Brief regering : Voortgang aanpak cruciale ggz
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 684 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2024
Hoe zorgen en borgen we dat er voldoende passend zorgaanbod is voor de kwetsbaarste
patiënten die nu te vaak lang moeten wachten op zorg die voor hen passend is? Dat
is de opgave waar ik samen met partijen vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA) in
het kader van de toegankelijkheid van de ggz aan werk.
In december informeerde ik uw Kamer over de stand van zaken van de afspraken die ik
in het IZA heb gemaakt met partijen over de cruciale ggz.1 Hierbij informeer ik u over de voortgang van deze afspraken.
Terugblik: afspraken cruciale ggz december 2023
Zoals ik u in mijn brief van 21 december 2023 heb geïnformeerd2, waren de Nederlandse ggz (deNLggz), de Nederlandse Federatie van Universitair medisch
centra (NFU), de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), de Nederlandse Vereniging
van Ziekenhuizen (NVZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) (hierna: partijen) en ik
in december overeengekomen om zes zorgvormen aan te merken als cruciale ggz. Het gaat
hierbij om de volgende zorgvormen: acute zorg, outreachende zorg, beveiligde zorg,
klinische zorg en hoogspecialistische ggz vanuit (academische) ziekenhuizen en hoogspecialistische
ggz vanuit ggz-instellingen (hierna: hoogspecialistische ggz). Daarnaast hadden partijen
afgesproken dat ze wat betreft de hoogspecialistische ggz nog tot een verdere aanscherping
zouden komen met het oog op de inkoop voor 2025. Tot slot was voorzien om acht bovenregionale
tafels en een landelijke bestuurlijke tafel op te zetten en hadden partijen met elkaar
afgesproken om te verkennen hoe het Zorginstituut Nederland hen kon begeleiden om
te komen tot een visie op concentratie en spreiding voor de ggz.
Stand van zaken: cruciale ggz voorjaar 2024
De afgelopen tijd hebben partijen hard gewerkt aan een aanpak voor de versterking
van de cruciale ggz om de gemaakte afspraken uit december 2023 vorm te geven. Ze hebben
daartoe onder andere twee heidagen georganiseerd, waarbij (vertegenwoordigers van)
zorgaanbieders, verzekeraars, professionals, patiënten en de overheid uitgenodigd
waren. SiRM heeft de partijen in dit proces ondersteund.
Partijen zijn tijdens deze dagen tot het inzicht gekomen dat ze goed uit de voeten
kunnen met de huidige werkdefinitie van cruciale ggz uit de handreiking.3 Het verder inzetten op een afgebakende lijst van cruciale ggz achten ze onhaalbaar
en onwenselijk. Dit omdat het creëren van nieuwe grenzen binnen de ggz niet bijdraagt
aan het verbeteren van het benodigde integrale zorgaanbod. Het gaat namelijk om patiënten
die ernstig lijden, waar vaak sprake is van domeinoverstijgende problematiek, en waarbij
de zorg een minder voorspelbaar beloop kent.
Om voldoende cruciale ggz te borgen hebben partijen een andere invulling van de aanpak
voorgesteld. Het voorstel redeneert vanuit de zorgvraag in plaats van vanuit het aanbod.
Er zijn twee redenen om te kiezen voor deze invulling. Op de eerste plaats betreft
het een doelgroep die zich veelal niet laat vangen door één diagnose. Daarom is het
van belang om transdiagnostisch te werk te gaan. Op de tweede plaats is er op regionaal
niveau inmiddels meer inzicht in de zorgvraag (regiobeeld), waardoor beter gekeken
kan worden welk zorgaanbod binnen of buiten de regio nodig en het best passend is
bij de context van de patiënt.
In de aanpak wordt daarom ook de zorgvraag van patiënten in hun eigen sociale context
(de regio) als vertrekpunt genomen, zodat op basis van deze vraag per regio bepaald
kan worden wat er nodig is qua aanbod. De aanpak is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Kort samengevat houdt deze aanpak het volgende in:
• Het uitgangspunt voor de bepaling van wat partijen aanmerken als cruciale ggz is de
zorgvraag van mensen met een complexe zorgvraag in een regio op basis van o.a. regionale
wachtlijsten en de verwachte vraag;
• Om te bepalen wat er nodig is qua aanbod voor deze zorgvraag legt iedere regio dezelfde
puzzel, oftewel een cruciaal zorgnetwerk met zorgvormen voor mensen met een complexe
zorgvraag in de ggz (acute zorg, outreachende zorg, beveiligde zorg, klinische zorg
en hoogspecialistische zorg) ingebed in de context/sociaal domein. Het regionale cruciale
zorgnetwerk werkt transdiagnostisch, omdat de doelgroep zich niet laat vangen door
één diagnose;
• Elke regio inventariseert wat er is aan aanbod binnen dit regionale netwerk en welke
puzzelstukjes ontbreken voor de zorgvraag;
• Wanneer aanbod ontbreekt, kijkt de regio of er expertise naar de regio gehaald kan
worden of georganiseerd kan worden voor een patiëntengroep;
• Als de vraag en/of het aanbod te specialistisch is voor de regio en/of het aanbod
niet (doelmatig) regionaal georganiseerd kan worden, dan brengt de regio de vraag
in op één (nog op te zetten) landelijke tafel;
• Deze landelijke tafel draagt er zorg voor dat er voldoende passend aanbod wordt georganiseerd
voor deze zorgvraag;
• Naast een landelijke tafel wordt er een landelijk programma opgezet om de regio’s
te faciliteren, zodat niet elke regio het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.
Partijen hebben aangegeven dat zij met deze nieuwe invulling het cruciale ggz aanbod
beter kunnen borgen en dat deze gekozen richting de patiënt met een hoogcomplexe zorgvraag
beter gaat helpen. De aanpak wordt bestuurlijk gedragen door de betrokken partijen
en MIND, oftewel vertegenwoordigers van zorgaanbieders, verzekeraars, professionals
en patiënten.
Vooruitblik: hoe borgen we cruciale ggz op de korte en lange termijn?
Ik heb goed naar de argumenten van partijen geluisterd. Het weegt voor mij zwaar dat
de bovengenoemde aanpak bestuurlijk breed wordt gedragen. Daarnaast sluit de lijn
van de aanpak inhoudelijk aan bij de beweging richting passende zorg in de regio die
ik samen met partijen in het IZA maak. Zo is in de aanpak het vertrekpunt de regio
waar partijen (zorgaanbieders, zorgverzekeraars en andere betrokkenen) samen overleggen
wat voor aanbod er nodig is gezien de vraag, en hoe partijen dit samen kunnen organiseren.
Ik ondersteun dan ook inhoudelijk de voorgestelde aanpak voor het borgen van cruciale
ggz, die door het veld als meer passend bij de werkpraktijk van de ggz wordt beschouwd.
Tegelijkertijd vergt de voorgestelde aanpak nog veel organisatie en uitwerking van
deNLggz, NFU, NVvP, NVZ en ZN in goede afstemming met MIND. Deze kan stevig staan
voor de inkoop vanaf 2026, maar komt te laat voor de inkoop van 2025. In het onderstaande
ga ik daarom in op de algemene afspraak om de continuïteit van cruciale ggz te borgen
en de concrete afspraken die ik met partijen gemaakt heb over de borging van cruciale
ggz voor inkoopjaar 2025 en inkoopjaar 2026 en verder. Vervolgens ga ik in op wat
deze aanpak betekent voor het proces om te komen tot een visie op spreiding en concentratie
in de ggz.
Algemene afspraak borgen continuïteit cruciale ggz
In algemene zin hebben de verzekeraars en zorgaanbieders mij verzekerd dat het onderlinge
contact tussen de aanbieders en de verzekeraars inmiddels goed verloopt. Dit betekent
dat potentiële wijzigingen in aanbod vroegtijdig met elkaar worden besproken, zodat
noodzakelijke zorg behouden blijft. Dit zie ik als een positieve ontwikkeling.
Afspraken borging cruciale ggz voor inkoopjaar 2025
Het is voor mij een voorwaarde dat er gedurende de uitwerking van de aanpak voor de
inkoop vanaf 2026 geen gat ontstaat in het huidige aanbod van cruciale ggz: als aanbod
zomaar verdwijnt, heeft dat vanwege de hoge complexiteit en het lage volume onmiddellijk
grote gevolgen voor patiënten voor wie er soms weinig passend aanbod is. Voor de inkoop
voor 2025 heb ik daarom met zorgaanbieders en verzekeraars afgesproken dat de in december
2023 vastgestelde zorgvormen (acute zorg, outreachende zorg, beveiligde zorg, klinische
zorg en hoogspecialistische zorg) in ieder geval voldoende aangeboden en ingekocht
zullen worden, en er geen aanbod verdwijnt vanwege financiële redenen. Partijen zetten
daarmee dit jaar in de inkoop voor 2025 al een belangrijke stap om te zorgen dat er
geen zorgaanbod verdwijnt en dat de cruciale ggz geborgd wordt.
Afspraken uitwerking aanpak en borging cruciale ggz voor inkoopjaar 2026 en verder
DeNLggz, NFU, NVvP, NVZ en ZN zullen in afstemming met MIND aan de slag gaan om de
aanpak voor cruciale ggz verder uit te werken en de noodzakelijke governance (o.a.
de regionale ggz-tafels en de landelijke tafel) en landelijke kaders te organiseren.
Dit met als doel dat de aanpak van de cruciale ggz staat voor de inkoop voor 2026
en verder.
Partijen hebben met elkaar afgesproken dat de in de regio overeengekomen cruciale
zorgnetwerken vanaf de inkoop voor 2026 waar nodig gelijkgericht ingekocht worden.
Dit vind ik een goede ontwikkeling, maar dit is in zichzelf niet voldoende om een
passend zorg aanbod voor patiënten met een hoogcomplexe zorgvraag te kunnen realiseren.
Hiervoor zijn ook andere randvoorwaarden van groot belang. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan zaken als:
• Hoe zorgen we dat het voor zorgverleners aantrekkelijk is om hoogcomplexe zorg te
leveren en stimuleren we daarmee het behoud en de transfer van medewerkers richting
de cruciale ggz?
• Hoe zorgen we dat de toepassing van exclusiecriteria geen belemmering vormt voor patiënten
met een hoogcomplexe zorgvraag om passend aanbod te vinden?
Het zorgen en borgen van voldoende aanbod voor patiënten met een hoogcomplexe zorgvraag
in de ggz vergt dan ook een gedeelde inzet van alle partijen: de zorginkoper, de zorgaanbieder,
de professional en de overheid. Bovenstaande randvoorwaarden zullen partijen daarom
de komende periode meenemen in de uitwerking van de aanpak van cruciale ggz vanaf
inkoopjaar 2026.
Visie op spreiding en concentratie in de ggz
In mijn brief van december 2023 over de stand van zaken cruciale ggz heb ik toegezegd
samen met betrokken partijen te verkennen hoe het Zorginstituut Nederland hen kan
begeleiden om te komen tot een visie op spreiding en concentratie voor de ggz.4 Omdat de aanpak van partijen richting de toekomst op een andere manier vorm heeft
gekregen, heb ik met het Zorginstituut en partijen afgesproken dat het Zorginstituut
voor de zomer van 2024 met partijen schakelt om te kijken wat een goede route is om
te komen tot een visie op spreiding en concentratie in de ggz.
Tot slot
Met bovengenoemde afspraken zijn belangrijke stappen gezet door alle betrokken partijen
om te zorgen dat er voor de kwetsbaarste ggz patiënten voldoende passend aanbod beschikbaar
komt. Deze richting sluit aan bij de beweging die ik samen met partijen heb ingezet
in het IZA en stelt de patiënt en zijn of haar zorgvraag centraal. Ik zal uw Kamer
blijven informeren over de voortgang.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.