Brief regering : Artikel 100-bijdrage aan maritieme veiligheid Rode Zee
29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies
Nr. 471
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE
HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2024
Het kabinet is bezorgd over de aanhoudende aanvallen door Houthi-eenheden op commerciële
en marineschepen in de Rode Zee. Deze acties vormen een bedreiging voor het beginsel
van vrij en veilig scheepvaartverkeer en maritieme veiligheid. De Rode Zee is een
cruciale route voor de scheepvaart tussen het Suezkanaal en de Indische Oceaan.
Nederland zet in op de bevordering van de internationale rechtsorde en daarbinnen
het behoud van vrije doorvaart. Het bevorderen van maritieme veiligheid en ongehinderd
transport van goederen over zee is een direct Nederlands en Europees veiligheids-
en economisch belang. Als gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie in het Rode
Zee-gebied en de westelijke Golf van Aden informeerde het kabinet de Tweede Kamer
over het besluit met maximaal twee stafofficieren bij te dragen aan operatie Prosperity Guardian (Kamerstuk 27 925, nr. 963, d.d. 20 december 2023), en met één stafofficier aan de door de Verenigde Staten
en het Verenigd Koninkrijk geleide coalitie (Kamerstuk 29 521, nr. 467, d.d. 12 januari 2024 en Kamerstuk 29 2521, nr. 469, d.d. 19 januari 2024). Tevens
informeerde het kabinet de Tweede Kamer conform het Toetsingskader dat het de wenselijkheid
en mogelijkheid onderzoekt om een aanvullende bijdrage te leveren aan het waarborgen
van de maritieme veiligheid in de Golfregio (Kamerstuk 29 521, nr. 465, d.d. 22 december 2023). Het overkoepelend Nederlandse doel is bijdragen aan de-escalatie
in de regio.
In de Kamerbrief «Samenhangende Nederlandse inzet in het kader van de collectieve
verdediging en in missies en operaties ter bevordering van de internationale rechtsorde
2022–2025» (Kamerstuk 29 521, nr. 446, d.d. 17 juni 2022) sprak het kabinet mede om deze reden de ambitie uit een schip
te ontplooien naar de Golfregio en de Indo-Pacific. Eind januari jl. is de Tweede
Kamer geïnformeerd over de aanstaande reis van Zr.Ms. Tromp (Kamerstuk 29 521, nr. 521, d.d. 30 januari 2024). De vaarroute van Zr.Ms. Tromp naar de Indo-Pacific gaat door
de Rode Zee.
In overeenstemming met artikel 100 van de Grondwet informeert het kabinet u via deze
brief over het besluit om met het luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Tromp,
gedurende de doorreis van het schip naar de Indo-Pacific, bij te dragen aan de VS-geleide
Operation Prosperity Guardian (OPG). Zr.Ms. Tromp zal worden ingezet om luchtaanvallen tegen de scheepvaart in
de Rode Zee tijdig uit te schakelen. Tevens zal Zr.Ms. Tromp associated support
1leveren aan EU-operatie Aspides.
Daarnaast is het kabinet voornemens om het Joint Logistic Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman in te zetten voor Operatie Aspides en het leveren van associated support aan OPG. Hiervoor wordt gekeken naar een inzetperiode tussen eind april en eind augustus
2024. De verwachting is dat we uw Kamer spoedig over de uitkomsten van het onderzoek
naar de inzet van Zr.Ms. Karel Doorman kunnen informeren.
Contextanalyse
Het recht op vrije doorvaart is verankerd in het internationaal recht zoals het VN-zeerechtverdrag
UNCLOS.2 Ruim negentig staten zijn partij bij UNCLOS. Het recht op vrije doorvaart geldt tevens
als regel van het gewoonterecht. Als pleitbezorger van versterking van de internationale
rechtsorde ziet Nederland een belangrijke rol voor op consensus gebaseerde overeenkomsten
en verdragen, waaronder UNCLOS.
De Rode Zee is een cruciale route voor de scheepvaart tussen het Suezkanaal en de
Indische Oceaan. Ruim twaalf procent van de wereldhandel en grofweg een derde van
de wereldwijde containerschepen gaat door het Suezkanaal. Sinds 19 november 2023 hebben
Houthi-eenheden escalerende stappen ondernomen door vele aanvallen uit te voeren in
de Rode Zee en de westelijke Golf van Aden. Zij hebben tot op heden meer dan veertig
commerciële en marineschepen aangevallen met raketten en drones. Tevens houden zij
het Bahama’s gevlagde schip Galaxy Leader en de bemanning gegijzeld. De Houthi’s stellen schepen met een Israëlische link aan
te vallen en met deze gewapende aanvallen de Palestijnse zaak te steunen. De Houthi’s
hebben ook in het verleden aanvallen uitgevoerd op schepen in de Rode Zee. Om die
reden besloot Saoedi-Arabië in 2018 tijdelijk geen schepen meer via de Rode Zee te
laten varen. De dreiging van de Houthi’s gaat nu weliswaar primair uit naar schepen
met een link met Israël, maar ook andere schepen zijn aangevallen. Sinds de start
van de Amerikaans-Britse luchtaanvallen op Houthi-doelen in Jemen zijn daarnaast ook
koopvaardijschepen met een link naar de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk
een verklaard doelwit. De aanvallen van de Houthi’s vormen een bedreiging voor de
internationale rechtsorde en de vrije en veilige doorvaart.
Nederland is als open handelsnatie sterk verbonden met internationale ontwikkelingen
en heeft daarmee belang bij vrije doorvaart. Op dit moment mijden meerdere rederijen
de Rode Zee hetgeen leidt tot vertraging in aanvoerketens en hogere transportkosten.
Ook de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) heeft haar zorgen geuit
over de aanhoudende onveiligheid. Voorts worden landen in de regio economisch geraakt
door deze ontwikkelingen, onder andere vanwege een vermindering van tolinkomsten als
gevolg van een vermindering van doorvaart van het Suezkanaal. De verslechterde veiligheidssituatie
in de Rode Zee vormt een bedreiging voor de toevoer van humanitaire hulp aan landen
in de regio, waaronder Jemen. Aanvallen op olie- en chemische transporten brengen
daarnaast ook een groot risico op humanitaire en ecologische rampen met zich mee.
Een veilige doorgang door de Rode Zee is derhalve een Nederlands en Europees belang,
en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap.
Internationale respons
De internationale gemeenschap, met inbegrip van Nederland, heeft de Houthi’s meerdere
keren opgeroepen tot het staken van hun aanvallen en de-escalatie.3 Op 10 januari is een resolutie aangenomen (UNSC 2722) waarin de VN-Veiligheidsraad
eist dat de Houthi’s hun gewapende aanvallen tegen de scheepvaart in de Rode Zee staken.
In weerwil van deze oproepen zijn de Houthi’s doorgegaan met aanvallen, onder meer
op marineschepen van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Dit onderstreept
de relevantie van internationale militaire maritieme presentie, in aanvulling op diplomatie.
De Verenigde Staten lanceerden in december 2023 daarom OPG, een coalitie van landen
gericht op het beschermen van vrije doorvaart in de Rode Zee en westelijke Golf van
Aden. OPG is onderdeel van de Combined Maritime Forces (CMF), een internationaal maritiem hoofdkwartier gevestigd in Bahrein. Nederland
draagt met maximaal twee stafofficieren bij aan OPG. Deze operatie heeft een defensief
mandaat. Nederland draagt ook bij met drie stafofficieren aan de CMF zoals gemeld
in de Jaarlijkse voortgangsrapportage overige missiebijdragen 2022, Kamerstuk 29 521, nr. 460, d.d. 17 mei 2023).
Daarnaast hebben de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, op basis van het
recht op zelfverdediging, gewapend opgetreden tegen de militaire infrastructuur van
de Houthi’s in Jemen. Nederland heeft, samen met Australië, Bahrein, Canada, Denemarken
en Nieuw-Zeeland aan deze acties niet-operationele militaire steun verleend. Nederland
draagt, binnen de bestaande rechtsbasis en voorwaarden, in beginsel tot en met 31 mei
2024, met één stafofficier bij aan deze coalitie, genaamd Operation Poseidon Archer. Deze coalitie, met als doel het verminderen van de militaire capaciteiten van de
Houthi’s om het internationale scheepvaartverkeer te bedreigen wordt daarnaast door
verschillende landen politiek gesteund, waaronder door Albanië, Kroatië, Tsjechië,
Estland, Duitsland, Guinea, Hongarije, Italië, Kenia, Letland, Litouwen, Montenegro,
Noord-Macedonië, Polen, Zuid-Korea en Roemenië.
De Europese Unie (EU) heeft op 19 februari 2024 een maritieme operatie gelanceerd,
genaamd EU naval force (EUNAVFOR) Operatie Aspides. De EU neemt hiermee verantwoordelijkheid voor het beschermen
van maritieme veiligheid en versterkt haar positie als veiligheidsspeler. Nederland
draagt met maximaal vijf functionarissen bij aan deze EU operatie (Verslag Raad Buitenlandse
Zaken 19 februari 2024) tot en met 31 juli 2025. Deze operatie heeft net als OPG een
defensief mandaat en is net als OPG gericht op bescherming van scheepvaart in de Rode
Zee. OPG doet dit hoofdzakelijk door het wegnemen van luchtdreiging door luchtaanvallen
op de scheepvaart tegen te gaan. Operatie Aspides doet dit door begeleiding van de
scheepvaart. In de uitvoering van hun mandaten zijn Operatie Aspides en OPG complementair.
Regionale context
In de regio rond de Rode Zee lopen de spanningen op en neemt het risico op destabilisering
toe. De oorlog tussen Israël en Hamas duurt voort en vormt een reële dreiging tot
verdere escalatie naar o.a. de Westelijke Jordaanoever en Libanon. Het kabinet is
zeer bezorgd over de humanitaire situatie in Gaza en roept Israël op onmiddellijk
veilige en ongehinderde humanitaire hulp mogelijk te maken. Nederland roept mede daarom
op tot een onmiddellijk tijdelijk humanitair staakt-het-vuren. De Houthi’s zijn, net
als Hezbollah, Hamas en verschillende sjiitische milities in Irak onderdeel van de
zelfbenoemde «As van Verzet», een verzameling van aan Iran gelieerde gewapende groeperingen
die (zeggen te) strijden tegen westerse en Israëlische invloed in de regio. Deze groeperingen
ontvangen steun van Iran en worden door Iran gesteund en geadviseerd (en in sommige
gevallen direct aangestuurd). De grootste belangen van de Houthi’s liggen echter niet
elders in de regio, maar in Jemen zelf.
In Jemen woedt al ruim acht jaar een burgeroorlog die het land in een neerwaartse
spiraal heeft gestort van honger, armoede, economische crisis en grote aantallen burgerslachtoffers.
De humanitaire situatie in Jemen is zeer zorgwekkend en een groot deel van de bevolking
is afhankelijk van noodhulp. Op nationaal niveau strijdt de Jemenitische regering
als onderdeel van de anti-Houthi-coalitie tegen de Houthi’s. Binnen de anti-Houthi
coalitie is er een schisma tussen de Zuid-Jemenitische Afscheidingsbeweging Southern Transitional Council (STC) en pro-eenheidstroepen, en tussen de STC en de Islah (lokale moslimbroeders).
Regionaal kwam een internationale coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië de Jemenitische
regering militair en financieel te hulp in 2015. Saoedi-Arabië is inmiddels al jaren
in een militaire strijd tegen de Houthi’s verwikkeld, maar zoekt een oplossing via
onderhandelingen. Sinds april 2022 is er in Jemen een de facto wapenstilstand. De
Verenigde Arabische Emiraten, die ook steun verleenden aan de internationale coalitie,
heeft zich gedeeltelijk militair teruggetrokken. Voorts blijven de Verenigde Arabische
Emiraten diverse zuidelijke separatistische groepen in Jemen financieren en adviseren.
Iran steunt de Houthi’s met onder andere wapenleveranties en technologie.
Veiligheidssituatie
De grootste dreiging tegen de scheepvaart op de Rode Zee gaat uit van de Houthi’s.
Zij beschikken, mede door Iraanse wapenleveranties, over aanzienlijke middelen en
mogelijkheden om schepen in de Rode Zee aan te vallen en de doorvaart te verstoren.
Hierbij maken zij gebruik van onbemensde systemen en raketten. Het is te verwachten
dat de Houthi’s voorlopig een sterke intentie blijven houden om onder andere schepen
in de Rode Zee en de westelijke Golf van Aden aan te vallen die in hun ogen een link
hebben met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of Israël zolang het conflict
in Gaza voortduurt en mogelijk erna.
Naast de aanvallen door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk geleide coalitie
tegen Houthi-systemen sinds 11 januari 2024, hebben de Verenigde Staten eigenstandig,
op grond van het recht op zelfverdediging, Houthi-doelen uitgeschakeld als een aanval
op schepen werd voorbereid en er derhalve sprake was van een acute dreiging. De aanvallen
van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben de capaciteiten van de Houthi’s
verminderd, maar hebben hen er niet van weerhouden opnieuw aanvallen uit te voeren.
Daarnaast ligt het voor de hand dat bepaalde actoren, waaronder Iran, van de gelegenheid
gebruik maken om kennis te verwerven over Westerse marine-eenheden. Het Iraanse regime
keurt de westerse afschrikkingsacties en in het bijzonder de aanvallen op Houthi-systemen
af en benadrukt dat het Westen hiermee de instabiliteit in de regio vergroot. Een
kinetische reactie van Iran wordt evenwel niet verwacht.
Tot slot is de Rode Zee-regio in de afgelopen jaren sterk gemilitariseerd. Zo heeft
China recent een marinebasis geopend in Djibouti, die in de buurt van de Amerikaanse
basis ligt. Rusland is in gesprek met Eritrea om eveneens maritieme presentie aan
de Rode Zee te krijgen. Tot slot hebben sinds november 2023, na een periode van relatief
weinig incidenten, vier kapingen plaatsgevonden door Somalische piraten in de aangrenzende
wateren van de Golf van Aden. Naast de dreiging vanuit de Houthi’s bestaat er dan
ook een piraterij-dreiging in het gebied.
Strategie Nederlandse geïntegreerde inzet maritieme veiligheid in de Rode Zee
De strategische doelen van de Nederlandse inzet in de Rode Zee zijn onderdeel van
een bredere regionale strategie. De situatie in de Rode Zee kan immers niet los worden
gezien van de bredere Middle East and North Africa (MENA)-regio, waar de spanningen oplopen en het risico op instabiliteit toeneemt.
De Rode Zee wordt het strijdtoneel van de oplopende spanningen in het Midden-Oosten.
De Houthi’s maken deel uit van de geostrategische inzet van Iran om de invloed van
het Westen in de regio te ondermijnen, maar opereren tegelijkertijd relatief autonoom
met eigen politieke doelen.
Het escalerend vermogen van de Houthi’s wordt beperkt door de precisieaanvallen van
de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk op de militaire capaciteiten van de
Houthi’s en door het beschermen van de scheepvaart door OPG en Operatie Aspides. Dit
gaat samen met diplomatieke druk op de Houthi’s vanuit Nederland, Westerse partners
en partners in de regio. Via verschillende kanalen zijn de Houthi’s verzocht hun aanvallen
te staken. Ook is met partners in de regio en met Iran gesproken over de rol van Iran
en het belang van stabiliteit in de regio. Met deze diplomatieke druk pogen we te
komen tot stapsgewijze de-escalatie en het forceren van openingen richting een diplomatieke
oplossing voor de instabiliteit rond de Rode Zee. Aan dit diplomatieke spoor wordt
invulling gegeven door middel van het aankaarten van de Nederlandse zorgen voor wat
betreft maritieme veiligheid in de Rode Zee gedurende gesprekken met regionale actoren,
waaronder de Houthi’s, en met partnerlanden. Verder zet Nederland zich binnen de EU
in om zo gecoördineerd mogelijk boodschappen richting de regio en de Houthi’s af te
geven, om zeker te stellen dat directe dialoog met de Houthi’s openblijft, om met
(regionale) partners elke vorm van agressie tegen schepen af te wijzen en het belang
van de-escalatie te blijven benadrukken.
Nederland heeft een decennialange relatie met Jemen, een van de armste landen ter
wereld. Sinds het conflict in 2015 is de Nederlandse inzet in Jemen gericht op het
bevorderen van een rechtvaardige en inclusieve vrede. Een stabiel en vreedzaam Jemen
is in Nederlands en Europees belang. Mede in dat licht blijft Nederland, in nauwe
samenwerking met de Verenigde Naties, regionale partners, de Verenigde Staten, het
Verenigd Koninkrijk en de EU, zich inspannen om ook via diplomatieke kanalen de-escalatie
te bewerkstelligen in de regio en te komen tot hervatting van het vredesproces met
Jemen.
De strategische doelen van de Nederlandse inzet in de Rode Zee zijn het bevorderen
van vrije doorvaart en de bescherming van scheepvaart. De Rode Zee is een cruciale
route voor de scheepvaart tussen het Suezkanaal en de Indische Oceaan. Een veilige
doorvaart door de Rode Zee is dan ook een direct Nederlands en Europees belang. De
huidige situatie in de Rode Zee laat zien dat vrije doorvaart, zoals vastgelegd in
UNCLOS, geen vanzelfsprekendheid is. Het belang van het handhaven van het recht van
vrije doorvaart geldt dan ook niet alleen voor de Rode Zee, maar voor het beginsel
van vrije doorvaart op zichzelf. Nederland zet in op bevordering van de internationale
rechtsorde, waaronder het beginsel van vrije doorvaart, en neemt hiermee verantwoordelijkheid.
Operation Prosperity Guardian
De operatiedoelstelling van OPG is het bevorderen van de vrijheid van doorvaart en
bijdragen aan maritieme veiligheid in de Rode Zee en de westelijke Golf van Aden.
OPG opereert in overeenstemming met het internationaal recht, in bijzonder UNCLOS.
Daarnaast kan OPG zich beroepen op het algemeen erkend recht op ad hoc zelfverdediging tegen aanvallen die gaande zijn of onmiddellijk dreigen.
OPG betreft een coalition of the willing, opgericht onder Taskforce 153 van de Combined Maritime Forces (CMF). Onderdeel van deze coalitie zijn onder andere Australië, Canada, Denemarken,
Italië, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Singapore, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk
en Zuid-Korea. OPG heeft een defensief mandaat. OPG kent geen formele structuur van
waaruit Nederland invloed uitoefent op wat de operatie kan en mag doen, dit is aan
de deelnemende landen zelf. OPG is de overkoepelende structuur van waaruit kan worden
opgetreden en het netwerk waarbinnen het beeld van de regio gedeeld wordt. Eventuele
wapeninzet wordt binnen dit netwerk gecoördineerd.
Operatie Aspides
De operatiedoelstelling van Operatie Aspides is het handhaven van vrijheid van doorvaart
en bijdragen aan maritieme veiligheid. Operatie Aspides kan optreden in de gehele
Rode Zee, de Golf van Aden en de Perzische Golf. De EU streeft daarnaast naar het
leveren van een bijdrage aan de-escalatie in de regio via diplomatieke inspanningen.
EUNAVFOR Operatie Aspides is op 19 februari 2024 gelanceerd. Ook Operatie Aspides
zal, net als OPG, opereren in overeenstemming met het internationaal recht, en in
bijzonder UNCLOS, en zich beroepen op het algemeen erkend recht op ad hoc zelfverdediging tegen aanvallen die gaande zijn of onmiddellijk dreigen. Deelnemende
landen zijn onder andere Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Italië, Griekenland en
België.
Onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie
voor buitenlands beleid en veiligheid oefent het Politiek en Veiligheidscomité (Political and Security Committee – PSC), waar alle lidstaten deel van uitmaken, de politieke controle en de strategische
leiding van de missies en operaties onder het Gemeenschappelijke Veiligheids- en Defensiebeleid
uit. Door middel van periodieke evaluaties (Strategic Review) beziet het PSC de noodzaak voor heroriënteren, voortzetten of beëindigen van de
operatie.
Nederlandse bijdrage aan Operation Prosperity Guardian en Operatie Aspides
Gronden voor deelname
Met de deelname aan OPG en Operatie Aspides draagt Nederland bij aan het handhaven
en bevorderen van de internationale rechtsorde, specifiek met betrekking tot het beginsel
van vrije doorvaart. Nederland zal door middel van een bijdrage van Zr.Ms. Tromp en
de voorgenomen inzet van Zr.Ms. Karel Doorman een respectievelijk operationele en
ondersteunende rol spelen in de operatiedoelstelling van OPG en Operatie Aspides.
Met de inzet wil Nederland een proportionele bijdrage leveren aan de bondgenootschappen
die belangrijk zijn voor de veiligheid van Nederland en Europa, en de internationale
rechtsorde bevorderen. Dit betreft zowel coalities geleid door de Verenigde Staten
en het Verenigd Koninkrijk, als de EU. Nederland toont zich met de inzet in OPG en
de inzet in Operatie Aspides een betrouwbare partner die verantwoordelijkheid neemt.
Nederland draagt ook bij aan het versterken van de EU als geopolitieke speler en het
Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid als instrument daarvan.
Doelstelling Nederlandse bijdrage
Met de bijdrage aan OPG en Operatie Aspides wil Nederland bijdragen aan het bevorderen
van vrije doorvaart en de bescherming van scheepvaart in de Rode Zee. Het beoogde
effect van Zr.Ms. Tromp is het afslaan van inkomende luchtaanvallen. Daarnaast draagt
de presentie van het schip bij aan het internationale signaal dat het belemmeren van
vrije doorvaart niet geaccepteerd wordt. Het beoogde effect van Zr.Ms. Karel Doorman
is het ondersteunen van Operatie Aspides en OPG met tankercapaciteit. Voor beide schepen
geldt dat de inzetduur beperkt is, en daarmee ook het effect van de Nederlandse bijdrage.
Nationale kaders van de Nederlandse bijdrage
Het kabinet zet het luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Tromp in ten behoeve
van OPG gedurende de doorreis van het schip naar de Indo-Pacific, voor een periode
van ongeveer vijfentwintig dagen, waarbij tevens associated support aan Operatie Aspides wordt geleverd. De inzet van Zr.Ms. Tromp start in de Rode Zee;
hier zal het schip eind maart 2024 aankomen.
Het kabinet is voornemens om het Joint Logistic Support schip Zr.Ms. Karel Doorman
in te zetten ten behoeve van Operatie Aspides en in associated support van OPG. Voor
de inzet wordt gekeken naar een periode tussen eind april en eind augustus. Uw Kamer
wordt hier zo spoedig mogelijk over geïnformeerd.
Operationele haalbaarheid
Het vereiste militaire vermogen
Zr.Ms. Tromp is een luchtverdedigings- en commandofregat dat geschikt is om een bijdrage
te leveren aan de operationele doelstellingen van OPG en Operatie Aspides.
Wijze van optreden en bevelstructuur
Tijdens deelname aan OPG blijft Zr.Ms. Tromp onder nationaal bevel. De Anti Air Warfare coördinator in Bahrein wijst de taak van Anti Air Warfare Commander (AAWC) toe aan een schip binnen het OPG-verband. De AAWC coördineert de wapeninzet
binnen het verband van de schepen die de capaciteit hebben om een gebied te verdedigen,
zoals Zr. Ms. Tromp. Dit gebeurt binnen een netwerk dat zowel een beeld van de omgeving
als aanvullende inlichtingen biedt. Het besluit om daadwerkelijk tot wapeninzet over
te gaan ligt te allen tijde bij de commandant van het schip. Bij Operatie Aspides
coördineert de staf aan boord van het vlaggenschip, onder leiding van het operationeel
hoofdkwartier in Griekenland, de inzet van deelnemende schepen. De operatie beschikt
over een omgevingsbeeld dat is opgebouwd met de eigen sensoren van de eenheden binnen
de operatie.
De geweldsinstructie (Rules of Engagement)
Deelname aan OPG door Zr.Ms. Tromp zal plaatsvinden met een nationale geweldsinstructie,
gestoeld op het algemeen erkende recht op ad-hoc zelfverdediging. De commandant van
het schip is de Red Card Holder; deze bewaakt namens de Commandant der Strijdkrachten dat opdrachten in het inzetgebied
passen binnen het Nederlandse nationale kader. Voor Operatie Aspides geldt een EU-geweldsinstructie,
die eveneens is gestoeld op het algemeen erkende recht op ad-hoc zelfverdediging.
Klimaat en terreinomstandigheden
De inzet zal plaatsvinden op zee. Geografische omstandigheden, klimaat en lokale infrastructuur
vormen geen onoverkomelijke belemmeringen voor de operationele haalbaarheid van de
inzet.
Geschiktheid en beschikbaarheid krijgsmacht
Gevolgen van de inzet op de operationele gereedheid van de eenheid, de marine en krijgsmacht
in geheel
Zr.Ms. Tromp en haar bemanning zijn operationeel gereed bij aanvang van de reis. De
inzet in de Rode Zee draagt bij aan het bestendigen van de gereedheid van de bemanning,
omdat zij wordt ingezet in een context waarvoor zij is opgeleid. Er worden geen additionele
verdringingseffecten verwacht op de marine en de krijgsmacht in zijn geheel.
Risico’s
Veiligheidsrisico’s
Zr.Ms. Tromp zal worden ingezet in een hoog geweldsspectrum. De eenheid is getraind
om met de hieruit volgende risico’s om te gaan. Zr.Ms. Tromp heeft luchtverdediging
als haar specialiteit. Dit betekent dat de sensoren en wapensystemen speciaal gericht
zijn op het verdedigen van een scheepsverband tegen deze dreiging.
Medische risico’s
Kenmerkend aan maritiem optreden is dat de tijdige afvoer van patiënten naar een hoger
zorgniveau voor medische verzorging niet altijd gegarandeerd is vanwege afstand en
tijdsfactoren. Zr.Ms. Tromp is uitgerust met een organieke role 1-medische faciliteit en is niet uitgerust om zelfstandig te voorzien in medisch begeleide
afvoer van patiënten. Voor zowel medisch transport als role 2 en role 3-medische faciliteiten moet Zr.Ms. Tromp terugvallen op nabije partnereenheden en/of
faciliteiten in de regio. Geschikte zorgfaciliteiten zijn echter beperkt aanwezig
in de regio. Momenteel wordt onderzocht tot welke medische faciliteiten op land Zr.Ms.
Tromp toegang krijgt om eventuele patiënten naar af te voeren. De Verenigde Staten
heeft aangegeven dat Zr.Ms. Tromp kan terugvallen op de medische faciliteiten van
de VS Carrier Strike Group (CSG) zolang deze aanwezig is in het gebied. Afhankelijk van de afstand van Zr.Ms.
Tromp tot het role 2-platform van de VS CSG (of andere geschikte medische faciliteit op land) en de
bestaande dreiging, kan dit gepaard gaan met verlengde afvoertijden.
Risico op burgerslachtoffers
De inzet van Zr.Ms. Tromp vindt plaats op open zee. De aard van de inzet van Zr.Ms.
Tromp is het bestrijden van inkomende raketten en drones, waardoor er enkel kinetische
actie tegen deze systemen is voorzien. Het schip heeft enkel interactie met militaire
eenheden binnen de genoemde militaire verbanden en blijft op zodanige afstand van
de commerciële vaart, dat ook het risico op ongelukken met civiele actoren zeer klein
is. Voorgaande betekent dat de risico’s op burgerslachtoffers als verwaarloosbaar
worden ingeschat. oHHo Er zal over de activiteiten worden gecommuniceerd via de wekelijkse
online «weekoverzichten Defensieoperaties» en de reguliere voortgangsrapportages.
Mocht er toch sprake zijn van geweldsaanwending die (mogelijk) burgerslachtoffers
tot gevolg heeft, dan wordt dit daarin vermeld. Als dit leidt tot onderzoek naar een
vermoeden van burgerslachtoffers dan wordt de Kamer daar afzonderlijk over geïnformeerd
(conform Kamerstuk 27 925, nrs. 723, 727 en 746).
Nazorg
Op alle uitgezonden Nederlandse militairen zijn de geldende regelingen van toepassing.
Indien noodzakelijk of gewenst, kunnen leden van een sociaal medisch team in het operatiegebied
toezien op het welzijn van de militairen.
Gevolgen voor de nationale veiligheid
Nederland draagt momenteel met stafofficieren bij aan OPG en de door de VS en het
VK geleide coalitie. De inzet van de Zr.Ms. Tromp in OPG en Operatie Aspides heeft
waarschijnlijk een beperkte negatieve impact op de nationale veiligheid ten opzichte
van de huidige situatie. Het profiel van Nederland in de regio neemt weliswaar (iets)
toe met de inzet van Zr.Ms. Tromp maar het is twijfelachtig dat de dreiging tegen
de nationale veiligheid significant zal toenemen.
Dat het profiel van Nederland in de regio iets toeneemt, maakt dat het voorstelbaar
is dat met de inzet de dreiging tegen Nederlandse maritieme doelwitten in eerste instantie
eerder toe- dan afneemt. Zolang de Houthi’s de capaciteiten hebben om aanvallen uit
te voeren en zeer waarschijnlijk zolang de Gaza-oorlog voortduurt en mogelijk nog
daarna, lopen (ook) Nederlandse schepen in deze wateren het risico doelwit te worden
van aanvallen. Tevens is het voorstelbaar dat de Nederlandse belangen, bijvoorbeeld
(militaire) coalitielocaties en/of diplomatieke posten, een hoger risico lopen door
gewelddadigheden vanuit de Houthi’s of aan hen gelieerde sympathisanten. Tot slot
is het niet uit te sluiten dat ook vanuit jihadistisch perspectief het Nederlandse
profiel toeneemt als gevolg van de inzet.
Monitoring, evaluatie & leren van inzet
Op basis van geleerde lessen van eerdere missiebijdragen is er tijdens de besluitvorming
rekening gehouden met het formuleren van realistische doelstellingen. Tegen die achtergrond
schetst het kabinet in deze brief een zo realistisch mogelijk beeld van de doelstellingen
en risico’s van een Nederlandse bijdrage.
Vanwege de beperkte duur van de inzet zijn de mogelijkheden voor tussentijdse onafhankelijke
monitoring beperkt. Het kabinet zal uiteraard de intern geleerde lessen van deze inzet
meenemen in eventuele vervolginzet.
Als de inzet wordt beëindigd volgt een onafhankelijk uitgevoerde eindevaluatie, conform
moties Bosman (d.d. 11 februari 2020, Kamerstuk 27 925, nr. 697) en Kerstens/Van Ojik (d.d. 11 februari 2020, Kamerstuk 27 925, nr. 699). Deze evaluatie behelst de inzet van zowel Zr.Ms. Tromp evenals de eventuele inzet
van Zr.Ms. Karel Doorman.
Daarnaast is in het operationele planningsproces, als geleerde les van de bijdrage
aan EMASoH (kabinetsreactie op de eindevaluatie van HCSS over de Nederlandse artikel
100-bijdrage aan de missie EMASoH, d.d. 6 december 2021 Kamerstuk 29 521, nr. 441), rekening gehouden met de complexiteit omtrent het verkrijgen van diplomatieke goedkeuring
voor toegang tot ziekenhuizen door hier zo spoedig als mogelijk mee te starten.
Financiën
De additionele uitgaven die gemoeid zijn met deze Nederlandse bijdrage aan de inzet
van Zr.Ms. Tromp worden geraamd op EUR 120 miljoen. Deze uitgaven komen meerjarig
ten laste van het Budget Internationale Veiligheid (BIV).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.