Brief regering : Update aanvullende routekaart wind op zee
33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ)
Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2024
In juni 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanvullende routekaart windenergie
op zee1. Met die aanvulling op de oorspronkelijke routekaart verdubbelde het kabinet de doelstelling
naar een productiecapaciteit van circa 21 gigawatt (GW). Zo leveren we met windenergie
op zee een grote bijdrage aan het verduurzamen van onze elektriciteitsmix en de vergroening
van onze industrie. Het realiseren van 21 GW is tegelijkertijd een gigantische opgave
met vele uitdagingen.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, zoals ik heb toegezegd2, over de planning voor de realisatie van de nog te vergunnen windparken en de bijbehorende
netten op zee uit de aanvullende routekaart wind op zee (hierna: routekaart).
Volgens deze geactualiseerde planning wordt de 21 GW eind 2032 bereikt. Dit is een
jaar later dan de oorspronkelijke planning. Dit wordt veroorzaakt door de doorlooptijden
van de ruimtelijke procedures voor de netaansluitingen, de drukte in de toeleverketens
en meer benodigde tijd voor het aansluiten van de windparken op het net op zee.
Vergunningverleningsprocedures IJmuiden Ver en Nederwiek (zuid)
Ik ben allereerst verheugd te melden dat bij de vergunningverleningsprocedures («tenders»)
voor windenergiegebied IJmuiden Ver kavels Alpha en Beta (samen 4 GW) meerdere biedingen
zijn binnengekomen voor beide kavels. Ik verwacht in de zomer uw Kamer te informeren
over de uitslag van de tenders.
Daarnaast verwacht ik uw Kamer binnenkort met een brief te informeren over de procedurekeuze
voor de vergunningverlening voor kavel Gamma in windenergiegebied IJmuiden Ver en
kavel I in windenergiegebied Nederwiek (zuid). In die brief zal ik ook ingaan op mijn
toezeggingen over kavelgrootte en eventuele verdere standaardisatie van de omvang
van windturbines3.
Uitdagingen bij de uitvoering van de routekaart
Zoals ik ook al heb genoemd in mijn brief van juni 2022 kent de realisatie van windparken
op zee veel onzekerheden die de uitvoering ervan beïnvloeden. Vooral de ecologische
kaders, de ruimtelijke inpassing van windenergie en netten op zee en land in samenhang
met mijnbouwactiviteiten en andere ruimtelijke belangen als scheepvaart, visserij
en defensie zijn uitdagingen in het (tijdig) nemen van kavelbesluiten. De krapte in
de toeleveringsketen van de windparken en netten op zee veroorzaakt daarnaast ook
langere doorlooptijden in de realisatie van de windparken en de netaansluitingen.
Om de effecten hiervan zoveel mogelijk te beperken werk ik aan een aantal oplossingen.
Zo werk ik samen met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en betrokken
private partijen maatwerkoplossingen uit voor het inpassen van zowel windparken als
mijnbouwplatforms op zee, waarover u in mei 2023 bent geïnformeerd4. Ook kijk ik naar aanpassingen aan wet- en regelgeving om het maatwerk te kunnen
bewerkstelligen. Over de voortgang hiervan informeer ik uw Kamer na de zomer.
Ten aanzien van de planning, het onderwerp van deze brief, zijn er drie factoren van
invloed die ik nader toelicht:
1. De vergunbaarheid en doorlooptijden van de netaansluitingen,
2. De drukte in de toeleveringsketen voor de netaansluitingen, en
3. De benodigde tijd voor het aansluiten van windparken van 2 GW op het net op zee.
Actualisatie van de routekaartplanning
De vergunbaarheid en doorlooptijden van de netaansluitingen
In mijn kamerbrief over de routekaart heb ik aangegeven dat de aanvulling van 10,7
GW op de eerdere doelstelling bestond uit twee delen:
• Deel 1 bevatte 6 GW en bestaat uit drie kavels in de windenergiegebieden IJmuiden
Ver en Nederwiek (noord en zuid).
• Deel 2 bestond uit nader te kiezen kavels in de windenergiegebieden Doordewind, Nederwiek
(noord) en Hollandse Kust (west) voor een totale capaciteit van 4,7 GW.
De doorlooptijden van de benodigde ruimtelijke procedures voor de netaansluitingen
van de kavels in deel 2 vroegen meer tijd vanwege technische en ecologische complexiteit
van de kabelroutes. Er is daarom door mijn ambtsvoorganger opdracht gegeven voor het
onderzoeken en voorbereiden van netaansluitingen voor 2 GW meer aan capaciteit («overprogrammering»)5. Op basis van de uitkomst van deze onderzoeken kan nu een keuze gemaakt worden tussen
de bovengenoemde kavels voor deel 2. Inmiddels is meer informatie bekend over onder
andere de vergunbaarheid en doorlooptijden van de netaansluitingen. Ik heb op basis
daarvan besloten om Doordewind kavel I (2 GW), Hollandse Kust (west) kavel VIII (0,7 GW)
en Nederwiek (noord) kavel III (2 GW) op te nemen in de routekaart:
• Voor Doordewind kavel I wijzigt de planning als gevolg van de grote ruimtelijke uitdagingen
bij de te onderzoeken tracés van de netaansluiting vanwege het doorkruisen van de
Waddenzee en uitdagingen bij het laatste deel van de route naar Eemshaven (oude opleverdatum: ;
nieuwe opleverdatum: ). Op verzoek van uw Kamer is daarvoor eind 2021 een programmatische
aanpak gestart: Programma Aansluiting Wind op Zee-Eemshaven (PAWOZ-Eemshaven).
• Hollandse Kust (west) kavel VIII is opgenomen om alle mogelijkheden voor verduurzaming
van Tata Steel mogelijk te blijven maken. Als aansluitlocatie van de stroomkabel vanuit
dit kavel wordt het 150 kV-station Velsen beoogd. Het beschikbaar komen van aansluitcapaciteit
en ruimte op en naar station Velsen hangt samen met het verduurzamingsproces van Tata
Steel. Deze netaansluiting zal naar verwachting na 2031 gerealiseerd worden.
• De keuze om Nederwiek (noord) kavel III op te nemen en niet Doordewind kavel II is
gebaseerd op de verwachting dat de aanlanding van de netaansluiting voor Nederwiek
(noord) kavel III eerder te realiseren is dan die voor Doordewind kavel II6. Ik verwacht eind dit jaar een keuze te maken voor het tracé van de aanlanding van
Nederwiek (noord). Die keuze geeft meer duidelijkheid over de planning.
Een tweede reden om te kiezen voor Nederwiek III is dat hier voor het eerst een verbinding
tussen twee landen en de aansluiting van een Nederlands windpark op zee gecombineerd
worden, namelijk de beoogde hybride interconnector met het Verenigd Koninkrijk (LionLink)7. Deze vernieuwende configuratie kan extra aandacht bij de voorbereiding voor vergunningverlening
en realisatie van het windpark vergen. Het regelgevend kader voor hybride interconnectoren
is in ontwikkeling, zowel nationaal als in internationaal verband.
Ik heb recent een derde nota van wijziging naar uw Kamer gestuurd die de ontwikkeling
van hybride interconnectoren faciliteert binnen het wetsvoorstel Energiewet8. Daarnaast sta ik in goed contact met de Europese Commissie en NSEC-landen over de
inbedding van hybride interconnectoren in het Europees regelgevend kader. In de aankomende
periode ben ik bovendien voornemens de nationale dialoog over de ontwikkeling van
hybride interconnectoren in den brede, samen met de windenergiesector, TenneT en ACM,
verder te intensiveren.
Doordewind kavel II (2 GW) schuift door naar de opgave voor windenergie op zee, in
een nog vast te stellen vervolgfase van de routekaart windenergie op zee voor de periode
2032 -2040. Hiervoor wijst het kabinet met de in gang gezette Partiële Herziening
van het Programma Noordzee 2022–2027 nieuwe windenergiegebieden aan9.
In het kader van de eerdergenoemde opdracht tot overprogrammering bereidt de netbeheerder
van het net op zee, TenneT, ook voor Doordewind kavel II een netaansluiting voor10. Dit zorgt er voor dat in de krappe toeleveringsketen productie- en installatiecapaciteit
is zeker gesteld dat de uitrol van windenergie op zee ook na de huidige routekaart
door kan gaan. Deze voorbereiding is reeds gestart en TenneT is voornemens eind dit
jaar nadere investeringen te doen, waarover ik uw Kamer tegen die tijd zal informeren.
Over de planning van de windenergiegebieden wil ik ten slotte nog vermelden dat windenergiegebied
Ten noorden van de Waddeneilanden is aangewezen als voorkeurslocatie voor demonstratieproject
2 voor waterstofproductie op zee11. Ik heb daarom aan TenneT verzocht om de voorbereiding van het elektrisch aansluiten
van Ten Noorden van de Wadden tot nader order niet voort te zetten. Een elektrische
netaansluiting wordt nog wel wordt meegenomen in de onderzoekscope van PAWOZ-Eemshaven,
dat zich richt op de mogelijkheden voor aanlanding van windparken op zee via de Waddenzee,
zodat de elektrische aanlanding wel een alternatief blijft voor TNW. Over de voortgang
van de demonstratieprojecten waterstof op zee informeer ik uw Kamer met een aparte
brief.
In Tabel 1 is de nieuwe planning van alle kavels weergegeven.
De drukte in de toeleveringsketen voor de netaansluitingen
In mijn brief van juni 202312 over de aangepaste planning van de tenders voor en ingebruikname van de beoogde windparken
in IJmuiden Ver kavels Alpha en Beta heb ik aangegeven dat TenneT op mijn verzoek
met haar contractanten versnellingsmaatregelen onderzoekt voor de volgende projecten.
Daaruit zijn versnellingsmogelijkheden gebleken bij het consortium dat voor TenneT
de netaansluitingen IJmuiden Ver Alpha, Nederwiek I en III en Doordewind I bouwt en
aanlegt. Bij het andere consortium, dat verantwoordelijk is voor de netaansluitingen
IJmuiden Ver Beta, IJmuiden Ver Gamma en Nederwiek II, treedt juist enige vertraging
ten opzichte van de oorspronkelijke planning door drukte in de toeleverketen.
Beide ontwikkelingen heb ik samengenomen met nieuwe inzichten over de benodigde tijd
voor het aansluiten van windparken op het net op zee om te komen tot de geactualiseerde
planning.
Meer tijd voor het aansluiten van windparken op het net op zee
Ook in de toeleveringsketen voor windparken heerst schaarste aan productie- en installatiecapaciteit.
Daarnaast ontving ik naar aanleiding van de recente vergunningsprocedure voor IJmuiden
Ver Alpha en Beta signalen vanuit de windsector dat er meer tijd nodig is voor het
aansluiten van windparken met een omvang van 2 GW op het net op zee. Daarom heb ik
nogmaals gekeken naar de uitvoerbaarheid van de opleverplanning, met het oog op het
vergroten van de kans op een tijdige realisatie. Als uitgangspunt heb ik daarbij genomen
dat de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk blijven, waarbij ik de voordelen van
extra tijd in de planning voor de windparkontwikkelaars afweeg tegen de meerkosten
voor TenneT die dit oplevert. Ook neem ik daarin de gevolgen mee voor de opgave voor
windenergie op zee, als onderdeel van de klimaatdoelen. Na consultatie van TenneT,
de windenergiesector en betrokken overheidsinstanties ben ik gekomen tot een nieuwe
planning, waarbij ik ervoor gekozen heb om de toekomstige vergunninghouders van de
beoogde windparken meer tijd te gunnen voor het aansluiten van windparken op de 2
GW gelijkstroomplatforms van TenneT en de ingebruikname van het windpark.
Voor de netaansluitingen die voor TenneT gebouwd en aangelegd worden door het consortium
dat weet te versnellen is de extra tijd ingevuld met de mogelijkheid voor de vergunninghouder
van het windpark om al eerder de kabels van de windparken op het TenneT-platform in
te trekken (mijlpaal 0: «mechanical cable pull-in»). In de gedetailleerde planning
ten behoeve van de windparkontwikkelaars en TenneT, die in het ontwikkelkader windenergie
op zee staat, neem ik daarom voor de projecten van dit consortium deze extra oplevermijlpaal
op. Voor de andere beoogde windparken is de extra tijd gevonden door de opleverdatum
naar achteren te schuiven.
De nieuwe planning van de routekaart zoals beschreven in Tabel 1 en de nieuwe opleverdata
heb ik verwerkt in het ontwikkelkader wind op zee, die ik meest recent in oktober
2023 naar uw Kamer heb gestuurd13. Het ontwikkelkader zelf verandert inhoudelijk niet. Daarom heb ik ervoor gekozen
om deze nu niet met deze brief mee te sturen, maar alleen op de gebruikelijke RVO-website
te publiceren.
Deze actualisatie heeft geleid tot een meer realistische planning, die rekening houdt
met zoveel mogelijk wensen van partijen in de keten. Ik ga alles op alles zetten om
deze planning te realiseren. Gezien de lange doorlooptijden en bovengenoemde uitdagingen,
vooral op gebied van ecologische en ruimtelijke inpassing, is het echter niet uit
te sluiten dat er nog wijzigingen zullen plaatsvinden. Mocht dat het geval zijn dan
zal ik u daarover informeren.
Kosten netten op zee
Onlangs heb ik van TenneT een geactualiseerde kostenraming ontvangen voor de geplande
en al gedeeltelijk gerealiseerde netverbindingen voor de 21 GW van de routekaart.
Ten opzichte van het overzicht dat ik u een jaar geleden heb toegestuurd14 is er geen significante verandering. De kosten kunnen in de toekomst nog wel toenemen
als gevolg van verdere vertragingen door de eerdergenoemde onzekerheden rondom de
ecologische en ruimtelijke inpassing. De kosten van de geplande interconnector naar
het Verenigd Koninkrijk («LionLink») zijn ook nog niet in de kosten meegenomen. Ik
heb uw Kamer eerder toegezegd om in de volgende brief over windenergie op zee in te
gaan op de verdeling van de kosten van het net op zee15. Ik kom hier dit kwartaal op terug in een brief over de nettarieven.
Daarbij noem ik ook het onlangs opgestarte interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO)
naar de bekostiging van elektriciteitsinfrastructuur.
Windenergie op zee is een essentiële bouwsteen in ons energiesysteem
Het verduurzamen van ons energiesysteem is in gang gezet. Daarmee maken we ons land
klaar voor een toekomst waarin ruimte is voor een groene industrie, schoon vervoer
en comfortabel verwarmde huizen. Windenergie op zee levert daarin een essentieel aandeel
doordat het de grootste bron van klimaatneutrale energie is van eigen bodem: Bij het
bereiken van de 21 GW zal windenergie op zee ongeveer driekwart van ons huidige elektriciteitsverbruik
leveren.
Ongeveer 80 procent van ons energieverbruik bestaat echter uit niet-elektrische energie
uit steenkool, aardolie en aardgas. Windenergie op zee kan veel betekenen bij het
vervangen daarvan. Het kan de bron zijn voor de (verdere) elektrificatie van onze
industrie, vervoer en gebouwen alsook voor de productie van groene waterstof waar
elektrificatie geen oplossing is. Ik voorzie dan ook een zonnige (en windrijke) toekomst
op ons deel van de Noordzee.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Tabel 1 Geactualiseerde planning van de routekaart windenergie op zee
Geïnstalleerd Vermogen (GW)
Windenergiegebied, kavel(s)
Tender kavels
(Verwachte) ingebruikname windpark
0,75
Borssele, kavels I en II
Gerealiseerd in 2016
2020
0,75
Borssele, kavels III, IV en V
Gerealiseerd in 2016
2021
0,76
Hollandse Kust (zuid), kavels I en II
Gerealiseerd in 2017
2023
0,76
Hollandse Kust (zuid), kavels III en IV
Gerealiseerd in 2019
2023
0,76
Hollandse Kust (noord), kavel V
Gerealiseerd in 2020
2023
0,76
Hollandse Kust (west), kavel VI
Gerealiseerd in 2022
(2026–2027)
0,76
Hollandse Kust (west), kavel VII
(2027)
ca. 2,0
IJmuiden Ver, kavel Alpha
Gerealiseerd in 2024
(Q3 2029)
ca. 2,0
IJmuiden Ver, kavel Beta
(Q4 2029)
ca. 2,0
IJmuiden Ver, kavel Gamma
Q3 2025
(Q2 2031)
ca. 2,0
Nederwiek (zuid), kavel I
(Q4 2030)
ca. 2,0
Nederwiek (noord), kavel II
Q2–Q4 2026
(Q2 2032)
ca. 2,0
Nederwiek (noord), kavel III
(Q4 2031)
ca. 0,7
Hollandse Kust (west), kavel VIII
N.t.b.1
(N.t.b.)
ca. 0,7
Ten noorden van de Waddeneilanden, kavel I
20272
(2033)
ca. 2,0
Doordewind, kavel I
Q1–Q2 2027
(Q4 2032)3
X Noot
1
Hollandse Kust West kavel VIII zal naar verwachting na 2031 gerealiseerd worden. Als
aansluitlocatie van de stroomkabel vanuit Hollandse Kust West kavel VIII wordt het
150 kV-station Velsen beoogd. Het beschikbaar komen van aansluitcapaciteit en ruimte
op en naar station Velsen hangt samen met het verduurzamingsproces van Tata Steel.
X Noot
2
Voorlopige planning.
X Noot
3
De aanlandingen van zowel Ten noorden van de Waddeneilanden kavel I als Doordewind
kavel I worden onderzocht in PAWOZ. De verwachte oplevering van deze aanlandingen
is daarom nog onzeker.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie