Brief regering : Acute opvangsituatie
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3242
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE
ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2024
Er is een sprake van een acute situatie in de asielopvang. Alle opvanglocaties zitten
boven de 100% bezetting. Veel tijdelijke locaties sluiten en er worden te weinig nieuwe
locaties geopend. Het aantal asielaanvragen is nog altijd hoger dan de keten aankan.
De instroom in de eerste maanden van 2024 is aanzienlijk hoger dan deze periode vorig
jaar. Tevens blijft de achterstand op de uitstroom van statushouders naar reguliere
woningen, hotels en doorstroomlocaties zeer fors. Statushouders houden daardoor opvangplekken
bezet, wat de druk op de asielopvang vergroot.
Gemeenten, provincies en COA werken intensief aan het realiseren van opvangcapaciteit
om al diegenen die recht hebben op opvang onderdak te kunnen bieden. Op grond van
de Spreidingswet dienen de verslagen van de gesprekken aan de provinciale regietafels
(PRTs) en de invulling van gemeenten van de provinciale opgave voor 1 november 2024
te worden ingediend bij de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze plekken
moeten uiterlijk op 1 juli 2025 gerealiseerd zijn. Vanzelfsprekend is er tijd nodig
om de 96.000 opvangplekken uit de capaciteitsraming van de Spreidingswet te realiseren.
In de tussentijd zijn er echter ook veel plekken nodig. Om de periode tot 1 juli 2025
te overbruggen is op dit moment met spoed behoefte aan (tijdelijke) opvangplekken.
Door de aanhoudende hoge asielinstroom en het sluiten van veel tijdelijke locaties
dreigen er serieuze tekorten te ontstaan op zeer korte termijn. De inschatting op
dit moment is dat er tot 1 juli 2024 in totaal circa 12.000 opvangplekken gerealiseerd
dienen te worden. Ook na 1 juli 2024 wordt een groot tekort aan opvangplekken verwacht.
Om zoveel mogelijk opvangplekken te realiseren zet het COA zich onverminderd in om
nieuwe locaties te realiseren en sluitingen te voorkomen. Daarnaast zal COA tot 1 juli
2024 wekelijks 400 statushouders tijdelijke uitplaatsen naar hotels om zo ruimte te
creëren in de bestaande opvang.
Ook met deze inzet van het COA en eerder genomen noodmaatregelen1 blijft de opvangsituatie kritiek. COA heeft aangegeven niet alle benodigde opvangplekken
te kunnen realiseren in de komende periode.
Gelet op de acute tekorten stellen wij een tweetal acties in van Rijkswege om op korte
termijn (tot 1 juli 2024) 5.000 opvangplekken te realiseren en de opvangcapaciteit
te vergroten gedurende de overbruggingsperiode tot 1 juli 2025. In juni herijken wij
de acute tekorten om de opvangbehoefte in de periode na 1 juli 2024 aan te scherpen.
Op 15 april hebben wij de opgave op korte termijn, alsmede de doorkijk richting volgend
jaar, besproken in een Acuut Opvangoverleg met de commissarissen van de Koning en
vertegenwoordigers van de VNG in de Landelijke Regietafel Migratie.
1) Met spoed tijdelijke gemeentelijke opvang realiseren
In verscheidene brieven is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgeroepen
nieuwe opvangplekken te realiseren.2 In de PRTs is de grote druk op de asielopvang besproken. Daarom is in een gesprek
tussen het kabinet en de commissarissen van de Koning, in hun rol als rijksorgaan,
voor de overbruggingsperiode tot 1 juli 2025 het verzoek gedaan om met spoed tijdelijke
gemeentelijke opvang (hierna: tijdelijke spoedopvang) te realiseren. Het kabinet onderschrijft
de urgentie om met spoed nieuwe locaties te kunnen openen. Derhalve verzoeken wij
gemeenten om tijdelijke spoedopvang te realiseren via de provinciale regietafels.
Gegeven de acute situatie beogen we deze tijdelijke spoedopvang die gemakkelijker
en sneller te realiseren is zoals sporthallen. Indien gewenst of noodzakelijk geacht
kan de CdK de voorzitter van de veiligheidsregio(’s) om bijstand verzoeken voor menskracht
en materieel en gebruikmaken van de bestaande structuren. De uitvraag is als volgt
per provincie voor 13 mei, waarbij onze vraag is om het eerste kwart van deze plekken
per provincie uiterlijk 22 april beschikbaar te stellen.3
Provincie
Aantal opvangplekken per provincie voor 22 april
Aantal opvangplekken per provincie voor 13 mei
Aantal opvangplekken per provincie totaal1
Drenthe
50
150
200
Flevoland
50
150
200
Friesland
50
150
200
Gelderland
150
450
600
Groningen
50
150
200
Limburg
100
300
400
Noord-Brabant
150
450
600
Noord-Holland
250
750
1.000
Overijssel
100
300
400
Utrecht
50
150
200
Zeeland
50
150
200
Zuid-Holland
200
600
800
X Noot
1
In juni worden de acute tekorten herijkt om de opvangbehoefte na 1 juli 2024 aan te
scherpen.
2) De inzet van Rijksgronden
Om de PRTs meer mogelijkheden te geven bieden wij, in samenwerking met het Ministerie
van Defensie, het Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer per provincie Rijksgronden
waarop grote paviljoens voor circa 500 opvangplekken op zo kort mogelijke termijn
(binnen twee maanden) gerealiseerd kunnen worden. Deze potentiële locaties kunnen
door medeoverheden aangevuld of omgewisseld worden met beschikbare gemeentelijke en
provinciale gronden. Op basis van de aangeboden gronden kan de PRT beslissen of zij
van dit aanbod gebruik wil maken en op welke van deze locaties paviljoens gerealiseerd
kunnen worden.
Gelijktijdig zijn wij aan de slag om integrale afspraken te maken over de verschillende
opvang- en huisvestingsopgaven, waarbij wij beginnen met de vijf grootste gemeenten
en gemeenten die mogelijke grote locaties kunnen bieden. Het doel is te ontschotten
en te komen tot een integraal plan voor de langere termijn, waarin onder meer de asielopvangopgave,
de taakstelling huisvesting, doorstroomlocaties en de Oekraïneopgave een plek krijgen.
Deze afspraken moeten passen in de plannen die gemeenten in provincieverband zullen
opleveren en bespreken aan de PRT, waarbinnen ook de Spreidingswetopgave valt. Hierbij
zal ook en nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de opvangtekorten die nu spelen.
We beseffen dat de in deze brief gestelde acties veel vragen van de medeoverheden.
We gaan uiteraard ook door met de structurele inzet, waar uw Kamer onlangs over is
geïnformeerd.4 De uitstroom van statushouders naar huisvesting en doorstroomlocaties is in het bijzonder
belangrijk om hier te noemen. Met deze brief onderstrepen wij dat ook op de korte
termijn het absoluut noodzakelijk is om gezamenlijk onze schouders onder de acute
opgave te zetten. De nieuwe systematiek van de Spreidingswet blijft over het geheel
leidend voor het totaal aantal opvangplekken. In de overbruggingsperiode is het van
groot belang onverminderd verder te gaan met onze structurele en acute inzet om eenieder
die daar recht op heeft te kunnen voorzien van opvang.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties