Brief regering : Diverse onderwerpen migratiebeleid internationaal
32 317 JBZ-Raad
Nr. 878
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2024
In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over een aantal ontwikkelingen
in het internationaal migratiebeleid. Met deze brief ga ik ook in op de uitvoering
van een aantal moties van en toezeggingen aan uw Kamer.
Gezamenlijke brief aan de Europese Commissie over out-of-the-box oplossingen in het
asieldomein
Graag informeer ik uw Kamer over de brief die ik 15 mei jl. samen met de voor asiel
en migratie verantwoordelijke bewindspersonen van Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Estland,
Finland, Griekenland, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Oostenrijk, Polen, Roemenië,
en Tsjechië aan de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken stuurde. De brief bevat
een oproep aan de Europese Commissie tot het verder uitwerken van verschillende innovatieve
oplossingen om irreguliere migratie te beperken, bescherming van migranten te versterken
en terugkeer te bevorderen en is als bijlage bij deze Kamerbrief gevoegd. De inhoud
van de brief is in lijn met de Nederlandse inzet zoals eerder in de (met uw Kamer
gedeelde) non-papers uiteen is gezet.
Meer grip op migratie is een prioriteit voor dit kabinet. Daarvoor zijn ook maatregelen
op EU-niveau noodzakelijk. Een cruciale en omvangrijke stap is recent gezet door het
akkoord over het Asiel- en Migratiepact. Tegelijkertijd is het van belang dat de Europese
Commissie en lidstaten continu op zoek blijven naar meer en nieuwe oplossingen, binnen
geldende internationaal- en Europeesrechtelijke kaders. Samenwerking met partnerlanden
is daarin onmisbaar. De Commissie kan een belangrijke rol spelen bij de verkenning,
totstandkoming en implementatie van dergelijke oplossingen. Deze brief roept de Commissie
op deze verkenning en uitwerking te starten.
De brief gaat in op een aantal oplossingsrichtingen die de Commissie wat de ondertekenende
lidstaten betreft verder moet verkennen en uitwerken. Het gaat zowel om nieuwe concepten,
als om effectievere inzet van bestaand instrumentarium. Zo wordt de Commissie onder
andere opgeroepen om een gericht voorstel te doen voor de versoepeling of verwijdering
van het bandencriterium tijdens de voor 2025 geplande herziening van het concept «veilig
derde land», zodat dit concept in de praktijk beter toegepast kan worden. Ook vragen
de ondertekenende lidstaten de Commissie om de juridische kaders voor terugkeerhubs
(waarbij personen met een terugkeerbesluit via een hub in een derde land, terugkeren
naar hun land van herkomst of bestendig verblijf) en afspraken over veilige havens
(vooraf vastgelegde locaties buiten de EU waar personen na een Search and Rescue-ontscheping van open zee naartoe gebracht worden voor opvang) verder in kaart te
brengen.
Ik benadruk dat verschillende van de genoemde oplossingsrichtingen, of delen daarvan,
enkel tot stand kunnen komen in samenwerking met een partnerland buiten de Europese
Unie. Deze samenwerking kan vormgegeven worden als onderdeel van een breed partnerschap.
Het is belangrijk dat bij partnerschappen waar migratie een onderdeel van is, er uit
wordt gegaan van gelijkwaardigheid en duurzaamheid en een inzet op basis van wederzijdse
belangen. Ik wens ook te onderstrepen dat de uitvoering altijd moet gebeuren in lijn
met internationaal en Europees recht, inclusief mensenrechten.
De brief is de uitkomst van een aantal informele consultaties tussen Europese lidstaten,
waaronder Denemarken, waarover ik uw Kamer op verschillende momenten heb geïnformeerd.1 De brief is in lijn met diverse toezeggingen aan en moties van uw Kamer, die ik met
deze brief als uitgevoerd beschouw.2 Nederland blijft waar gepast betrokken bij de uitwerking door de Europese Commissie
en gesprekken met andere Europese lidstaten over innovatieve oplossingen.3
Voortgang afronding Asiel- en Migratiepact
Dit voorjaar bereikte het Belgisch voorzitterschap na een lang onderhandelingsproces
een akkoord met het Europees Parlement over de wetgevende teksten van het Asiel- en
Migratiepact. Het kabinet ziet dit akkoord als een belangrijke mijlpaal voor meer
grip op irreguliere migratie aan de EU-buitengrenzen en tussen EU-lidstaten. U werd
over de inhoud van het compromisakkoord reeds meerdere malen geïnformeerd.4 Op 10 april jl. zijn alle wetsvoorstellen van het Asiel- en Migratiepact met een
meerderheid van stemmen formeel aangenomen in de plenaire zitting van het Europees
Parlement. Op 14 mei jl. heeft ook de Raad met een gekwalificeerde meerderheid definitief
ingestemd. Dit gebeurde zonder verdere inhoudelijke bespreking tijdens de Raad voor
Economische en Financiële Zaken. De wetgeving wordt op korte termijn gepubliceerd
in het Publicatieblad voor de Europese Unie. Twintig dagen na deze publicatie treden
de betreffende verordeningen en de richtlijn in werking. De hervestigingsverordening
wordt op dat moment ook al meteen van toepassing. Voor de overige verordeningen en
de herziene Opvangrichtlijn gaat een implementatietermijn van twee jaar in. Dit betekent
dat medio 2026 deze verordeningen van toepassing zullen worden en de richtlijn op
dat moment moet zijn geïmplementeerd. Uw Kamer wordt op een later moment geïnformeerd
over de implementatie van het Pact in het Nederlands stelsel.
Ministeriële Conferentie over de implementatie van het Asiel- en Migratiepact in Gent
Op 29 april jl. nam ik deel aan een door het Belgisch voorzitterschap georganiseerde
ministeriële conferentie die in het teken stond van tijdige implementatie van het
Asiel- en Migratiepact, een onderwerp waar Nederland zich al geruime tijd hard voor
maakt. Tijdens de conferentie zette Eurocommissaris Johansson de bouwstenen voor het
EU-brede gemeenschappelijk implementatieplan uiteen, waarin zal worden opgenomen welke
stappen de lidstaten dienen te zetten en op welke ondersteuning (financieel en operationeel)
zij voor de implementatie aanspraak kunnen maken. De uitwerking van deze bouwstenen
presenteert de Commissie naar verwachting in juni op de JBZ-Raad, waarna de lidstaten
een half jaar de tijd hebben hun nationale implementatieplannen uit te werken. Alle
aanwezige Ministers hebben zich nogmaals gecommitteerd aan tijdige implementatie van
het Pact. Meerdere lidstaten vroegen daarbij wel aandacht voor de verschillen tussen
nationale situaties. Ook onderstreepten lidstaten de noodzaak om de inspanningen op
de EU-externe dimensie van het migratiebeleid parallel voort te zetten. Meerdere lidstaten
presenteerden op verzoek van het Voorzitterschap al bestaande praktijken uit hun huidige
asielsystemen die als voorbeeld voor andere lidstaten kunnen dienen in de implementatiefase,
zoals de inzet van versnelde asielprocedures en verschillende vormen van solidariteitssamenwerking.
Nederland heeft de voortvarende start en het brede commitment aan het gemeenschappelijk
implementatietraject ten zeerste verwelkomd. Daarnaast heeft Nederland benadrukt dat
voor een succesvol implementatietraject goede ondersteuning (waar mogelijk ook via
bilaterale samenwerking) en voldoende eigenaarschap op alle niveaus nodig is. Met
betrekking tot dat laatste heeft Nederland onderstreept dat, hoewel de implementatie
voor een groot deel een technische en operationele exercitie is, deze ook op strategisch
en politiek niveau besproken en gemonitord moet kunnen worden, onder andere via de
al vastgelegde halfjaarlijkse voortgangsbesprekingen in de JBZ-raad.
Voortgang afronding herziene Schengengrenscode
In februari bereikte het Belgisch voorzitterschap met het Europees Parlement een politiek
akkoord op de herziening van de Schengengrenscode. Het kabinet kon instemmen met dit
akkoord, omdat naar tevredenheid een balans werd gevonden tussen enerzijds de soevereiniteit
van lidstaten bij binnengrenscontroles en anderzijds het exceptionele karakter van
deze controles in een gebied waarin het vrij verkeer van personen van groot belang
is.5 Op 24 april jl. is het voorstel met een meerderheid van stemmen ook formeel aangenomen
in de plenaire zitting van het Europees Parlement.6 Het voorstel zal voor definitieve afronding op korte termijn aan de Raad worden voorgelegd.
