Brief regering : Evaluatie Tweede Kamerverkiezing 22-11-2023
35 165 Verkiezingen
Nr. 73
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2024
1. Inleiding
Op 22 november jl. vond de verkiezing voor de leden van de Tweede Kamer (TK23) plaats.
Dit was een vervroegde verkiezing na de val van het kabinet-Rutte IV op 7 juli 2023.
Als gevolg hiervan moesten de gemeenten en de Kiesraad in relatief korte tijd de verkiezing
organiseren. Dat de verkiezing goed is verlopen is dankzij de enorme inzet van de
gemeenten, de Kiesraad en de tienduizenden vrijwilligers. Ik heb grote waardering
voor hun inzet voor de organisatie van de verkiezing.
Sinds 2007 wordt elke verkiezing geëvalueerd. Dit heeft als doel om na te gaan welke
verbeteringen in het verkiezingsproces nodig zijn. Hierbij bied ik u het verslag van
de evaluatie van TK23 aan. Tot slot blik ik kort vooruit op de aanstaande verkiezing
voor het Europees Parlement (EP24).
2. Algemeen beeld organisatie Tweede Kamerverkiezing
2.1. Opkomst en stemmen per volmacht
De TK23 is over het algemeen goed verlopen. De Kiesraad stelt in het evaluatieadvies
ook vast dat de verkiezing goed is verlopen en dat de uitslag betrouwbaar is.1 De opkomst was met 77,7% vergelijkbaar met de voorgaande Tweede Kamerverkiezingen.
Uit het onderzoek onder kiezers2 blijkt dat evenals bij voorgaande verkiezingen een gebrek aan vertrouwen in de politiek
het vaakst (25%) als reden om niet te gaan stemmen werd genoemd. Een andere belangrijke
reden om niet te gaan stemmen was een gebrek aan interesse (19%).
Het percentage stemmen per volmacht was 9,5%. Dat is hoger dan in 2021, toen dit percentage
op 8,77% lag. Vaak voorkomende redenen om een volmacht af te geven waren verblijf
in het buitenland op de verkiezingsdag (34%) en een gebrek aan tijd (28%).3
2.2. Stemlokalen
De motie van Van der Plas en Chakor4 over onderzoek naar de gevolgen van de daling van het aantal stembureaus op de bereikbaarheid
en opkomst in landelijke gebieden is meegenomen in het evaluatieonderzoek naar de
spreiding van stemlokalen. In vergelijking met de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen
van maart 2023 (PSWS23) waren er bij de TK23 5,5% meer stemlokalen. De gemiddelde
afstand tot een stemlokaal bedroeg 400 meter.5
Uit de data-analyse van het aantal stemlokalen blijkt dat de opkomst «lichtelijk hoger»
is naarmate de afstand tot het stemlokaal groter wordt. Dit is echter geen duidelijk
verband en deze bevinding lijkt een gevolg te zijn van het gegeven dat zowel de afstand
tot het stemlokaal als de opkomst in steden doorgaans lager ligt dan in minder verstedelijkte
(landelijke) gebieden het geval is.6 Dit beeld sluit aan bij de uitkomsten van het Provinciaal en Waterschaps Kiezersonderzoek
2023 (PWKO23)7. Uit het PWKO23 komt naar voren dat de afstand tot het stemlokaal geen rol speelt
bij de opkomst.
2.3. Stembureauleden
Naar aanleiding van zorgen bij gemeenten over de vraag of zij bij deze vervroegde
verkiezingen voldoende stembureauleden en tellers zouden kunnen werven heb ik in de
aanloop naar de TK23 een landelijke wervingscampagne via regionale media laten uitvoeren.
Uit het bij de gemeenten uitgevoerde evaluatieonderzoek blijkt dat 96% van de gemeenten
voldoende reserve stembureauleden had om uitval van stembureauleden op te vangen.
Bij het kleine aantal gemeenten waar dat niet het geval is werd dit veelal opgelost
door de inzet van ambtenaren.8 Door de nieuwe aanwas van stembureauleden is een nieuwe campagne bij de EP24 niet
nodig. Wel is er communicatiemateriaal beschikbaar die gemeenten indien gewenst kunnen
gebruiken bij de werving van vrijwilligers. Ook doe ik via social media een oproep
voor het aanmelden als stembureaulid of als teller.
3. Tellen van stemmen en vaststelling uitslag
In de evaluatie van deze verkiezing is extra aandacht gegeven aan het verloop van
de procedure voor het tellen van de stemmen en de vaststelling van de verkiezingsuitslag.
Aanleiding hiervoor was de evaluatie van de PSWS23 waaruit is gebleken dat bij dit
gedeelte van het verkiezingsproces veel druk op de uitvoering ervaren wordt. Daarom
heb ik in aanloop naar de TK23 verduidelijkende instructies opgesteld over het proces
van tellen en vaststelling van de uitslag. In het algemeen is het tellen van de stemmen
goed verlopen. De procedure voor de vaststelling van de verkiezingsuitslag vraagt
echter nog steeds veel van de betrokkenen. Zowel de commissie voor het onderzoek naar
de geloofsbrieven, de Kiesraad als de NVVB vragen hier aandacht voor. Zij wijzen erop
dat er diverse stappen moeten worden uitgevoerd binnen krappe wettelijke termijnen.
Ook vraagt de Kiesraad aandacht voor de beheersbaarheid en uitvoeringslast, vooral
voor de gemeentelijke stembureaus, van de procedure voor het doen van meldingen door
kiezers. De Kiesraad merkt op dat de impact van de Wet nieuwe procedure vaststelling
verkiezingsuitslagen (NPVV) op de uitvoerbaarheid groter is dan van te voren gedacht
en stelt verschillende maatregelen voor in het evaluatieadvies. De Kiesraad en NVVB
vragen om een beleidsevaluatie van de NPVV. Ik vind het een goed idee om de NPVV na
de aankomende EP24 te evalueren, los van de evaluatie die bij iedere verkiezing al
wordt gedaan. De voorgestelde maatregelen uit de evaluatieadviezen en evaluatiegesprekken
met gemeenten kunnen worden meegenomen in deze evaluatie. Ik ga met de Kiesraad, de
VNG en de NVVB in gesprek over de opzet van deze evaluatie.
3.1. Het schorsen van de stemopneming
Naar aanleiding van de evaluatie van de PSWS23 is in de instructie voor stembureaus
opgenomen dat zij ook mogen schorsen in de uitzonderlijke situatie dat het uitvoeren
van de telling niet meer mogelijk is vanwege de vermoeidheid van stembureauleden en
tellers. Het proactief schorsen van de telling direct na het sluiten van de stembussen,
is echter niet toegestaan.
In acht gemeenten werd de telling bij een of meer stembureaus geschorst. Na de schorsing
is de telling voor die stembureaus op donderdag hervat en afgerond. In één gemeente
was er kort voor de verkiezing sprake van voorbereidingen om proactief te schorsen,
zodat de telling van de stemmen in zijn geheel op donderdag zou plaatsvinden. Na overleg
met BZK is door de gemeente hiervan afgezien. Na de verkiezing is opnieuw overlegd
met de gemeente om mogelijke herhaling bij volgende verkiezingen te voorkomen.
3.2. Extern onderzoek naar aanleiding van de hertelling in Tilburg
De Tweede Kamer heeft op 2 december jl. besloten een hertelling te houden in vier
stembureaus van de gemeente Tilburg (Kamerstuk 35 165 en 36 480, nr. 66). In deze stembureaus was sprake van onverklaarde telverschillen. Bij de stemming
over deze hertelling heeft het lid Omtzigt (NSC) in de Tweede Kamer het verzoek gedaan
een extern onderzoek uit te voeren naar het verloop van het verkiezingsproces. Met
deze brief bied ik u de uitkomsten van dit externe onderzoek aan.9
De onderzoekers constateren dat de protocollen en procedures op een passende manier
zijn gevolgd en het telproces zoals gebruikelijk is verlopen. Zij hebben geen zaken
geconstateerd die fout zijn gegaan of onjuist geïnterpreteerd of toegepast. Wel constateren
de onderzoekers dat de huidige procesgang tot gevolg heeft gehad dat de Kamer in een
ingelaste zitting in het weekend tot een hertelling moest besluiten en dientengevolge
in zeer korte tijd de hertelling door gemeente Tilburg moest worden georganiseerd.
Tijdens het onderzoek hebben de onderzoekers met de diverse betrokkenen diverse oplossingsrichtingen
verkend. Daarover merken de onderzoekers op dat er geen enkele oplossing op voorhand
voldoende bevredigend en goed uitvoerbaar bleek. Tot slot merken de onderzoekers op
dat het controle-instrument «hertelling» bijdraagt aan de objectiviteit en de kwaliteit
van de controle door de commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven. Hierbij
vragen zij in het bijzonder aandacht voor de communicatie over het instrument hertellingen.
Ook de Kiesraad constateert dat de procedure voor de uitslagvaststelling volgens de
voorgeschreven regels en procedures is verlopen. Daarbij doet de Kiesraad een aantal
aanbevelingen zodat eerder in het verkiezingsproces overgegaan wordt tot het hertellen
van stembiljetten wanneer sprake is van opvallende telverschillen bij een centrale
stemopneming.
Ik deel het standpunt dat het wenselijk is dat de geconstateerde telverschillen eerder
tot een hertelling hadden geleid. De Kiesraad adviseert hierop de Kieswet aan te passen
zodat het voor het gemeentelijk stembureau duidelijk is dat in deze situatie hertelling
van de stembiljetten wenselijk is. De onderzoekers wijzen in dit verband op de uitvoerbaarheid
van het verkiezingsproces en de vragen die ontstaan omtrent het vaststellen van een
norm, die gehanteerd kan worden om vast te stellen of een telverschil tot hertelling
moet leiden. Vanwege de implicaties voor de uitvoering wijs ik op de bredere evaluatie
van de NPVV waarover ik het gesprek zal voeren met de Kiesraad, de VNG en de NVVB.
Ik ben voornemens dit onderdeel ook in die evaluatie mee te nemen om te zien hoe verder
invulling kan worden gegeven aan dit vraagstuk.
4. Desinformatie en inmenging
4.1. Geen aanwijzingen desinformatiecampagnes
Terugkijkend op de TK23 kan worden geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat
grootschalige desinformatiecampagnes hebben plaatsgevonden. BZK baseert zich hierbij
op berichtgeving uit de media, van factcheckers en op meldingen van andere overheidsinstanties.10 Wel heeft BZK éénmaal gebruik gemaakt van het Urgent Escalation Channel van X vanwege berichtgeving die mogelijk kiezers zou aanzetten tot het uitbrengen
van een ongeldige stem. Over de wijze waarop het ministerie deze berichten heeft ontvangen,
verwerkt en deze heeft gemeld bij X is een rapportage geschreven.11
De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) heeft in hun onderzoek naar Foreign
Information Manipulation and Interference (FIMI) ook onderzoek gedaan naar de TK23.
Uw Kamer is hierover op 9 november ingelicht.12 In dit onderzoek is gekeken naar manipulatief gedrag en narratieven over de TK23
verspreid door actoren van derde landen en daaraan gelinkte bronnen. Het onderzoek
heeft geen bewijs opgeleverd voor mogelijke beïnvloeding door dergelijke actoren.
4.2. Contacten met sociale media platformen
BZK heeft voorafgaand aan de TK23 op ambtelijk niveau gesproken met vertegenwoordigers
van Google, Meta, Microsoft, Snapchat, TikTok en X. Het doel van deze gesprekken was
om te begrijpen hoe de platformen de risico’s van hun systemen rondom de verkiezingen
beoordelen en om inzicht te krijgen in de mitigerende maatregelen die de platformen
nemen en de effectiviteit daarvan. Tijdens deze gesprekken is bijvoorbeeld het beleid
van platformen besproken, zoals vastgelegd in de eigen gebruikersvoorwaarden, om des-
en misinformatie rondom de verkiezingen tegen te gaan.
Tot slot heeft de Europese Commissie nadat de Digital Services Act in werking is getreden
voor de eerste zeer grote onlineplatforms (VLOPs) en zeer grote onlinezoekmachines
(VLOSEs)13, met enkele van deze platformen zogenoemde «readiness» dialogen gevoerd over de integriteit
van verkiezingen. In de aanloop naar de TK23 heeft de Europese Commissie ook vertegenwoordigers
van het Ministerie van BZK uitgenodigd om deel te nemen aan gesprekken met Google,
Meta, TikTok en X. Uw Kamer is hierover op 9 november geïnformeerd.14 BZK heeft tijdens deze bijeenkomsten o.a. navraag gedaan over het aantal Nederlandstalige
moderatoren en hun kennis over de Nederlandse verkiezingen. Daarnaast heeft het ministerie
aangegeven dat het goed zou zijn om, naast het promoten van de verkiezingen zelf,
ook de officiële verkiezingsuitslag duidelijk weer te geven. De Europese Commissie
heeft deze dialogen gebruikt als een van de bronnen voor de concept richtsnoeren voor
VLOPs en VLOSEs voor het mitigeren van systeemrisico’s voor verkiezingsprocessen.
De conceptversie van deze richtsnoeren is op 8 februari gepubliceerd ten behoeve van
openbare consultatie.15
5. Toegankelijkheid
Iedere kiesgerechtigde moet in Nederland zo zelfstandig mogelijk een stem kunnen uitbrengen.
Daarom heb ik uw Kamer op 23 januari jl. geïnformeerd over mijn voornemen om niet
eerst te experimenteren, maar direct te gaan werken aan een wetsvoorstel om hulp in
het stemhokje mogelijk te maken.16 Vooruitlopend op de TK23 heb ik ook een appèl gedaan op de gemeenten om extra in
te zetten op het verder verbeteren van de toegankelijkheid van stemlokalen. Om inzicht
te hebben in hoe gemeenten hier invulling aan geven heb ik bij deze verkiezing opnieuw
steekproefsgewijs de toegankelijkheid van stemlokalen laten onderzoeken. Uit onderzoek
van Ongehinderd blijkt dat het percentage ontoegankelijke stemlokalen bij deze verkiezing
10% lager was dan bij de verkiezingen voor PSWS23. 69% van de onderzochte stemlokalen
voldeed echter nog niet aan alle toegankelijkheidscriteria. Hoewel dit percentage
nog te hoog is, zie ik in mijn gesprekken met gemeenten dat er hard gewerkt wordt
om de verkiezing zo toegankelijk mogelijk en met voldoende stemlokalen te organiseren.
Gemeenten melden hierbij dat zij regelmatig een afweging moeten maken tussen de toegankelijkheid
van een gebouw en de bereikbaarheid van stemlokalen voor de kiezers. Tegelijkertijd
zie ik ook dat gemeenten stemlokalen als toegankelijk aanmerken terwijl uit de steekproeven
blijkt dat dit niet in alle gevallen zo is.
5.1. Ervaringen van kiezers met toegankelijkheid
Bij het Meldpunt Onbeperkt Stemmen van Ieder(in) kwamen 384 meldingen over de verkiezingen
binnen. 47% van de meldingen was positief, 29% negatief en 23% was neutraal. Ten opzichte
van de PSWS23 was er een duidelijke stijging aan positieve meldingen. De meeste meldingen
gingen over het stemlokaal, het stembiljet en over hulp en informatie door stembureauleden.17
Uit een evaluatie onder kiezers blijkt dat kiezers meestal geen problemen ervoeren
met de toegankelijkheid van het stemlokaal (98%) of met het uitbrengen van hun stem
(97%). Degenen die wel problemen ervoeren, noemden dat vrijwel altijd «kleine problemen».
Een substantieel deel van deze personen gaf aan dat de looproute onduidelijk was,
dat de deuren niet open stonden of dat er sprake was van te veel (hoge) drempels of
andere obstakels. Ook ervoeren deze stemmers problemen met de grootte van het stembiljet.
