Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2866
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  H.G.J. Bruins Slot
Verslag Raad Buitenlandse Zaken 18 maart 2024
               
Op maandag 18 maart jl. nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan de Raad Buitenlandse
                  Zaken (RBZ) in Brussel. De Raad sprak over de situatie in het Midden-Oosten, de Russische
                  agressie tegen Oekraïne, en de situatie in Belarus. Onder Current Affairs sprak de Raad over de situatie in Armenië en Azerbeidzjan, Niger en Haïti.
               
Tevens wordt u naar aanleiding van toezeggingen tijdens het commissiedebat Raad Buitenlandse
                  Zaken van 12 maart jl., het plenair debat over de staat van de oorlog in Europa van
                  14 maart jl. en het plenair debat over de Europese Raad van 19 maart jl. via dit verslag
                  geïnformeerd over het Ukraine Assistance Fund, het Strategisch Partnerschap EU-Egypte, de uitvoering van de motie van het lid Ceder
                  c.s. betreffende Armenië en Azerbeidzjan en de maritieme humanitaire corridor voor
                  Gaza.
               
Gesprek met Antony Blinken
De Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, sprak de Raad via
                  videoverbinding toe over Oekraïne en de situatie in het Midden-Oosten. Blinken zei
                  dat Oekraïne in een uitdagende fase zit en dat steun noodzakelijk blijft. Ook vroeg
                  hij aandacht voor de NAVO-top. De top, die deze zomer in Washington zal plaatsvinden,
                  zal sterke steun aan Oekraïne moeten uitstralen. Met betrekking tot de situatie in
                  Gaza stelde Blinken dat de inzet van de VS voor de langere termijn is gericht op een
                  tweestatenoplossing, stabiele regionale integratie en duurzame vrede. Op de korte
                  termijn gaf hij aan hoopvol te zijn dat overeenstemming over een (tijdelijk) staakt-het-vuren
                  aanstaande is met vrijlating van gijzelaars en grotere toegang van humanitaire hulp.
                  In dit kader noemde hij de cruciale rol van de Organisatie van de Verenigde Naties
                  voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) en het
                  belang van voortgaande UNRWA-financiering. In reactie op de verwelkoming door lidstaten
                  van de maritieme corridor gaf Blinken aan dat deze belangrijk is maar complementair
                  moet zijn aan toegang over land. Blinken benadrukte dat een grootschalig Israëlisch
                  grondoffensief in Rafah voorkomen moet worden.
               
Russische agressie jegens Oekraïne
De Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Kuleba, sprak de Raad toe. Hij
                  benadrukte het belang van spoedige aanvullende militaire steun, met name ammunitie
                  en luchtverdedigingsmiddelen, vanwege de zorgwekkende situatie aan het front. Ook
                  onderstreepte Kuleba het belang van een sterk veertiende sanctiepakket met aandacht
                  voor importverboden van Russisch en Belarussisch graan. De Hoge Vertegenwoordiger
                  (HV) beloofde dat de EU aan het eind van 2024 1 mln. stuks munitie zal hebben geleverd.
                  De HV verwees naar de gezamenlijke verklaring die de EU die ochtend had uitgebracht
                  naar aanleiding van de presidentiële verkiezingen in Rusland.1
De Raad stemde in met de oprichting van een Ukraine Assistance Fund (UAF), waarmee het financieringsplafond van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) met
                  EUR 5 mld. wordt verhoogd voor 2024. Conform de toezegging van de Minister van Buitenlandse
                  Zaken tijdens het debat over de staat van de oorlog in Europa, wordt later in dit
                  verslag uitgebreider ingegaan op het UAF.2
Vrijwel alle lidstaten verwelkomden expliciet de overeenstemming over nieuwe listings naar aanleiding van de dood van Navalny onder het EU-Mensenrechtensanctieregime.
                  De besluiten hiertoe zullen op korte termijn worden gepubliceerd. Speciaal sanctiegezant
                  O’Sullivan sprak met de Raad over zijn diplomatieke outreach naar derde landen, maar benadrukte ook het voortdurende belang van goede implementatie
                  door EU-lidstaten zelf. Meerdere lidstaten benadrukten het belang van de start van
                  voorbereidingen voor een ambitieus veertiende sanctiepakket.
               
De HV kondigde aan dat op korte termijn een voorstel volgt voor het gebruik van de
                  buitengewone rente-inkomsten die voortkomen uit geïmmobiliseerde Russische Centrale
                  Banktegoeden (zogeheten windfall profits). De HV wil deze inkomsten gebruiken voor de financiering van militaire steun aan
                  Oekraïne. Een brede groep lidstaten, waaronder Nederland, liet weten het voornemen
                  om met een voorstel te komen te verwelkomen. Nederland gaf daarnaast, in lijn met
                  de moties Krul c.s.3, Dobbe c.s.4 en Brekelmans c.s.5, aan ook het ambitieniveau in de EU te willen verhogen door opties te verkennen voor
                  het gebruik van de geïmmobiliseerde tegoeden zelf, samen met partners zoals de VS
                  en het VK.
               
In het kader van accountability voor Oekraïne, nodigde Nederland lidstaten uit voor de Restoring Justice-conferentie die op 2 april aanstaande in Den Haag wordt gehouden.
Belarus
In navolging op de aanname van de Raadsconclusies over Belarus tijdens de RBZ van
                  20 februari jl. sprak de Raad over de zorgelijke situatie in Belarus. De Raad stond
                  onder meer stil bij het belang van steun voor het Belarussische maatschappelijk middenveld
                  en de democratische krachten. Nederland blijft zich, onder andere door uitvoering
                  van de motie van lid Piri c.s.6, inzetten voor Belarussen die opkomen voor een democratisch en vrij Belarus.
               
Nederland heeft zich, in lijn met de motie van lid Brekelmans c.s.7, tijdens de Raad uitgesproken over het belang van bewijsgaring voor de betrokkenheid
                  van Belarus bij oorlogsmisdaden tegen Oekraïne. Ook sprak de Raad over het belang
                  van aanvullende sanctiemaatregelen tegen Belarus in het kader van sanctieomzeiling,
                  waarbij Nederland heeft aangegeven verdere druk op het regime in Belarus te steunen.
               
Midden-Oosten
De HV sprak over de humanitaire situatie in Gaza die in een nieuwe, kritieke fase
                  is beland en benadrukte het belang van de hervatting van steun aan UNRWA. De Raad
                  sprak verder over het EU-Israël Associatieakkoord, waarbij enkele lidstaten opriepen
                  tot herziening hiervan, zonder dat dit tot brede steun in de Raad leidde. De Raad
                  besloot de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken, Yisrael Katz, nogmaals uit
                  te nodigen voor een RBZ om de aanwezige zorgen rechtstreeks met Israël te bespreken.
               
Nederland gaf een terugkoppeling van de door het kabinet afgegeven stevige boodschappen
                  in Israël tijdens recente bezoeken: de noodzaak van een onmiddellijk staakt-het-vuren
                  dat moet leiden tot het duurzaam staken van de gewelddadigheden, de onwenselijkheid
                  van het starten van een grondoffensief in Rafah onder deze omstandigheden, het verzoek
                  het Israëlische besluit tot uitbreiding van nederzettingen terug te trekken, het verzoek
                  de humanitaire hulp aan Gaza aanzienlijk te verhogen, onder andere door de opening
                  van de grensovergangen Karni en Erez. Nederland benadrukte de oproep aan Israël, conform
                  de motie van lid Van Baarle c.s., om de mogelijkheden van onafhankelijke waarnemers
                  bij de controle op toegang van humanitaire hulpmiddelen verder te onderzoeken.8 Nederland zei geschokt te zijn door het VN-rapport over seksueel geweld door Hamas
                  op 7 oktober 2023. Nederland verwelkomde het politieke compromis ten aanzien van zowel
                  sancties tegen Hamas als tegen gewelddadige kolonisten. Beide voorstellen kwamen mede
                  op initiatief van Nederland tot stand, o.a. conform moties Dassen9 c.s. en Paternotte c.s.10 Het kabinet verwacht dat formele besluitvorming spoedig zal volgen.
               
Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, pleitte wederom voor uitbreiding van het
                  sanctieregime gericht tegen de levering van unmanned aerial vehicles (UAV’s) door Iran aan Rusland. Zij gaven aan bezorgd te zijn over de bredere inzet
                  en proliferatie van Iraanse UAV’s en raketten, ook in het Midden-Oosten. De HV concludeerde
                  dat voorstellen uitgewerkt zullen worden om de mogelijkheden van het sanctieregime
                  uit te breiden. Voor Nederland is van belang dat hier ook maatregelen tegen bijvoorbeeld
                  de Houthi’s onder kunnen vallen. Het is nog niet zeker of hiervoor voldoende draagvlak
                  bestaat in de Raad. Voor besluitvorming is unanimiteit nodig.
               
Current affairs: Armenië & Azerbeidzjan
De Raad sprak kort over de relatie tussen de EU en Armenië, en de verhoudingen tussen
                  Armenië en Azerbeidzjan. De HV zei te hebben gesproken met de Armeense Minister van
                  Buitenlandse Zaken over de lancering van een partnerschapsagenda met een focus op
                  het ondersteunen van de weerbaarheid en de economische ontwikkeling van Armenië. De
                  HV sprak zijn waardering uit richting Duitsland voor het recentelijk faciliteren van
                  vredesbesprekingen tussen Armenië en Azerbeidzjan. De Raad benadrukte het belang van
                  steun aan het vredesproces.
               
Current affairs – Niger
De Raad stond stil bij de recente gebeurtenissen rondom de civiele crisisbeheersingsmissie
                  van de EU, EUCAP Sahel Niger. Op 19 februari jl. zijn de de facto autoriteiten van Niger het hoofdkwartier van EUCAP Sahel Niger binnengevallen en
                  zijn bij doorzoekingen bezittingen van EUCAP in beslag genomen. De defacto autoriteiten claimen dat EUCAP de Status of Mission Agreement (SOMA) heeft geschonden. Tot op heden heeft Niger de beschuldigingen niet met concrete
                  informatie onderbouwd. Naar aanleiding hiervan heeft de EU besloten EUCAP Sahel Niger
                  versneld terug te trekken.
               
Current affairs – Haïti
De Raad sprak over de voortdurende politieke, humanitaire en veiligheidscrisis in
                  Haïti waarbij gewapende bendes de macht uitoefenen in grote delen van de hoofdstad
                  Port-au-Prince. De HV wees op het belang van implementatie van de Kingston-afspraken
                  die onder meer oproepen tot benoemen van een transitieregering en snelle inzet van
                  de door de VN geautoriseerde Multinational Security Support Mission (MSS) onder leiding van Kenia.
               
Toezeggingen en moties
Toelichting Ukraine Assistance Fund (UAF)
Conform de toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens het debat over
                  de staat van de oorlog in Europa, wordt in dit verslag uitgebreider ingegaan op het
                  UAF.11 Het UAF is een separate envelop binnen de EPF voor militaire steun aan Oekraïne.
                  Met de oprichting van het UAF wordt het financieringsplafond van EPF met EUR 5 mld.
                  voor 2024 verhoogd. Het UAF dient als belangrijk raamwerk binnen de EU om lidstaten
                  te stimuleren meer militaire steun aan Oekraïne te leveren. De HV heeft voorgesteld
                  om het nieuwe budget te gebruiken voor gezamenlijke inkoop van militair materieel
                  op de markt, voor EUMAM (European Union Military Assistance Mission in support of Ukraine) Oekraïne, waarmee inmiddels meer dan 40.000 Oekraïense militairen zijn getraind,
                  en voor leveringen van militair materiaal uit voorraad. Een deel van het budget zal
                  worden gebruikt voor vergoedingen van reeds geleverde steun, omdat daar onder het
                  huidige EPF-budget geen ruimte meer voor is. De aankomende periode zullen de lidstaten
                  concrete militaire steunmaatregelen uitwerken om binnen het UAF te implementeren.
                  Zoals gebruikelijk bij de EPF worden deze steunmaatregelen vastgelegd in Raadsbesluiten.
                  Daarbij zal ook besloten worden over de precieze verdeling van het budget over de
                  verschillende sporen. Uw Kamer zal hierover nader worden geïnformeerd.
               
Als gevolg van de ophoging van het financieringsplafond van de EPF wordt zowel het
                  verplichtingenbudget als het uitgavenbudget voor de Nederlandse EPF-bijdrage voor
                  2024 verhoogd met EUR 300,9 mln. Dit is gebaseerd op een BNI-sleutel van 5.9% en lopende
                  prijzen. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in de nota van wijziging.12
Om lidstaten te stimuleren meer militaire steun aan Oekraïne te leveren, kunnen lidstaten
                  een gedeeltelijke vergoeding ontvangen uit het UAF. De verwachting van het kabinet
                  is dat Nederland substantiële vergoedingen zal ontvangen uit het UAF. Hoeveel Nederland
                  zal ontvangen hangt onder meer af van de hoeveelheid steun die Nederland zal leveren
                  aan Oekraïne en de precieze voorwaarden van de steunmaatregelen die de komende tijd
                  zullen worden uitgewerkt, waaronder het vergoedingspercentage.
               
Motie Ceder over Armenië-Azerbeidzjan
In de motie van het lid Ceder13 wordt verzocht om duiding betreffende de gebeurtenissen in september 2023 in de voormalig
                  autonome oblast Nagorno-Karabach. Tot op heden is er geen onafhankelijk onderzoek
                  en/of internationaalrechtelijke uitspraak op basis waarvan deze duiding kan worden
                  gegeven. Zodra dit wel het geval is zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.
               
Strategisch Partnerschap EU-Egypte
Zoals toegezegd door de Minister-President tijdens het ER-debat blikt het kabinet
                  terug op de recent gemaakte afspraken tussen de EU en Egypte. Op zondag 17 maart jl.
                  kwamen de EU en Egypte een strategisch partnerschap overeen. Het partnerschap bevat
                  politieke afspraken over politieke relaties, economische stabiliteit, investeringen
                  en handel, migratie en mobiliteit, veiligheid en «people and skills» en een steunpakket van EUR 7,4 mld. en loopt tot eind 2027. Het bedrag behelst EUR 5 mld.
                  aan macro-financiële steun (consessional loans), EUR 1,8 mld. private sector investeringen (uit het Zuidelijk Nabuurschap Economisch
                  en Investeringsplan) en EUR 600 mln. aan subsidies (grants) waarvan EUR 200 mln. is bedoeld voor migratie management. In het JBZ-verslag van
                  4 en 5 maart 202414 werd uw Kamer reeds geïnformeerd over het belang van samenwerking met Egypte op het
                  gebied van migratie. Daarnaast heeft de Commissie aangegeven dat het partnerschap
                  zal bijdragen aan democratie, grondrechten, mensenrechten, en gendergelijkheid. De
                  toegezegde financiële steun wordt binnen de huidige kaders van het Meerjarig Financieel
                  Kader 2021–2027 gedekt. Er zijn voorwaarden verbonden aan het deel van «concessional loans», in lijn met het hervormingsprogramma en de evaluaties die het IMF recent met Egypte
                  is overeengekomen. Nederland steunt de Commissie in het ontwikkelen van deze brede
                  partnerschappen met derde landen, waaronder met Egypte. Nederland blijft oproepen
                  tot een ambitieuze inzet. Tijdens zijn bezoek aan Egypte op 13 maart jl. heeft MP
                  dit brede partnerschap tussen de EU en Egypte verwelkomd en zijn steun uitgesproken.
                  Het Ministerie van Financiën stelt een separate appreciatie op over de macro- financiële
                  steun.
               
Maritieme humanitaire corridor voor Gaza
Het verruimen en versnellen van landtoegang blijft de meest effectieve weg om hulp
                  bij de bevolking van Gaza te krijgen op de schaal die onmiddellijk nodig is. Gezien
                  de belemmeringen bij de aanvoer naar en distributie binnen Gaza is Nederland actief
                  betrokken bij internationale initiatieven om langs andere wegen hulp te bieden, bijvoorbeeld
                  via de lucht of over zee. Daarmee geeft het kabinet ook uitvoering aan de moties Dobbe
                  c.s.15, Ergin c.s.16 en Boswijk c.s.17
Momenteel werkt Nederland met partners, waaronder de VN, de EU en de VS aan het opzetten
                  van een maritieme corridor vanaf Cyprus. Op 19 maart jl. kondigde de Minister voor
                  Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een bijdrage van EUR 10 mln. aan
                  om te helpen voorzien in operationele benodigdheden. Via een coördinatieoverleg, waaronder
                  deze week op Cyprus, zal worden bepaald wat de concrete behoeftes zijn en wat de betrokken
                  partijen daaraan verder kunnen bijdragen. VN-betrokkenheid en nauwe samenwerking met
                  partners is essentieel om bijdragen op elkaar af te stemmen en te zorgen dat deze
                  aansluiten bij wat er nodig is. De corridor is nog in ontwikkeling – indien naast
                  de huidige bijdrage een beroep wordt gedaan op aanvullende Nederlandse inzet zal uw
                  Kamer daarover worden geïnformeerd.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