Dit zal naar verwachting zonder verder inhoudelijke bespreking gebeuren tijdens de
Raad voor Concurrentievermogen, op 24 mei as. De wetgeving wordt vervolgens gepubliceerd
in het Publicatieblad voor de Europese Unie. Twintig dagen na deze publicatie wordt
de wetgeving van toepassing. Anders dan de voorstellen die onderdeel uitmaken van
het Asiel- en Migratiepact, betreft de wijziging van de Schengengrenscode vooral een
actualisering en aanpassing van het juridisch kader voor specifieke situaties. De
herziening heeft dus niet meteen een impact op de nationale uitvoeringspraktijk in
Nederland. Wel biedt de herziening mogelijkheden om het grensbeheer in Nederland verder
te verbeteren. Ik bereid mij momenteel voor op de nieuwe regelgeving en bezie in hoeverre
de uitvoeringspraktijk verder geoptimaliseerd kan worden.
Ministeriële conferentie over brede partnerschappen in Kopenhagen
Op 6 mei jl. nam ik deel aan een door Denemarken georganiseerde conferentie over migratiesamenwerking
met landen buiten de Europese Unie. De Deense premier, Minister voor Immigratie en
Minister voor Ontwikkelingssamenwerking waren aanwezig. Italië, België, Oostenrijk,
Zweden, Tunesië, Albanië en de Europese Commissie namen eveneens deel op politiek
niveau. Verder waren partnerlanden zoals Egypte en Mauritanië ambtelijk vertegenwoordigd,
en waren ook internationale organisaties zoals IOM, EUROPOL, UNODC en UNHCR aanwezig.
De deelnemers aan de conferentie onderstreepten de noodzaak om irreguliere migratie
tegen te gaan, opvang in de regio te versterken en mensensmokkel aan te pakken. Daarbij
werd benadrukt dat nauwe internationale samenwerking, onderlinge coördinatie en partnerschappen
op basis van wederzijdse belangen van essentieel belang zijn.
Het onderdeel van de conferentie dat inging op de aanpak van mensensmokkel vormde
de opvolging van de Global Alliance to counter Migrant Smuggling van 28 november jl., een conferentie waar een brede groep landen maatregelen tegen
mensensmokkel besprak en waar de Commissie twee wetgevingsvoorstellen voor het tegengaan
van mensensmokkel presenteerde. Ik heb bij dit onderdeel enkele van de Nederlandse
prioriteiten op het gebied van de aanpak van mensensmokkel, te weten preventie en
een operationele aanpak, onder de aandacht gebracht. Ook voerde ik en marge van de
conferentie verschillende gesprekken met collega-bewindspersonen, onder andere met
de Tunesische Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken en Migratie. In dat gesprek
werd van beide kanten de goede samenwerking besproken op het gebied van landbouw,
water en migratie, en heb ik het belang van aandacht voor mensenrechten in het migratiedomein
en de bescherming van migranten aan de orde gesteld.
Nederlandse prioriteiten in het kader van de nieuwe Europese Commissie
Na de verkiezingen voor het Europees Parlement aankomend voorjaar treedt er een nieuwe
Commissie aan voor de periode 2024–2029. Om de Nederlandse prioriteiten op migratieterrein
zoveel mogelijk te laten landen in de beleidsagenda van de nieuwe Commissie, is een
aantal non-papers opgesteld. U bent geïnformeerd over deze non-papers via de Geannoteerde
Agenda van de JBZ-raad van 4–5 maart. Na de beraadslaging van uw Kamer heb ik de non-papers
actief onder de aandacht gebracht, onder andere in mijn bilaterale gesprekken met
collega-Ministers van andere lidstaten.
Daarnaast worden de papers ook in (hoog)ambtelijke contacten met verschillende vertegenwoordigers
van de Europese Commissie en via het postennet doorlopend onder de aandacht gebracht.
Hiermee acht ik de motie van het lid Keijzer hierover ten uitvoering gebracht.7
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid