Brief regering : B-brief Foxtrot bouwblok Platform IT infrastructuur
27 830 Materieelprojecten
Nr. 438
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2024
Met deze brief informeer ik u over de resultaten uit de onderzoeksfase (DMP B-fase)
van het bouwblok Platform Informatietechnologie (IT) Infrastructuur dat deel uitmaakt
van het wapensysteemgebonden IT-programma Foxtrot (programma Foxtrot).
Het programma Foxtrot realiseert de modernisering en vervanging van tactische communicatiemiddelen
en de daaraan verbonden IT-infrastructuur en maakt daarmee Informatiegestuurd Optreden
(IGO) mogelijk. In de DMP A-brief «behoeftestelling programma Foxtrot»1 is uw Kamer op 20 november 2023 geïnformeerd over het hele Foxtrot-programma. In
de brief stond ook hoe de verschillende bouwblokken, zoals Militaire Transmissie Bouwblok
(MTBB)2 en Platform IT Infrastructuur, door middel van versies en deelleveringen worden geïmplementeerd.
Platform IT Infrastructuur vormt het tweede bouwblok en betreft de aanschaf van alle
IT middelen voor de informatievoorziening binnen een (mobiel) platform en voor uitgestegen
eenheden.3 Het bouwblok creëert een intercom functionaliteit om met elkaar te praten, zowel
binnen als tussen verschillende platformen. De netwerk-, server- en opslagcapaciteit
maakt het mogelijk om in één platform gegevens en data te zien, te gebruiken en te
versturen. Betere toegang tot, en gebruik van data en informatie leidt tot betere
besluiten en vergroot de effectiviteit van onze eenheden tijdens operaties. De transitie
naar IGO wordt hiermee concreet en tastbaar.
Platform IT Infrastructuur bestaat uit vier deelbehoeftes, zogenaamde percelen. Het
gaat hier ten eerste om End User Devices (EUD) met daarin onder meer laptops, bemanningsstations en beeldschermen. Daarnaast
omvat het perceel Cross Domain Solutions (CDS) security gateways en firewalls ter beveiliging van de data die operationele
eenheden onderling uitwisselen. Het perceel Position, Navigation & Timing (PNT)4 betreft sensoren en distributiemiddelen van het PNT signaal. Tot slot voorziet C2Infra
als grootste perceel in onder andere spraak, intercom, opslag en verwerkingsmiddelen.
Hoewel de verschillende percelen technisch samenhangen heeft de onderzoeksfase uitgewezen
dat het splitsen van de verschillende deelbehoeftes versnellingsmogelijkheden biedt.
Hierdoor kunnen operationele eenheden eerder over de benodigde communicatiemiddelen
beschikken.
Behoefte
Huidige capaciteit
Technologische en operationele ontwikkelingen in het militaire optreden vragen om
een intensievere informatie-uitwisseling via permanente connectiviteit tussen platformen,
zoals in dit geval voertuigen of radio’s. De huidige verouderde middelen en systemen
zijn niet toereikend meer om de verschillende platformen en eenheden veilig te verbinden.
Voor spraakcommunicatie gebruiken de eenheden sinds 1993 een analoog intercomsysteem
dat inmiddels het einde van de technische levensduur ver is gepasseerd. Daarnaast
zijn deze systemen niet geschikt voor IGO. Hierdoor kunnen de eenheden van de krijgsmacht
niet meer aan de toekomstige gereedstellings-eisen voor operationele eenheden voldoen.
Vervanging van de tactische communicatiemiddelen is nodig om zowel de continuïteit
te verzekeren als de operationele relevantie te garanderen.
Vervangende capaciteit
De eenheden van de krijgsmacht opereren op grote afstanden van elkaar en tussen veel
verschillende type platformen. In totaal beslaat Foxtrot circa 8.000 voertuigen, 3.500
uitgestegen militairen, 135 vaartuigen en 170 vliegende platformen.
Hiermee voorziet het programma alle grote eenheden van de Koninklijke Landmacht en
de bataljons van het Korps Mariniers van moderne tactische communicatiemiddelen, evenals
het Defensie Helikopter Commando en de militaire politie-eenheden van de Koninklijke
Marechaussee.
Het bouwblok Platform IT Infrastructuur levert een nieuw infrastructureel fundament
voor spraak- en datacommunicatie in en tussen voertuigen, wapensystemen en vaartuigen.
Dit nieuwe fundament ondersteunt de software defined radios, verworven met het eerdergenoemde bouwblok MTBB. De verwerving van dit bouwblok is
daarmee randvoorwaardelijk voor het operationeel optreden.
Resultaten van de onderzoeksfase
Tijdens de onderzoeksfase is gebleken dat de vier percelen van het bouwblok Platform
IT Infrastructuur bij verschillende leveranciers moeten worden afgenomen. Het onderzoek
naar productalternatieven waarmee in de behoefte kan worden voorzien, is voor drie
van de vier deelbehoeftes afgerond. Voor het perceel EUD is Defensie voornemens deze
apparaten af te nemen van een leverancier met een bestaand raamcontract, en voor het
perceel CDS komt Defensie uit bij het Nederlandse Technolution.
Door de veranderde geopolitieke situatie is het belang van het derde perceel, namelijk
PNT, vergroot. De technologie voor PNT is volop in ontwikkeling waardoor meer onderzoek
nodig is naar de benodigde functionaliteiten. Afhankelijk van de vorderingen wordt
u via het DPO of diens afwijkingsrapportage verder geïnformeerd over dit perceel.
C2Infra
Voor het vierde perceel, tevens grootste en belangrijkste, is tijdens de onderzoeksfase
een marktverkenning uitgevoerd gebaseerd op de beoogde architectuur van de C2Infra
oplossing. Hierin zijn voorziene uitdagingen, essentiële en geambieerde eigenschappen
van de oplossing opgenomen. In deze fase is de behoefte ook getoetst aan de Defensie
Industriestrategie 2022.
Behalve technische eisen van de beoogde architectuur van de Foxtrot oplossing, zijn
nationale veiligheid en strategische autonomie essentieel voor dit perceel. Vanuit
het oogpunt van cyberdreiging en informatiebeveiliging heeft Defensie belang bij het
toepassen van zoveel mogelijk nationaal ontwikkelde producten in deze vitale infrastructuur.
Vooral als het software betreft. Een industriële partner zonder sterke afhankelijkheden
van leveringsketens en kennis uit het buitenland is een operationele noodzaak. Daarnaast
is voor de snelle implementatie noodzakelijk om de behoefte zoveel mogelijk COTS/MOTS
te vervullen.
Thales Nederland is de enige Nederlandse leverancier die een (eigen) hardware/software
oplossing kan bieden die voldoet aan de technische en operationele eisen.
Nationale en internationale interoperabiliteit
Nationale interoperabiliteit tussen de verschillende krijgsmachtdelen is een vereiste.
Dit betreft onder meer interoperabiliteit tussen grondgebonden eenheden, zoals bijvoorbeeld
tussen de manoeuvre-eenheden van de Koninklijke Landmacht en de Marine Combat Groups van het Korps Mariniers, van de luchtmobiele eenheden met helikopters en van de special forces met jacht- en transportvliegtuigen.
Met het bouwblok Platform IT Infrastructuur realiseert Defensie ook een grotere internationale
interoperabiliteit. De vernieuwing van de huidige communicatieapparatuur is een vereiste
om volgens NAVO-standaarden op restricted en geheim niveau te kunnen communiceren met radio’s en andere hardware van bondgenoten,
zoals Duitsland.
Verwervingsstrategie en samenwerking met defensie-industrie
De parameters op product, tijd en geld zijn voor de eerste twee percelen CDS en EUD
bekend. Gesteund door verzoeken vanuit uw Kamer tot meer wendbaarheid en snelheid5 clustert Defensie de B- en D-fases van het Defensie Materieel Proces (DMP) voor deze
twee percelen. Na behandeling door uw Kamer van deze B-brief is Defensie daarom voornemens
over te gaan tot contracteren. De onlangs geactualiseerde «DMP bij de Tijd 2.0»6ondersteunt deze aanpak doordat de individuele percelen onder de mandateringsgrens
vallen en invulling van de behoeftes al vast staat. Uw Kamer wordt over de voortgang
van de verwerving van deze percelen geïnformeerd via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds
en het Defensie Projectenoverzicht (DPO).
Op grond van het beschermen van een wezenlijk nationaal veiligheidsbelang wordt het
perceel C2Infra gegund onder artikel 346 Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie (VWEU). Defensie kiest voor (doorontwikkeling van) bestaande COTS/MOTS producten.
Dit biedt voordelen op het gebied van prijs, verkrijgbaarheid van onderdelen, levertijd,
interoperabiliteit en instandhouding. Daarnaast zijn de risico’s beperkt door het
afnemen van een product waar geen lange ontwikkelfase voor nodig is.
Defensie onderhoudt binnen het programma Foxtrot momenteel een consultatie met de
beoogde leverancier Thales Nederland op drie verschillende onderwerpen ter voorbereiding
op de verwervingsvoorbereidingsfase (DMP D-fase) van C2Infra. Dit betreft de wijze
van contracteren middels een potentieel strategisch partnerschap, de technische invulling
van de functionele behoefte en Integrated Logistics Support (ILS).7 Er wordt toegewerkt naar een mogelijk strategisch partnerschap inclusief doorontwikkeling.
Hiermee geeft Defensie ook bij de uitvoering van dit programma invulling aan de balans
van het beste product voor de beste prijs binnen de juiste tijd met een zo groot mogelijke
betrokkenheid van de Nederlandse defensie-industrie.
Doelmatigheid en doeltreffendheid
Met de uitvoering van dit project geeft Defensie, onder verwijzing naar artikel 3.1
van de Comptabiliteitswet 2016, invulling aan doeltreffendheid en doelmatigheid.
− Doeltreffendheid: Eén van de ambities van de krijgsmacht is dat deze informatiegestuurd
op gaat treden, het zogenaamde IGO. Dit betekent dat Defensie in staat moet zijn sneller
de juiste informatie te verzamelen en te analyseren, zodat snellere en betere besluiten
genomen kunnen worden, om met de beschikbare militaire middelen de gewenste effecten
te bereiken. Platform IT-infrastructuur levert de IT-middelen voor de informatievoorziening
binnen de vele verschillende (mobiele) platformen en is daarmee randvoorwaardelijk
voor het vervullen van deze ambitie in het grond gebonden domein. Daarnaast wordt
op grond van het beschermen van een wezenlijk nationaal veiligheidsbelang het perceel
C2Infra gegund onder artikel 346 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
(VWEU).
− Doelmatigheid: Met het afnemen van de C2Infra oplossing bij Thales Nederland bouwt
Defensie voort op apparatuur die eenheden al in gebruik hebben. Daarmee minimaliseren
we de complexiteit en optimaliseren we de interoperabiliteit tussen de genoemde krijgsmachtdelen.
Tevens levert de keuze voor doorontwikkelde COTS/MOTS producten voordelen in de verkrijgbaarheid
en instandhouding. De onderzoeksfase wees daarnaast dat het splitsen van de verschillende
deelbehoeftes versnellingsmogelijkheden biedt. Hierdoor kunnen operationele eenheden
eerder over de benodigde communicatiemiddelen beschikken.
Personele aspecten
De complexiteit van de werkzaamheden zorgt voor een groeiende capaciteitsvraag gericht
op instroom, begeleiding, beheer, opleiding en training omdat additionele kennis benodigd
is om de instandhouding van het systeem mogelijk te maken. Hiertoe wordt het huidig
Defensiepersoneel opgeleid of wordt personeel van buiten Defensie geworven.
Risico’s
Er is een risicobeoordeling opgesteld en er zijn beheersmaatregelen getroffen voor
C2Infra. Binnen het budget van het programma Foxtrot is een risicoreservering opgenomen
om de onderkende risico’s te dragen, zoals toegelicht in de commercieel vertrouwelijke
bijlage. In vergelijking met het relatief grote projectvolume zijn de projectrisico’s
beperkt. Het technologische ontwikkelrisico is geminimaliseerd door waar mogelijk
te kiezen voor bestaande COTS/MOTS producten met minimale aanpassingen.
Financiën
Met het bouwblok Platform IT Infrastructuur is een investering gemoeid tussen de DMP-grenzen
van € 250 miljoen en € 1 miljard (prijspeil 2023, inclusief btw). Als grootste perceel
vult C2Infra het leeuwendeel van deze bandbreedte in. De investering komt in de periode
2024 tot en met 2035 ten laste van het investeringsbudget van Defensie. De commercieel
vertrouwelijke bijlage bevat financiële informatie over de verdeling van het projectbudget
en het effect op de exploitatiekosten en de risicoreservering8. De uitgaven worden gedekt vanuit de budgetten van het programma Foxtrot. In de DMP
D-fase worden de investeringskosten definitief vastgesteld en worden de verwachte
exploitatiekosten nauwkeuriger geraamd.
IGO is belangrijk voor de doorontwikkeling van de krijgsmacht. Daarom wordt in het
contract optieruimte voorzien voor de toekomstige meerbehoefte om meer eenheden van
de benodigde platform IT infrastructuur te kunnen voorzien.
Vooruitblik
De onderzoeksfase (DMP B-fase) toont aan dat het splitsen van de verschillende deelbehoeftes
versnellingsmogelijkheden biedt. Voor de percelen CDS en EUD geldt dat verdere DMP-activiteiten
niet langer noodzakelijk zijn, en Defensie voornemens is nog dit jaar tot contract
ondertekening over te gaan. Voor het perceel C2Infra is slechts één leverancier in
staat tijdig te voldoen aan de gestelde (hoofd)eisen. Een vervolgonderzoekfase (DMP
C-fase) is daarom niet aan de orde.
Ik ben daarom voornemens om het Bouwblok voort te zetten met de verwervingsvoorbereidingsfase
(DMP D-fase) voor het perceel C2Infra en uw Kamer naar verwachting in het eerste kwartaal
van 2025 met een D-brief C2Infra te informeren over het resultaat hiervan.
Uw Kamer wordt over het programma Foxtrot en het bouwblok Platform IT Infrastructuur
verder geïnformeerd via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds en het
DPO.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie