Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Eerdmans, gedaan tijdens het debat van 24 oktober 2023, over de veiligheidssituatie in Nederland n.a.v. de aanslag in Brussel
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 711
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2024
In mijn brief van 24 oktober 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de feiten en de
mogelijke veiligheidsrisico’s voor Nederland naar aanleiding van de aanslag in Brussel
op 16 oktober 2023.1 Tijdens het debat over de Europese top op 24 oktober 2023 heeft het Kamerlid Eerdmans
aanvullende vragen gesteld die ik in deze brief zal beantwoorden.
De vragen hebben betrekking op diverse onderwerpen:
• De veiligheidssituatie in Nederland;
• Het onderkennen van signalen van mogelijke betrokkenheid bij terrorisme in de asiel-
en nareisprocedure;
• Actualiteiten en nieuwsberichten naar aanleiding van de dodelijke aanslag in Arras
op 13 oktober 2023.
Middels deze brief geef ik invulling aan deze verzoeken.
Veiligheidssituatie in Nederland
Op maandagavond 16 oktober 2023 werd Brussel opgeschrikt door een verschrikkelijke
aanslag waarbij twee personen werden doodgeschoten en een derde persoon zwaargewond
raakte. Deze aanslag, alsmede die van kort daarvoor in Arras, zorgden voor extra alertheid
ook in Nederland. De internationale veiligheid en nationale veiligheid zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden. Daarom wordt continu gemonitord hoe internationale ontwikkelingen
doorwerken in Nederland en welke risico’s hieruit kunnen voortkomen. Bij de beoordeling
of internationale ontwikkelingen in het buitenland gevolgen hebben voor het dreigingsniveau
in Nederland, wordt gebruik gemaakt van diverse bronnen, waaronder informatie van
de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de Nationale Politie.
In het laatste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland is het dreigingsniveau verhoogd
van 3 naar 4. Dit betekent dat de kans op een aanslag reëel is. Een optelsom van ontwikkelingen
zorgt voor de verhoging van het dreigingsniveau. Door het gewelddadige conflict in
Israël en de Palestijnse gebieden, koranschendingen in verschillende Europese landen
en de oproepen tot aanslagen van terroristische organisaties is de dreiging vanuit
het jihadisme toegenomen. Tegelijkertijd is de voorstelbare dreiging vanuit het rechts-extremisme
en anti-institutioneel extremisme onverminderd aanwezig.
Signaleren mogelijke betrokkenheid bij terrorisme in de asiel- en nareisprocedure
Tijdens het debat over de Europese Top stelde uw Kamer vragen over misbruik van de
asiel- en nareisprocedure door personen met jihadisstische sympathieën en de maatregelen
van het kabinet hiertegen. Het kabinet is er alles aan gelegen om ons land te beschermen
tegen terroristen die onze nationale veiligheid bedreigen. Zo beschikken we over een
sterke en brede aanpak van wetgeving, bevoegdheden, specialistische teams en organisaties
om te zorgen dat signalen van terrorisme tijdig worden onderkend en verdachten van
terroristische misdrijven worden opgespoord, vervolgd en bestraft. Deze aanpak en
de verschillende rollen en taken daarbinnen, staan beschreven in de Nationale Contraterrorisme
strategie 2022–2026.2 Voortdurend worden de verschillende onderdelen van de kritisch tegen het licht gehouden
om waar nodig verbeteringen door te voeren.
Dit geldt ook voor de veiligheids- en migratieketen. Om misbruik van migratiestromen
en asielprocedures door (potentiële) terroristen tegen te gaan is de afgelopen jaren
intensief aandacht besteed aan onderzoek en evaluatie naar het onderkennen van signalen
van betrokkenheid bij terrorisme. In de brief aan uw Kamer, d.d. 5 juni 2023 (Evaluaties
inzake het onderkennen van signalen van mogelijke betrokkenheid bij terrorisme in
de asiel- en nareisprocedure) hebben de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
en ik enkele verbetermaatregelen aangekondigd die ervoor zorgen dat de procedure voor
het herkennen van signalen, die kunnen wijzen op een mogelijke dreiging voor de nationale
veiligheid, verder wordt versterkt.3 In het eerste kwartaal van 2024 ontvangt uw Kamer een stand van zaken van de reeds
aangekondigde verbetermaatregelen.
Vragen naar aanleiding van aanslag in Arras op 13 oktober 2023
Een week na de dodelijke aanslag in Arras sprak de Franse Minister voor Onderwijs
de wens uit om geradicaliseerde jongeren van school te halen en deze in Centres éducatifs fermés (gesloten educatieve centra) te laten plaatsen. Deze educatieve centra worden «gesloten»
genoemd omdat de jongere verplicht is er onder permanent toezicht van volwassenen
te verblijven en de voorwaarden van de plaatsing na te leven.4 Uw Kamer vroeg naar de reactie van het kabinet op het idee van het Franse kabinet
om zwaar geradicaliseerde jongeren van school te halen en in gesloten educatieve centra
onder te brengen.
Het kabinet zet in de eerste plaats in op radicalisering van jongeren te voorkomen
door middel van primaire preventie. Deze preventieve aanpak is niet specifiek gericht
op radicalisering maar betreft een brede inzet op het vergroten van veerkracht en
weerbaarheid van individuen en groepen in Nederland. Voor individuen die, ondanks
deze primaire preventieve inzet, toch radicaliseren richting gewelddadig of strafbaar
gedachtegoed, is het kabinet van mening dat Nederland momenteel over het juiste instrumentarium
beschikt om hierop te anticiperen middels de persoonsgerichte aanpak.
Als er signalen zijn van radicalisering of zelfs mogelijk terroristische activiteiten
kunnen ook jongeren worden opgenomen in de lokale persoonsgerichte aanpak. De persoonsgerichte
aanpak betreft maatregelen en/of interventies genomen onder regie van gemeenten die
door het bestuur, de strafrechtelijke instanties of door maatschappelijke instellingen
kunnen worden getroffen om de risico’s voor de samenleving die uitgaan van radicalisering,
extremisme of terrorisme te reduceren en zorg te bieden aan mensen waar dit kan helpen
bij risicoreductie.5 In Nederland is hiermee inmiddels jarenlange ervaring. Waar nodig, passend bij de
leeftijd van betrokkene, kan het bestaande instrumentarium uit de contraterrorisme
aanpak ingezet worden met interventies die hun effect inmiddels hebben bewezen.
Om radicalisering in een vroeg stadium te herkennen en vanwege de aantrekkingskracht
van extremistisch gedachtegoed op vatbare jongeren, wordt aansluiting gezocht met
partners in het sociale- en zorgdomein.6 De wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische
activiteiten versterkt de wettelijke basis onder de inspanningen van het lokaal bestuur
ter voorkoming en bestrijding van radicalisering en terroristische activiteiten.7 Ik kijk er naar uit om dit wetsvoorstel met uw Kamer te bespreken.
Tot slot heeft uw Kamer gevraagd naar «het bestaan van een lijst van zorgwekkende
personen» in Nederland, naar het voorbeeld van Frankrijk. Volgens Franse media stond
de dader van de aanslag in Arras op de «Fiche S». De Franse lijst «Fiche S» is de lijst van personen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid. Voor
de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten geldt dat zij onderzoek doen naar
organisaties en personen die een dreiging vormen voor de nationale veiligheid op basis
van de Wiv 2017. In het openbaar kunnen er geen uitspraken worden gedaan over de werkwijze
van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Graag wil ik nogmaals benadrukken dat alle betrokken organisaties alert zijn. Wanneer
nodig worden er passende maatregelen getroffen, zowel zichtbaar als onzichtbaar. Samen
met alle betrokken partijen en organisaties in binnen- en buitenland doen we er alles
aan om te zorgen dat Nederland veilig is, en veilig zal blijven.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid