Brief regering : Update van de impact van de JOGG-aanpak op overgewicht en beweeggedrag bij kinderen en jongeren
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 749
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2024
Met deze brief bied ik uw Kamer het onderzoek «Update van de impact van de JOGG-aanpak
op overgewicht en beweeggedrag bij kinderen en jongeren» van het RIVM aan. Hiermee
doe ik de toezegging af om de resultaten van het onderzoek te delen naar aanleiding
van een vraag van het lid Prast (PvdD) tijdens de behandeling begroting Volksgezondheid,
Welzijn en Sport 2023 op 24 januari 2023 in de Eerste Kamer. Het rapport is in de
bijlage toegevoegd.
Vanuit VWS vind ik het belangrijk voortdurend bij te dragen aan onderzoek naar de
onderbouwing en effectiviteit van preventie interventies, zoals genoemde aanpak. Naast
onderzoek van het RIVM is recent een onderzoek naar de effectiviteit van de JOGG-aanpak
gepubliceerd door een onderzoeksconsortium van het Mulier Instituut, Amsterdam UMC
en Erasmus MC1. Dit onderzoek wordt tegelijkertijd gepubliceerd. Aangezien beide onderzoeken zich
richten op het effect van de JOGG-aanpak ga ik in deze brief op allebei de onderzoeken
nader in.
In december vorig jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn inzet op een preventieaanpak
leefstijl met focus op overgewicht en voeding. Het beleid richt zich op vier beleidslijnen,
waaronder focus op kinderen en jeugd en een beweegvriendelijke omgeving2. Het Ministerie van VWS ondersteunt de JOGG-aanpak als onderdeel van het beleid op
het terugdringen van overgewicht. Met de JOGG-aanpak wordt vanuit een integrale aanpak
met gemeenten gewerkt aan een gezonde leefomgeving om overgewicht te voorkomen door
in te zetten op gezonde voeding, slaap/mentaal welzijn en voldoende bewegen.
Het RIVM-onderzoek dat ik uw Kamer aanbied betreft een vervolgstudie op een onderzoek
dat zij in 2019/2020 al deden naar het effect van de JOGG-aanpak op overgewicht en
beweeggedrag van kinderen en jongeren over de periode 2015 tot en met 20183. Uit dit onderzoek bleek dat in het vierde jaar na invoering van de JOGG-aanpak het
aantal kinderen tussen 2 en 19 jaar met overgewicht in een JOGG-buurt negen procentpunt
lager is dan het aantal kinderen met overgewicht die niet in een JOGG-buurt wonen.
Dit verschil was niet statistisch significant. Jongeren van 12–19 jaar voldeden in
de JOGG-buurt niet vaker aan de Beweegrichtlijn.
Om meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen op de langere termijn is in het bijgevoegde
recente RIVM-onderzoek ook de periode 2019 tot en met 2021 toegevoegd. Daarmee was
het mogelijk om over een langere periode de effectiviteit van de JOGG-aanpak te bekijken,
in het licht van BMI en beweeggedrag.
De onderzoekers hebben gekeken naar verschillen in overgewicht en beweeggedrag tussen
buurten waar de JOGG-aanpak is ingevoerd en buurten waar de JOGG-aanpak niet is ingevoerd,
tot en met 8 jaar na de invoer van de JOGG-aanpak. De resultaten laten in de eerste
jaren na invoering van de JOGG-aanpak een iets lager percentage overgewicht bij kinderen
van 2–19 jaar zien in de JOGG-buurten ten opzichte van de niet JOGG-buurten, maar
niet op de langere termijn. In alle jaren zijn er echter geen significante verschillen
te zien in de prevalentie van overgewicht bij kinderen van 2–19 jaar die wonen in
een JOGG buurt ten opzichte van kinderen die niet in een JOGG buurt wonen. Dit geldt
ook voor het voldoen aan de Beweegrichtlijnen bij jongeren van 12–19 jaar.
Daarbij benoem ik gelijk dat BMI en beweegbedrag twee belangrijke indicatoren zijn
maar niet allesomvattend. Overgewicht wordt bij uitstek veroorzaakt door een complexe
mix van verschillende factoren. Dit wordt ook bevestigd door de onderzoekers van het
RIVM-onderzoek. Zij benoemen dat alleen naar overgewicht en beweeggedrag is gekeken,
maar dat de JOGG-aanpak zich breed inzet op het gezond maken van de omgeving. De mogelijke
effecten op andere vlakken dan overgewicht en het voldoen aan de Beweegrichtlijnen,
zoals sociale en mentale gezondheid of veranderingen in voedingspatronen en kleine
veranderingen in beweeggedrag hebben zij niet in deze studie meegenomen.
In het onderzoek van het Mulier Instituut, Amsterdam UMC en Erasmus MC dat ook recent
is gepubliceerd, is wel breder naar het effect van de JOGG-aanpak gekeken. Daarbij
hebben zij andere uitkomstmaten gebruikt dan alleen overgewicht en beweeggedrag. Zij
concludeerden dat de JOGG-aanpak bijdraagt aan de beweging richting een gezonde leefomgeving
voor kinderen en jongeren. De conclusie was dat stakeholders in de gemeente op langere
termijn eigenaarschap ervaren voor het realiseren van een gezonde leefomgeving, dat
hiervoor beter integraal wordt samengewerkt met andere organisaties en het stimuleren
van gezonde keuzes in het beleid is opgenomen.
Ik plaats de resultaten van de verschillende onderzoeken naar de JOGG-aanpak daarom
graag in breder perspectief. De JOGG-aanpak is gebaseerd op de EPODE-aanpak, een wetenschappelijk
onderbouwde aanpak om overgewicht bij kinderen en volwassenen terug te dringen. Deze
aanpak richt zich zowel op de gedragsveranderingen bij het individu als op het creëren
van veranderingen in de sociale en fysieke leefomgeving.
De onderzoekers van het RIVM-onderzoek geven een aantal mogelijke verklaringen voor
hun bevindingen. Daarin geven ze aan dat het mogelijk is dat na een aantal jaren de
intensiteit en aandacht voor de activiteiten als onderdeel van de JOGG-aanpak afneemt,
waardoor het effect op langere termijn afneemt. Dit werd ook in eerder onderzoek al
eens aangehaald4. Ik ga met de organisatie JOGG in gesprek om de JOGG-aanpak verder te verbeteren.
Daarbij leg ik de focus op het verbeteren van lange termijn effecten van de aanpak,
zodat deze van invloed is en blijft op een gezondere leefomgeving voor kinderen en
jongeren.
Tevens benoemt RIVM enkele beperkingen aan het recente onderzoek. Zo wordt aangegeven
dat een klein deel van het totaal aantal kinderen in een buurt in het onderzoek zijn
meegenomen. Ook bleven – vanwege de gebruikte methode (van matching van de groepen
in de verschillende buurten) – kleine aantallen over voor de analyse. De onderzoekers
bevelen toekomstig onderzoek aan waarbij gegevensbronnen worden gebruikt met grotere
aantallen kinderen en jongeren. Daarnaast geven zij aan ook te kijken naar andere
uitkomstmaten dan alleen overgewicht en beweeggedrag. Ik ga met RIVM in gesprek om
op basis van de aanbevelingen in het onderzoek te bespreken hoe zo goed mogelijk zicht
te krijgen op de verbeteringen die in de JOGG-aanpak worden doorgevoerd en deze waar
nodig te monitoren.
De uitkomsten van deze activiteiten zal ik met uw Kamer delen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport