Brief regering : Gasunie principebesluit deelname Duits waterstofnetwerk
28 165 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid
Nr. 422 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2024
Via deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
over het principebesluit van Gasunie om deel te nemen aan de ontwikkeling van het
Duitse waterstofnet.
Gasunie is actief in Duitsland met haar dochteronderneming Gasunie Deutschland. Gasunie
Deutschland beheert momenteel 4.600 kilometer aan aardgasleidingen in Noordwest-Duitsland.
Als één van de vijftien netbeheerders in Duitsland is Gasunie actief betrokken bij
de ontwikkeling van het waterstofnetwerk in Duitsland, ook wel het «Kernnetz» genoemd.
De bestaande netbeheerders zijn betrokken omdat zij een gedeelte van hun bestaande
aardgasleidingen zullen omzetten in waterstofleidingen. Dit zal Gasunie Deutschland
ook doen. Hiermee wordt een nieuwe inzet van bestaande infrastructuur gerealiseerd
en dit voorkomt stranded assets en bijbehorende opruimkosten voor Gasunie. De huidige opzet van Gasunie is dat de
pijpleidingen uit hun deel van het Kernnetz voor 66% uit hergebruikte en voor 33%
uit nieuwgebouwde leidingen bestaat.
Gasunie heeft mij als aandeelhouder om goedkeuring gevraagd voor het principebesluit.
Na overleg binnen het kabinet, heb ik het gevraagde besluit goedgekeurd. Omdat het
gaat om een besluit om een Nederlandse staatsdeelneming te laten investeren in Duitsland,
informeer ik u apart over deze beslissing. Dit besluit valt binnen mijn mandaat als
aandeelhouder en de Tweede Kamer hoeft niet expliciet in te stemmen met dit besluit.
Ik heb Gasunie een aantal voorwaarden meegegeven om te waarborgen dat de voorgenomen
investeringen in lijn zijn met het Nederlandse publieke belang en dat de totale investeringsuitgave
door Gasunie beheersbaar blijft. De precieze voorwaarden zijn bedrijfsvertrouwelijk
van aard en stuur ik u gelijktijdig in een afzonderlijke, vertrouwelijke brief1. Bij deze vertrouwelijke brief stuur ik u ook vertrouwelijk de onderliggende beslisnota’s
omdat het grootste gedeelte van de inhoud niet publiek gemaakt kan worden, omdat het
bedrijfsvertrouwelijke informatie betreft.
De voorwaarden worden door mij gemonitord, dit doe ik via de aparte investeringsbesluiten
van de verschillende onderdelen van het Kernnetz. Bij alle investeringsbeslissingen
neem ik de voorwaarden strikt in acht en behoud ik de mogelijkheid om deze niet goed
te keuren. Deze worden aan mij als aandeelhouder afzonderlijk voorgelegd.
Publiek belang
In lijn met de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 is het belangrijkste uitgangspunt
bij het beoordelen van investeringen van deelnemingen of deze in lijn zijn met het
publiek belang. Het publiek belang wordt gedefinieerd door het betrokken beleidsdepartement,
in dit geval het Ministerie van EZK, en bestaat voor Gasunie uit het borgen van de
zekerheid en betaalbaarheid van transport en de leveringszekerheid van energie. Ook
buitenlandse investeringen kunnen bijdragen aan dit publieke belang, maar deze investeringen
worden door mij wel kritischer getoetst, omdat die bijdrage vaak minder evident is
dan bij binnenlandse investeringen. Het Nederlandse publieke belang is gediend met
een tijdige integratie van de Nederlandse en Duitse waterstofmarkt. De Duitse ontwikkeling
biedt een positieve impuls voor de Nederlandse ambities. Zie hiertoe ook de Kabinetsvisie
waterstof die eerder met uw Kamer gedeeld is2.
Ten eerste is de grote Duitse afzetmarkt van belang voor de ontwikkeling van elektrolysecapaciteit
in Nederland. Deze prille markt behoeft opschaling en in Duitsland ontstaat momenteel
al vraag naar waterstof als gevolg van Duitse financiële steun aan de industrie om
te verduurzamen. Tijdige integratie verstevigt ook het investeringsklimaat voor elektrolysecapaciteit
in Nederland.
Ten tweede is tijdige integratie van groot belang voor de ontwikkeling van importketens
van waterstof. Nederland en Duitsland werken nauw samen aan het opzetten van intercontinentale
handelsketens voor waterstof en waterstofdragers, onder andere via de gezamenlijke
ontwikkeling van het H2Global-initiatief. Het is het doel van het kabinet om Nederland
een spilfunctie te geven, waarbij importstromen in Nederland aanlanden en (deels)
worden doorgevoerd naar Duitsland. De importstromen die hieruit voortvloeien dragen
bij aan de financiering van de infrastructuur in Nederland en vergroten de leveringszekerheid.
Deze ontwikkeling tot importhub is ook in het belang van de toekomst van onze Nederlandse
havens en industrie, en daarmee ook van het vestigingsklimaat in Nederland.
Ten derde is het van belang dat, met oog op de leveringszekerheid en diversificatie
van waterstofstromen, de Nederlandse markt voor waterstof snel wordt aangesloten op
toekomstige leveranciers van waterstof in Scandinavië, met name Denemarken en Noorwegen.
Voor de realisatie van het publieke belang is het belangrijk dat Gasunie deelneemt
aan het Kernnetz. Hiermee wordt de kans op tijdige integratie van de Nederlandse en
Duitse waterstofmarkt namelijk vergroot. Gasunie kan door deelname sturen, prioriteren
en strategische samenwerkingen aangaan om te waarborgen dat Nederland tijdig verbonden
raakt. De door Gasunie beoogde trajecten liggen in het bestaande geografische gebied
van Gasunie Deutschland. Daardoor kan Gasunie Deutschland bestaande aardgasactiva
inbrengen en van een nieuwe, groene, toekomst voorzien. Deelname aan het Kernnetz
is bovendien in lijn met de Kamerbrief «energiediplomatie en import van waterstof»3, waarin het belang van de bestaande nauwe samenwerking met Duitsland stevig wordt
benadrukt. Juist in deze opbouwfase van internationale waardeketens van waterstof
is het zaak dat we in gezamenlijkheid met vooral ook Duitsland blijven optrekken.
Financiële effecten en risico’s
De Duitse overheid heeft een subsidiemechanisme ontwikkeld dat net als het Nederlandse
subsidiekader voor de waterstofbackbone erop is gericht om vollooprisico’s zoveel
mogelijk weg te nemen. Daarmee waarborgt het voor de deelnemende netbeheerders een
aantrekkelijk rendement. De huidige verwachting is dat de investering rendeert en
daarmee voldoet aan de financiële toets van het deelnemingenbeleid. Er is dan ook
geen sprake van een Nederlandse subsidie aan het Duitse waterstofnetwerk. Omdat het
een investering in het buitenland betreft heb ik, zoals eerder genoemd, aanvullende
afspraken met Gasunie gemaakt, die ik nader toelicht in de vertrouwelijke brief. Dit
is in lijn met de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 waarin wordt aangegeven
dat buitenlandse investeringen extra risico-mitigerende maatregelen vereisen. Met
deze aanvullende afspraken voorkom ik dat een vergelijkbare situatie ontstaat als
bij TenneT Duitsland, waarbij de Nederlandse staat verantwoordelijk is voor een kapitaalbehoefte
van een buitenlandse dochter van een staatsdeelneming. Gasunie heeft aan mij aangegeven
dat er geen Nederlands kapitaal via stortingen van daadwerkelijk eigen vermogen naar
Gasunie Deutschland vloeit en dat Gasunie Deutschland de activiteiten kan financieren
op basis van haar eigen kasstromen.
Strekking principebesluit
De ontwikkeling van het Kernnetz zal gefaseerd plaatsvinden en zal de ontwikkeling
van de Europese waterstofmarkt volgen. Hiermee wordt voorkomen dat ontwikkelde transportcapaciteit
ongebruikt blijft. Gasunie heeft gevraagd om voor 13 mei goedkeuring te verlenen aan
het principebesluit, omdat Gasunie op deze datum zijn inbreng moet delen bij FNB Gas
(het samenwerkingsverband van Duitse netbeheerders). Binnen FNB Gas wordt de inbreng
van de netbeheerders op elkaar afgestemd, zodat het gezamenlijke plan daarna op 21 mei
ingediend kan worden bij de Duitse toezichthouder. Deze deadline van 21 mei is een
wettelijke deadline in Duitsland. Na dit principebesluit zal Gasunie investeringsbeslissingen
per deeltraject aan mij als aandeelhouder voorleggen. Hiermee houd ik grip op de aanvullende
voorwaarden die ik heb gesteld.
De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg
Indieners
-
Indiener
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.