedrijf, tot ander
departement, om met Defensie in gesprek te gaan over hoe we een toekomstbestendige
krijgsmacht kunnen blijven vormgeven middels kennis en innovatie.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie