Brief regering : Beleidsregel financiële nood als gevolg van de wateroverlast in juli 2021
32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma
Nr. 86
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2024
Eerder1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de opvolging van mijn toezegging, gedaan tijdens
het commissiedebat «crisisbeheersing en brandweerzorg» op 1 februari 2023 (Kamerstuk
29 517, nr. 231), of voor gedupeerden die in een schrijnende situatie zitten als gevolg van de wateroverlast
in juli 2021 nog iets aanvullends kan worden gedaan. In overleg met betrokken gemeenten
is gewerkt aan een beleidsregel op grond waarvan een financiële verstrekking kan worden
gedaan als een gedupeerde in een schrijnende situatie verkeert als gevolg van de wateroverlast
in juli 2021. Hieronder ga ik uitgebreider in op deze beleidsregel. Parallel aan de
totstandkoming van de beleidsregel is verkend welke partij, gelet op vereiste financiële
expertise en de begeleiding van de gedupeerden, de beleidsregel zou kunnen uitvoeren.
In mijn brief van 12 maart 2024 heb ik aangegeven dat definitieve besluitvorming over
de beoogde regeling en de beoogde uitvoerende partij nog moest plaatsvinden in de
ministerraad. De ministerraad heeft vandaag ingestemd met de beleidsregel «Financiële
nood als gevolg van de wateroverlast in juli 2021» en ook met de partijen die de beleidsregel
zullen gaan uitvoeren. In deze brief zal ik de hoofdlijnen van de beleidsregel beschrijven
en de uitvoerende partijen introduceren. Ik sluit de brief af met een schets van het
verdere proces.
De beleidsregel
De uitkomst van de gesprekken met de gemeenten is dat er sprake is van een schrijnende
situatie als een gedupeerde in financiële nood is als gevolg van de wateroverlast
in Limburg in juli 2021 en na ontvangst van de tegemoetkoming op grond van de Wet
tegemoetkoming schade bij rampen of de vergoeding van de verzekeraar, nog onvoldoende
eigen middelen heeft om in de noodzakelijke dubbele woonlasten te voorzien of de gebruikersfunctie
van de woning te herstellen danwel een schuld hiervoor is aangegaan. De beleidsregel
gaat uit van vertrouwen in en het ontzorgen van de gedupeerde. In de uitvoering van
de beleidsregel is maatwerk de doorslaggevende factor. Opgemerkt wordt dat met deze
beleidsregel niet alle gedupeerden met rest- of gevolgschade zullen worden geholpen.
Dit is uiteraard heel vervelend, maar het is de bedoeling om alleen die gedupeerden
te helpen die in financiële nood verkeren als gevolg van de wateroverlast in juli
2021. In dit verband merk ik verder op dat de Wet tegemoetkoming schade bij rampen
wordt geëvalueerd. Het uitgangspunt is om de herziene Wet tegemoetkoming schade bij
rampen zo in te richten dat een beleidsregel als deze in de toekomst niet meer nodig
zal zijn.
Op grond van de beleidsregel kan een eenmalige financiële verstrekking aan gedupeerden
worden gedaan wanneer de gedupeerde in één of meer van de volgende situaties verkeert:
a) De gedupeerde heeft onvoldoende eigen financiële middelen om te voorzien in noodzakelijke
dubbele woonlasten. Het begrip dubbele woonlasten wordt ruim uitgelegd, het gaat niet
alleen om extra gemaakte huurkosten of kosten voor de vervangende woonruimte, maar
bijvoorbeeld ook om gas, water en licht, gemeentelijke en waterschapsbelastingen en
eventuele (verzekerings)kosten voor de opslag van de inboedel;
b) De gedupeerde heeft onvoldoende eigen financiële middelen om de gebruiksfunctie van
de woning zoals een keuken, vloer of sanitaire voorzieningen, te laten herstellen.
Uitgangspunt hierbij is dat er sprake moet zijn van een sober, maar functioneel herstel,
inclusief montage- en installatiekosten. Om de kosten van de herstelwerkzaamheden
te bepalen zal een onafhankelijke schade-expert bij een gedupeerde langsgaan. Dit
zorgt voor een actueel beeld van de werkzaamheden en kosten en voorkomt dat gedateerde
offertes of schaderapporten moeten worden gebruikt.
c) De gedupeerde heeft op de peildatum negatieve financiële middelen als gevolg van reeds
betaalde dubbele woonlasten of kosten voor het herstel van de gebruiksfunctie van
de woning.
In de beleidsregel is een rekenmethodiek opgenomen voor het bepalen van de financiële
middelen en de financiële verstrekking. De financiële verstrekking ziet, behalve uitzonderlijke
gevallen waar toepassing van de hardheidsclausule in de rede ligt, uitsluitend op
de vergoeding van de dubbele woonlasten of de (betaalde) kosten voor herstelwerkzaamheden
en is gemaximeerd. Eventuele negatieve financiële middelen van een gedupeerde zullen
niet worden aangevuld. Mocht de situatie van een gedupeerde daartoe aanleiding geven,
dan kan de gedupeerde wel worden doorverwezen voor bredere schuldhulpverlening.
De uitvoerende partijen
De beleidsregel zal worden uitgevoerd door de Stichting Sociale Banken Nederland (hierna:
SBN) in consortium met de Kredietbank Limburg. Beide partijen hebben geruime kennis
over en ervaring met financiële schuldhulpverlening aan particuliere gedupeerden.
Kredietbanken hebben tot doel om oplossingen te vinden voor financiële problemen en
deze te voorkomen. SBN is opgericht om Kredietbanken een platform te bieden om samenwerkingsinitiatieven
in uitvoering te brengen. De betrokken gemeenten zijn geïnformeerd over SBN en de
Kredietbank Limburg als beoogde uitvoerende partijen en hebben hiertegen geen bezwaar.
SBN en de Kredietbank Limburg hebben een uitvoeringstoets uitgevoerd met als uitkomst
dat de uitvoering van de voorliggende beleidsregel haalbaar is.
De huidige inschatting is dat de totale kosten van deze beleidsregel ongeveer € 21,8
miljoen zullen bedragen (zie bijlage).
Het verdere proces
De beleidsregel zal op korte termijn in de Staatscourant worden gepubliceerd. De formele
start van de uitvoering van de beleidsregel is voorzien in september van dit jaar.
SBN is, samen met de Kredietbank Limburg, bezig met het treffen van voorbereidingen
voor de uitvoering van de beleidsregel. Uiteraard worden hier ook de betreffende gemeenten
bij betrokken. Beoogd wordt om de uitvoering gefaseerd op te pakken en in juni te
starten met een pilot, om een zorgvuldige en doeltreffende uitvoering zeker te stellen
en de communicatie met gedupeerden te toetsen. Communicatie over het doel en de strekking
van de beleidsregel is immers van groot belang om de juiste doelgroep te bereiken
en geen onjuiste verwachtingen te scheppen.
Ik ben van mening dat met de beleidsregel en de uitvoerende partijen recht wordt gedaan
aan de moties van Mutluer c.s.2 waardoor gedupeerden in financiële nood als gevolg van de wateroverlast in juli 2021
kunnen worden geholpen op een wijze die in lijn is met onder meer het rapport van
de Nationale ombudsman «Herstel bieden: een vak apart»3 en de «Eindrapportage Procesevaluatie afhandeling waterschade Zuid-Nederland AEF4»: het vertrouwen in de gedupeerde staat voorop, de gedupeerde wordt ontzorgd en begeleid
en maatwerk is essentieel.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid