Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het artikel van het Financieel Dagblad (FD) met betrekking tot de pilot mineralenconcentraat
33 037 Mestbeleid
Nr. 534 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2024
De vaste commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer heeft
om een reactie verzocht op het artikel van het Financieel Dagblad (FD) met betrekking
tot de pilot mineralenconcentraat (hierna: de pilot).1 In deze brief geef ik een reactie op het artikel en een toelichting op het doel en
de opzet van de pilot en de onderzoeken die zijn gedaan.
Toezicht en handhaving mestverwerking
Ik herken het beeld dat in het artikel wordt geschetst niet. Toezicht en handhaving
zijn van groot belang, ook om te voorkomen dat frauduleuze activiteiten ertoe leiden
dat het draagvlak in Nederland en Europa voor innovatieve technologieën wordt ondermijnd.
In dit artikel wordt door het FD onterecht de conclusie getrokken dat bij de bedrijven
die deelnemen aan de pilot mineralenconcentraat onduidelijk is hoeveel mest (stikstof
en fosfaat) wordt aangevoerd en hoeveel wordt afgevoerd. Deze gegevens zijn op bedrijfsaniveau
bekend bij de handhavende instanties. Ook wil ik u aangeven dat de verantwoording
van aan- en afvoer van alle meststoffen van een onderneming geen onderdeel is van
de pilot mineralenconcentraat. De pilot mineralenconcentraat betreft één van de activiteiten
van betreffende bedrijven en de pilot richt zich met name op de beoordeling van de
kwaliteit en veiligheid van het productieproces van mineralenconcentraat.
Voorts kan op basis van aan- en afvoer niet gesteld worden dat er sprake is van fraude.
Anders dan aangenomen door het FD zijn er meer factoren die mee moeten genomen worden
bij de controle van de verantwoording van mestverwerkers. Vanuit de verplichtingen
van de Meststoffenwet moet een onderneming die mest verwerkt over één kalenderjaar
de fosfaat en stikstof verantwoorden. Naast de mest die wordt aan- en afgevoerd, betreft
dat ook de voorraadbepaling (mest in opslag), aanvoer van fosfaat middels co-materialen
en vervluchtiging van stikstof naar de lucht. RVO en NVWA zijn verantwoordelijk voor
de controle en handhaving van de Meststoffenwet, waaronder ook mestverwerkers, wat
de deelnemers van de pilot zijn. Bij RVO en NVWA zijn op dit moment geen lopende zaken
bekend waarbij de bedrijven in de pilot betrokken zijn betreffende de productie en
verantwoorde afvoer van mineralenconcentraat. Uit het artikel van FD wordt niet duidelijk
wat exact aan de hand is bij de twee genoemde bedrijven ten aanzien van andere regelgeving
dan de Meststoffenwet.
Pilot mineralenconcentraat
Het doel van de pilot is onderzoek naar de landbouwkundige en milieukundige effecten
van de productie, de afzet en het gebruik van mineralenconcentraat en de economische
haalbaarheid van de productie.2 Vanaf de start van de pilot in 2009 konden tien bedrijven deelnemen. Deze tien bedrijven
hebben geïnvesteerd in installaties om dunne fractie na scheiding door middel van
omgekeerde osmose verder te concentreren tot mineralenconcentraat (een stikstof meststof).
De installaties en het product mineralenconcentraat van de deelnemende bedrijven aan
de pilot moeten voldoen aan de voorwaarden als bepaald in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.
Het geproduceerde mineralenconcentraat mag dan in de totale stikstofgebruiksruimte
voor meststoffen worden verantwoord door de afnemers van het mineralenconcentraat.
Deze voorwaarden van de pilot zien alleen op de productie van mineralenconcentraat
en niet op andere activiteiten die het bedrijf verricht. De Europese Commissie heeft
in 2008 ingestemd met een pilot van deze omvang en met deze voorwaarden. De Europese
Commissie is vervolgens bij iedere verlenging van de pilot in kennis gesteld.
Onderzoek Joint Research Centre
Het onderzoeksproject «Safemanure» is in 2018 in opdracht van de Europese Commissie
gestart door het Joint Research Centre (onderzoeksinstelling van de Europese Commissie).
Het Nederlandse onderzoek in de pilot naar de milieu- en landbouwkundige effecten
van mineralenconcentraat is ingebracht bij dit project. In de bijlage is een overzicht
van het onderzoek dat is uitgevoerd in relatie tot de pilot bijgevoegd. Het Europese
onderzoeksproject heeft in 2020 geresulteerd in de publicatie van het rapport van
het Joint Research Centre «Technical proposals for the safe use of processed manure above the threshold established
for Nitrate Vulnerable Zones by the Nitrates Directive (91/676/EEC)».3 Omdat dit rapport zo belangrijk is in dit dossier zijn in onderstaand kader de conclusie
opgenomen van het Joint Research Centre in dit onderzoeksrapport.
De resultaten gaven aan dat verwerkte mest, gekenmerkt door een verhouding van totaal
organische koolstof tot totaal N ≤ 3 of een minerale N tot totaal N verhouding ≥ 90%,
een vergelijkbaar N-uitspoelingsrisico en agronomische efficiëntie kan hebben als
van Haber-Bosch afgeleide en gelijkwaardige chemische N-meststoffen. Met name stikstofrijke
verwerkte mestmaterialen, zoals waszouten, mineraalconcentraten en vloeibare digestaten
verkregen door centrifugatie en/of geavanceerde verwijdering van vaste stoffen, zouden
aan deze eisen kunnen voldoen. Om te voldoen aan de doelstellingen van milieubescherming
is het echter noodzakelijk om het gebruik van RENURE te combineren met goede managementpraktijken,
waaronder het gebruik van bodembedekkers of gelijkwaardige maatregelen, toepassingstechnieken
met lage NH3-emissies en goede opslagomstandigheden voor RENURE. In totaal stelt dit rapport een
reeks materiaal- en gebruikseisen voor om het veilige gebruik van RENURE mogelijk
te maken in gebieden met waterverontreiniging door stikstof, in hoeveelheden boven
de drempel die is vastgelegd in de Nitraatrichtlijn (91/676/EEG). Er wordt geconcludeerd
dat de mogelijke implementatie van RENURE als onderdeel van mestbeheersystemen een
vooruitgang in de richting van een meer circulaire economie mogelijk maakt en een
mogelijkheid biedt voor een grotere hulpbronnenefficiëntie in het voedselproductiesysteem
van de EU.
De conclusie van het Joint Research Centre is dat verwerkte dierlijke mest, in het
bijzonder bepaalde verwerkingstechnieken, onder bepaalde voorwaarden stikstof kunstmest
kunnen vervangen en met bepaalde maatregelen risico’s voor het milieu kunnen worden
voorkomen.
Vervolg onderzoek mineralenconcentraat met onderzoeksresultaten JRC
Na de start van het Europese «Safemanure» onderzoeksproject is de focus van het onderzoek
in het kader van de Nederlandse pilot mineralenconcentraat verschoven naar onder andere
de monitoring van de kwaliteit van het gemaakte product, waarbij getoetst wordt aan
de criteria die in het onderzoeksproject van het Joint Research Centre zijn opgesteld.4 En ook is in het kader van het onderzoeksproject «Next level mestverwaarden» onderzoek
gedaan naar het verbeteren van het mestverwerkingsproces van omgekeerde osmose en
de economische haalbaarheid van mestverwerking, waaronder voor het maken Renure-meststoffen.5 Bij de voortzetting van de pilot voor de jaren 2023 en 2024 wordt bezien of een certificeringssystematiek
ontwikkeld kan worden om de kwaliteit van het product verder te borgen (Kamerstuk
33 037, nr. 481). Daarnaast is ook in andere landen, waaronder in Vlaanderen, in samenwerking met
Zuid-Nederland, onderzoek gedaan naar Renure-meststoffen, waaronder mineralenconcentraat.6
Tot slot
Op 19 april jl. is de Europese Commissie gestart met een consultatie van een concept
voortel tot wijziging van bijlage III van de Nitraatrichtlijn waarmee het gebruik
van bepaalde herwonnen meststoffen uit dierlijke mest met maximaal 100 kg stikstof
per hectare, boven de bestaande gebruiksnorm voor dierlijke mest van maximaal 170 kg
stikstof per hectare wordt toegestaan. Het gaat om meststoffen die voldoen aan de
criteria van het rapport van het Joint Research Centre over RENURE (Recovered Nitrogen
from Manure). De resultaten van het onderzoek van het Joint Research Centre vormen
de basis voor de criteria die in het voorstel zijn opgenomen. Over het voorstel van
de Europese Commissie ten aanzien van RENURE wordt de Tweede Kamer met een separate
brief geïnformeerd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Bijlage
Ehlert, P.A.I., P. Hoeksma & G.L. Velthof, (2009). Anorganische en organische microverontreinigingen
in mineralenconcentraten. Resultaten van de eerste verkenningen. Rapport 256. Animal Sciences Group, Wageningen, 17 p.
Ehlert, P.A.I. & P. Hoeksma, (2011). Landbouwkundige en milieukundige perspectieven
van mineralenconcentraten. Deskstudie in het kader van de Pilots Mineralenconcentraten.
Alterra rapport 2185, Alterra, Wageningen, 76 p.
Ehlert, P.A.I., J. Nelemans & G.L. Velthof (2012). Stikstofwerking van mineralenconcentraten.
Stikstofwerkingscoëfficiënten en verliezen door denitrificatie en stikstofimmobilisatie
bepaald onder gecontroleerde omstandigheden. Alterra rapport 2314, Alterra, Wageningen, 100 p.
Geel, van W., W. van den Berg, W. van Dijk & R. Wustman, (2011a). Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten 2009–2010 op bouwland en grasland. Samenvatting
van de resultaten uit de veldproeven en bepaling van de stikstofwerking. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Wageningen. 40 p.
Geel, van W., W. van den Berg & W. van Dijk, (2011b). Stikstofwerking van mineralenconcentraten
bij aardappelen. Verslag van veldonderzoek in 2009 en 2010. Praktijkonderzoek Plant
& Omgeving, Wageningen. PPO-publicatie 475, 68 p.
Hoeksma, P., F.E. de Buisonjé, P.A.I. Ehlert & J.H. Horrevorts (2011). Mineralenconcentraten
uit dierlijke mest. Monitoring in het kader van de pilot mineralenconcentraten. Wageningen UR Livestock Research, Rapport 481, 58 p.
Hoeksma P. & F.E. Buisonjé (2012). Mineralenconcentraten uit dierlijke mest. Monitoring
2011. Report Livestock Research 626, Lelystad, The Netherlands.
Hoeksma, P. and F.E de Buisonjé (2015) Production of mineral concentrates from animal
manure using reverse osmosis; Monitoring of pilot plants in 2012 – 2014. Lelystad,
Wageningen UR (University & Research centre) Livestock Research, Livestock Research
Report 858.
Holshof G. and J.C. van Middelkoop (2014) Stikstofwerking van mineralenconcentraten
op grasland. Veldproeven 2012 en overall analyse. Report WUR Livestock Research 769, Wageningen (In Dutch).
Hoop, de J.G., C.H.G. Daatselaar, G.J. Doornewaard & N.C. Tomson (2011). Mineralenconcentraten
uit mest; Economische analyse en gebruikerservaringen uit de pilots mestverwerking
in 2009 en 2010. LEI-Rapport 2011 – 030, LEI, Den Haag, 68 p.
Huijsmans, J.F.M. & J.M.G. Hol (2011). Ammoniakemissie bij toediening van mineralenconcentraat
op beteeld bouwland en grasland. Plant Research International rapport 387, Wageningen, 26 p.
Klop, G, G. L. Velthof & J.W. van Groenigen (2012). Application technique affects
the potential of mineral concentrates from livestock manure to replace inorganic nitrogen
fertilizer. Soil Use and Management, Volume 28, Issue 4, pages 468–477.
Lesschen, J.P., I. Staritsky and G.L. Velthof (2011) Assessment of effects of large
scale use of mineral concentrates in the Netherlands; Effects on nutrient flows and
emissions. Wageningen, Alterra, Report 2247. (In Dutch).
Middelkoop, J.C., van & G. Holshof (2011). Stikstofwerking van mineralenconcentraten
op grasland; Veldproeven 2009 en 2010. Wageningen UR Livestock Research rapport 475, 46 p.
Middelkoop, J.C., van & G. Holshof (2012). Stikstofwerking van mineralenconcentraten
op grasland. Wageningen UR Livestock Research rapport 643, 51 p.
Middelkoop, van J.C. & G. Holshof (2017) Nitrogen Fertilizer Replacement Value of
Concentrated Liquid Fraction of Separated Pig Slurry Applied to Grassland. Communications in Soil Science and Plant Analysis 48, 1132–1144.
Rietra, R.P.J.J. and G.L. Velthof (2014) Stikstofwerking van mineralenconcentraat
onder
gecontroleerde omstandigheden; Effecten van aanzuren, vocht en toedieningstechniek.
Alterra report 2518, Wageningen.
Schils, R., R. Geerts, J. Oenema, K. Verloop, F. Assinck en G.L. Velthof (2014) Effect
van bemesting met mineralenconcentraat op het nitraatgehalte van grondwater. Verkennend
onderzoek in het kader van de Pilot Mineralenconcentraten. Alterra report 2570, Wageningen.
Schils, R.L.M., R. Postma, D. van Rotterdam, K.B. Zwart (2015) Agronomic and environmental
consequences of using liquid mineral concentrates on arable farms. Journal of the Science of Food and Agriculture 95, 3015–3024,
Schröder, J.J. D. Uenk & W. de Visser (2010). De beschikbaarheid van fosfaat uit de
dikke fractie van gescheiden drijfmest. Nota 661, Plant Research International, Wageningen, 9 p.
Schröder, J.J., D. Uenk, W. de Visser, F.J. de Ruijter, F. Assinck, G.L. Velthof &
W. van Dijk (2011). Stikstofwerking van organische meststoffen op bouwland -resultaten van veldonderzoek
in Wageningen in 2010. Tussentijdse rapportage. Plant Research International, Wageningen.
Schröder, J.J., W. de Visser, F. B. T. Assinck & G. L. Velthof (2013). Effects of
short-term nitrogen supply from livestock manures and cover crops on silage maize
production and nitrate leaching. Soil Use and Management. Volume 29, Issue 2, pages 151–160.
Schröder, J.J., W. De Visser, F.B.T. Assinck, G.L. Velthof, W. Van Geel, & W. Van
Dijk (2014). Nitrogen fertilizer replacement value of the liquid fraction of separated
livestock slurries applied to potatoes and silage maize. Communications in Soil Science and Plant Analysis 45, 73 – 85.
Velthof G.L. & E. Hummelink (2011). Ammoniak- en lachgasemissie na toediening van
mineralenconcentraten. Resultaten van laboratoriumproeven in het kader van de Pilot
Mineralenconcentraten. Alterra-rapport 2180, Alterra, Wageningen. 46 p.
Velthof, G.L., (2011). Synthesis of the research within the framework of the Mineral
Concentrates Pilot. Alterra report 2224, Wageningen, The Netherlands
Velthof, G.L., (2012). Mineral Concentrates Pilot; synthesis of the results of 2011.
Alterra report 2363. Wageningen, The Netherlands.
Velthof, G.L., P. Hoeksma, J.J. Schröder, J.C. van Middelkoop, W. van Geel, P.A.I.
Ehlert, G. Holshof, G. Klop and J.P. Lesschen (2013). Agronomic potential of mineral
concentrate from processed manure as fertiliser. Proceedings of the International Fertilizer Society 716.
Velthof, G.L., 2015. Mineral concentrate from processed manure as fertiliser. Wageningen,
Alterra Wageningen UR (University & Research centre), Alterra report 2650. 36 pp.
Verloop, J. & H. van den Akker (2011). Mineralenconcentraten op het melkveebedrijf
en het akkerbouwbedrijf; knelpunten en mogelijkheden verkend op bedrijfsniveau, 2009
en 2010. Plant Research International rapport 393, Wageningen, 24 p.
Vries, de J.W., P. Hoeksma & C.M. Groenestein (2011). LevensCyclusAnalyse (LCA) Pilots
Mineralenconcentraten. Wageningen UR Livestock Research, rapport 480, 77 p.
Vries, de J.W., C.M. Groenestein and I.J.M. De Boer (2012) Environmental consequences
of processing manure to produce mineral fertilizer and bioenergy. Journal of Environmental Management 102, 173–183.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit