Brief regering : Beantwoording vragen commissie over de evaluatie ‘Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1)
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 248
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2024
Naar aanleiding van de vragen van de commissie Financiën over de evaluatie «Beleidskeuzes
uitgelegd (CW 3.1)», die ons 26 januari zijn toegezonden, beantwoord ik middels deze
brief de gestelde vragen. Daarbij wil ik mijn waardering uitspreken voor de aandacht
die de commissies voor Rijksuitgaven en Financiën aan dit onderwerp besteden. Omdat
dit onderwerp aan de portefeuilles van alle drie de bewindspersonen raakt, stuur ik
deze brief mede namens de staatssecretarissen van Financiën.
1. De werkwijze «Beleidskeuzes uitgelegd»
Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet vraagt het kabinet «voorstellen, voornemens
en toezeggingen» toe te lichten op onder andere financiële gevolgen, doeltreffendheid
en doelmatigheid. Om de aanwezigheid, vindbaarheid en kwaliteit van deze toelichtingen
te versterken heeft mijn voorganger in 2021 de rijksbrede werkwijze «Beleidskeuzes
uitgelegd» in het leven geroepen. In deze werkwijze is voorgeschreven dat bij ieder
voorstel met financiële gevolgen van € 20 miljoen of meer (in enig jaar) de gevraagde
toelichtingen gebundeld worden gepresenteerd in een vast kader waarin de onderbouwing
en de evaluatie wordt beschreven. Als departement dat de regels opstelt past ook goede
naleving van deze regels, we vervullen hierin een voorbeeldfunctie.
2. «Beleidskeuzes uitgelegd» op het vakdepartement Financiën
Sinds de invoering van deze werkwijze op 1 november 2021 heb ik gepoogd bij zoveel
mogelijk beleid het kader te gebruiken. In 2022 is dit grotendeels, maar niet volledig,
gelukt. Zoals in het evaluatierapport wordt vermeld, is de naleving uit praktische
overwegingen geteld per brief en niet per voorstel. Het Belastingplan telt hierbij
als één brief waarbij 21 voorstellen met ingevulde kaders Beleidskeuzes uitgelegd
zijn gevoegd in 2022. Het gebruik van de werkwijze bij de voorstellen uit het Belastingplan
is van grote toegevoegde waarde voor de kwaliteit van het beleid.
Bij een aantal beleidsvoorstellen heeft mijn ministerie in 2022 geen kader «Beleidskeuzes
uitgelegd» toegevoegd. Het gaat om twee brieven die ik nader zal toelichten:
• Brief van 3 juni 2022 over de verbeteringen van het herstelproces na herijking aanpak
hersteloperatie kinderopvangtoeslag (Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 1026). Deze brief is een vervolg op twee eerdere brieven van het vorige kabinet van 9 september
2021 (Kamerstukken II, 2020/21, 31 066, nr. 914) en 3 december 2021 (Kamerstukken II, 2020/21, 31 066, nr. 959) over hetzelfde onderwerp. Deze brieven gaan over de mogelijkheden om de hersteloperatie
te verbeteren, waarbij in de brief wordt toegelicht welke verbeteringen worden uitgevoerd.
Bij de hersteloperatie waren al verschillende partijen betrokken, evenals gemeenten.
De verbeteringen zijn vormgegeven middels een aanpassing van de verschillende beleidsinstrumenten.
De verwachting is dat de hersteloperatie door de inzet van deze middelen versneld
kan worden met daarbij aandacht voor de gedupeerde ouder. Omdat dit een vervolgbrief
was op reeds eerder geopperde voorstellen, in de brief destijds de verbeteringen uitgebreid
zijn toegelicht en er veel druk op het proces stond, is het kader CW 3.1 niet expliciet
toegepast.
• Brief van 1 juli 2022 van de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over Hoofdlijnen Betalen naar gebruik (Kamerstukken II 2021/22, 32 813, nr. 1081). Deze brief bevat kabinetsvoornemens met een aantal uitgangspunten en nog openstaande
keuzes. In de brief worden de mijlpalen van de conceptwetgeving aangegeven en de wijze
waarop uw Kamer hierin wordt betrokken. Zo was voorzien om na de zomer van 2023 de
internetconsulatie te starten. Door de val van het kabinet-Rutte IV is deze stap niet
gezet. Gezien de fase van het beleidsproces was er in de bovengenoemde brief van 1 juli
2022 nog geen kader opgenomen.
In 2023 heeft het ministerie verder gewerkt aan het gebruik van «Beleidskeuzes uitgelegd»
binnen het departement. In het Financieel Jaarverslag Rijk is een geactualiseerd overzicht
opgenomen van de naleving van de werkwijze «Beleidskeuze uitgelegd» rijksbreed in
2023. Daarin is te zien dat de naleving voor het vakdepartement Financiën uitkomt
op 100% in 2023.
3. Verdere verbeteringen van de werkwijze
Ik onderstreep het belang van een goede onderbouwing van beleidsvoorstellen. Binnen
mijn eigen ministerie wil ik komend jaar verdere stappen zetten met het gebruik van
het Beleidskompas om de beleidsvoorbereiding te versterken. Hierbij wil ik tegelijkertijd
borgen dat er voldoende aandacht is voor de werkwijze «Beleidskeuzes uitgelegd» en
de toepassing hiervan. Hierbij zal ik ook aandacht besteden aan onderstaande punten,
waar de commissie naar heeft gevraagd:
a. Inzichtelijker maken van de gemaakte afwegingen
Verdere verbetering van de beleidskwaliteit en het gebruik van het beleidskompas in
het beleidsproces zal helpen om in beleidsbrieven (incl. kaders) nadrukkelijker dan
tot nog toe het geval is aandacht te besteden aan het inzichtelijk maken van de gemaakte
afwegingen die tot de beleidskeuze hebben geleid, inclusief gewogen alternatieve beleidsinstrumenten
en dilemma’s. Het beleidskompas versterkt een gedegen beleidsvoorbereiding en dwingt
tot nadenken over een goede probleemanalyse en een integrale afweging tussen verschillende
beleidsopties en de in te zetten instrumenten, met oog voor relevante kwaliteitsnormen.
b. Aandacht besteden aan neveneffecten en risico’s
De toepassing van het beleidskompas helpt met het in kaart brengen van alle bedoelde
en onbedoelde effecten en risico’s. De zogenaamde Gevolgenscan uit het Beleidskompas
kan hiervoor ook handvatten bieden. Hierin wordt ook gekeken naar de gevolgen voor
de Sustainable Development Goals (SDG’s) en brede welvaartsthema’s. Daarnaast zie
ik mogelijkheden om in andere fasen van de beleidscyclus de neveneffecten en risico’s
te onderzoeken. De Strategische Evaluatie Agenda bevat een lange lijst van onderzoeken
om de werking van het beleid, de effecten en neveneffecten te evalueren op basis waarvan
beleid kan worden bijgestuurd en/of bijgesteld. Zo heb ik u op 7 juli 2023 het rapport
Aanpak Fiscale Regelingen (Kamerstuk 32 140, nr. 167) toegezonden waarin 116 fiscale regelingen zijn beoordeeld en aandacht gevraagd wordt
voor de neveneffecten en risico’s van een groot aantal fiscale regelingen.
c. Kaders eerder in het beleidsproces naar de Kamer sturen
De vaste commissie voor Financiën vraagt of er ruimte is om eerder in het beleidsproces
de kaders «Beleidskeuzes uitgelegd» toe te sturen. De commissie verwijst daarbij in
het bijzonder naar de mogelijkheid om de kaders die horen bij het Belastingplan op
te nemen in de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda (FBUA).
De FBUA is zowel een uiteenzetting van de fiscale beleidsambities van het kabinet
als een overzicht van de fiscale uitkomsten van de voorjaarsbesluitvorming en de neerslag
die dit zal krijgen in aanstaande wetsvoorstellen, waaronder het Belastingplan. Uw
Kamer ontvangt de FBUA tegelijkertijd met of kort na de Voorjaarsnota, zodat een compleet
overzicht beschikbaar is van de hoofdlijnen van de voorjaarsbesluitvorming. Het is
praktisch niet mogelijk om zo kort op het afronden van de besluitvorming ook de ingevulde
beleidskaders gereed te hebben, mede omdat maatregelen eerst uitgewerkt dienen te
worden.
Hoewel er op dat moment dus nog geen kaders beschikbaar zijn, deel ik de FBUA wel
vroeg in het beleidsproces en kort na besluitvorming met uw Kamer. Zoals in de evaluatie
van de meerjarige Voorjaarsnota1 is toegelicht, verbetert deze werkwijze de informatievoorziening aan uw Kamer en
biedt het parlement meer tijd voor de behandeling van de begroting en het pakket Belastingplan.
Dit laat niet onverlet dat wij bij nieuwe beleidsvoorstellen binnen mijn departement
de wens van uw Kamer ter harte zullen nemen en per voorstel zullen bekijken waar ruimte
is om uw Kamer zo vroeg mogelijk te informeren.
Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën