Brief regering : Verslag Financieel Stabiliteitscomité 15 maart 2024
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 203 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2024
Hierbij zend ik u het verslag van de bijeenkomst van het Financieel Stabiliteitscomité
van 15 maart 2024. Dit verslag wordt ook gepubliceerd op de eigen website van het
Financieel Stabiliteitscomité.
In het Financieel Stabiliteitscomité spreken vertegenwoordigers van DNB, de AFM en
het Ministerie van Financiën ten minste twee keer per jaar onder leiding van de president
van DNB over ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit van het Nederlandse financiële
stelsel. Het CPB neemt als externe deskundige deel aan de vergadering. De deelnemers
namens het Ministerie van Financiën en CPB nemen geen deel aan de besluitvorming over
het signaleren van risico’s en het doen van aanbevelingen.
De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg
Verslag Financieel Stabiliteitscomité 15 maart 2024
In het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) spreken vertegenwoordigers van de Autoriteit
Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB) en het Ministerie van Financiën
over ontwikkelingen op het gebied van financiële stabiliteit in Nederland. Het Centraal
Planbureau (CPB) neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen. De President
van DNB is voorzitter van het FSC.
Tijdens de vergadering van 15 maart 2024 heeft het FSC gesproken over de actuele ontwikkelingen
en risico’s voor financiële stabiliteit. Daarnaast is er dieper ingegaan op de gevolgen
van geo-economische fragmentatie. Ten slotte is er gesproken over communicatie in
crisissituaties.
Actuele ontwikkelingen en risico’s financiële stabiliteit
De Nederlandse economie heeft zich weerbaar getoond na de snelle en forse stijging
van de rente. Naar verwachting groeit de economie in 2024 gematigd en herstelt de
koopkracht. De aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt draagt bij aan hogere loongroei.
Dit vormt een opwaarts risico voor de inflatieontwikkeling, evenals geopolitieke ontwikkelingen.
De inflatie in de eurozone is in de afgelopen maanden verder gedaald, maar bevindt
zich nog boven de doelstelling van prijsstabiliteit.
De risico’s voor de financiële stabiliteit zijn door de daling van de inflatie minder
acuut, maar nog steeds duidelijk aanwezig. Financiële markten gaan uit van een zachte
landing van de economie en waarderingen van risicovolle activa zijn hoog. Hierdoor
kunnen tegenvallers in de inflatiedynamiek of geopolitieke schokken leiden tot hernieuwde
volatiliteit en marktcorrecties. Daarnaast moet de gestegen rente deels nog doorwerken
in de economie. Door de hogere rentes is het voor huishoudens, bedrijven en de overheid
duurder geworden om geld te lenen. Met name bedrijven worden geconfronteerd met hogere
financieringslasten, omdat bedrijfsschulden doorgaans een relatief korte looptijd
of rentevaste periode hebben. Hoewel de betalingsachterstanden bij banken tot nu toe
beperkt blijven, kan dit op termijn leiden tot hogere kredietrisico’s. Een potentiële
kwetsbaarheid vormen bedrijfsschulden in de vorm van private credit. Het gaat hierbij om niet publiek verhandelbare bedrijfsleningen verstrekt door niet-banken,
waarbij het geld doorgaans naar kleinere en middelgrote bedrijven gaat. De totale
markt voor private credit is sinds 2015 verdrievoudigd, vooral in de jaren van lage rente. Met name in de VS
is sprake van een explosieve groei. De risico’s zijn vaak niet transparant door een
gebrek aan data. Door de variabele rente op deze schulden nemen de risico’s als gevolg
van de gestegen rente relatief snel toe, maar dit is vooralsnog nauwelijks zichtbaar
in waarderingen. In het FSC is afgesproken dit specifieke risico nader te analyseren.
De ontwikkelingen op de markt voor commercieel vastgoed vormen eveneens een kwetsbaarheid
voor het financiële systeem. Recent leidde de situatie bij New York Community Bancorp
(NYCB) tot zorgen over de regionale bankensector en commercieel vastgoed in de VS.
De blootstellingen van Nederlandse banken aan Amerikaans vastgoed zijn beperkt en
de kredietkwaliteit van de totale vastgoed portefeuille blijft vrijwel ongewijzigd.
Bij Europese banken lijken de risico’s gerelateerd aan Amerikaanse vastgoed zich te
beperken tot enkele gespecialiseerde Duitse banken. De Nederlandse commercieel vastgoedmarkt
blijft echter eveneens onder druk staan, door zowel cyclische (hogere rente en bouwkosten)
als structurele factoren (toename in e-commerce en thuiswerken).1 Banken moeten daarom waakzaam blijven voor een toename van kredietrisico’s. Ook pensioenfondsen
en verzekeraars zijn blootgesteld aan verliezen door herwaarderingen van commercieel
vastgoed.
Het FSC benadrukt tenslotte het belang van gezonde overheidsfinanciën. De uitgangspositie
is goed, maar de recente ramingen van het CPB2 laten opnieuw zien dat bij ongewijzigd beleid de Europese begrotingsregels geschonden
worden. Om ook in de toekomst bestand te zijn tegen schokken is een koerswijziging
noodzakelijk na het ruime begrotingsbeleid van de afgelopen jaren. Het advies van
de Studiegroep Begrotingsruimte blijft daarbij een belangrijk uitgangspunt.3 Overheidsschulden zijn wereldwijd tijdens en na de pandemie verder opgelopen en in
combinatie met de gestegen rente, vormen deze een risico voor de financiële stabiliteit.
Geo-economische fragmentatie
Het FSC bespreekt de risico’s voor de Nederlandse economie en de financiële stabiliteit,
die het gevolg kunnen zijn van geo-economische fragmentatie. Zowel DNB4 als CPB5 hebben recent een verkennende studie uitgebracht over dit onderwerp.
Sinds de financiële crisis is er in toenemende mate sprake van blokvorming en fragmentatie
van de wereldeconomie. Veel landen streven, gemotiveerd door geopolitieke overwegingen,
naar strategische autonomie en willen risicovolle afhankelijkheden afbouwen. De Brexit,
de handels- en technologieconflicten tussen de VS en China, de oorlog in Oekraïne
met daarop volgende sancties en het conflict in het Midden Oosten zetten de globalisering
verder onder druk. De ommekeer van liberalisatie uit zich in toenemende handelsbeperkingen
tussen landen en regio’s, minder multilaterale overeenkomsten en een bredere inzet
van industriebeleid.
Deze ontwikkeling heeft belangrijke implicaties voor de Nederlandse economie.
Als open economie is Nederland gevoelig voor de wereldwijde toename van geo-economische
fragmentatie. Zo bedraagt de totale import en export 177% van het bbp, één van de
hoogste ter wereld. Nederland heeft daarnaast een relatief hoge totale blootstelling
aan de handel buiten het eurogebied. Een simulatiestudie van DNB laat zien dat de
effecten van fragmentatie op handel en bbp voor Nederland groter zijn dan voor de
EU als geheel. In het onderzochte scenario, waarin mondiale waardeketens verstoord
worden, daalt de Nederlandse uitvoer maximaal met bijna 4 procent en de invoer met
bijna 10 procent. Het bbp daalt in het scenario op middellange termijn met circa 1,7
procent. De inflatie neemt toe door hogere handels- en productiekosten. In een vergelijkbare
studie laat het CPB zien dat een ontkoppeling van de handelsrelaties tussen het Westen
enerzijds en Rusland en China anderzijds een negatief effect heeft op de Nederlandse
economie. Vooral op de korte termijn kunnen de aanpassingskosten hoog zijn.
Geo-economische fragmentatie kan ook gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit.
Zo kunnen verstoringen in waardeketens leiden tot een toename van markt- en kredietverliezen
op de balansen van financiële instellingen. Ook kan fragmentatie leiden tot minder
(internationale) diversificatie als gevolg van handels- en kapitaalrestricties. Dit
kan bijdragen aan hogere macro-economische volatiliteit, doordat nationale en externe
economische schokken sterker doorwerken in de economie. Daarnaast kan de financiële
stabiliteit ook meer direct worden geraakt. Zo kunnen geopolitieke spanningen en fragmentatie
zorgen voor volatiliteit en schokken op financiële markten.
Fragmentatie gaat daarnaast gepaard met een toename in cyberrisico’s. Waar cyberaanvallen
op de financiële sector en infrastructuur hoofdzakelijk nog worden uitgevoerd door
cybercriminelen, neemt ook de rol van staten toe. Overheden gebruiken uiteenlopende
middelen om politiek gemotiveerde doelen te bereiken en conflictvoering is meer hybride
geworden. Financiële instellingen vormen een aantrekkelijk doelwit, vanwege hun belangrijke
rol in de vitale infrastructuur. Cyberaanvallen kunnen de financiële stabiliteit schaden,
wanneer essentiële infrastructuur in het financiële systeem wordt geraakt, bijvoorbeeld
als het betalingsverkeer stilvalt of de handel op financiële markten belemmerd wordt.
Wanneer ook het vertrouwen van het publiek in financiële instellingen wordt aangetast
door cyberaanvallen kan dit systeemrisico’s vergroten. Het FSC steunt initiatieven
van de sector en toezichthouders om de risico’s van langdurige uitval van systemen
in kaart te brengen en deze te mitigeren.
Fragmentatie ondermijnt ook de effectiviteit van internationale coördinatie en het
functioneren van multilaterale fora. Wanneer verschillende machtsblokken in de wereld
zich in toenemende mate van elkaar ontkoppelen, compliceert dit de besluitvorming
van mondiale gremia. Ook kan het leiden tot meer fricties in crisissituaties die een
snelle en gecoördineerde beleidsrespons vereisen, zoals de wereldwijde financiële
crisis in 2008 en de coronapandemie.
Ten slotte kan geo-economische fragmentatie ook de energietransitie bemoeilijken.
Voor het tijdig halen van duurzaamheidsdoelen is de toegang tot grondstoffen en producten
voor energieopwekking van cruciaal belang. De wereldwijde energietransitie heeft gezorgd
voor een enorme toename in de vraag naar kritieke materialen. Een verdere fragmentatie
kan leiden tot schaarste aan cruciale producten of grondstoffen, die nodig zijn voor
de energietransitie. Daarbij speelt ook een rol dat de substitutiemogelijkheden van
dit soort kritieke goederen en grondstoffen vaak beperkt zijn. Wanneer risico’s in
de energietransitie zich materialiseren, kan dit ook de financiële stabiliteit negatief
beïnvloeden.
Het FSC bespreekt verder hoe de economie en de financiële stabiliteit beter bewapend
kunnen worden tegen fragmentatie. Allereerst moeten beleidsmakers in het streven naar
strategische autonomie de kosten van fragmentatie zorgvuldig afwegen tegen de voordelen
van verminderde afhankelijkheid. Bij het afbouwen van deze afhankelijkheden moet selectief
te werk worden gegaan. Een EU-breed industriebeleid kan daarbij helpen om de risico’s
van het streven naar strategische autonomie te verminderen en om te voorkomen dat
lidstaten ieder hun eigen weg gaan. De gedeeltelijke bescherming die de interne EU-markt
biedt onderstreept het belang van een verdieping hiervan. Dit vermindert de afhankelijkheid
van andere wereldregio’s en kan bedrijven daarnaast helpen om internationaal concurrerend
en innovatief te zijn in kritieke sectoren en technologieën.
Het versterken van de kapitaalmarktunie vormt een essentiële voorwaarde voor een goed
functionerende interne markt.6 Een beter functionerende kapitaalmarktunie is van belang voor het groeipotentieel
en de stabiliteit van Europa. Diep geïntegreerde en liquide kapitaalmarkten maken
financiering beschikbaar voor innovatieve bedrijven en een goed functionerende kapitaalmarktunie
vermindert de afhankelijkheid van bankfinanciering.
Crisiscommunicatie
Het FSC heeft verder gesproken over communicatie bij stresssituaties in de Nederlandse
financiële sector. In dergelijke gevallen is het van belang dat AFM, DNB en het Ministerie
van Financiën elkaar snel weten te vinden en gecoördineerd handelen. Daarbij speelt
de ECB een belangrijke rol als Europese toezichthouder op de systeembanken. Het FSC
bespreekt ook de risico’s in het geval van verspreiding van nepnieuws of deepfake. Het is belangrijk hierop voorbereid te zijn, gezien de potentiële impact op de financiële
stabiliteit en het vertrouwen in de financiële sector. Het FSC benadrukt in dit verband
het nut van crisismanagement oefeningen, zowel op nationaal als Europees niveau. De
ervaring op basis van eerdere stresssituatie leert dat het tripartiet schakelen goed
verloopt. Door in goede tijden gezamenlijk crisissituaties te blijven oefenen kunnen
AFM, DNB en het Ministerie van Financiën wanneer het nodig is snel en adequaat handelen.
Volgende vergadering
De volgende vergadering vindt plaats op vrijdag 5 juli 2024. De agenda wordt enkele
weken voorafgaand aan de vergadering vastgesteld.
Indieners
-
Indiener
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.