5.2. Verder verbeteren toegankelijkheid
Uit bovenstaande informatie blijkt dat een deel van de kiezers goede ervaringen heeft
met de toegankelijkheid van de verkiezingen, maar ook dat er nog stappen gezet moeten
worden om de toegankelijkheid verder te vergroten. Hierover ben ik in gesprek met
gemeenten. Uit deze gesprekken komt naar voren dat het verder verbeteren van de toegankelijkheid
ook voor gemeenten belangrijk is. Hoewel de uitkomsten een verbetering laten zien,
laten zij ook zien dat de verbeteringen meer tijd vragen en dat doorlopend aandacht
nodig blijft voor de toegankelijkheid. Voor de langere termijn werk ik daarom aan
vernieuwing van het actieplan toegankelijkheid. Hiervoor ga ik in overleg met de betrokken
instanties.
Om de gemeenten te ondersteunen met het verder verbeteren van de toegankelijkheid,
heeft het Ministerie van BZK in aanloop naar de EP24 een webinar over toegankelijke
stemlokalen voor gemeenten georganiseerd. Ook zal het Ministerie van BZK samen met
de organisatie Ongehinderd over dit onderwerp een workshop aan gemeenteambtenaren
geven. Verder is de instructie voor stembureauleden aangepast. Hierin wordt extra
aandacht besteed aan de toegankelijkheid van stemlokalen.
6. Financiering
6.1. Kosten gemeenten vervroegde verkiezing
Tijdens het commissiedebat verkiezingen op 28 september jl.18 heeft uw Kamer mij gevraagd naar de achterliggende onderbouwing om voor de vervroegde
Tweede Kamerverkiezing geen aanvullende financiering ter beschikking te stellen aan
gemeenten. Hierop heb ik toegezegd dat ik uw Kamer schriftelijk zou informeren over
de achterliggende kaders voor de vergoeding van de kosten die gemeenten maken bij
de organisatie van vervroegde verkiezingen.
Gemeenten ontvangen jaarlijks een bedrag vanuit de Algemene Uitkering van het Gemeentefonds.
Met het geld uit het Gemeentefonds worden de kosten betaald die gemeenten maken ten
behoeve van hun wettelijke taken. Voor verkiezingen betekent dit dat gemeenten jaarlijks
een vergoeding krijgen voor het organiseren van verkiezingen. Sinds 2000 hebben gemeenten
gemiddeld één verkiezing per jaar georganiseerd. Hierbij waren er jaren waar gemeenten
twee verkiezingen organiseerden (zoals 2023), maar er waren ook jaren waar gemeenten
geen verkiezing organiseerden (zoals 2020). Uit de afspraken rondom de vergoeding
van verkiezingen blijkt ook dat gemeenten bij eerdere vervroegde verkiezingen in 2006
en 2012 géén aanvullende vergoeding ontvingen voor de organisatie daarvan.
Op basis van deze informatie zie ik een bevestiging van mijn conclusie dat de kosten
voor de organisatie van vervroegde verkiezingen uit de reeds bestaande vergoeding
via het gemeentefonds gefinancierd moet worden en dat een aanvullende vergoeding voor
de TK23 niet aan de orde is.
6.2. Kostenonderzoek verkiezingen
In het kader van de evaluatie van de PSWS23 heb ik met de Kiesraad, de VNG en de NVVB
afgesproken na de Europees Parlementsverkiezing een kostenonderzoek te laten uitvoeren
omtrent de organisatie van verkiezingen. Dat onderzoek gaat in op de kosten die zijn
gemaakt bij de TK23 en de EP24. De uitkomsten van dit onderzoek bieden handvatten
voor het gesprek met gemeenten om bij toekomstige wetgeving omtrent de benodigde vergoeding
van nieuwe taken de verschillende kosten te baseren op actuele bedragen.19 Ik verwacht u in het najaar hier nader over te kunnen informeren.
6.3. Vergoeding stembureauleden
Uit het evaluatieonderzoek onder gemeenten komt naar voren dat tijdens de TK23 de
gemiddelde vergoeding voor een voorzitter 196 euro bedroeg, voor een plv. voorzitter
150 euro, voor een stembureaulid 164 euro en voor een teller 48 euro. Dit is vrijwel
gelijk aan de gemiddelde vergoedingen bij de PSWS23. In 2015 heeft het Gerechtshof
Amsterdam geoordeeld dat deze vergoeding niet als vrijwilligersvergoeding mag worden
aangemerkt. Omdat de vergoeding hoger is dan € 5,– per uur is er sprake van een marktconforme
beloning (€ 5,50 per 1 januari 2024): gaat de vergoeding uit boven een forfaitaire
kostenvergoeding en een kleine vergoeding voor inzet en kan deze niet als een onbelaste
vergoeding voor vrijwilligerswerk worden beschouwd.20 Dit heeft tot gevolg dat de vrijwilligers die zich inzetten voor het verkiezingsproces
belasting moeten afdragen over deze vergoeding. Ook komt het voor dat vrijwilligers
die een uitkering ontvangen, gekort worden op de uitkering als gevolg van deze vergoeding.
In het tweeminutendebat Verkiezingen van 24 januari jl. heb ik in reactie op de Motie-Van
der Plas/Chakor verwezen naar mijn toezegging voor een brief aan de Tweede Kamer op
dit onderdeel, waarin ik in zal gaan op de mogelijkheden om de vergoedingen voor stembureauleden
aan te merken als vrijwilligersvergoeding.21 Voor het in kaart brengen van de verschillende mogelijkheden omtrent dit onderwerp
is echter meer tijd nodig. Aanleiding hiervoor is dat dit vraagstuk een uitzondering
vraagt voor een specifieke groep binnen verschillende stelsels die te maken hebben
met grote complexiteit. De mogelijkheden daartoe worden beperkt doordat de vrijwilligersregeling
een regeling is die het mogelijk maakt om op een eenvoudige wijze kosten te vergoeden
die vrijwilligers maken in het kader van het vrijwilligerswerk. De leden van de stembureaus
maken dergelijke kosten niet of in onvoldoende mate. Ik zal mijn reactie afstemmen
met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Staatssecretaris voor Fiscaliteit
en Belastingdiensten en verwacht u na het zomerreces hier nader over te informeren.
7. Experiment nieuwe stembiljetten
De NVVB en de Kiesraad vragen in hun evaluatie nogmaals aandacht voor de omvang van
het stembiljet en de invoering van een nieuw handzamer stembiljet dat ook elektronisch
telbaar is. De VNG en de NVVB hebben mij op 14 december jl. een brief inzake «Dringende oproep uitbreiding experiment nieuwe stembiljetten» gestuurd. In deze brief vragen de VNG en NVVB om het aantal gemeenten waar het eerste
experiment met een nieuw stembiljet wordt gehouden uit te breiden. Dit zodat er bij
een geslaagd experiment in de komende jaren sneller kan worden opgeschaald. De VNG
en NVVB spreken vervolgens de wens uit dat met deze versnelling het stembiljet voor
2030 kan worden ingevoerd. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij schriftelijk
verzocht in deze evaluatiebrief op deze oproep in te gaan.
Bij de EP24 wordt een experiment met een nieuw stembiljet gehouden. Dat nieuwe stembiljet
is kleiner en daardoor beter te hanteren voor kiezers en stembureauleden. Bij besluit
van 11 maart j.l. heb ik de vijf experimenteergemeenten aangewezen.22 Dit zijn Alphen aan de Rijn, Boekel, Borne, Midden-Delfland en Tynaarlo. Initieel
was het voornemen dat het experiment in vier kleine gemeenten zou worden gehouden.
Zoals in het tweeminutendebat van 24 januari jl. kenbaar gemaakt, is daar een vijfde gemeente
met meer dan 100.000 inwoners aan toegevoegd.23 Op die manier kan ook in een grote gemeente worden getoetst hoe het stembiljet daar
werkt. Dat is een van de punten waar de VNG en de NVVB in hun brief om vragen. De
reden waarom niet nog verder opgeschaald wordt, is dat op deze manier het experiment
controleerbaar blijft in omvang, en we op deze manier in staat zijn om de communicatie
aan de kiezer en de evaluatie na afloop zo goed mogelijk te kunnen doen. De omvang
van dit experiment geeft daarnaast voldoende basis om, in het geval van een positieve
evaluatie, geen verdere experimenten uit te voeren maar direct het traject tot wetswijziging
in te zetten om het stembiljet landelijk in te voeren. Het streven is dat die eventuele
wijziging van de Kieswet dan voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2026
ingaat. Door middel van dit voorgenomen tijdpad geef ik gehoor aan de oproep in de
brief van de VNG en NVVB.
8. Bevindingen commissie onderzoek voor de geloofsbrieven, waarnemingsmissies en evaluatieadviezen
De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft geconcludeerd dat de Tweede
Kamerverkiezingen op 22 november 2023 eerlijk, transparant en controleerbaar zijn
verlopen. Ook voldoen deze Tweede Kamerverkiezingen aan de waarborgen van toegankelijkheid,
stemgeheim en stemvrijheid. De commissie heeft omtrent de TK23 ook verschillende aanbevelingen
geformuleerd voor volgende verkiezingen.24 In bijlage 1 bij deze brief ga ik in op de aanbevelingen van de commissie.
Voorafgaand aan de TK23 heeft de OVSE een zogenoemde «Needs assessment mission» (NAM)
uitgevoerd. Het rapport van deze NAM is als bijlage bij deze kamerbrief bijgevoegd.25 De OVSE waarnemers zien een hoge mate van vertrouwen in het vermogen van betrokken
organisaties om de verkiezing professioneel, onpartijdig en transparant te organiseren.
De OVSE heeft daarom tijdens de verkiezing geen waarnemingen verricht.
De Kiesraad, de NVVB, de gemeente Den Haag en de internationale waarnemers van Democracy
Volunteers en de Organization of American States hebben elk een evaluatieadvies over
de TK23 uitgebracht. Uit deze adviezen komt naar voren dat de organisatie van de TK23
over het algemeen goed verlopen is, zowel in Europees als in Caribisch Nederland.
Dit is in het bijzonder te danken aan de gemeenten, openbaar lichamen, de Kiesraad
en de tienduizenden vrijwilligers die bij de organisatie van de verkiezing betrokken
zijn geweest. In de evaluatieadviezen wordt op basis van de bij de TK23 opgedane ervaringen
een aantal aanbevelingen gedaan voor de versterking van de organisatie van toekomstige
verkiezingen. In bijlage 1 ga ik in op deze aanbevelingen.
9. Overige onderwerpen
9.1. Postbezorging
In aanloop naar de TK2023 hebben verschillende gemeenten, zoals de gemeente Noordoostpolder,
gemeld dat de bezorging van de stempassen in een bepaald gebied binnen de gemeente
niet goed is gegaan. Daardoor heeft een deel van de kiezers hun stempas niet ontvangen.
In de meeste gevallen hebben de gemeenten tijdig een vervangende stempas uitgereikt.
In sommige gevallen is echter gebleken dat ook de vervangende stempas niet of niet
tijdig bezorgd werd. Afgelopen verkiezing toont andermaal dat de (tijdige) bezorging
van de stempassen onder druk staat. De Kiesraad en de NVVB wijzen daar in hun evaluatieadviezen
op en wijzen erop dat dat ook geldt voor de bezorging van vervangende stempassen.
Ik ben in gesprek gegaan met PostNL om aandacht te vragen voor de tijdige bezorging
van stempassen, vervangende stempassen, kiezerspassen en schriftelijk volmachtbewijzen.
Het is immers van groot belang dat iedere kiesgerechtigde in de gelegenheid wordt
gesteld om te stemmen.
Vanwege de druk op de tijdige bezorging van stembescheiden ben ik voornemens om te
onderzoeken of de wettelijke termijnen voor de bezorging van de stempas, de vervangende
stempas, de kiezerspas en schriftelijk volmacht moeten worden verruimd.
9.2. Vonnis rechtbank Bonjo vs Staat
Op 9 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag de eis van de Belangenvereniging Niet-Justitie-gebonden
Organisaties (Bonjo) afgewezen, dat de Staat bij de TK23 mobiele stembureaus beschikbaar
zou moeten stellen in penitentiaire inrichtingen.26
9.3. Publiekscampagne «Elke Stem Telt»
In aanloop naar de TK23 heeft het Ministerie van BZK opnieuw de landelijke publiekscampagne
«Elke Stem Telt» ingezet met als doel kiesgerechtigden te attenderen op de verkiezingen,
hen te informeren over het belang van stemmen en hen te motiveren om te gaan stemmen.
Met de campagne werd het maatschappelijk belang van stemmen benadrukt en dat invloed
al begint met één stem. De website Elkestemtelt.nl had in aanloop naar de verkiezing
in totaal 1.896.041 unieke paginaweergaven. Daarmee is het aantal bijna verdrievoudigd
ten opzichte van de verkiezingen voor provinciale staten en de waterschappen van 15 maart
2023.
Uit het campagne effect-onderzoek kwam naar voren dat een groot deel van de kiesgerechtigden
met de campagne is bereikt en de campagne goed werd herkend. Kiesgerechtigden waarderen
de publiekscampagne gemiddeld. Zij merkten wel op dat de campagne weinig nieuwe informatie
geeft. Dit kan mogelijk verklaard worden omdat in de periode in aanloop naar de verkiezing
veel informatie over de verkiezing werd verspreid.
9.4. Adviesrapport van KPMG over de ontwerpprincipes voor digitale hulpmiddelen
In de verkiezingsagenda 2030 is opgenomen dat gewerkt wordt aan de ontwikkeling van
wettelijke kaders voor de inzet van programmatuur ter ondersteuning van stembureaus.
In 2023 is in overleg met de Kiesraad en gemeenten geconcludeerd dat extern advies
noodzakelijk is voor het opstellen van deze kaders. Daarom is KPMG gevraagd te adviseren
over de ontwerpprincipes van deze digitale hulpmiddelen. KPMG heeft dit rapport inmiddels
opgeleverd. Bijgaand zend ik u het rapport van KPMG over de «ontwerpprincipes voor
digitale hulpmiddelen» toe. De uitkomsten van dit rapport worden betrokken bij de
verdere uitwerking van de wettelijke kaders. Hierbij betrek ik de Kiesraad en gemeenten.
Ik zal u hier na de zomer nader over informeren.
10. Stand van zaken verkiezingsagenda
Bij de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing 2021 hebben de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG), de NVVB, de Kiesraad en het Ministerie van BZK een gezamenlijke verkiezingsagenda
aan uw Kamer gezonden.27 Daarin staan de voornemens voor de versterking van het verkiezingsproces. Als bijlage
bij deze Kamerbrief, is op verzoek van lid-Sneller (D66), een stand van zaken opgenomen
van de verkiezingsagenda 2030. Per onderwerp wordt inzicht gegeven in de actuele stand
van de verschillende voornemens. Sinds 2021 zijn er verschillende verkiezingen gehouden,
die hebben geleid tot aanpassing van de voorstellen voor verbetering van het verkiezingsproces.
De belangrijkste zijn hierbij de prioritering van de invoering van het nieuwe stembiljet
en het wetsvoorstel om hulp in het stemhokje direct landelijk in te voeren in plaats
van eerst in enkele gemeenten te experimenteren.
Het is staande praktijk om de verkiezingen in Nederland te evalueren. Uit die evaluaties
komen vaak verbetervoorstellen. Daarom heb ik met de Kiesraad, de VNG en de NVVB afgesproken
dat we de Verkiezingsagenda als dynamisch document behandelen zodat deze ook een actuele
weergave blijft geven van de laatste ontwikkelingen.
11. Vooruitblik organisatie EP-verkiezing
De gemeenten zijn inmiddels begonnen met de voorbereiding van de organisatie van de
Europees Parlementsverkiezing op donderdag 6 juni aanstaande. De voorbereidingen gaan
voorspoedig. In de aanloop naar deze verkiezing hou ik voortdurend contact met de
gemeenten en de Kiesraad, zodat eventuele problemen waar mogelijk tijdig worden gesignaleerd
en bezien kan worden hoe ondersteuning kan worden geboden.
Anders dan bij andere verkiezingen zal er op de verkiezingsavond niet direct al een
uitslag op basis van de voorlopige telling worden bekendgemaakt. Hiermee wordt gewacht
tot het laatste stemlokaal is gesloten binnen de Europese Unie. Dat is op zondagavond
9 juni om 23:00. Met gemeenten en het ANP zijn afspraken gemaakt over de bekendmaking
van deze uitslag op basis van de voorlopige telling.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties