Brief regering : Voortgang onderzoek beleidsrichting direct aanpassen
31 066 Belastingdienst
Nr. 1354
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2024
In mijn kamerbrief van 19 september 20231 heb ik uw Kamer onder andere geïnformeerd over het onderzoek naar een nieuw formeelrechtelijk
heffingssysteem onder de noemer «direct aanpassen». Een nieuw formeelrechtelijk heffingssysteem
is mijns inziens de passende en benodigde oplossing om het fiscale (proces)recht rechtvaardiger
en toekomstbestendig te maken.
Pre-consultatie beleidsrichting direct aanpassen
Het is aan het nieuwe kabinet om definitief te besluiten over de nadere uitwerking
van het wetsvoorstel met betrekking tot de beleidsrichting direct aanpassen. Gezien
het belang van een vernieuwd formeelrechtelijk heffingssysteem wordt in de tussentijd
aan de beleidsrichting gestaag doorgewerkt. Het streven is om eind dit jaar het conceptwetsvoorstel
in consultatie te brengen. Om in de tussentijd reeds belangrijke inbreng te ontvangen
vanuit de fiscale rechtspraktijk, belangenbehartigers en andere partijen, wordt een
zogenoemde pre-consultatie gestart. Na de pre-consultatie zal een internetconsultatie
van het conceptwetsvoorstel volgen.
Op het conceptwetsvoorstel zal ook een uitvoeringstoets worden uitgevoerd. Wijzigingen
naar een vereenvoudigd en gemoderniseerd formeelrechtelijk heffingssysteem doen immers
een (aanzienlijk) beroep op (beperkte) technische mogelijkheden en capaciteit in de
uitvoering. Het voorgaande heeft tot gevolg dat direct aanpassen op dit moment vooralsnog
alleen wordt beoogd voor de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de omzetbelasting
en de loonbelasting. Dit sluit uiteraard niet uit dat gedurende het onderzoek andere
(of alle) aanslag-2 en aangiftebelastingen hieraan worden toegevoegd.
Tijdens de pre-consultatie zal inbreng worden verzocht op de uitgewerkte beleidsrichting
direct aanpassen (welke u vindt in de bijlage). Bij deze beleidsrichting staan nog
verschillende keuzes open. Er is dus nog geen sprake van een definitieve beleidsrichting.
Voornoemde partijen worden verzocht schriftelijk te reageren op deze beleidskeuzes,
en andere vragen. De pre-consultatie wordt afgesloten met een seminar op het Ministerie
van Financiën waar partijen ook mondeling hun vragen en gedachten kunnen delen. Alle
verkregen inbreng wordt meegenomen bij de verdere uitwerking van het conceptwetsvoorstel.
Om het burgerperspectief zo goed mogelijk mee te nemen bij het uitwerken van direct
aanpassen, zal gelijktijdig met de pre-consultatie een vervolgonderzoek onder burgers
plaatsvinden.
Begrijpelijkheid en duidelijkheid van de rechtsbescherming van belastingplichtigen
Met direct aanpassen wordt onder andere beoogd om een vereenvoudigd en gemoderniseerd
formeelrechtelijk heffingssysteem te centraliseren in één belastingwet. Dit komt ten
goede aan de begrijpelijkheid, de duidelijkheid, de vindbaarheid en de (praktische)
rechtsbescherming. De Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) is, als algemene
belastingwet, hiervoor de meest geschikte wet. Echter, omdat op dit moment direct
aanpassen vooralsnog alleen wordt beoogd voor de eerdergenoemde rijksbelastingen,
wordt de mogelijkheid onderzocht om direct aanpassen tijdelijk op te nemen in een
nieuwe wet, die naast de AWR als zogenoemde lex specialis kan fungeren. Het verankeren
van verschillende formeelrechtelijke heffingssystemen in één belastingwet, zal naar
verwachting de duidelijkheid van de regels niet ten goede komen.
Het lid Van Dijk heeft recent een initiatiefnota over de bescherming van de rechten
van belastingbetalers en toeslagontvangers3 ingediend. Met deze initiatiefnota doet het lid onder andere het voorstel om te onderzoeken
hoe de rechten van belastingbetalers en toeslagontvangers volledig, begrijpelijk en
op een centrale plek in de wet kunnen worden verankerd. De vereenvoudiging en modernisering
die worden beoogd met direct aanpassen, draagt naar mijn mening bij aan de begrijpelijkheid
en duidelijkheid van de rechtsbescherming van belastingplichtigen.
Een korte samenvatting van de grootste wijzigingen bij direct aanpassen
Om uw Kamer zo goed mogelijk te informeren, worden hieronder in een korte samenvatting
de grootste wijzigingen bij direct aanpassen toegelicht. Hierbij zal de inkomstenbelasting
als voorbeeld worden gehanteerd.
Eerst herziening en bij een geschil bezwaar en beroep
Alle berichten na de vaststelling van de aanslag inkomstenbelasting, waaronder (digitale)
aangiftebiljetten, worden aangemerkt als verzoeken om herziening en niet langer als
bezwaar. Herziening vindt op een informele en laagdrempelige wijze plaats. Als een
verzoek om herziening wordt afgewezen, is bezwaar en beroep tegen die afwijzing mogelijk.
Hiermee wordt de formele bezwaar- en beroepsprocedure zoveel mogelijk behouden voor
daadwerkelijke geschillen. Dit sluit vaak beter aan bij de belevingswereld van burgers
en dit zorgt voor een betere uitvoerbaarheid.
Herzieningstermijn voor burgers
De Belastingdienst blijft onder direct aanpassen het streven hanteren om binnen drie
maanden na ontvangst van de aangifte inkomstenbelasting een bericht te sturen. Indien
de aangifte inkomstenbelasting wordt ingediend vóór 1 april, krijgt de belastingplichtige
voor 1 juli bericht. De Belastingdienst streeft ernaar dat dit bericht zoveel mogelijk
de vastgestelde aanslag is, maar het kan ook een voorlopige aanslag of een brief zijn.
Tijdens een herzieningstermijn van drie jaar na afloop van het belastingjaar hebben
burgers de mogelijkheid om de aanslag inkomstenbelasting te laten verminderen. In
het geval de aanslag inkomstenbelasting wordt opgelegd vóór 1 juli na afloop van het
belastingjaar, heeft de burger circa tweeënhalf jaar de tijd om de aanslag inkomstenbelasting
in zijn voordeel te herzien. In het geval de aanslag inkomstenbelasting aanzienlijk
later wordt vastgesteld, wordt de belastingplichtige minimaal zes maanden geboden
om zijn aanslag inkomstenbelasting in zijn voordeel te laten herzien. In alle gevallen
zal de herzieningstermijn onder direct aanpassen aanzienlijk langer zijn dan de huidige
termijn van zes weken bij direct bezwaar tegen de aanslag inkomstenbelasting. Een
langere termijn komt ten goede aan de (praktische) rechtsbescherming.
De aanslag inkomstenbelasting kan tijdens de herzieningstermijn in beginsel op elke
grond worden verminderd naar het juiste belastingbedrag. Met betrekking tot nieuwe
jurisprudentie wordt onderzocht welke rechterlijke uitspraken binnen de driejaarstermijn
terug kunnen werken.
Na de herzieningstermijn van drie jaar kan de aanslag inkomstenbelasting niet meer
worden verminderd. De mogelijkheid van ambtshalve vermindering komt te vervallen.
Verder kunnen burgers en bedrijven uiteraard ook een verzoek tot herziening indienen
dat ziet op een verhoging van de belastingschuld.
Herzieningstermijn voor de inspecteur
Ook de inspecteur verkrijgt een herzieningstermijn van drie jaar na afloop van het
kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan. Herziening tot een juiste, hogere
belastingschuld (herziening ten nadele) kan in beginsel op elke grond. De mogelijkheid
van navordering (inclusief de voorwaarden daartoe) en naheffing komt te vervallen.
Tegen herziening ten nadele van de belastingplichtige staat direct bezwaar en beroep
open.
Verlenging herzieningstermijn voor de inspecteur
Voor de situaties die dat rechtvaardigen, wordt een verlenging van de herzieningstermijn
beoogd. Op dit moment wordt gedacht aan een verlenging van vijf jaar, zodat de totale
termijn acht jaar is (na afloop van het belastingjaar waarin de belastingschuld is
ontstaan). De termijn zou bijvoorbeeld verlengd kunnen worden in het geval dat het
te wijten is aan kwade trouw van de belastingplichtige dat te weinig belasting is
geheven of een te hoge teruggaaf is verstrekt.
Evenwicht tussen de individuele belangen van de belastingplichtige en het algemene
belang van belastingheffing
Met direct aanpassen wordt gestreefd naar meer evenwicht tussen de individuele belangen
van de belastingplichtige en het algemene belang van belastingheffing.
Bij dit evenwicht staat onder meer een nieuwe belangenafweging tussen rechtszekerheid
en rechtsgelijkheid centraal. Om dit evenwicht te bereiken heeft direct aanpassen
de volgende belangrijke pijlers:
1. het bieden van meer (praktische) rechtsbescherming;
2. het verminderen van het beroep op het doenvermogen van belastingplichtigen;
3. een uitvoerbare en correcte belastingheffing door de Belastingdienst;
4. het bewaken van het belang van de schatkist.
De maatschappelijke oproep voor een meer responsieve omgang met een onherroepelijk
geworden belastingheffing, bijvoorbeeld door verloop van de bezwaartermijn tegen de
aanslag inkomstenbelasting, vraagt om stappen waarmee een belastingplichtige ruimere
mogelijkheden krijgt om zijn belastingheffing op eenvoudige wijze in zijn voordeel
te laten aanpassen.4 Hiermee komt de vaststelling van de juiste materiële belastingschuld meer voorop
te staan, hetgeen ten goede komt aan de rechtsgelijkheid tussen belastingplichtigen.
Wel betekent een dergelijke stap dat de (juridische) gevolgen van een onherroepelijk
geworden aanslag inkomstenbelasting worden beperkt. Ruimere mogelijkheden voor de
belastingplichtige betekent onder andere minder zekerheid ten aanzien van de inkomsten
voor de schatkist. Om het belang van de schatkist voldoende te bewaken is het daarom
wenselijk dat ook de Belastingdienst ruimere mogelijkheden krijgt om de juiste belastingschuld
in het nadeel van de belastingplichtige te kunnen vaststellen. Ook dit komt ten goede
aan de rechtsgelijkheid tussen belastingplichtigen.
Deze stappen naar meer rechtsgelijkheid tussen belastingplichtigen betekent ook dat
minder rechtszekerheid kan worden ontleend aan bijvoorbeeld een eerder vastgestelde
aanslag inkomstenbelasting. Teneinde deze (rechts)onzekerheid voor de belastingplichtige
en de schatkist te mitigeren, bevat direct aanpassen onder andere een verkorting van
wettelijke verjaringstermijnen voor de Belastingdienst en de belastingplichtige. Het
streven is namelijk dat zoveel mogelijkheid belastingplichtigen alleen te maken zullen
krijgen met de primaire herzieningstermijn van drie jaar. Dit zal in de regel betekenen
dat zowel de belastingplichtige, als de Belastingdienst een verkorting van de fiscale
verjaringstermijn van vijf jaar5 naar drie jaar zullen ondervinden. Omdat de rechtsonzekerheid voor een belastingplichtige
ten aanzien van een vastgestelde aanslag inkomstenbelasting mogelijk te groot wordt
geacht gedurende de herzieningstermijn, wordt nader onderzocht op welke wijze voornoemde
rechtsonzekerheid passend kan worden beperkt.
Tot slot
Met deze brief heb ik uw Kamer geïnformeerd over het verdere onderzoek naar de beleidsrichting
direct aanpassen. Het kabinet werkt gestaag door aan een vernieuwd formeelrechtelijk
heffingssysteem. Uiteraard wissel ik graag met uw Kamer verder van gedachten over
dit nieuwe formeelrechtelijke heffingssysteem.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën