Brief regering : Vervolg werkzaamheden Julianakanaal
36 410 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024
Nr. 50
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2024
In de ochtend van 23 februari 2023 is de bouwkuip in het Julianakanaal ter hoogte
van Berg-Obbicht volgelopen. Op deze locatie wordt door Rijkswaterstaat het kanaal
verbreed als onderdeel van het project Maasroute (opwaardering vaarwegtraject Ternaaien-Weurt
tot scheepvaartklasse Vb). Bij Berg-Obbicht werd een damwand in het midden van het
kanaal geplaatst, waarna in een drooggezette bouwkuip de werkzaamheden werden uitgevoerd.
De doorgaande scheepvaart kon plaatsvinden via een versmalde vaarstrook. Tijdens deze
werkzaamheden is de damwand van de bouwkuip op één plek over een breedte van circa 10 meter
«opengeklapt», waarna de bouwkuip vervolgens is volgelopen met water. Het verbreden
en verdiepen van het kanaal én het tegelijkertijd openhouden voor de scheepvaart is,
gelet op de bodem van het kanaal, een zeer uitdagende en complexe opgave.
Meteen na het vollopen is de calamiteit verholpen door het herstellen en verstevigen
van de damwand. Vanaf 20 maart 2023 is er weer scheepvaart mogelijk op dit traject.
Echter, de bouwkuip is als calamiteit hersteld, maar niet «verwijderd» en er blijft
een sterk versmalde, vaarweg bestaan. Dit leidt tot veiligheidsrisico’s op het kanaal
maar ook nog tot vernattingsrisico’s met ecologische schade aan de nabij gelegen Kingbeek.
Er zijn vanaf dat moment direct meerdere maatregelen genomen om de situatie rondom
de bouwkuip te stabiliseren en ontstane risico’s te mitigeren (onder andere actieve
scheepvaartbegeleiding, aanbrengen bebording, instellen maximale vaarsnelheid, afpompen
lekwater, aanbrengen kleilaag in de bouwkuip en reparaties aan de vaargeul). Hoewel
het er aanvankelijk op leek dat de situatie door de genomen maatregelen onder controle/beheersbaar
was, is na verloop van tijd gebleken dat deze maatregelen niet afdoende zijn. Deze
situatie in stand laten is onveilig voor de scheepvaart en het milieu. Sinds 29 september
2023 hebben zich rondom de versmalde vaarweg ter hoogte van de bouwkuip, acht geregistreerde
scheepvaart gerelateerde veiligheidsincidenten voorgedaan. Sinds het vollopen van
de bouwkuip lekt daarnaast kanaalwater in de kwetsbare natuur van de Kingbeek en (omdat
de lekkages niet kunnen worden gestopt) dreigt daardoor (steeds grotere) schade aan
de natuur op te treden.
Het veilig verwijderen van de damwand en het uitvoeren van het noodzakelijke herstel
van de bodem zonder droogzetten van het kanaal blijkt niet mogelijk. De samenstelling
van de bodem en staat van het kanaal laten dat niet toe. Zodra, in een met water gevuld
kanaal, begonnen zou worden met het verwijderen van de damwand zou de bouwkuip weer
vol water komen te staan en zou er wederom forse vernatting optreden bij Nattenhoven
en de Kingbeek. Dit is niet acceptabel. Rijkswaterstaat wil dit risico niet nog een
keer nemen, enerzijds vanwege de veiligheid voor de werknemers van de aannemer en
anderzijds voor de schade aan de natuur, omgeving en economie. Dit betekent dat, om
de bouwkuip te verwijderen, het kanaal tussen «Brug Berg» tot de Sluis in Born over
een lengte van ongeveer vier kilometer dient te worden afgesloten en te worden drooggezet.
Door het kanaal droog te zetten, kan tegelijkertijd het oorspronkelijke werk (verbreden
en verdiepen) worden afgemaakt. Alleen op die manier kan de scheepvaartveiligheid
en een veilige uitvoering van het werk worden gegarandeerd en het lekken van water
naar de Kingbeek worden stopgezet.
Dit zal helaas leiden tot een stremming van het doorgaande scheepvaartverkeer op dit
deel van het kanaal voor een lange periode, en leiden tot een aanzienlijke impact
op de (economische) omgeving van het Julianakanaal. Bedrijven blijven in principe
bereikbaar, maar scheepvaart zal hierdoor fors moeten omvaren.
Op de omvaarroute ligt keersluis Limmel (Maastricht). Wanneer keersluis Limmel vanwege
hoog water, storingen of incidenten gesloten zou worden, worden bedrijven aan het
kanaal (haven Stein) onbereikbaar en is er geen alternatieve route mogelijk richting
Antwerpen/Rotterdam. Rijkswaterstaat zal zorgdragen voor een maximale beschikbaarheid
van Keersluis Limmel tijdens de werkzaamheden.
De huidige situatie dient zo kort als redelijkerwijs mogelijk te blijven bestaan.
Daarom zal Rijkswaterstaat aan de huidige aannemer de opdracht geven. Deze gaat op
zo’n kort mogelijke termijn aan de slag. De tijd tot het kanaal daadwerkelijk wordt
afgesloten wordt gebruikt voor de vervoerders/verladers en bedrijven in de omgeving
die afhankelijk zijn van het kanaal om zich voor te bereiken op deze situatie.
De verwachting is dat uiterlijk in oktober dit jaar de werkzaamheden starten. Afhankelijk
van de weersomstandigheden zijn de werkzaamheden naar verwachting in april/mei 2025
gereed. Een indicatie van de verwachte extra kosten voor het project zijn in beeld
gebracht, maar dit wordt nog verder aangescherpt. U wordt daarover op een later moment
geïnformeerd.
In de periode tot afsluiting van het Julianakanaal voor de scheepvaart zal nog een
aantal aanvullende maatregelen genomen worden voor verdere beheersing van het veiligheidsrisico
gedurende de periode tot de daadwerkelijke start van de werkzaamheden. Deze maatregelen
gaan per direct in. Zo mogen lege en half beladen schepen zonder actieve boegschroefbesturing
voortaan bij een windkracht van 3 of meer niet meer de bouwkuip passeren, dienen duwbakken
«met de stompe kant naar voren» te varen en zal een tweede schip ten behoeve van actieve
scheepvaartbegeleiding 24/7 ingezet worden. Daarmee wordt het kanaal in feite nu al
gedeeltelijk afgesloten voor bepaalde typen schepen, bij windkracht 3 of meer.
Het langdurig afsluiten van een deel van het kanaal, voor zowel de scheepvaart als
bedrijven die afhankelijk zijn van het kanaal, is een zeer vervelende situatie. Op
dit moment worden de omgevingspartijen en schippersorganisaties geïnformeerd over
dit besluit en worden op korte termijn afspraken gemaakt over het vervolg. Rijkswaterstaat
is en blijft hierover in gesprek met de omgevingspartijen. Tevens wordt een impactanalyse
gemaakt. De komende maanden tot aan de gehele afsluiting, zal aan de hand daarvan
met de omgeving gekeken worden hoe de impact zoveel als mogelijk te beperken. Partijen
die door de afsluiting onevenredig zwaar worden getroffen kunnen bij Rijkswaterstaat
een verzoek om vergoeding indienen op grond van artikel 4:126 van de Algemene wet
bestuursrecht en de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2024.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat