Brief regering : Stand van zaken toezeggingen aanpak witwassen
31 477 Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering
Nr. 100
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2024
Op 25 september 2022 hebben de Minister van Justitie en Veiligheid en mijn ambtsvoorganger
de beleidsagenda voor de aanpak van witwassen aan uw Kamer gestuurd.1 Een stevige inzet op de aanpak van witwassen is nodig voor het borgen van de integriteit
en veiligheid van het financiële stelsel. Ook is de aanpak van witwassen een onmisbare
schakel in het voorkomen en bestrijden van (ondermijnende) criminaliteit.
Op 17 mei 2023 is voor het eerst gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering
van deze beleidsagenda.2 In die brief stond de toezegging om voor het einde van het jaar 2023 een volgende
voortgangsbrief te sturen. Inmiddels is het kabinet demissionair en heeft de Tweede
Kamer op 12 september 2023 de voortgangsbrief van de beleidsagenda van 17 mei 2023
op de lijst van controversiële onderwerpen geplaatst.3 Ik zal om deze reden geen nieuwe beleidsinitiatieven presenteren en geen voortgangsbrief
delen met uw Kamer.
Wel wil ik uw Kamer informeren over enkele specifieke onderwerpen waarover eerder
is toegezegd om uw Kamer op de hoogte te houden. Mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid informeer ik daarom uw Kamer met deze brief over de relevante statistieken
over de aanpak van witwassen zoals bijgehouden door het kabinet over 2022, de stand
van zaken van het traject om de toegang tot betaalrekeningen te waarborgen en de verschillende
onderzoeken naar discriminatie door banken en betaalinstellingen. Ook ga ik kort in
op een rapport getiteld «Krachten gebundeld, naar een effectievere en efficiëntere
invulling van de poortwachtersrol in Nederland» zoals aangeboden door MKB-NL, VNO-NCW
en zes brancheorganisaties aan de Minister van Justitie en Veiligheid.4
Statistieken over 2022
Zoals toegezegd aan uw Kamer in de aanbiedingsbrief van de beleidsagenda uit september
20225, vindt u in bijlage 1 het jaarlijkse overzicht van relevante statistieken over de
aanpak van witwassen voor het jaar 2022.
In mei 2023 ontving u de relevante statistieken over 2021.6 Bijlage 1 bevat ook een leeswijzer.
Zoals ook werd benadrukt bij het versturen van de statistieken over 2021, is de volgende
notie van belang bij dit soort statistieken: statistieken alleen, vooral van slechts
één of twee jaar, bieden onvoldoende basis voor een analyse over het functioneren
van de aanpak van witwassen. Het trekken van zinvolle conclusies vereist een diepgaande
analyse van zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens over meerdere jaren. Daarbij
geldt dat cijfers tussen verschillende autoriteiten, zonder nadere duiding, moeilijk
met elkaar zijn te vergelijken. De doelgroepen waarop de toezichthouders toezicht
houden, kunnen immers verschillen, bijvoorbeeld in omvang en mate van regulering.
De statistieken zijn daarmee slechts een van de bronnen die worden meegenomen in beleidsontwikkeling
op het beleid van bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering.
Borgen toegang betalingsverkeer
Het borgen van de toegang tot het betalingsverkeer is één van de elf prioriteiten
uit de beleidsagenda aanpak witwassen. Het gaat hierbij specifiek om het openen en
behouden van betaalrekeningen. In de laatste voortgangsbrief is in kaart gebracht
welke sectoren problemen ervaren, wat hiervan de oorzaken zijn en welke acties worden
ondernomen. In bijlage 2 bij deze brief vindt u een geactualiseerde versie van dit
overzicht. In sommige gevallen hebben de belemmeringen in de toegang een relatie met
de toepassing van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
(Wwft) door banken. Banken zijn, naar aanleiding van signalen over belemmeringen,
met verschillende sectoren in gesprek gegaan om meer kennis te vergaren over de mogelijke
witwasrisico’s van die sectoren. Met die kennis kunnen banken de individuele risicobeoordeling
die de Wwft van hen vergt beter uitvoeren. Een aantal van deze gesprekken is inmiddels
afgerond en hebben geleid tot zogenoemde sectorstandaarden. Sectorstandaarden zijn
publicaties van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) waarin uitgangspunten worden
geboden aan banken voor een meer risicogebaseerd cliëntonderzoek bij specifieke sectoren.
In september is de sectorstandaard voor de not-for-profit sector gepubliceerd7 en in november voor sekswerkers8 en cryptoactivadienstverleners9. De NVB zal gezamenlijk met de betreffende sectoren een evaluatie uitvoeren naar
de impact van de standaarden.
Daarnaast heeft de NVB, in overleg met De Nederlandsche Bank (DNB) en het Ministerie
van Financiën, ook risicogebaseerde standaarden gepubliceerd. Deze standaarden bieden
banken handvatten voor een meer risicogebaseerde invulling van specifieke verplichtingen
uit het cliëntonderzoek. Zo zijn eerder de risicogebaseerde standaarden gepubliceerd
over identificatie en verificatie van uiteindelijke belanghebbenden (UBO’s)10 en over verscherpt cliëntonderzoek voor hoog-risico derde landen11.
Recenter is ook de risicogebaseerde standaard voor politiek prominente personen verschenen.12 Het doel van zowel de sectorstandaarden als de risicogebaseerde standaarden is dat
ze banken faciliteren in hun risicogebaseerde aanpak van witwassen. Het doel hiervan
is in de toepassing meer focus op hogere risico’s en meer ruimte bij lagere risico’s
te bieden.13
In de laatste voortgangsbrief stond ook dat mogelijk niet alle groepen zijn geholpen
met het voltooien van de acties uit het bijgevoegde overzicht. Voor deze groep is
een vangnet wenselijk, bijvoorbeeld in de vorm van toegang tot een basisbetaalrekening
voor zakelijke klanten.14 Daarom heeft mijn voorganger aan de banken gevraagd hier een voorstel voor te doen.
De NVB heeft afgelopen zomer een verkenning uitgevoerd naar een basisbetaalrekening
voor zakelijke klanten. Deze neemt het ministerie mee in de uitwerking van verschillende
opties die momenteel plaatsvindt. Ik wil de Tweede Kamer rond de zomer informeren
over de verschillende opties die worden voorbereid, en de bijbehorende voor- en nadelen,
ten behoeve van de politieke besluitvorming.
Onderzoeken discriminatie
In de voortgangsbrief beleidsagenda aanpak witwassen stond ook dat er signalen zijn
ontvangen dat de moslimgemeenschap discriminatie ervaart bij het Wwft-klantonderzoek
door banken. Dat is zorgwekkend. In de beantwoording van Kamervragen15 over dit onderwerp werd aangekondigd dat mijn ministerie meer duidelijkheid wil krijgen
over deze signalen en daarom een onderzoek laat uitvoeren. Ook DNB en de NVB voeren
onderzoeken uit naar aanleiding van deze signalen. Ik ben blij dat de signalen ook
door DNB en de NVB serieus zijn opgepakt en dat zij zich door middel van onderzoek
een goed beeld hiervan willen vormen. In afwachting van het onderzoek dat ik laat
uitvoeren heb ik in de Algemene Leidraad Wwft16 expliciet opgenomen dat het is verboden is om onderscheid te maken op basis van godsdienst,
levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of
homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat. Dit volgt onder andere uit de Algemene
wet gelijke behandeling. Dit verbod geldt natuurlijk al jaar en dag, maar de opname
in de Algemene Leidraad Wwft biedt een nog duidelijker signaal aan de onder toezicht
staande instellingen.17
Hieronder vindt u een verdere toelichting op de verschillende onderzoeken.
Organisatie
Reikwijdte en doelstelling onderzoek
Ministerie van Financiën
Inzicht krijgen in de ervaren discriminatie van burgers bij de dienstverlening door
banken en betaalinstellingen.
De Nederlandsche Bank
Onderzoek naar de maatregelen die banken treffen om bij het naleven van de Wwft discriminatie
en onrechtmatige uitsluiting tegen te gaan.
Nederlandse Vereniging van Banken
Afgerond. Inzichtelijk maken hoe in het beleid, de processen en de uitvoering discriminatie
in het Wwft-klantonderzoek van banken wordt voorkomen en welke waarborgen daarvoor
zijn ingericht. De reikwijdte van het project is zowel particulieren als zakelijke
klanten.
Inmiddels is het onderzoek van de NVB afgerond. De hoofdconclusie van het NVB-onderzoek
is dat banken de signalen over het algemeen niet herkennen en dat er weinig tot geen
sprake lijkt te zijn van structurele discriminatie of racisme. Dat strookt niet met
de signalen uit de moslimgemeenschap.18 De NVB gaat daarom enkele acties ondernemen. Ten eerste gaat Farid Azarkan als opvolging
op het rapport een sessie met bankbestuurders en -werknemers leiden in een moskee,
om over de bevindingen van het rapport in gesprek te gaan met de gemeenschap. Ten
tweede wil de NVB zich aansluiten bij het meldpunt voor discriminatie, omdat klanten
discriminatie bij de bank beperkt melden. Tenslotte gaat de NVB een overzicht maken
van goede cursussen en trainingen om meer bewustzijn te creëren bij bankmedewerkers.
Het onderzoek van NVB laat zien dat er meer gedaan kan worden om discriminatie te
voorkomen en het is goed dat de NVB actie onderneemt op deze punten.19
Als de uitkomsten van alle drie de onderzoeken bekend zijn, zal mijn ministerie in
gesprek gaan met de betrokken partijen over de conclusies die uit deze onderzoeken
kunnen worden getrokken en over eventuele oplossingsrichtingen. Ik streef ernaar om
uw Kamer voor 1 juni hierover te informeren.
Rapport «Krachten gebundeld, naar een effectievere en efficiëntere invulling van de poortwachtersrol in Nederland»
Op 23 oktober 2023 heeft MKB-Nederland een rapport aangeboden aan de Minister van
Justitie en Veiligheid. Dit rapport is opgesteld in opdracht van zes brancheorganisaties,
MKB-Nederland en VNO-NCW en gaat over de kansen en mogelijkheden om de efficiëntie
en effectiviteit van de anti-witwasketen en de naleving van de Sanctiewet te verbeteren.
Er zijn hierbij aanbevelingen gedaan aan de poortwachters, de overheid en aan hen
beide samen.
Ik vind het positief dat poortwachters gezamenlijk nadenken over hoe de poortwachtersfunctie
verder versterkt kan worden en hier gezamenlijk mee aan de slag gaan. Wat betreft
de aanbevelingen die (mede) gericht zijn aan de overheid, geef ik in reactie op uw
verzoek van 20 maart 202420 aan dat sommige aanbevelingen uit het rapport reeds in gang zijn gezet in het kader
van de beleidsagenda aanpak van witwassen.21 Dit geldt bijvoorbeeld voor het verbeteren van de feedbackloop, het versterken van
de National Risk Assessment en het verbeteren van de publieke voorlichting. De brancheorganisaties
zijn betrokken bij deze trajecten en de ministeries spreken graag verder met hen over
de nieuwe ideeën die ze hebben opgedaan ter verbetering van deze trajecten met dit
rapport.
Zoals verzocht in de motie die is ingediend door het Kamerlid Michon22 tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid op
8 februari, zullen de beide ministeries in gesprek gaan met de poortwachters naar
aanleiding van dit rapport. Ik hecht eraan hierbij aan te geven dat het rapport ook
verschillende aanbevelingen bevat die nieuw beleid vereisen. Voorbeelden hiervan zijn
het aanwijzen van een nationale coördinator, toegang voor poortwachters tot het afgesloten
deel van het UBO-register en het vaststellen van een nationale risk appetite. Vanwege de demissionaire status van het huidige kabinet, worden de aanbevelingen
die nieuw beleid vergen overgelaten aan een nieuw kabinet.
Afsluiting
De inzet tegen witwassen blijft onverminderd belangrijk en zal worden voortgezet.
Ik ga hier graag over in gesprek met uw Kamer tijdens het Commissiedebat bestrijding
witwassen en terrorismefinanciering van 24 april 2024.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.