Brief regering : Vervolgaanpak vakantieparken
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1176 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van de vervolgaanpak vakantieparken,
waarover ik u in mijn brief van 29 juni 2023 berichtte1. Ik stuur deze brief mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK),
de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV), de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW) en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In deze
brief geef ik een overzicht van de stand van zaken van de vervolgaanpak vakantieparken.
Ik ga daarbij ook in op een aantal moties2 die zijn ingediend.
In mijn brief van 29 juni 2023 heb ik de eerste contouren geschetst van de vervolgaanpak
vakantieparken. Daarbij ben ik aan de slag gegaan met een eerste inhoudelijk uitwerking
van een viertal thema’s: (1) het transformeren van vakantieparken naar wonen of andere
functies, (2) het tegengaan van (ondermijnende) criminaliteit op vakantieparken, (3) het
verbeteren van de ondersteuning van kwetsbare bewoners op vakantieparken en (4) het
revitaliseren van niet-vitale vakantieparken. Bij dit laatste onderwerp zijn ook de
gevolgen van het opkopen van parken voor de recreant en natuur meegenomen.
Zoals ook in de brief is vermeld, staan deze thema’s niet op zichzelf, maar zijn deze
met elkaar verweven. Om de problematiek op vakantieparken aan te pakken, is een integrale
aanpak noodzakelijk. Hieraan wordt dan ook samengewerkt met verschillende departementen,
medeoverheden, partijen en organisaties in verschillende domeinen.
De afgelopen periode zijn verschillende acties in gang gezet of voortgezet die ik
hieronder nader zal toelichten. Het gaat hierbij onder andere om:
– De aanstelling van een bestuurlijk aanjager;
– Het ondersteunen van gemeenten door het expert- en aanjaagteam transformatie van RVO
bij transformatie van vakantieparken;
– Het afronden van de inventarisatie van het transformatiepotentieel door provincies.
Er is een digitaal loket transformatie geopend en de mogelijkheid om projectleiderscapaciteit
voor transformatie bij gemeenten mede financieel mogelijk te maken wordt verkend;
– Het tegengaan van ondermijning wordt met het Ariadne project nog drie jaar voortgezet.
Er wordt een handelingskader voor gemeenten opgesteld en de expertgroep vakantieparken
wordt voortgezet;
– Het werken aan duurzame ondersteuningsoplossingen voor gemeenten voor kwetsbare personen.
Er wordt onderzocht of gemeenten kunnen worden ondersteund met projectleiders die
deels door het Rijk worden gefinancierd;
– De verdere verbetering van de registratie van vakantieparken;
– Het onderzoek -in samenspraak met gemeenten- in hoeverre het voorkeursrecht in de
praktijk wel toepasbaar is bij vakantieparken en/of de inzetbaarheid van het voorkeursrecht
verbreed kan worden.
Deze en andere acties worden hieronder per thema verder toegelicht. Mede op basis
van de (eerste) opbrengst van de bestuurlijke aanjager kunnen hieraan nog andere acties
worden toegevoegd.
1. Bestuurlijk aanjager
Ik ben blij u te kunnen melden dat wij de heer Nathan Stukker bereid hebben gevonden
om de rol van bestuurlijk aanjager te vervullen. De bestuurlijk aanjager gaat zich
inzetten voor het vitaal maken van de sector. Dit gaat hij doen door in gesprek te
gaan met gemeenten en provincies over het wegnemen van knelpunten met betrekking tot
transformatie en andere knelpunten in de aanpak van vitalisering van parken. De bestuurlijk
aanjager zal daarbij de urgentie en integraliteit benadrukken en gemeenten en provincies
ondersteunen door mee te denken over oplossingen, door verbindingen te leggen en te
ondersteunen met expertise bij oplossingsrichtingen. De verschillende oplossingen
die lokaal en door het Rijk zijn ontwikkeld, kan de bestuurlijk aanjager breder bekend
en/of toepasbaar maken. Ook zal de bestuurlijk aanjager op basis van zijn bevindingen
in de praktijk het Rijk adviseren over de implementatie van de vervolgaanpak.
2. Transformatie van parken naar wonen of andere functies
Ten aanzien van het thema transformatie, geldt dat de inventarisatie van het transformatiepotentieel
door provincies zal worden afgerond. Ook is het expert- en aanjaagteam actief provincies
en gemeenten aan het benaderen om ondersteuning aan te bieden bij transformatieprocessen.
Aankomende periode ga ik aan de slag met de uitkomsten van de inventarisatie van het
transformatiepotentieel door de provincie, zal ik de mogelijkheid van het mede financieel
mogelijk maken van projectleiderscapaciteit verkennen en de opbrengsten van het digitale
loket transformatie gebruiken. Ik zal voornoemde acties hierna toelichten.
Vakantieparken zonder toeristisch-recreatief perspectief kunnen worden getransformeerd
tot wonen of een andere functie. De afweging om een vakantiepark al dan niet te transformeren
vraagt maatwerk. Gemeenten en provincies kunnen het beste beoordelen of transformatie
mogelijk is. Zij maken een afweging op basis van provinciale ruimtelijke kaders, geldende
regelgeving en na afstemming met belanghebbenden. Van belang is dat er sprake is van
een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Het Rijk vervult een aanjaagfunctie
door het transformatiepotentieel inzichtelijk te maken en door gemeenten met een expertteam
te ondersteunen.
In de bestuurlijke overleggen die ik aan het einde van 2023 gevoerd heb met de verschillende
provincies over de woondeals, heb ik nadere afspraken gemaakt over vakantieparken.
Uit een eerdere inventarisatie blijkt dat ongeveer 85 parken in aanmerking komen voor
transformatie naar wonen. De inventarisatie wordt voortgezet in 2024, omdat het inzichtelijk
maken van het transformatiepotentieel in sommige provincies nog niet is afgerond.
Bij provincies waar de inventarisatie is afgerond en waar transformatiepotentieel
is, zal worden onderzocht of, en zo ja, op welke wijze gemeenten en/of ondernemers
aan de slag kunnen om de transformaties in gang te zetten. Hierbij heb ik gemeenten
en/of ondernemers aangeboden om gebruik te maken van het expert- en aanjaagteam transformatie
van RVO en verken ik de mogelijkheid om projectleiderscapaciteit bij gemeenten mede
financieel mogelijk te maken.
Daarnaast heb ik naar aanleiding van de motie De Groot (VVD)3 een digitaal loket geopend.4 Eigenaren of verenigingen van eigenaren (VVE’s) van recreatiewoningen op vakantieparken,
met een wens tot transformatie om permanent wonen mogelijk te maken, kunnen zich bij
dit loket melden. Melden is mogelijk door een vragenformulier in te vullen. De inventarisatie
van het transformatiepotentieel loopt tot 31 mei 2024. De opbrengst van de inventarisatie
zal worden gebruikt door de bestuurlijk aanjager en het expert- en aanjaagteam transformatie
van RVO in de gesprekken met de gemeente over onder andere het transformeren van niet-vitale
vakantieparken.
Het CBS en Kadaster hebben in opdracht van BZK onderzoek gedaan naar eigendom en bewoning
van recreatiewoningen om meer inzicht te krijgen in de bewoning op vakantieparken.5 Uit het onderzoek volgt dat er 19.100 recreatiewoningen op vakantieparken zijn, waar
op dit moment de particuliere eigenaren ook als bewoner staan ingeschreven. Daarbij
bezitten deze eigenaren 3.000 niet-recreatiewoningen, waarvan er op dit moment 600
onbewoond zijn. Deze onderzoeksresultaten worden tezamen met het in kaart gebrachte
transformatiepotentieel meegenomen bij vervolgacties.
3. Tegengaan van ondermijnende criminaliteit
Op een deel van de vakantieparken is sprake van (ondermijnende) criminaliteit, zoals
witwassen, illegale prostitutie, drugsgerelateerde strafbare feiten en mensenhandel.
Uit gesprekken die met de regio zijn gevoerd, blijkt dat het bestrijden van deze criminaliteit
urgent en soms lastig is. Dit onderwerp heeft dan ook onze focus.
Er zijn al veel acties ondernomen om ondermijnende criminaliteit op vakantieparken
terug te dringen, zoals het Gelderse Ariadne project, het laten opstellen van een
handelingskader voor gemeenten en de oprichting van een expertgroep vakantieparken.
Deze acties worden hierna toegelicht.
Het Gelderse Ariadne project, waarmee criminaliteit en ondermijning rond vakantieparken
wordt aangepakt, is succesvol. Samen met de Minister van JenV heb ik aanvullende financiering
ter beschikking gesteld, zodat het project nog drie jaar kan worden voortgezet. Daarnaast
wordt vanuit het Ariadne project proactief informatie en expertise gedeeld met gemeenten
elders in het land, zodat zij dezelfde aanpak op kunnen zetten. Zo wordt in 2024 een
aantal landelijke workshops georganiseerd voor toezichthouders van gemeenten gericht
op handhaving op vakantieparken.
Om gemeenten inzicht te geven in welke instrumenten beschikbaar zijn om criminaliteit
op vakantieparken tegen te gaan, werkt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en
Veiligheid (CCV) in opdracht van het Ministerie van JenV aan een handelingskader voor
gemeenten. De verwachting is dat het handelingskader voor de zomer met gemeenten wordt
gedeeld.
Daarnaast is begin 2023 een expertgroep vakantieparken opgericht. Het doel van de
expertgroep is het versterken van de lokale, regionale en landelijke aanpak van ondermijning
op vakantieparken. In 2023 hebben vier expertsessies plaatsgevonden. De expertgroep
gaat in 2024 in vergelijkbare vorm verder.
Toepassing van de wet Bibob door gemeenten op vakantieparken is ook effectief om ondermijnende
criminaliteit tegen te gaan. Daarom heeft het Landelijk Bureau Bibob (LBB) hier bijzondere
aandacht aan gegeven met informatie over vakantieparken op de website en tijdens de
LBB «summerschool» met gemeenten als doelgroep.
De motie Mutluer6 en de motie Knops en Michon-Derkzen7, waarin wordt gevraagd om een stevigere landelijke aanpak van criminaliteit op en
via vakantieparken, zijn in samenhang onderzocht. In de motie suggereert Kamerlid
Mutluer enkele oplossingsrichtingen die zich richten op het tegengaan van witwassen
op en via vakantieparken. In de vorige Kamerbrief heb ik u al geïnformeerd over de
mogelijkheden van het registreren van recreatieverblijven in het Kadaster, het verplicht
laten registreren van een vastgoed-vog en het opleggen van een verbod om recreatieverblijven
te verhandelen met contant geld.
De oplossingsrichting in de motie Mutluer om het eigendom op vakantieparken over te
laten gaan via notariële akte is nader onderzocht. Voor onroerende goederen en kavels
op vakantieparken geldt nu al dat deze alleen via notariële akte overgedragen kunnen
worden. Bij de roerende goederen op vakantieparken, zoals de chalets en stacaravans,
is dit niet het geval. Het verplicht stellen van een overdracht bij notariële akte
voor roerende goederen vergt een ingrijpende wetswijziging. Daarbij komt dat een noodzakelijke
voorwaarde voor een dergelijke overdracht de registratie van roerende goederen is.
Hier is geen register voor en zoals in de vorige Kamerbrief toegelicht vraagt het
registreren van roerende goederen in het Kadaster om een ingrijpende en kostbare wetwijziging,
die niet proportioneel en ook niet wenselijk wordt geacht.
De terugkerende signalen uit onderzoeken over witwassen op en via vakantieparken en
signalen die ontvangen worden vanuit gemeenten zijn zorgelijk. De motie Knops en Michon-Derkzen
vraagt terecht aandacht voor het tegengaan van witwassen op en via vakantieparken.
Om het witwassen via vakantieparken tegen te gaan, kan gebouwd worden op het wettelijk
kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)
en de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur).
Gemeenten en bevoegde autoriteiten (OM, Belastingdienst, FIOD) zijn primair aan zet om toezicht te houden en te handhaven ter voorkoming en bestrijding van criminele
activiteiten.
Gemeenten kunnen bij de aanvraag van of bij reeds verstrekte vergunningen, zoals een
horeca-vergunning of een exploitatievergunning, eigen Bibob-onderzoek doen. Met de
Wet Bibob worden overheidsinstanties, zoals gemeenten, in staat gesteld om de achtergrond
van bedrijven en personen met wie zij zakendoen, te screenen. Hierbij kunnen zij advies
vragen aan het Landelijk Bureau Bibob, dat bevoegd is om uitgebreider onderzoek te
doen naar de integriteit van een persoon en diens zakelijke omgeving. Als uit Bibob-onderzoek
blijkt dat het risico bestaat dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt voor
criminele doeleinden, kan dit een reden zijn om een vergunningaanvraag te weigeren
of een verleende vergunning in te trekken of niet te verlengen. Zo kan met de toepassing
van de Wet Bibob worden voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten
faciliteert door bijvoorbeeld een vergunning te verstrekken aan een malafide ondernemer.
Daarnaast zijn er verschillende private instellingen poortwachter van het financiële
stelsel, hierdoor zijn ze verplicht om cliëntonderzoek te verrichten en ongebruikelijke
transacties te melden bij de FIU-Nederland. Het gaat dan bijvoorbeeld om banken, andere
financiële instellingen of (rechts)personen of vennootschappen die handelen in het
kader van hun beroepsactiviteiten (zie artikel 1a Wwft). Onder deze laatste groep
vallen onder meer accountants, administratiekantoren, notarissen, advocaten en makelaars.
Een deel van deze poortwachters kan vanuit hun rol in het financiële stelsel zicht
hebben op transacties op en rond vakantieparken en is dan verplicht ongebruikelijke
transacties te melden. Maar omdat objecten op vakantieparken vaak roerende goederen
zijn, zijn deze poortwachters niet altijd betrokken bij transacties (zoals hierboven
uitgelegd).
Als poortwachters ongebruikelijke transacties zien, zijn zij verplicht deze te melden
bij de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland). De FIU-Nederland is
in de Wwft aangewezen als de autoriteit waar ongebruikelijke transacties dienen te
worden gemeld. De FIU-Nederland analyseert de meldingen en brengt transacties en geldstromen
in kaart die in verband kunnen worden gebracht met witwassen en onderliggende basisdelicten
alsmede financieren van terrorisme. Ongebruikelijke transacties die verdacht zijn
verklaard, worden ter beschikking gesteld aan de diverse (bijzondere) opsporingsdiensten
en inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Het is belangrijk dat de problematiek op en rondom vakantieparken breed en in samenhang
wordt aangepakt, omdat het gaat om domein overstijgende problematiek, die invloed
op elkaar heeft. De aanpak wordt versterkt door de samenwerking tussen de ministeries
die deelnemen aan de brede vervolgaanpak van vakantieparken. De moties van Mutluer
en Knops en Michon-Derkzen acht ik door middel van deze brief afgedaan, maar de problematiek
heeft en houdt onze aandacht.
4. Verbeteren van de ondersteuning van kwetsbare bewoners
Op een deel van de vakantieparken wonen mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden
en vaak niet of onvoldoende toegang hebben tot zorg en ondersteuning. Voor hen is
er meestal geen alternatief om te wonen. Mogelijk lopen zij ook het risico om slachtoffer
te worden van uitbuiting of betrokken te raken bij ondermijnende criminaliteit. Op
dit moment mist een concrete aanpak voor gemeenten om kwetsbare personen op vakantieparken
in beeld te brengen en hen te begeleiden naar een woonplek met, indien nodig, zorg
en ondersteuning. Daarom werken de Ministeries van VWS, SZW en BZK (onder coördinatie
van VWS) gezamenlijk aan duurzame ondersteuningsoplossingen voor gemeenten, waarin
het sociaal domein, huisvesting, werk en inkomen, handhaving en veiligheid en wonen
samenkomen.
Tussen augustus 2022 en juli 2023 heeft VNG drie pilots gevolgd waarbij vanuit het
sociaal domein ondersteuning werd geboden aan mensen die permanent verbleven op vakantieparken.
Deze pilots vonden plaats in de regio Oost-Brabant, West-Brabant en op de Veluwe.
Dit levert concrete aanbevelingen op voor zowel gemeenten die aan de slag willen met
het ondersteunen van mensen op vakantieparken als aanknopingspunten voor verdere acties.
De pilots laten zien dat een domeinoverstijgende aanpak noodzakelijk is, waarbij het
bieden van zorg en ondersteuning en begeleiding bij herhuisvesting in samenhang wordt
opgepakt. Daarnaast laten de uitkomsten zien dat handhaving onderdeel, maar geen duurzame
oplossing is voor het tegengaan van permanente bewoning. De uitkomsten zijn gebundeld
in een rapportage die als bijlage is toegevoegd.
In 2024 richten de ministeries zich – in afstemming met gemeenten, Vitale Vakantieparken-organisaties
en zorgpartijen – op het opstellen van een aanpak waarbij de succesfactoren vanuit
verschillende lokale aanpakken gecombineerd worden. Voorzien is dat de aanpak in 2024
op enkele parken in de praktijk wordt gebracht, waarna deze verder kan worden uitgebreid.
Hierbij wordt ook onderzocht of gemeenten kunnen worden ondersteund met projectleiders
die deels door het Rijk gefinancierd worden.
In de uitwerking van dit thema zal ook aandacht zijn voor het verbeteren van de positie
van arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten vormen binnen de kwetsbare groepen die op vakantieparken
woonachtig zijn een specifieke groep die aandacht behoeft. Vanwege taal- en cultuurverschillen,
soms kort verblijf in Nederland en afhankelijkheid van werkgevers die hen op vakantieparken
plaatsen, zijn zij extra kwetsbaar voor potentiële misstanden. Het Aanjaagteam Bescherming
Arbeidsmigranten heeft in haar advies «Geen Tweederangsburgers» deze situatie onderzocht
en is gekomen met een integraal pakket aan maatregelen om de positie van arbeidsmigranten
structureel te verbeteren.8 Verschillende departementen (SZW, BZK, J&V en EZK) werken met uitvoeringsorganisaties,
sociale partners, medeoverheden en andere partijen aan de uitvoering van de aanbevelingen
van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten9. Uitvoering van deze maatregelen werkt daarmee ook door ten behoeve van de verbetering
van de positie van arbeidsmigranten die verblijven op vakantieparken. Voorbeelden
van deze maatregelen zijn de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten
(met dit wetsvoorstel wordt de uitzendbranche gereguleerd), het ondersteuningsprogramma
arbeidsmigranten (dit programma van de VNG ondersteunt gemeenten bij de aanpak van
arbeidsmigranten) en de invoering van de Wet Goed Verhuurderschap (met deze wet worden
ongewenste verhuursituaties tegengegaan en wordt een scheiding van werk- en wooncontracten
verplicht).
5. Vitalisering vakantieparken
Een vitale recreatiesector is een groot goed. Op economisch gezonde vakantieparken
kan volop worden gerecreëerd en vitale vakantieparken dragen daarmee bij aan de lokale
en regionale economie. Door in te zetten op het economisch gezond houden van vakantieparken
kan ook sociale- of veiligheidsproblematiek worden voorkomen. Het vitaal houden van
vakantieparken is dan ook een belangrijk onderwerp voor de integrale aanpak van vakantieparken.
Om vakantieparken vitaal te houden zal het Ministerie van EZK onder andere verkennen
in hoeverre bestaande instrumenten voor ondernemers toepasbaar zijn op ondernemers
van vakantieparken en kunnen bijdragen aan het behouden of verbeteren van de vitaliteit
van vakantieparken. Daarbij kan bijvoorbeeld nader worden verkend of hulp vanuit het
Rijk nodig is bij de verduurzaming op vakantieparken. Deze verkenning van de inzet
op het vitaliseren van vakantieparken zal onderdeel uitmaken van vervolgacties.
6. Registratie vakantieparken, recreatiewoningen, verblijfsobjecten en standplaatsen
In 2023 zijn verdere stappen gezet in (het verbeteren van) de registratie van vakantieparken,
verblijfsobjecten en standplaatsen op vakantieparken. De gegevens over vakantieparken,
verblijfsobjecten en standplaatsen uit landelijke databases zijn vergeleken met de
gegevens van de provincies. Uit deze verkenning10 blijkt dat er in de registratie soms grote verschillen zijn tussen de registratie
van provincies en gemeenten, terwijl een goede registratie een basisvoorwaarde is
voor tal van vervolgacties. Naar aanleiding van deze bevindingen is er, in opdracht
van het Ministerie van BZK, een onderzoek gestart om de data voor een aantal gemeenten
in de praktijk te controleren op volledigheid en actualiteit. Op basis hiervan wordt
een aanpak ontwikkeld om databestanden te verbeteren. Het is de verwachting dat deze
aanpak voor de zomer van 2024 gereed is.
Ter versterking van de informatiepositie op vakantieparken heb ik eind 2023 via het
provinciefonds een bijdrage van € 40.000,– per provincie beschikbaar gesteld voor
het verder complementeren van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) van vakantieparken.
Met een completere datahuishouding hebben het Rijk, provincies en gemeenten beter
zicht op vakantieparken. Deze data kunnen door gemeenten worden gebruikt als basis
voor het verder in kaart brengen van de situatie op vakantieparken. Gemeenten kunnen
deze basis verrijken met aanvullende data en die bijvoorbeeld gebruiken voor het sturen
op het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. Ook kunnen zij deze basis gebruiken
bij het beter in kaart brengen van, en vervolgens hulp bieden aan kwetsbare bewoners
of ondernemers met het verbeteren van de economische vitaliteit en het eventueel opzetten
van transformatieprojecten.
In 2024 wordt verder ingezet op het versterken van de informatiepositie van het Rijk,
provincies en gemeenten, op kennisontwikkeling en het uitwisselen van ervaringen over
de (integrale) aanpak van vakantieparken. Zo wordt in opdracht van het Ministerie
van BZK het dashboard «Zicht op vakantieparken» doorontwikkeld11 en worden de bestaande leerkringen en vragenuren voor medeoverheden voortgezet.
7. Opkopen en uitponden
Steeds vaker worden vakantieparken opgekocht en vervolgens uitgepond (versnipperd
eigendom). Dit kan ten koste gaan van de huidige recreant op het park, dit kan een
opdrijvend effect hebben op de prijzen en kan mogelijk leiden tot witwassen. In de
motie Geurts is aandacht gevraagd voor deze problematiek.12 De motie Geurts stelt drie instrumenten centraal om hierop meer grip te krijgen:
een vergunningstelsel, een opkoopfonds en het voorkeursrecht. Naast de motie vragen
de initiatiefnota «Red de Camping» van de SP13 en onderzoeken van de VVP Veluwe ook aandacht voor deze problematiek.
Een vergunningenstelsel dat uitponden reguleert, houdt een mogelijke ingrijpende beperking
van het eigendomsrecht in. Hiermee moet bedachtzaam worden omgegaan. Dat neemt niet
weg dat de roep om een vergunningenstelsel tegen uitponden in breder perspectief kan
worden geplaatst. Uw Kamer heeft met de motie Minhas/Boulakjar verzocht een splitsingsverbod
te onderzoeken en hierbij de ervaringen uit Scandinavische landen te betrekken.14De Minister van Financiën en ik hebben in reactie hierop aangegeven dat een splitsingsverbod
een moeilijke zaak is. Tal van splitsingen en samenvoegingen van percelen, grond en
gebouwen zijn immers volstrekt legitiem (en gewenst).15We hebben daarnaast toegezegd te onderzoeken wat het meeste effectieve middel is tegen
ongewenste grondhandel en splitsing van landbouwgrond. Met de resultaten van het onderzoek
kan ik beoordelen of een splitsingsverbod of een vergunningstelsel denkbaar en uitvoerbaar
is. Ik ga bekijken in hoeverre de bevindingen bruikbaar zijn voor vakantieparken.
Ik verwacht deze resultaten rond de zomer met u te kunnen delen.16
Naast een vergunningstelsel verzoekt de motie Geurts ook te onderzoeken of het mogelijk
is om een opkoopfonds in het leven te roepen. Dit tegelijkertijd met het toepassen
van het voorkeursrecht op vakantieparken. Voor het voorkeursrecht geldt dat dit instrument
voor gemeenten inzetbaar is op een onroerende zaak waarvoor de gemeente een functiewijziging
heeft toebedacht. Bij vakantieparken is dit instrument dus in beginsel mogelijk wanneer
een gemeente het voornemen heeft de recreatiefunctie te wijzigen naar een woonfunctie.
Het instrument leent zich echter niet voor het reguleren van eigendomsverhoudingen.
Ik ga met gemeenten in gesprek om te verkennen in hoeverre het voorkeursrecht in de
praktijk wel toepasbaar is bij vakantieparken. Ook ga ik onderzoeken of de inzetbaarheid
van het voorkeursrecht verbreed kan worden naar gevallen dat geen sprake is van een
functiewijziging of moderniseringslocatie. Bij dit onderzoek betrek ik ook de mogelijkheid
van een opkoopfonds. Ik verwacht deze resultaten in het najaar met u te kunnen delen.
We beschouwen de motie Geurts als afgedaan. Op de initiatiefnota van de SP zal voor
de zomer 2024 worden gereageerd.
Tenslotte
De ervaring leert dat de verschillende problemen op niet-vitale vakantieparken niet
los van elkaar kunnen worden gezien. Op niet-vitale parken is veelal sprake van complexe,
meervoudige problematiek. Het wordt daardoor steeds duidelijker dat een integrale
aanpak voor de vakantieparken en een goede onderliggende samenwerking noodzakelijk
zijn voor het vitaal houden van vakantieparken. Het Rijk blijft de regie voeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties