Brief regering : Kabinetsreactie op het onderzoeksrapport en factsheet ‘Mentale gezondheid van jongeren en studenten in Nederland’
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
25 424
Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 1128
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN DE STAATSSECRETARIS
VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2024
Jongeren hebben het de afgelopen jaren zwaar gehad. De mentale gezondheid van jongeren
is door de coronapandemie hoog op de politieke en maatschappelijke agenda komen te
staan. De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat de mentale gezondheid van jongeren
verder verslechterde door onder andere onzekerheid/angst, somberheid en eenzaamheid.
Dit geldt niet alleen voor jongeren in Nederland: over de hele wereld kampen jongeren
met vergelijkbare problemen.1 Maar ook voor de pandemie was er al sprake van een dalende mentale gezondheid van
jongeren.
Op 4 april heeft de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het onderzoeksrapport
en factsheet «Mentale gezondheid van jongeren en studenten in Nederland»2 van het Verwey-Jonker Instituut openbaar gemaakt. De commissie heeft het kabinet
gevraagd om te reageren op dit onderzoeksrapport voorafgaand aan het debat «Mentale
gezondheid van jongeren en studenten» op 25 april a.s.
In de overzichtsstudie van Verwey-Jonker wordt gekeken naar de ontwikkelingen en trends
van mentale gezondheid en verschillende factoren die van invloed zijn op de mentale
gezondheid van jongeren en studenten. Verwey-Jonker heeft in zijn overzichtsstudie
gebruik gemaakt van verschillende internationale en Nederlandse onderzoeken, waarbij
is ingezoomd op factoren als sociale media, prestatiedruk, middelengebruik, sociaaleconomische
kwetsbaarheid/armoede, corona en discriminatie.
Middels deze brief reageren wij, ook mede namens de Minister voor Primair en Voortgezet
Onderwijs, op de resultaten van het onderzoek.
Reactie op de resultaten
Het feit dat mentaal welzijn van jongeren zo onder druk staat, is natuurlijk verontrustend.
Dit verschijnsel treedt niet alleen in Nederland op. De onderzoeken laten een wereldwijde
trend zien van een daling in de mentale gezondheid. Nu gaat volwassen worden en je
eigen weg vinden in het leven noodzakelijkerwijs gepaard met een zekere mate van onzekerheid
en stress. Dit is altijd zo geweest. Maar die mentale druk op jongeren is de afgelopen
jaren duidelijk toegenomen. Het feit dat dit nu steeds meer bespreekbaar wordt en
dat jongeren hierover durven praten, is echter bemoedigend. Want pas als we problemen
durven zichtbaar te maken en te adresseren, kunnen we beginnen aan een oplossing.
Het onderzoek van Verwey-Jonker laat goed zien dat veel factoren meespelen in de daling
van mentaal welzijn. Het onderwijs is één van die factoren, maar kan juist ook een
belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing. Jongeren kunnen in het onderwijs actief
worden ondersteund in de omgang met negatieve prikkels en ontwikkelingen, en leren
hoe ze veerkracht kunnen verkrijgen. Hier gebeurt al veel, zowel vanuit het kabinet
als vanuit de sector en de jongeren zelf. Ook buiten het onderwijs zet het kabinet
acties in gang om het welzijn te verbeteren.
Kabinetsbrede aanpak mentale gezondheid
In de kabinetsbrede aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal»3, gelanceerd in juni 2022, wordt samengewerkt met tal van partijen om het welzijn
van jongeren te verbeteren. De aanpak zet in op een brede maatschappelijke beweging
voor een mentaal gezond Nederland met een specifieke focus op jongeren. Vanuit belangrijke
leefgebieden, zoals onderwijs, buurt en online, wordt ingezet op preventie en het
bespreekbaar maken van het belang van mentaal gezond zijn. Ook worden handvatten geboden
om met mentale gezondheid aan de slag te gaan. Eind december is de eerste voortgangsrapportage4 van de aanpak met de Kamer gedeeld.
Invloed en participatie van jongeren zelf
Het is bemoedigend om te zien dat het onze jongeren zélf zijn die zich actief uitspreken
over hun mentale gezondheid. Afgelopen tijd hebben we diverse gesprekken gevoerd met
jongeren, experts en organisaties. Zo was onlangs de KopZorgenRaad op bezoek op het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om te pleiten voor structurele aandacht
voor de mentale gezondheid van jongeren en het betrekken van de jongeren zelf bij
het beleid. Onderzoek van o.a. het SYNC LAB5 laat ook zien dat jongeren behoefte hebben om te participeren en een bijdrage te
leveren aan onze samenleving en dat dit indirect een positieve invloed heeft op hun
mentale welzijn.
Het is dus belangrijk om jongeren een plek aan tafel te geven wanneer het gaat over
hun mentale gezondheid. In het beleid zetten we dan ook in op de ondersteuning en
innovatiekracht van jongeren zelf. Het panel mentale gezondheid van de Nationale Jeugdraad
(NJR) heeft vanaf het begin meegedacht over de invulling van de aanpak «Mentale Gezondheid:
van ons allemaal» en is nog steeds betrokken bij verdere uitvoering. Daarnaast biedt
ook de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) jongeren de mogelijkheid om te kunnen participeren
in onze samenleving. Binnen elk MDT-project staat de mentale gezondheid van de jongeren
centraal. Er zijn tools en handvatten ontwikkeld waarmee jongeren onderling en met
hun coaches het gesprek kunnen aangaan over hun mentale gezondheid. Daarnaast heeft
MDT ook een preventieve werking in het voorkomen of verminderen van mentale klachten.
MDT biedt jongeren een sociaal vangnet, geeft perspectief en maakt hen weerbaarder
voor de toekomst.
GeestKracht bij MBO Utrecht
Als ambassadeurs van het project GeestKracht laten 12 studenten van MBO Utrecht hun
stem horen en geven zij aan hoe zij willen dat mentaal welzijn bespreekbaar wordt
gemaakt op school. De studenten van GeestKracht doen onderzoek naar mentaal welzijn
binnen MBO Utrecht. Met deze uitkomsten gaan zij handige tools en hulpmiddelen ontwikkelen
en anderen daarmee helpen. Ze organiseren bijvoorbeeld bijeenkomsten bij hun eigen
academie en staan op de Open Dag om met jongeren in gesprek te gaan.
Aanpak mentale gezondheid binnen het onderwijs
Scholen en onderwijsinstellingen hebben een belangrijke rol als het gaat om het ondersteunen
van jongvolwassenen in hun individuele en sociale ontwikkeling. Met het programma
Welbevinden op School en de aanpak Gezonde School werken het funderend onderwijs en
het mbo integraal aan de mentale gezondheid van leerlingen en studenten. Daarnaast
wordt er vanuit de Werkagenda mbo6 ingezet op het verbeteren van het studentenwelzijn.
Eén van de acties is dat scholen samen met studentenraden beleid maken om het welzijn
te verbeteren en met laagdrempelige voorzieningen studenten te ondersteunen. Ook maken
vanuit de Werkagenda mbo gemeenten en mbo-scholen in de regio duurzame afspraken over
welke ondersteuning door externe zorgpartijen wordt geleverd aan studenten binnen
en buiten de school.
Hogescholen, universiteiten en studentenorganisaties hebben zich gecommitteerd aan
een soortgelijke aanpak voor het hbo en wo. Zij hebben gezamenlijk het Landelijke
Kader Studentenwelzijn gemaakt. Hogescholen en universiteiten krijgen voor de uitvoering
van dit kader € 15 miljoen uit het Bestuursakkoord7. Zowel vanuit het Kader Studentenwelzijn als vanuit de Werkagenda mbo wordt ingezet
op het vergroten van de binding van studenten met hun medestudenten, de opleiding
en de onderwijsinstelling. Daarnaast zetten de afspraken in op meer aandacht voor
preventie in het onderwijs, het vergroten van de kennis en kunde van onderwijsprofessionals
en het verbeteren van de samenwerking tussen onderwijs en zorg in de regio.
Het vervolgonderwijs wordt bij de uitvoering van deze ambities ondersteund door het
programma Studentenwelzijn (STIJN), gecoördineerd door het Trimbos-instituut. Hiermee
wordt voortgebouwd op de activiteiten die met de middelen van het Nationaal Programma
Onderwijs al zijn geïnitieerd.
Integratie van welzijn binnen het onderwijs
Een mooi voorbeeld van de integratie van welzijn in het curriculum is de geneeskundeopleiding
van het Radboud UMC. Gedurende de opleiding werken studenten samen met een coach in
een coachingsgroep. In de groep staan zowel studievaardigheden als levensvaardigheden
centraal. Dat zijn vaardigheden, zoals leren plannen en feedback geven, waar studenten
de rest van hun leven profijt van hebben.
Tegengaan prestatiedruk
Een aanbeveling uit het onderzoek van Verwey-Jonker is om blijvend aandacht te hebben
voor het verminderen van prestatiedruk.
Om die prestatiedruk te verminderen, zijn we afgelopen jaar begonnen met verschillende
pilots rondom de indeling van het collegejaar op hbo- en wo-instellingen om meer rust
en ruimte te creëren voor studenten en docenten. Op dit moment wordt er onder mbo-studenten
onderzoek gedaan naar de oorzaken van stress en prestatiedruk. Het onderzoeksrapport
met aanbevelingen wordt in het najaar met uw Kamer gedeeld.
Een slimmer collegejaar in de praktijk
De Universiteit Leiden heeft in de Master Crisis & Security Management de scriptie
vervangen door een innovatieve opzet van een onderzoeksportfolio. In plaats van één
piekbelasting aan het einde van het collegejaar voor zowel student en docent, wordt
er nu gedurende het jaar gewerkt aan het onderzoeksportfolio. De nieuwe opzet is qua
academische kennis en vaardigheden gelijkwaardig aan de klassieke scriptie. Voordeel
is dat studenten gaandeweg hun opleiding een intensiever niveau van onderzoeksvaardigheden
beheerst en beter de tijd krijg om hiermee te oefenen en gezamenlijk te leren. Deze
ervaringen worden landelijk uitgewisseld.
Sociale media in de klas
In het onderzoek van Verwey-Jonker wordt tevens aandacht besteedt aan de rol van sociale
media. Passief en problematisch socialemediagebruik heeft namelijk negatieve effecten
op de mentale gezondheid. Vertegenwoordigers van docenten, bestuurders, ouders en
leerlingen in het funderend onderwijs hebben onder leiding van OCW de afspraak gemaakt
dat het gebruik van mobiele telefoons niet langer is toegestaan in de klas. Met deze
afspraak willen de betrokken partijen bijdragen aan een leeromgeving waarin leerlingen
zich kunnen concentreren, betrokken zijn en docenten effectief les kunnen geven. Onderzoek
laat namelijk zien dat met name sociale media en andere niet-educatieve apps afleiden
van de lesstof, sociale interactie verstoren en een negatieve invloed hebben op het
mentaal welbevinden. Een (mentaal) gezonde digitale balans is daarnaast nadrukkelijk
onderdeel van de aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal». Er zijn meerdere preventieprogramma’s
beschikbaar gericht op bewustwording en het ontwikkelen van vaardigheden. Ook heeft
het NJI de Toolbox Mediaopvoeding ontwikkeld. Hierin zijn factsheets voor professionals
en tipsheets voor ouders opgenomen.
Tegengaan financiële stress onder jongeren
Uit het onderzoek van Verwey Jonker komt verder naar voren dat armoede negatieve effecten
heeft op de mentale gezondheid. De herinvoering van de basisbeurs in september 2023
en het verruimen van de aanvullende beurs biedt financiële verlichting onder de huidige
studentenpopulatie. Daarnaast is er voor studenten met bijzondere omstandigheden of
een functiebeperking extra (financiële) ondersteuning via de Voorziening prestatiebeurs
(DUO), het Profileringsfonds (hbo en wo) en het Studentenfonds (mbo).
Risicogroepen
Het rapport stipt een aantal belangrijke aspecten aan die niet alleen raken aan het
onderwijsveld of de gezondheidszorg. Jongeren die te maken krijgen met discriminatie
en racisme en jongeren die opgroeien in armoede hebben een hoger risico op een slechte
mentale gezondheid. Het is belangrijk dat we oog hebben voor de verschillende achtergrondkenmerken
die van invloed zijn op welzijn. Eerder heeft de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport onderzoek laten doen naar de mentale gezondheid van Nederlandse jongeren
met en zonder migratieachtergrond. Uit dit onderzoek blijkt dat jongeren met een migratieachtergrond
vaker alledaagse discriminatie ervaren en dat die ervaringen een negatieve invloed
hebben op de mentale gezondheid.8 In afstemming met betrokken partijen, waaronder ook het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en kennispartners, wordt verkend wat de mogelijkheden zijn voor
opvolging van het onderzoek en welke ondersteuningsbehoefte er in relatie tot dit
onderwerp leeft bij partijen in het veld.
Tot slot
Het is goed dat de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opdracht heeft gegeven
voor dit onderzoek. Het benadrukt de gedeelde urgentie en aandacht voor het welzijn
van jongeren bij zowel de Kamer als het kabinet. We gaan graag verder in gesprek over
het mentaal welzijn van jongeren en studenten tijdens het debat op 25 april.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport