Brief regering : Kabinetsreactie op het Rli-advies "Samen Werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen"
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 633 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
De Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (Rli) heeft op 31 oktober 2023 het
advies uitgebracht «Samen Werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen».1 Dit advies gaat over hoe de verduurzaming van bedrijventerreinen en de bedrijven
die er gevestigd zijn te versnellen. En wat dit betekent voor rollen, verantwoordelijkheden
en instrumenten van de Rijksoverheid, andere overheden, marktpartijen en de samenleving.
Het advies heb ik op 31 oktober 2023 in ontvangst genomen. In deze brief geef ik,
conform toezegging en mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK), Infrastructuur en Waterstaat (IenW), voor Klimaat en Energie (K&E) en Natuur
en Stikstof (N&S) en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een
schriftelijke reactie op het advies.
Rli advies «Samen Werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen»
De Rli doet aan het Rijk drie overkoepelende aanbevelingen voor de versnelling van
verduurzaming bedrijventerreinen:
1. Formuleer een toekomstbeeld voor duurzame bedrijventerreinen met meetbare doelstellingen
en tijdspad.
2. Samenwerking in georganiseerd verband op bedrijventerreinen verleidelijk maken en
uiteindelijk verplicht stellen.
3. Zorgen voor een heldere rolverdeling tussen de overheden en uitvoeringsinstanties
die betrokken zijn bij verduurzaming bedrijventerreinen.
Kabinetsreactie op het Rli-advies «Samen Werken»
Het Rli-advies zet bedrijventerreinen én het potentieel hiervan voor verduurzaming
op de kaart. Bedrijventerreinen kunnen een belangrijke katalysator zijn in de transitie
naar een klimaatneutrale, circulaire, natuurinclusieve en digitale samenleving. De
Rli doet heldere aanbevelingen, waarvan het kabinet de richting herkent, zoals het
belang van verduurzaming, versterking van het organiserend vermogen, de behoefte aan
een regierol en meer gezamenlijke duurzaamheidsdoelstellingen vanuit de overheid.
Deze aanbevelingen zijn goed bruikbaar in de ontwikkeling van (beleid rondom) toekomstbestendige
bedrijventerreinen.
In Nederland zijn er circa 3800 bedrijventerreinen. Daar heeft zo’n 30% van de werkzame
beroepsbevolking een baan, wordt 40% van het bruto binnenlands product verdiend en
60% van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) wordt gedaan. Op bedrijventerreinen
wordt zo’n 50% van het gas en 27% van de elektriciteit verbruikt. Het zijn logische
locaties voor verschillende transities. Veel departementen zien mogelijkheden bij
bedrijventerreinen om een bijdrage te leveren aan de opgave waarvoor zij verantwoordelijk
zijn: bijvoorbeeld aan opgaven op het gebied van de energietransitie, circulariteit,
klimaatadaptatie, natuurinclusief, biodiversiteit, stikstof, mobiliteit en ondermijning.
Collectieve initiatieven van bedrijven op bestaande bedrijventerreinen kunnen kansrijk
zijn voor het behalen van deze maatschappelijke doelen, maar ook als mogelijke oplossing
dienen voor bijvoorbeeld problemen rondom netcongestie. De beschikbaarheid van energie
is in steeds belangrijker mate een vestigingsplaatscriterium en in meer en meer regio’s
een knelpunt. Collectieven van bedrijven kunnen kansrijk zijn voor duurzame mobiliteit
door gezamenlijke aanleg van laadinfrastructuur, slimme uitwisseling van hernieuwbare
energie en zo bijdragen aan het verminderen van netcongestie. Groene daken en groenblauwe
dooradering van bedrijventerreinen kunnen ervoor zorgen dat water beter wordt opvangen
en dragen bij aan koeling van de omgeving en biodiversiteit. Ook is er een potentieel
in het benutten van elkaars reststromen wat bedraagt aan vermindering van het gebruik
van grondstoffen (die steeds schaarser zijn) in het streven naar een circulaire economie
in 2050.
Het is daarvoor wel nodig om de verduurzaming op bedrijventerreinen als Rijk meer
in samenhang aan te pakken. Dit is onderliggend een belangrijke boodschap van de Rli.
De huidige beleidsinspanningen van verschillende departementen lijken nog te vaak
op zichzelf te staan. Er wordt beperkt gebiedsgericht of te weinig vanuit integraliteit
gestuurd. En dat kan uiteindelijk zorgen voor een inefficiënte en niet-effectieve
aanpak. Het bereik van het ene doel kan er juist voor zorgen dat andere doelen niet
bereikbaar zijn. Dit is voor ondernemers belastend en heeft een negatieve impact op
de animo voor de gebiedsgerichte verduurzaming. Een goede organisatiegraad op bedrijventerreinen
en een betere aansluiting op de ondernemersbehoefte kan dat voorkomen en er tevens
toe leiden dat de ondernemersbetrokkenheid gestalte krijgt.
Ik zie het Rli-advies als belangrijke ondersteuning van de uitvoering van het Programma
Ruimte voor Economie.2 In dit programma heb ik aangegeven dat ik de regietaak voor voldoende ruimte voor
economische activiteit op mij neem. Het programma zal zich de komende jaren verder
ontwikkelen in samenwerking met de andere departementen, regionale partijen en het
bedrijfsleven. Het toekomstbestendig maken van bedrijventerreinen is daar een onderdeel
van.
Een gecoördineerde aanpak kan ertoe leiden dat er door de synergie meer mogelijk is
dan vanuit iedere opgave op zich. Denk aan het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen
in combinatie met verduurzaming. Dit helpt bij de ruimtelijke opgave als gevolg van
de energie- en circulaire transitie of dat er betaalbare bedrijfsruimten ingepast
kunnen worden. In reactie op het advies van de Rli, kondig ik daarom een interdepartementale
werkgroep aan, die als taak heeft om een beter overzicht te creëren in aanpakken en
programma’s voor de verduurzaming van bedrijventerreinen.
Dit betekent dat mijn ministerie in samenspraak met alle andere betrokken ministeries
inventariseert welke programma’s er vanuit het Rijk (beleid/uitvoering) zich richten
op verduurzaming bedrijventerreinen en met welk specifiek doel. Dit overzicht analyseren
we, waarbij we zoeken naar overlap, conflicten, concurrentie, blinde vlekken en de
werkbaarheid voor ondernemers op bedrijventerreinen. Deze analyse bespreken we interdepartementaal,
waarbij we een antwoord formuleren op de vraag wat nodig is om de inzet vanuit het
rijk rondom verduurzaming van bedrijventerreinen efficiënter, effectiever en ondernemersgerichter
te krijgen. Het uiteindelijke doel van de interdepartementale werkgroep is om de regierol
van de Rijksoverheid op het gebied van verduurzamen van bedrijventerreinen vorm te
geven. Vanzelfsprekend zal deze werkgroep ook verbindingen leggen met de belangrijkste
externe stakeholders.
Zo kan ik ook goede verbindingen maken met andere belangen die raken aan bedrijventerreinen,
zoals het Programma Mooi Nederland (BZK), Agenda Natuurinclusief (LNV)3, Werklandschappen van de Toekomst, Mobiliteitsvisie 2050 (IenW), Landelijk Actieprogramma
Netcongestie (EZK), het traject Grip op grootschalige bedrijfsvestigingen en het Nationaal
Programma Circulaire Economie (IenW). Samen bevordert dit werkgelegenheid én leefbaarheid.
Daarnaast worden de aanbevelingen van het Rli opgepakt via drie sporen:
1. Het opzetten van pilots voor toekomstbestendige bedrijventerreinen
2. Het versterken van de organisatiegraad
3. Het versterken van de uitvoeringskracht.
1. Opzetten van pilots voor toekomstbestendige bedrijventerreinen
Toekomstbestendige bedrijventerreinen zijn een betekenisvol onderdeel van het programma
Ruimte voor Economie. Op het vandaag beschikbare areaal bedrijventerreinen moeten
we werken aan het vestigingsklimaat van morgen: bedrijven die innoveren, produceren
en distribueren. Hierbij draait het om beter benutten van de beschikbare ruimte, infrastructuur
en verduurzaming met de focus op circulariteit, de energietransitie en vergroening.
Als onderdeel van het Nationaal Programma Ruimte voor Economie ga ik een integrale
aanpak ontwikkelen die leidt tot een betere benutting van de infrastructuur, ruimte
én verduurzaming van bedrijventerreinen via pilots.
In de pilots gaan we de krachten van het Rijk, provincies, gemeenten, ondernemers
en vastgoedeigenaren bundelen. Het gaat hier concreet om een mix van herontwikkeling
van gebieden, revitalisering van bestaande panden en vernieuwing, efficiënt inrichten
en benutten van infrastructuren voor energie, circulariteit, biodiversiteit, internet
en mobiliteit. Met de pilots wordt ervaring opgedaan met het op een effectievere manier
van organiseren en financieren hiervan. Doel is om de te ontwikkelen aanpak ook elders
toe te passen. Eveneens kunnen obstakels in de wet- en regelgeving worden geïdentificeerd.
Voor het opzetten van deze pilots zijn de aanbevelingen van de Rli goed bruikbaar.
Ik wil dit jaar starten met deze integrale pilots «toekomstbestendige bedrijventerreinen».
2. Het versterken van de organisatiegraad
Het versterken van de organisatiegraad op bedrijventerreinen is een cruciale voorwaarde
om bedrijventerreinen versneld toekomstbestendig te maken. Hoe beter bedrijventerreinen
georganiseerd zijn, hoe gemakkelijker verduurzaming op gang komt.
Het Rijk investeert actief in de versterking van deze organisatiekracht via het Programma
Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB). Dit programma is door het Ministerie van BZK
opgezet in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZK. De opzet van PVB met een
landelijk kennis- en netwerkplatform (expertise) én de uitvoering via de provincies
(aansluiting op lokale en regionale structuren), is in lijn met het Rli-advies. Hiermee
wordt voldaan aan een randvoorwaarde voor het verduurzamen van bedrijventerreinen
conform het advies van de Rli.
Verder heb ik onderzocht of de BIZ (een Bedrijven Investeringszone) een goed en aantrekkelijk
instrument is voor de verduurzaming van bedrijventerreinen en versterking van het
organiserend vermogen. Uit het bijgesloten onderzoek blijkt dat dit mogelijk is. In
dit kader neem ik twee acties. Ten eerste ga ik in gesprek met provincies en gemeenten
over kennisontwikkeling en kennisdeling rondom de Bedrijven Investeringszone (BIZ).
Daarbij leg ik de verbinding met PVB en VNO-NCW. Ten tweede ga ik na of bij doorstart
of ongewijzigde voortzetting van een BIZ verlaagde draagvlakeisen mogelijk zijn.
3. Het versterken van de uitvoeringskracht
De uitvoeringskracht in de regio is eveneens van belang voor de verduurzaming van
bedrijventerreinen. Het kabinet heeft via de regeling CDOKE (Capaciteit Decentrale
Overheden voor Klimaat en Energie) hiervoor middelen vrijgemaakt. De regeling is bestemd
voor provincies en gemeenten ten behoeve van inhuur van capaciteit zodat zij hun taken
op gebied van klimaat en energie (met CO2-emissiereductie tot gevolg) kunnen uitvoeren.
De CDOKE-middelen kunnen onder meer ingezet worden voor beleid gericht op het verduurzamen
van bedrijventerreinen door provincies en gemeenten. Dat beleid heeft immers CO2-emissiereductie tot gevolg. Het kabinet roept de provincies en gemeenten op om de
CDOKE voor verduurzaming bedrijventerreinen te benutten. Én om dit in samenwerking
met de ondernemers op een bedrijventerrein te doen.
Samen ondernemersgericht werken aan verduurzaming bedrijventerreinen
Tot slot, het is belangrijk dat de verduurzaming van bedrijventerreinen ook ondersteunend
is aan de uitdagingen waar de ondernemers op bedrijventerreinen voor staan. Dit vraagt
dat we als overheden (Rijk, provincies, gemeenten) de verduurzamingsopgave op bedrijventerreinen
echt samen met de ondernemers vormgeven; waar nodig ontzorgen en tegelijkertijd aan
de opgaven rondom verduurzaming werken. Dat vraagt maatwerk: ieder bedrijventerrein
is anders – qua ligging, mogelijkheden voor verduurzaming, ondernemers die er gevestigd
zijn, leeftijd en inrichting van het terrein.
Ik herken het signaal van de Rli dat er veel op de ondernemers afkomt qua verduurzaming.
Ik pak dit al op via de coördinerende rol van het Ministerie van EZK bij verduurzaming
mkb, via het actieprogramma duurzaam ondernemen en de actieagenda mkb-dienstverlening
voor ondernemersdienstverlening in den brede. In het verlengde daarvan ga ik ook de
coördinerende rol rondom toekomstbestendige bedrijventerreinen oppakken. Toekomstbestendige
bedrijventerreinen vragen immers om: «Samen Werken»; dit is niet voor niets de titel
van het advies. In de voortgangsbrief over het nationaal programma Ruimte voor Economie,
zoals aangekondigd in het commissiedebat over het verdienvermogen, zal ik ook over
de voortgang van de werkgroep verduurzaming bedrijventerreinen rapporteren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Bijlage 1: Toelichting op een aantal lopende programma’s en trajecten
Actieagenda mkb-dienstverlening, verduurzaming mkb, actieprogramma duurzaam mkb
Er komt veel op de ondernemers af qua verduurzaming. Vooral het mkb heeft nu al moeite
om een beeld te krijgen van alle verplichtingen die er zijn en aankomen, en hoe daaraan
te voldoen. Op bedrijventerreinen is het merendeel van het mkb gevestigd. Het mkb
is 99% van het Nederlandse bedrijfsleven en zorgt voor 71% van de werkgelegenheid
in Nederland. Door de grote transities in de economie stapelen de uitdagingen voor
het mkb zich op. Onderzoek laat zien dat een flink deel van het mkb niet over voldoende
verandervermogen beschikt om de noodzakelijke transities te maken. Vooral het kleinere
mkb is daardoor kwetsbaar. Daarvoor zijn de volgende trajecten gestart
• Actieagenda mkb-dienstverlening: Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap heeft geconstateerd dat, ondanks dat er
veel goed gaat, er verbeteringen nodig zijn in de mkb dienstverlening. Om o.a. de
verduurzaming te doen slagen vergt het dat honderdduizenden mkb’ers stappen in de
goede richting zetten. Daarom is in 2023 is door kwartiermaker Rob Schouten de actieagenda
mkb-dienstverlening ontwikkeld. Doel is om een vraaggestuurd stelsel van publieke
dienstverlening te realiseren dat mkb ondernemers beter bereikt, activeert en ondersteunt
bij het toekomstbestendig maken en houden van hun bedrijf. De aanpak wordt in 2024
uitgewerkt. In de actieagenda wordt er voor EZK een regierol voorzien met betrekking
tot de werking van het stelsel.
• Verduurzaming mkb: In de kamerbrief hoofdlijnen voortgang van de verduurzaming van het mkb van 6 april
2023, heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat een interdepartementale werkwijze
verduurzaming mkb aangekondigd. Deze werkwijze is erop gericht de ondersteuning van
het mkb bij de verduurzaming effectiever en efficiënter te maken. Bij deze werkwijze
wordt onder andere gekeken naar: hoe regelingen en programma’s beter op elkaar kunnen
aansluiten, wegnemen van overlap of conflicterende/concurrerende elementen tussen
verschillende regelingen en programma’s. En daarnaast wordt bekeken hoe het aanbod
van ondersteuning, voor de ondernemers, overzichtelijker en toegankelijker te maken.
Daarbij is het belangrijk is dat voorzien wordt in de behoeften van ondernemers.
• Actieprogramma duurzaam ondernemen: dit actieprogramma is een onderdeel van de interdepartementale werkwijze rondom verduurzaming
mkb. Doel is de informatievoorziening naar het kleine mkb rondom verduurzaming te
optimaliseren. Het programma heeft drie actielijnen: goede dienstverlening vanuit
gemeenten aan de mkb’er, activering van het «warme» netwerk rondom de ondernemer en
heldere communicatie vanuit het Rijk.
Ontzorging verduurzaming mkb
• In 2024 start het ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen
gestart met een budget van € 23 miljoen. Het ontzorgingsprogramma biedt ondersteuning
voor het mkb tot 50fte rondom de verduurzaming van het vastgoed én bedrijfsprocessen,
door inzicht te geven in wat het mkb kan doen om het pand en bedrijfsproces te verduurzamen
plus welke ondersteuning hiervoor beschikbaar is. Dit programma wordt in samenwerking
met de provincies uitgevoerd en loopt tot 2027. De uitvoering is in lijn met de 3e aanbeveling van de Rli t.a.v. rolverdeling overheden.
Vergroening bedrijventerreinen – Werklandschappen van de toekomst
• Rondom vergroening van bedrijventerreinen is vanuit het Nationaal Groeifonds in 2023
een impuls gegeven van 26 miljoen euro voor het programma Werklandschappen van de
Toekomst. Het programma werkt aan toekomstgerichte, groene, gezonde en klimaatbestendige
bedrijventerreinen. Meer groen draagt bij aan een gezondere en aantrekkelijker werkomgeving.
Dit kan een positief effect hebben op de arbeidsproductiviteit. Daarnaast heeft meer
groen een positieve uitwerking op klimaatadaptatie en biodiversiteit.
• In de eerste fase worden op een aantal bedrijventerreinen living labs (onderzoek-
en testen van innovaties) en ambassadeursterreinen gerealiseerd (toepassing van best
practices uit de living labs op bedrijventerreinen), die een basis kunnen vormen voor
grootschalige toepassing.
• Werklandschappen van de Toekomst richt zich met name op kennisontwikkeling, toegepaste
innovatie en bestuurlijke samenwerking rondom het vergroenen van bedrijventerreinen.
Programma Ruimte voor Economie- pilots beter benutten en toekomstbestendige bedrijventerreinen.
Eind 2023 is het Nationaal programma Ruimte voor Economie gestart vanuit het Ministerie
van EZK.
Eén van de actielijnen is toekomstbestendige bedrijventerreinen.
• Het Ministerie van EZK gaat, via het Programma Ruimte voor Economie, pilots opzetten
in samenwerking met provincies voor het beter benutten (herstructureren) en verduurzamen
van bedrijventerreinen: toekomstbestendige bedrijventerreinen.
• Doel is om via de pilots praktische ervaring op te doen met organiseren en financieren
van het beter benutten van bedrijventerreinen, infrastructuur én verduurzaming. In
de pilots gaan Rijk, provincies en gemeenten hierop samenwerken.
• De inzet is om vervolgens de ontwikkelde aanpak ook elders toe te passen.
• Voor de eerste stap is € 9 mln. beschikbaar vanuit het Ministerie van EZK. Voor de
pilots geldt als voorwaarde dat de provincies minimaal hetzelfde bedrag aan middelen
investeren in kansenzones/bedrijventerreinen. Deze samenwerking is in lijn met de
3e aanbeveling van de Rli.
• Op basis van de ervaringen en lessen uit de pilots wordt nut en noodzaak bezien van
een eventuele inrichting van een nationaal vestigingsfonds voor herontwikkeling en
verduurzaming van bedrijventerreinen. Daarnaast bestaan er op provinciaal niveau ook
herontwikkelingsmaatschappijen zoals OMU, HMO, OHG en fondsen zoals energiefondsen
en het perspectieffonds (Gelderland).
Netcongestie – Landelijk Actieprogramma Netcongestie, energiehubs en slim met stroom
De Rli signaleert dat bedrijventerreinen een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen
van de netcongestie en overbelasting van het energienet door onderlinge energie-uitwisseling
en flexibel omgaan met vraag en aanbod van energie.
• In het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN, kamerstuk 29 023, nr. 358) werken netbeheerders, overheden en marktpartijen samen aan oplossingen voor netcongestie
om belemmeringen weg te nemen door in te zetten op snellere verzwaring en maatregelen
voor een slimmer gebruik van het elektriciteitsnetwerk. Vooral bij slimmer gebruik
van energie en energie-uitwisseling kunnen bedrijven en bedrijventerreinen een rol
spelen.
• Het elektriciteitsnet wordt namelijk minder belast als de vraag naar en het aanbod
van lokaal opgewekte energie bij elkaar worden gebracht. Dit kan mogelijk worden gemaakt
door versnelling van de ontwikkeling van energy-hubs of door bij eigen opwekinstallaties
batterijen toe te voegen en bedrijfsprocessen af te stemmen. Dit kan men individueel
doen, maar de voorkeur is om dit collectief te organiseren door samenwerking in energiehubs.
Het Ministerie van EZK werkt aan een Stimuleringsprogramma Energiehubs. Dit programma
zorgt o.a. voor het aanstellen van regisseurs en de ontwikkeling van een toolkit met
standaarden voor het delen van data en contracten tussen partijen. Bedrijventerreinen
vormen één van de doelgroepen.
• Ook zal een bestuurlijk aanjager «slim met stroom» zich inzetten om bedrijven te bewegen
om meer flexibele contracten af te sluiten en bijvoorbeeld op bedrijventerreinen samen
te werken om de beschikbare stroom op piekmomenten te verdelen. VNO-NCW zal, in opdracht
van het Ministerie van EZK, gerichte communicatie naar alle bedrijventerreinen in
Nederland opzetten over de gevolgen van netcongestie en het handelingsperspectief
voor bedrijven.
Programma Verduurzaming bedrijventerreinen – versterking organisatiegraad
Organisatievorming op een bedrijventerrein helpt bij verduurzamingvraagstukken die
een gezamenlijke en/of gebiedsgerichte aanpak vergen. Het is een belangrijke randvoorwaarde,
bijvoorbeeld bij vorming van energy hubs, klimaatadaptatie en biodiversiteit. Er zijn
diverse vormen van organisatie mogelijk zoals een ondernemersvereniging, een ondernemersfonds,
een coöperatie, parkmanagement.
• Eind 2022 is de pilot Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB) gestart vanuit
BZK. Inmiddels is het een interdepartementaal programma van het Ministeries van BZK
en EZK en loopt van 2024–2027 met een budget van € 23 miljoen. PVB heeft tot doel
om de organisatiegraad van bedrijventerreinen te vergroten. De aanpak is een combinatie
van een kennisfunctie door het programmabureau en een uitvoeringsprogramma door de
provincies.
• Het Programmabureau vervult de functie van kennis- en netwerkplatform. Dat betekent
de ontsluiting van kennis, best practices en netwerken rondom de versterking van het
organiserend vermogen en de verduurzaming van bedrijventerreinen.
• De provincies ontvangen van het Rijk een bijdrage om de organisatiegraad te versterken
t.b.v. verduurzaming, aansluitend op hun regionale structuur. Dit sluit aan bij de
aanbeveling van de Rli rond de rollen binnen de overheid (aanbeveling 3).
Bedrijven Investerings zone (BIZ) voor bevordering van organiserend vermogen.
• Vanuit het programma Ruimte voor Economie heeft het Ministerie van EZK de mogelijkheden
verkend van het instrument Bedrijven Investerings Zone (BIZ) voor verduurzaming van
bedrijventerreinen en als aanjager van organisatievorming.
• Uit het bijgesloten onderzoek bij deze kabinetsreactie, blijkt dat de BIZ mogelijkheden
biedt. Gemeenten en provincies spelen een belangrijke faciliterende rol bij een BIZ.
Daarnaast blijkt dat het een intensief traject is om bij verlenging van de BIZ na
vijf jaar opnieuw een draagvlakmeting uit te voeren.
• Hiervoor neemt het Ministerie van EZK de volgende acties vanuit het programma Ruimte
voor Economie:
o in gesprek gaan met provincies en gemeenten over kennisontwikkeling en – deling rondom
de Bedrijven Investerings Zones, zoals het delen van best practices. Daarbij leggen
we de verbinding met PVB en VNO-NCW;
o nagaan bij doorstart of ongewijzigde voortzetting van een BIZ of verlaagde draagvlakeisen
mogelijk zijn.
Regeling Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat en Energie
• Vanuit het Ministerie van EZK is de regeling Capaciteit Decentrale Overheden voor
Klimaat en Energie (CDOKE) opgezet met een budget van momenteel 1,037 miljard euro.
Dit budget wordt in 2024 substantieel opgehoogd. De regeling is bestemd voor provincies
en gemeenten ten behoeve van inhuur van capaciteit zodat zij hun taken op gebied van
klimaat en energie (met CO2-emissiereductie tot gevolg) kunnen uitvoeren.
• De huidige regeling loopt tot en met 2025. Aan een nieuwe regeling voor de jaren 2026
t/m 2030 wordt gewerkt.
• De CDOKE-middelen kunnen onder meer ingezet worden voor beleid gericht op het verduurzamen
van bedrijventerreinen door provincies en gemeenten. Dat beleid heeft immers CO2-emissiereductie tot gevolg. Het kabinet benoemt hierbij expliciet de mogelijkheid
om de middelen voor beleid gericht op het verduurzamen van bedrijventerreinen in te
zetten en roept op om dit in samenwerking met ondernemers op een bedrijventerrein
te doen.
Bijlage 2: overzicht trajecten vanuit departementen die landen op bedrijventerreinen
1e overzicht programma’s en inzet Rijksoverheid gericht op bedrijventerreinen
BZK
• Verduurzaming gebouwde omgeving
• Utiliteitsbouw aardgasvrij
• Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen i.s.m. EZK
• Programma ontzorging MKB i.s.m. EZK
• Werklandschappen van de toekomst (Nationaal Groeifonds/vergroening)
• Meetlat klimaatadaptieve omgeving i.s.m. IenW
• Groenblauwe bedrijventerreinen samen klimaatbestendig
• Mooi Nederland
EZK
• Energiebesparingsplicht
• Landelijke Aanpak Netcongestie – stimuleringsprogramma energiehubs
• Ruimte voor economie – toekomstbestendige bedrijventerreinen
• Samenwerking met BZK rondom programma verduurzaming bedrijventerreinen.
V&J
• Ondermijning
LNV
• Biodiversiteit verhogen
• Werklandschappen van de toekomst – meer groen op bedrijventerreinen
• Klimaatadaptatie
• Agenda Natuurinclusief – domein bedrijventerreinen
• Groenblauwe bedrijventerreinen
I&W
• Clean Energy hubs
• Duurzaam personen vervoer (woon-werk)
• Circulaire economie – Nationaal Programma Circulaire Economie
• Laadinfrastructuur – Vliegende brigade
• Duurzaam goederenvervoer (modal shift)
• Klimaatadaptatie – nationaal programma – groene gezonde werklandschappen (NUPKA) en
groenblauwe bedrijventerreinen samen klimaatbestendig
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat