Brief regering : Reactie op de motie van de leden Krul en Peters over een plan voor het tegengaan van studieschulden (Kamerstuk 31288-1085)
24 724 Studiefinanciering
Nr. 238
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2024
Na het tweeminutendebat over Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs van 24 oktober
2023 heeft uw Kamer de motie Krul en Peters1 aangenomen. Deze motie verzoekt de regering om:
1. binnen de financiële kaders van het studiefinancieringsstelsel opties uit te werken
waarmee studenten die onder het studievoorschotstelsel vielen een korting op hun studieschuld
krijgen wanneer ze versneld aflossen;
2. de informatievoorziening voor studenten te verbeteren, waaronder het opnemen van een
banner «geld lenen kost geld» op de website van DUO;
3. samen met in ieder geval VNO-NCW en MKB-Nederland opties uit te werken waarmee werkgevers
de mogelijkheid hebben om oud-studenten te helpen bij het afbetalen van hun schulden;
4. samen met (oud-)studenten opties uit te werken waardoor studenten geholpen worden
om verstandige keuzes te maken bij het aangaan van een studielening en oud-studenten
geholpen worden om verstandige keuzes te maken bij het (versneld) aflossen van hun
lening.
Ik ben in mijn brief van 21 december 2023 ingegaan op de eerste twee verzoeken2. Ik ga in voorliggende brief in op het derde en vierde verzoek van de motie over
informatievoorziening aan studenten en hulp bij aflossing door werkgevers.
Hulp werkgevers bij aflossen studieschuld werknemers
Het aflossen van een studielening is allereerst de verantwoordelijkheid van oud-studenten.
Zij hebben voor hun opleiding gebruikgemaakt van studiefinanciering en daarbij keuzes
gemaakt hoe ze wilden leven en studeren en hoeveel zij daarvoor wilden lenen. Inkomen
uit een eigen bedrijf of loon stellen hen in staat de studielening af te lossen. Daarbij
beschermt de draagkrachtregeling oud-studenten. De maximale aflossing is afhankelijk
van de hoogte van het inkomen. Een eventuele restschuld wordt kwijtgescholden en studenten
mogen onbeperkt extra aflossen.
Ambtenaren van mijn ministerie hebben met VNO-NCW en MKB Nederland en met de Algemene
Werkgeversvereniging Nederland (AWVN) over deze motie gesproken. Deze organisaties
zien voor werkgevers geen brede verantwoordelijkheid voor de aflossing van studieleningen
van hun werknemers. Een bedrijf kan wel vrijwillig kiezen om de werknemers te willen
helpen bij het aflossen van hun studieschuld. Een dergelijke arbeidsvoorwaarde kan
onderscheidend zijn om werknemers te werven en te binden. Ook kan een bedrijf hier
vanuit sociale betrokkenheid voor kiezen.
Een aantal bedrijven heeft beleid vastgesteld of collectieve afspraken gemaakt voor
hulp bij het aflossen van de studieschuld van hun werknemers. Dit doen zij binnen
de daarvoor geldende fiscale regels. Er zijn geen cijfers beschikbaar hoe vaak dit
voorkomt. Er is wel een aantal voorbeelden bekend. In januari 2024 heeft bijvoorbeeld
KPN een nieuwe cao afgesloten, waarbij één van de keuzeopties is om één keer per twee
jaar fiscaal vriendelijk 5.000 euro af te lossen op de studieschuld3. Ook in januari 2024 heeft VGZ een nieuwe cao afgesloten waarin de zorgverzekeraar
voor 2024 maximaal 200.000 bruto beschikbaar stelt voor het ondersteunen van medewerkers
met een studieschuld veroorzaakt door het leenstelsel4. Een ander voorbeeld is het waterschap Aa en Maas dat voor nieuwe werknemers in een
periode van vijf jaar maximaal 15.000 euro aflost op de studieschuld. De werknemers
van het waterschap zijn hierover inkomstenbelasting verschuldigd5. Ook het Rijk als werkgever voor de sector Rijk heeft recent in het onderhandelaarsakkoord
hierover afspraken gemaakt. Een werknemer kan vanaf 2025 jaarlijks 2.000 euro bruto
vanuit het Individueel Keuze Budget (IKB) inzetten om af te lossen op de studieschuld.
De werknemer heeft over dat bedrag een bruto-netto voordeel6.
Een bijdrage aan de aflossing door een werkgever is fiscaal gezien loon waarover de
werknemer inkomstenbelasting verschuldigd is. Dat geldt in principe ook als de werkgever
rechtstreeks bij DUO een aflossing zou doen. Een werkgever kan er nu al voor kiezen
ook de inkomstenbelasting voor haar rekening te nemen. Dit kan bijvoorbeeld door het
afgeloste bedrag te bruteren7. Ook kan deze bijdrage onbelast aan een werknemer worden vergoed door deze ten laste
te brengen van de vrije ruimte in de werkkostenregeling8. Bij overschrijding van de vrije ruimte is de werkgever hierover eindheffing verschuldigd.
VNO-NCW en MKB Nederland en AWVN hebben geen behoefte aan beleid vanuit het kabinet
om aflossing door werkgevers te stimuleren. Werkgever(s) en werknemer(s) kunnen daar
desgewenst – individueel of collectief – met elkaar afspraken over maken. Ik deel
deze lijn van de werkgeversorganisaties.
Hulp bij verstandig lenen en verstandig aflossen
(Oud-)studenten hebben goede informatie nodig over de te maken keuzes bij het aangaan
en aflossen van een studielening. Deze informatie moet vervolgens ook via de juiste
kanalen bij de (oud-)student terecht komen. Volgens het Nibud Studentenonderzoek uit
2021 heeft bijna driekwart van de studenten behoefte aan informatie over studeren
en geldzaken9. Studenten hebben het meest behoefte aan informatie over wat de financiële gevolgen
zijn van lenen (55 procent), hoe en wanneer ze hun studieschuld moeten afbetalen (44
procent) en of ze in aanmerking komen voor toeslagen (36 procent).
DUO helpt studenten bij het maken van bewuste keuzes over hun studielening met duidelijke
informatie over de voorwaarden en gevolgen. De informatie die DUO met studenten deelt
is in kaart gebracht in de brief die ik uw Kamer eind 2023 heb gestuurd10. Ook biedt DUO rekentools aan waarmee studenten kunnen berekenen hoeveel ze kunnen
lenen om hun studie te bekostigen. DUO is echter geen financieel adviseur. DUO kan
studenten niet adviseren over welke keuzes de verstandigste keuzes zijn. De «verstandige
keuze» is afhankelijk van de persoonlijke (financiële) situatie van (oud-)studenten
en de wensen en verwachtingen die zij hebben voor hun toekomst.
Verstandig lenen
Mijn ministerie heeft samen met de studentenorganisaties ISO en JOBmbo opties in kaart
gebracht waardoor studenten geholpen worden om verstandige keuzes te maken bij het
aangaan van een studielening. Deze opties leggen de focus op nudging11, het verbeteren van de DUO website, het proactief voorlichten over studiefinanciering
op de middelbare school en het in kaart brengen van de mogelijkheden van een DUO-applicatie
op de telefoon. DUO is structureel in contact met studenten en studentenorganisaties.
In deze bestaande contacten worden deze opties verder uitgewerkt.
Zo werkt DUO binnen het netwerk van Student Centraal12 met studenten, onderwijsinstellingen en overheidsinstellingen aan het verbeteren
van de informatievoorziening en dienstverlening voor (aankomend) studenten. Studenten
en studentenorganisaties kunnen via Student Centraal voorstellen doen voor het stimuleren
van verstandige beslissingen met betrekking tot het aangaan en terugbetalen van studieleningen.
Studentenorganisaties hebben daarnaast directe toegang bij DUO om suggesties mee te
geven. Onderzoekers van DUO bezoeken scholen, gaan de straat op of werven online mensen
die hun ervaringen willen delen. DUO doet regelmatig onderzoek («User Experience»)
naar «klantbeleving» en op «doelgroep-dinsdag» kunnen studenten hun feedback op diensten
en producten geven. DUO heeft ook een jongerenraad, waarin zij met een groep studenten
allerhande zaken bespreekt.
Verbeteringen over de informatievoorziening en dienstverlening worden bij DUO in een
continu proces doorgevoerd. Zo zijn er eind maart 2024 verschillende aanpassingen
op het aanvraagscherm van de DUO website doorgevoerd. Daarbij zien studenten bij de
aanvraag van een rentedragende lening als laatste stap een overzichtsscherm met de
belangrijkste punten die zij moeten weten over de lening die zij aangaan, waarna zij
dit actief moeten bevestigen. Ook de aanvullende beurs die automatisch staat aangevinkt,
is hiervan een uitkomst. Een ander voorbeeld is dat het leenbedrag bij de start van
de aanvraag niet op «maximaal» staat. Een student moet zelf kiezen welk bedrag diegene
invult. Ook werkt DUO aan het «mobile friendly» maken van haar website. Als dit is
afgerond gaat DUO onderzoeken of er een brede behoefte is aan een app.
Verstandig aflossen
DUO heeft veel kennis van en ervaring met informatievoorziening rond het aangaan van
lening. De kennis over het aflossen van een lening is beperkter. DUO en het Kenniscentrum
Psychologie en Economisch Gedrag onderzoeken momenteel hoe (oud-)studenten het beste
kunnen worden ondersteund bij het maken van een verstandige keuze voor de aflossing
van hun studieschuld. Het maken van weloverwogen keuzes is belangrijk, omdat het terugbetalen
van de studieschuld grote financiële consequenties kan hebben. De onderzoekers kijken
naar de keuzes die oud-studenten maken bij het aflossen van hun studieschuld en wat
hun overwegingen zijn. Verder wordt onderzocht wat het kennisniveau van oud-studenten
is van de aflosvoorwaarden en hoe ze omgaan met hun schuld. Het onderzoek wordt voor
de zomer afgerond. DUO zal de aanbevelingen gebruiken om (oud-)studenten beter van
dienst te zijn bij het maken van verstandige keuzes bij het aflossen van hun studieschuld.
Tot slot
Ik deel de mening van de leden dat goede informatie over de studiefinanciering en
specifiek over verstandig lenen en aflossen belangrijk is. Dit uitgangspunt is ook
in het beleid zelf zichtbaar. Bijvoorbeeld door de draagkrachtregeling, waarbij oud-studenten
aflossen naar draagkracht en een eventuele restschuld wordt kwijtgescholden. Ik blijf
de financiële situatie van studenten volgen door in gesprek te blijven met studenten
en door het laten uitvoeren van onderzoek. Vanaf september 2024 worden ook koopkrachtberekeningen
van studentenhuishoudens door het Nibud gepubliceerd. Tenslotte blijft DUO continu
verder werken aan verbetering van de informatievoorziening.
Ik beschouw met deze brief en de brief van 21 december 2023 de motie als afgedaan.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap