Brief regering : Investeringen in ondernemingsklimaat microchipsector
33 009 Innovatiebeleid
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN INFRASTRUCTUUR EN
WATERSTAAT, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTERS VAN
BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
Telefoons, bankpassen, zonnepanelen, medische apparatuur en auto’s zijn slechts enkele
voorbeelden van de vele producten die alleen werken als ze voorzien zijn van (micro)chips.
Alle grote maatschappelijke transities, zoals de energietransitie en de voedseltransitie,
hangen af van de beschikbaarheid van deze technologische hoogstandjes. De keten van
Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen die bijdragen aan de productie van microchips
(hierna: de chipsector) is Europees en mondiaal een hoofdrolspeler. Het zwaartepunt
hiervan ligt in de Brainportregio1, waar organisaties tegen grenzen aanlopen van personeel, ruimte en energie.
De chipsector levert Nederland veel banen op. In grote bedrijven, maar ook in het
mkb. De totale hightechsector zorgde in 2021 voor 784.000 banen of 10% van de totale
werkgelegenheid in ons land. Dit cijfer is nog altijd groeiende voor zowel praktisch
als theoretisch opgeleiden. De hightech maakindustrie is ook essentieel voor ons verdienvermogen;
de bruto toegevoegde waarde werd in 2021 geschat op 80,2 miljard euro. Tegenover een
krimpende Nederlandse maakindustrie in zijn geheel staat dus een enorm groeiend en
bloeiend aandeel van de hightechindustrie.2 Daarnaast draagt de chipsector bij aan de nationale en Europese economische veiligheid
en onafhankelijkheid. In bijlage A is het belang van de Nederlandse chipsector nader
toegelicht.
De chipsector past volledig in het perspectief dat het kabinet in 2023 als toekomst
voor de economie heeft geschetst: inclusief, duurzaam, innovatief en weerbaar.3 Daarom wil het kabinet, samen met de regio, deze sector een extra impuls geven. Door
te investeren in extra onderwijs en onderzoek worden nog meer mensen opgeleid om aan
de slag te kunnen bij deze bedrijven. Door de bouw van meer woningen en maatregelen
voor mobiliteit, stellen Rijk en regio deze strategische sector in staat om te kunnen
groeien in Nederland.
De toppositie van Nederland is namelijk geen gegeven. In de waardeketen, waarin de
VS, China, Taiwan, Zuid-Korea en Japan de andere grote spelers zijn, wordt zeer actief
industriebeleid gevoerd om ieders eigen strategische positie te versterken. Tegelijkertijd
zal de vraag naar chips de komende jaren fors toenemen. Het Nederlandse ecosysteem
zal dus moeten meegroeien – soms zelfs verdubbelen – om aan die vraag te kunnen voldoen.
Dit geldt voor de chipfabrikanten, de chipmachinebouwers én de gehele toeleveringsketen
in Nederland. Met de brief De Nederlandse inzet voor een sterk halfgeleiderecosysteem in geopolitiek uitdagende
tijden van 21 december 2023 is uw Kamer geïnformeerd over de aanpak om als Nederland in
de komende tien tot vijftien jaar een relevante positie in deze keten te houden en
verder uit te bouwen.4
Investerings- en groeiplannen in Nederland staan echter onder druk. Dit bleek onlangs
bij chipmachinefabrikant ASML uit Veldhoven; de grootste speler van de Nederlandse
chipsector én daarnaast het grootste technologiebedrijf van Europa.5 Maar het signaal is ook door andere organisaties en ondernemingen uit de sector naar
voren gebracht.6 Als investeringen in de chipsector niet langer in Nederland plaatsvinden, heeft dit
grote impact op de Nederlandse positie in de wereldwijde waardeketen, de Nederlandse
economie en de groeivooruitzichten in de Brainportregio.
Maatregelen om de chipsector in Nederland te laten groeien
In de afgelopen periode is onder de noemer Project Beethoven door verschillende ministeries en de samenwerkende regionale overheden in de Brainportregio
gewerkt aan een omvangrijk pakket aan maatregelen. Met dit ambitieuze pakket willen
Rijk en regio knelpunten wegnemen of daar richting de toekomst zekerheid over geven
richting het bedrijfsleven. Met deze brede kabinetsinzet geven wij tevens uitvoering
aan de motie-Van Dijk (CDA) c.s.7, de motie-Zeedijk (NSC) c.s.8, de motie-Flach (SGP)9 en het verzoek van het lid Sneller (D66) gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden
van 12 maart 2024.
Meer talent op alle onderwijsniveaus
Chipbedrijven en toeleveranciers kampen met grote uitdagingen op het gebied van technisch
geschoold personeel op alle niveaus. In 2030 zijn 72.000 extra mensen nodig.
Daarvoor komt er een Nationaal versterkingsplan voor microchip-talent voor de landelijke
talentopgave. Met deze publiek-private samenwerking wordt een forse bijdrage geleverd
aan het Actieplan Groene en Digitale Banen.10 Het kabinet heeft de intentie tot en met 2030 cumulatief 450 miljoen euro in dit
versterkingsplan te investeren en daarna, vanaf 2031, circa 80 miljoen euro structureel.11 Bovendien gaat het plan uit van tenminste 225 miljoen euro cofinanciering door bedrijfsleven
en regionale overheden. Zo zorgen we voor voldoende technisch talent op mbo-, hbo-
en wo-niveau. Tevens zullen via het NGF-programma Techkwadraatleerlingen in het primair
en secundair onderwijs op school veel vaker in aanraking komen met technologie, met
als doel een hogere instroom in (bèta)technische vervolgstudies.12Daar is onlangs een bedrag van 352 miljoen euro aan toegekend, waarvan 206 miljoen euro
voorwaardelijk. Naast een centrale rol voor de Brainportregio worden bij het opstellen
en uitvoeren van het versterkingsplan ook de regio’s Delft, Groningen en Twente betrokken.
Met het Wetsvoorstel Internationalisering in Balans worden instrumenten geïntroduceerd
om internationalisering in het onderwijs te beheersen. Hierbinnen is het mogelijk
om toestemming te verkrijgen om heel specifieke bèta- en techniekstudies in het Engels
aan te bieden wanneer die van groot economisch en maatschappelijk belang zijn voor
de regio en wanneer grote tekorten op de arbeidsmarkt voor bestaan of dreigen. Het
wetsvoorstel ligt op dit moment bij de Raad van State voor advies. Onderdeel van het
versterkingsplan is dat meer buitenlandse studenten na hun studie voor deze sector
behouden blijven.
Meer ruimte, betere infrastructuur en betaalbare woningen
Meer werknemers betekent ook meer druk op de openbare ruimte, mobiliteit en betaalbare
woningen. In navolging op de Ruimtelijke Schaalsprong van Brainport waartoe in 2022
eerste investeringsbeslissingen zijn genomen, heeft het kabinet nu een verdere intensivering
met de regio afgesproken. Nieuw is de start van een brede MIRT-Verkenning naar de
Randweg A2/N2, inclusief de tangent van de Brainportlijn (hoogwaardig OV) en het verbeteren
van de noordwestelijke ontsluiting van de Brainportregio, waar onder andere de Brainport
Industries Campus ligt. Ook wordt in de regio op korte termijn een gebiedsgericht
pakket mobiliteitsmaatregelen uitgerold, met onder andere multimodale hubs en nieuwe
fietsverbindingen. Voor de Multimodale Knoop en het Hoogwaardig OV van Eindhoven Centraal
naar Veldhoven (HOV4), die reeds onderdeel waren van de afspraken uit 2022, is een
intensivering afgesproken. Daardoor nemen capaciteit, woningbouw, ruimtelijke kwaliteit,
veiligheid en doorstroming toe. Om dit alles te realiseren reserveert het Rijk aanvullend
718 miljoen euro en de regionale partijen aanvullend 340 miljoen euro.
Op het gebied van betaalbare woningbouw wordt tot en met 2030 ingezet op de (versnelde)
realisatie van 17.000 extra woningen en 2.280 studenteneenheden in de regio. Daarnaast
wordt geïnvesteerd in gebiedsmaatregelen voor de twee grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties
Knoop XL en HOV4. Het totale pakket aan investeringen bedraagt 425 miljoen euro, waar
Rijk en regio beide de helft aan bijdragen (à 212,5 miljoen euro). Naast bovengenoemde
bijdragen wordt in lijn met de eerder genoemde motie-Zeedijk (NSC) c.s. gestart met
een verkenning naar de benodigde sociaalmaatschappelijke voorzieningen, waaronder
sociale cohesie, onderwijshuisvesting, zorg, bibliotheken en culturele instellingen.
Om de woningen tijdig op te leveren moet ook de uitvoeringskracht worden versterkt.
Rijk en regio gaan daarom nauwer samenwerken bij het versnellen van processen en procedures
om het tempo op de realisatie van woningen maximaal te houden. Voor een gezamenlijk
beeld van de aanvullende en urgente opgaven en mogelijke oplossingen na 2030 wordt
een actualisatie van het MIRT-onderzoek 2020 uitgevoerd.
Wat betreft netcapaciteit wordt op korte termijn een Meerjarenprogramma Infrastructuur
Energie en Klimaat (MIEK)-verkenning voor de Brainportregio uitgevoerd. Hierop vooruitlopend
is inmiddels een proces ingericht waarbij Stichting Brainport Development als gebiedsregisseur zal zoeken naar oplossingsmogelijkheden voor de meest urgente netcongestie-casussen.
Het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN) dient hierbij als uitgangspunt.
Voldoende fiscale armslag voor bedrijfsleven
De sector heeft zijn zorgen geuit over de stabiliteit en voorspelbaarheid van beleid
en (fiscale) instrumenten, terwijl dit de kern van langetermijninvesteringsbeslissingen
raakt. Het kabinet onderkent de zorgen en zal conform de toezegging van de Staatssecretaris
van Fiscaliteit en Belastingdienst in de Eerste Kamer op 19 december jl. een brief
aan uw Kamer sturen over alternatieve dekkingsopties voor de aangenomen amendementen
bij het Belastingplan 2024. Hiervoor verwijs ik u naar de brief die voor, dan wel
uiterlijk met de Voorjaarsnota aan uw Kamer zal worden gestuurd.
Meer samenwerking en coördinatie op exportcontrole
In een geopolitiek complexe wereld is samenwerking in Europa des te belangrijker.
Het kabinet zal zich maximaal inspannen voor een internationaal gelijk speelveld en
meer Europese coördinatie voor maatregelen op exportcontrole van chipmachines. Met
een structurele dialoog tussen Rijksoverheid en relevante partijen uit het bedrijfsleven
zorgt de Rijksoverheid voor actieve betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven
in deze afwegingen.
Een nationale agenda voor de chipsector (Semicon Valley Agenda)
De Rijksoverheid zal in publiek-private samenwerking het initiatief nemen voor het
opstellen van een nationale Semicon Valley Agenda. Hierin komen de verschillende uitdagingen voor de sector samen. Ze worden vervolgens
in verschillende actieprogramma’s uitgewerkt onder verantwoordelijkheid van desbetreffende
departementen, zoals reeds benoemd in de kamerbrief van december 2023.13 De agenda zal worden opgesteld en vervolgens gemonitord door het eerder aangekondigde
publiek-private overlegplatform.14 Daarbij zal ook extra capaciteit worden vrijgemaakt binnen de Rijksoverheid om deze
actieprogramma’s uit te werken.
Structurele dialoog tussen Rijksoverheid en de Brainportregio
Het kabinet, de provincie Noord-Brabant, de burgemeester en wethouder economie van
de gemeente Eindhoven (in hun bestuurlijke vertegenwoordiging van de regio Zuidoost-Brabant)
en de directeur van Brainport Development zullen het Bestuurlijk Overleg Brainport
(BO-Brainport) blijven gebruiken om regionale knelpunten van de regio en haar ecosystemen
te bespreken en op te lossen. In het BO-Brainport geven de partijen samen richting
aan de doorontwikkeling en de schaalsprong van de Brainportregio. Ook worden aanvullende
afspraken gemaakt over hoe de uitvoering van genomen besluiten kan worden versneld.
De maatregelen zijn gebaseerd op de huidige groeiprognoses en investeringsplannen
voor de chipsector en Brainport. Toekomstige ontwikkelingen kunnen ertoe leiden dat
deze prognoses en daarbij benodigde inzet worden bijgesteld. Het BO-Brainport zal
ook in de toekomst hier voor benut worden.
Financiële consequenties
De middelen kunnen enkel worden toegekend onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.
Daarnaast is het maatregelenpakket ook onderhevig aan instemming van de provinciale
staten van de provincie Noord-Brabant en – via de voorzitter van de Stichting Brainport –
de 21 gemeenten van de regio Zuidoost-Brabant. De afspraken tussen kabinet en de Brainportregio
zijn als bijlage C toegevoegd, evenals de brief van het kabinet aan ASML over de plannen
van het kabinet ten aanzien van de microchipsector (bijlage D).
In totaal trekken Rijk, regio en bedrijfsleven tot en met 2030 2,51 miljard euro uit.
Daarvan wordt 1,73 miljard euro bijgedragen door het Rijk en 778 miljoen euro door
de regio en het bedrijfsleven. Vanaf 2031 is er een structurele Rijksbijdrage van
80,5 miljoen euro. Van de incidentele kabinetsbijdrage komt 1,28 miljard euro additioneel
uit het budget van het Nationaal Groeifonds (NGF). In 2025 resteert budget voor een
openstelling in de tweede helft van dit jaar. In totaal is nog 6,1 miljard euro beschikbaar
voor het NGF. Gezien de enorme groeibelofte van de chipsector en Brainport en de bijdrage
die een sterk ecosysteem kan leveren aan maatschappelijke uitdagingen, passen de investeringen
binnen de doelstelling van het Nationaal Groeifonds om het toekomstig verdienvermogen
van Nederland te versterken. In bijlage B is een financieel overzicht van de maatregelen
opgenomen.
Tot slot
De Nederlandse chipsector is belangrijk voor Nederland en de wereld. Dit willen en
moeten we ook in de toekomst zo houden. De vele banen voor praktisch en theoretisch
geschoolden, de grote bijdrage aan onze economie en regionale ontwikkeling, de innovaties
voor onze maatschappij en de vele (honderden) mkb in de toeleveringsketen en de internationale
positie die dit ecosysteem Nederland oplevert, zijn onmisbaar. Nederland profiteert
namelijk niet alleen van het economische belang van het ecosysteem, maar ook van de
voortuitgang die microchips ons brengen. Dit betekent dat we voortdurend moeten investeren
in het aantrekkelijk houden van het ondernemingsklimaat, het opleiden van de vakmensen
voor de toekomst en de juiste randvoorwaarden creëren voor bedrijven als ASML en toekomstige
groeibriljanten om zich in Nederland te ontwikkelen. Consistent, voorspelbaar en daarmee
betrouwbaar overheidsbeleid op het gebied van fiscaliteit, onderwijs, de ruimtelijke
omgeving en in de complexe geopolitieke context, is daarbij essentieel. Dit kan alleen
door een goede samenwerking, in de Nederlandse traditie, tussen al deze belangrijke
bedrijven, de Rijksoverheid en de regionale overheden. Met het aangekondigde maatregelenpakket
wil het kabinet nu en ook op de langere termijn investeringen en groeiplannen van
chipbedrijven in Nederland stimuleren.
Beleidskeuzes uitgelegd
Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1)
1. Doel(en)
Dit maatregelenpakket moet leiden tot een verbetering van het ondernemingsklimaat,
versterking van het toekomstig verdienvermogen van Nederland en de Nederlandse/Europese
economische veiligheid en weerbaarheid, middels inspanningen voor de microchipsector,
met zwaartepunt in de Brainportregio.
2. Beleidsinstrument(en)
Meerder departementen dragen bij aan het maatregelenpakket, waarbij gebruik gemaakt
wordt van zoals het Nationaal Groeifonds, het Mobiliteitsfonds en regulier instrumentarium
voor bedrijfsleven- en innovatiebeleid.
3. A. Financiële gevolgen voor het Rijk
Over de periode tot en met 2030 zullen de totale kosten voor het Rijk 1,73 miljard euro
cumulatief zijn. Na 2030 zal dit 80,5 miljoen euro structureel zijn.
B. Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren
In dit maatregelenpakket wordt naast de Rijksbijdrage ook een financiële bijdrage
gevraagd van de provincie Noord-Brabant, de Brainportregio en het bedrijfsleven.
4. Nagestreefde doeltreffendheid
Er is intensief met regionale partijen en bedrijfsleven overlegd over de belangrijkste
knelpunten en uitdagingen. Dit maatregelenpakket is dan ook juist gericht op het aanpakken
van de belangrijkste problemen. Met een Nationaal Versterkingsplan voor microchip-talent
wordt gericht gezorgd voor meer talent om aan de vraag te voldoen. De geplande infrastructuurprojecten
zijn gericht op de belangrijkste te verwachten knelpunten voor de verdere groei van
het bedrijfsleven in de Brainportregio. Ook qua woningbouw wordt gezorgd voor voldoende
huisvesting om aan de verwachte groei in de regio te voldoen.
5. Nagestreefde doelmatigheid
De voorgestelde maatregelen zijn erop gericht om een maximaal resultaat te behalen
op de belangrijkste knelpunten voor sector en regio. Dit wordt behaald door middel
van cofinanciering door Rijk, regio en bedrijfsleven.
6. Evaluatieparagraaf
Voor de onderdelen van het maatregelenpakket zullen onder de Semicon Valley Agenda
actieprogramma’s worden opgesteld, waarvoor de verantwoordelijkheid valt onder de
desbetreffende departementen. Voortgang van de regionale maatregelen in de Brainportregio
wordt gemonitord in het Bestuurlijk Overleg Brainport.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Bijlage A Het grote belang van de chipsector voor Nederland
Nederlandse chipbedrijven maken chips, chipmachines of werken met geavanceerde materialen
om het productieproces van chips duurzamer, slimmer en sneller te maken. Daarvoor
werken de bedrijven nauw samen met Nederlandse onderzoek- en onderwijsinstellingen.
Minstens zo belangrijk is het netwerk van toeleveranciers. Het overgrote deel hiervan
is mkb.15 Zij leveren de onmisbare onderdelen voor de chips en chipmachines, die vervolgens
naar alle delen van de wereld geëxporteerd worden. Dit betekent dat op dit moment
in Nederland naar schatting meer dan 53.000 vakmensen bijdragen aan de Nederlandse
positie in de wereldwijde halfgeleiderindustrie. Veel van deze bedrijvigheid zit in
de Brainportregio. Brainport behoort tot de meest veelbelovende hightech regio’s ter
wereld.16 Met de Mainportstatus voor de Brainportregio erkent het kabinet het grote belang
van de regio voor de Nederlandse economie.17
De Nederlandse chipsector, bestaande uit honderden chipbedrijven, duizenden toeleveranciers
en verschillende kennisinstellingen, levert ons land veel op. De sector draagt op
meerdere manieren bij aan onze economie, onder andere door de vele banen. Dit zijn
banen voor zowel praktisch als theoretisch geschoolden, in de sector én in de toeleverketen.
Ter illustratie, voor iedere baan bij ASML (in 2030 richting de 40.000), zijn er 2,5
fte in de toeleverketen. Daar blijft het niet bij. Het belang van de chipsector is
breder dan enkel de economisch toegevoegde waarde. Chips zijn onmisbaar voor de grote
maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat,
gezondheidszorg, digitalisering en defensie en veiligheid. Technologische ontwikkeling
maakt het mogelijk dat onze chips in de toekomst minder energie verbruiken en slimmer
en sneller werken. Denk hierbij aan betere methoden om ziektes op te sporen in de
zorg of manieren om voedselverspilling te voorkomen.
Juist doordat we steeds afhankelijker worden van chips voor vrijwel alles in onze
hedendaagse samenleving is de Nederlandse chipsector in toenemende mate van grote
strategische waarde. Chiptechnologie is wellicht de meest kritieke technologie in
een wereld waar de machtsbalans zoals we die kennen onder druk staat en technologisch
leiderschap een geopolitiek machtsmiddel is geworden. Wereldwijd wordt steeds agressiever
industriebeleid gevoerd om minder afhankelijk te worden van chipproductie elders.
Dit gebeurt zowel via overheidssubsidies (bijv. de Amerikaanse Inflation Reduction Act en het Chips for America programma) als via aantrekkelijke voorwaarden op het gebied van o.a. fiscaliteit,
talent en ruimte, zoals in Taiwan en Zuid-Korea. Ook dichter bij huis zijn de ambities
om een stevigere positie in de waardeketen te verkrijgen groot. Een belangrijke rol
hiervoor is weggelegd voor de Europese Chips Act. De Nederlandse chipsector is nauw
verweven met het Europese ecosysteem; een sterke Nederlandse positie draagt dan ook
bij aan de Europese open strategische autonomie. Hierdoor is Nederland een geopolitieke
speler van formaat geworden. Maar door toenemende internationale concurrentie, de
veranderende geopolitieke verhoudingen en een onder druk staand vestigingsklimaat,
is dit geen garantie voor de toekomst.
In een land als Nederland, waar schaarste is in ruimte, energie en personeel, moeten
we keuzes maken. Dit doen we voor de inrichting van onze toekomstige economie en bij
de keuze voor het investeren in specifieke technologiegebieden. Met Het perspectief op de Nederlandse economie18 kiest het kabinet voor sectoren die innovatief zijn, bijdragen aan onze duurzaamheidsdoelstellingen,
bijdragen aan een sterk Nederland binnen een weerbaar Europa en waarvan iedereen in
de samenleving profiteert. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk dat Nederland
kan blijven meedoen in de razendsnelle wereldwijde technologische ontwikkelingen en
dat we niet te afhankelijk zijn van andere landen voor onze meest strategische technologie.
Met de Nationale Technologiestrategie19 zetten we in op deze strategische technologieën en bijbehorende bedrijven om deze
te blijven ontwikkelen. Daarvoor moeten innovatieve bedrijven ruimte krijgen om te
groeien, te ondernemen en internationaal concurrerend te blijven. Dit gaat niet vanzelf.
Het kabinet is daarom van mening dat extra stappen noodzakelijk zijn om dit ecosysteem
ook in de toekomst voor Nederland te behouden.
Bijlage B Financieel overzicht maatregelen t.b.v. ondernemingsklimaat microchipsector
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap