Brief regering : Antwoorden op de openstaande vragen gesteld in de eerste termijn Kamer tijdens de behandeling van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (Kamerstuk 36394)
36 394 Tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne)
Nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2024
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de openstaande vragen die in de Tweede Kamer
zijn gesteld in de eerste termijn Kamer tijdens de behandeling van de Tijdelijke wet
opvang ontheemden Oekraïne.1 Ook ga ik in op mijn toezegging om in te gaan op (de vormgeving van) de beoogde eigen
bijdrage en op mijn toezegging om inzicht te geven in de redenen voor ontheemden uit
Oekraïne om naar Nederland te komen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
BIJLAGE
Beoogde vormgeving eigen bijdrage
In mijn eerste termijn heb ik toegezegd in te gaan op het invoeren van een eigen bijdrage
voor ontheemden uit Oekraïne (hierna: ontheemden) die inkomen uit arbeid genieten.
Hierbij informeer ik u nader over de contouren van het voorstel. Aansluitend ga ik
ook in op vragen over het bijdragen aan de kosten voor zorg en het vragen van huur.
Ik werk – op basis van de nu al geldende wet- en regelgeving – aan een regeling met
een balans tussen de wens om ontheemden te laten bijdragen aan de opvang, de uitvoerbaarheid
van gemeenten in de praktijk en de financiële positie van ontheemden. Omdat ik het
van belang vind dat deze regeling uiteindelijk zo uniform mogelijk kan worden uitgevoerd
door gemeenten, kies ik voor een eenvoudig en uitlegbaar model. Op korte termijn ben
ik van plan een eigen bijdrage te vragen als tegemoetkoming voor de kosten van de
opvang. Voor gas, water en elektra (GWE) ga ik een bijdrage verplichten van 105,–
Euro per meerderjarige ontheemde met inkomsten (en diens meerderjarige gezinsleden)
per maand. Dit bedrag is gebaseerd op de geraamde kosten uit het «Kostprijsonderzoek
opvang ontheemden» van eind 2023. Daarnaast ga ik een extra bijdrage verplichten voor
ontheemden die geen eetgeld ontvangen maar catering op locatie. Deze bijdrage wordt
het bedrag dat anders aan eetgeld zou zijn uitgekeerd, namelijk 242,48 Euro per meerderjarige
per maand. Als maximum stel ik tweemaal de eigen bijdrage per gezin, zowel ten aanzien
van GWE als eetgeld. Ook wordt de eerder afgesproken wijziging opgenomen voor het
intrekken van leefgeld bij inkomsten uit arbeid, loondervingsuitkeringen of toeslagen
een imperatieve in plaats van een beleidsvrije bepaling. De Tijdelijke wet opvang
ontheemden Oekraïne (hierna: de Tijdelijke wet) moet gemeenten straks waarborgen bieden
om inkomsten van ontheemden op eigen initiatief in te kunnen zien. Vanwege het feit
dat de Tijdelijke wet nog niet in werking is getreden en ook nog onduidelijk is per
wanneer dat wel zal gebeuren, kunnen we in deze wijziging nog niet vooruitlopen op
het betrekken van informatie over inkomsten van ontheemden via Suwinet2. Zodra de Tijdelijke wet is aangenomen kan de Regeling opvang ontheemden Oekraïne
op dat punt (opnieuw) gewijzigd worden.
Tijdens het debat is ook gevraagd naar de mogelijkheden om huur te gaan vragen. Er
is een grote verscheidenheid in opvanglocaties, uiteenlopend van zelfstandige appartementen
of flexwoningen tot omgebouwde kantoorpanden met gedeelde voorzieningen. Het vragen
van een bijdrage die als huur wordt geclassificeerd, heeft mogelijk tot gevolg dat
ontheemden ondanks hun atypische status, huurrechten opbouwen met bijbehorende huurbescherming.
Omdat dit meer vraagstukken met zich meebrengt verken ik of het mogelijk en wenselijk
is om huur te gaan vragen voor bepaalde opvanglocaties met eigen voorzieningen, bijvoorbeeld
flexwoningen. Voornemen is allereerst toe te werken naar het opstarten van pilots
daarvoor.
Daarnaast is gevraagd naar de wijze waarop ontheemden (kunnen) bijdragen aan de kosten
voor medische zorg. Op dit moment vallen alle ontheemden onder de Regeling medische
zorg ontheemden Oekraïne (hierna: RMO). Dit geldt ook voor ontheemden die werken en
daarom verzekeringsplichtig zijn op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Er is
besloten om de verzekeringsplicht voor werkende ontheemden niet te handhaven, omdat
het niet uitvoerbaar is om alleen werkende ontheemden onder de Zvw te laten vallen.
Veel van de werkende ontheemden hebben wisselend werk, waardoor zij de afgesloten
zorgverzekering en de eventuele zorgtoeslag regelmatig stop zouden moeten zetten en
zorgverzekeraars uitbetaalde zorgkosten terug zouden moeten ontvangen. Door de verzekeringsplicht
niet te handhaven worden uitvoeringsprobleem, betalingsproblemen en onverzekerdheid
voorkomen. Daarnaast zou een relatief groot deel van de werkende ontheemden zorgtoeslag
ontvangen wanneer zij onder de Zvw zouden vallen, waarmee een groot deel van de zorgpremie
zou worden betaald. De macro-financiële effecten van een overgang van de RMO naar
de zorgverzekering zijn dan ook beperkt. Hoewel werkende ontheemden onder de RMO geen
premie of eigen risico betalen, leveren ze toch een financiële bijdrage aan het Nederlandse
zorgstelsel door de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet te betalen.
Beweegredenen om naar Nederland te komen
Zoals toegezegd in mijn eerste termijn geef ik hierbij inzicht in de belangrijkste
beweegredenen die door de hub in Utrecht zijn gesignaleerd in de week van 19 tot en
met 25 februari en geef ik tevens inzicht in uit welke landen deze ontheemden zijn
gekomen. In totaal zijn in deze week 348 personen geregistreerd waarvan 285 volwassenen.
Daarvan willen er 190 in Nederland aan het werk, willen er 69 herenigd worden met
familieleden die al in Nederland verblijven, en zoeken 30 ontheemden hereniging met
vrienden in Nederland. Andere beweegredenen zijn minder dan 20 keer genoemd door ontheemden
die zich gemeld hebben bij de hub. De grootste groep ontheemden komt rechtstreeks
uit Oekraïne, namelijk 209 ontheemden. 49 ontheemden hebben aangegeven vanuit Polen
naar Nederland te zijn gekomen. Overige landen worden ook minder dan 20 keer benoemd.
De uitkomsten van deze uitvraag onder ontheemden op de hub betreft geen wetenschappelijk
onderzoek. Wanneer ontheemden zich melden bij de hub in Utrecht wordt aan hen een
aantal vragen gesteld. Hierdoor kan deze informatie slechts een indicatie zijn van
mogelijke beweegredenen om naar Nederland te komen. Bovendien melden niet alle ontheemden
die naar Nederland komen zich bij de hub. Ontheemden die aan de voorwaarden van de
RTB voldoen, hebben recht op bescherming en opvang, ongeacht de beweegreden die zij
aandragen. Er kan echter wel gekeken worden naar de doormigratie-, vertrek- en verblijfintenties,
en welke factoren daarvan op invloed zijn. Dit kan van belang zijn bij het vormen
van beleid. We dienen ervanuit te gaan dat het hier om ontheemden gaat die vluchten
voor geweld in Oekraïne en dit als primaire reden hebben om naar Nederland te reizen.
Openstaande vragen
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) vraagt of de Staatssecretaris kan bevestigen dat de
aanwezigheid van goede voorzieningen hier een van de redenen is voor ontheemden om
nu naar Nederland te komen? Zo ja, hoe verklaart hij dan dat men in het Clingendaelonderzoek
tot de conclusie kwam dat dit geen rol speelt? Is er iets veranderd? Zo ja, wat is
er eerder dan over het hoofd gezien?
Het Early Warning Early Action rapport is meegestuurd met de brief aan de Tweede Kamer
van 3 november 2023.3 Volgens dit rapport van Clingendael is de belangrijkste factor voor doormigratie
nog steeds de aanwezigheid van familie en netwerken en geografische nabijheid. Het
voorzieningenniveau lijkt vooralsnog niet van grote invloed te zijn op doormigratie.
Daarnaast is er nog steeds weinig doormigratie binnen de EU op te merken. Met de verzamelbrief
van 15 maart stuur ik een nieuwe publicatie van Clingendael mee als bijlage.
Het lid Van Nispen (SP) vraagt of er signalen zijn opgevangen over knelpunten in de
toegang tot zorg en over de zorgen die er zijn omtrent de psychische gezondheid van
ontheemden, met gevolgen voor het gevoel van veiligheid van de opvanglocatie en de
omwonenden.
Ontheemden hebben recht op medische zorg op basis van de RMO. Deze regeling is vergelijkbaar
met de RMA die geldt voor reguliere asielzoekers. Ik herken de signalen dat het aantal
psychische klachten onder ontheemden die verblijven in Nederland toeneemt. Zeker nu
de oorlog langer voortduurt. Om gemeenten te ondersteunen kunnen zij terecht bij het
Loket Ontheemden Oekraïne Psychosociale Hulpverlening voor vragen over psychosociale
hulp aan ontheemden. Het consortium Empatia organiseert de inzet van Oekraïense psychologen
en heeft tevens een directe hulplijn voor ontheemden waar zij terecht kunnen wanneer
zij vragen hebben over het krijgen van psychosociale hulp.
Het lid Van Nispen (SP) vraagt of er ook speciale aandacht is voor toegang tot psychosociale
zorg voor kinderen en geeft aan dat het problematisch is dat er niet standaard in
een medische intake wordt voorzien.
Ik ontvang ook signalen dat het aantal ontheemden met psychische klachten toeneemt.
Hieronder bevinden zich ook kinderen. Ik ben me ook bewust van de impact die het vluchten
voor een oorlog op kinderen kan hebben. Om gemeenten te ondersteunen kunnen zij terecht
bij het hiervoor genoemde Loket Ontheemden Oekraïne PSH voor vragen over psychosociale
hulp aan ontheemden, waaronder ook specifiek voor hulp aan kinderen. Ook organiseren
organisaties zoals vluchtelingenwerk programma’s voor kinderen gericht op preventieve
psychosociale hulp. Dit wordt vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid financieel
ondersteund.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt of de hoge eisen die ziektekostenverzekeraars stellen
aan de inzet van buitenlandse zorgverleners ook gelden voor Oekraïense psychologen?
Zijn de diploma’s van in Nederland gevestigde Oekraïense psychologen erkend door OCW,
voor ze worden ingezet en betaald via de regeling voorzieningen voor zorgkosten?
De eisen die gelden voor de inzet van psychologen in Nederland gelden ook voor Oekraïense
psychologen die in Nederland als psycholoog aan de slag willen. Zij kunnen hun diploma
laten waarderen door het Nuffic. Indien hun diploma is gewaardeerd op masterniveau
kunnen zij als psycholoog in bijvoorbeeld een GGZ-instelling aan de slag. Indien hun
diploma lager is gewaardeerd kunnen zij ook als begeleider of coach in de preventieve
zorg werken, bijvoorbeeld bij een gemeente in een opvanglocatie.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt of er nu al vergoedingen worden gegeven aan Oekraïense
psychologen die ingezet worden in de curatieve GGZ en of dit ook een vergoeding omvat
voor psychologen die buiten Nederland woonachtig zijn?
Samen met het Ministerie van VWS, zorgverzekeraar DSW en de Nederlandse GGZ is vorig
jaar gekeken om de inzet van Oekraïense psychologen mogelijk te maken. In mijn brief
van 26 januari jl. heb ik u geïnformeerd over de inzet van Oekraïense psychologen
in de curatieve GGZ en de gevolgen van de nieuwe vereiste van de LOGO-verklaring per
1 januari 2024 (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 3202). Hierbij heb ik benoemd dat ik de financiering van de inzet van Oekraïense psychologen
mogelijk wil maken, al dan niet tijdelijk, bijvoorbeeld door hiervoor een vergoeding
onder de RMO te realiseren. Deze vergoeding geldt alleen voor Oekraïense psychologen
die in Nederland in dienst zijn bij bijvoorbeeld een GGZ-instelling.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt of het niet verstandig is om de wooncomponent over te
maken naar het gastgezin in plaats van naar de vreemdeling?
Per 1 oktober 2023 is de wooncomponent voor ontheemden verlaagd van € 93,– naar € 80,91.
Uit de berekeningen van het Nibud volgt dat de gemiddelde kosten voor nutsvoorzieningen
voor een extra kostganger zijn gedaald.
Een belangrijk uitgangspunt bij de opvang van ontheemden door particulieren is vrijwilligheid.
Een vergoeding voor gasthuishoudens kan als oneigenlijke motivering gaan werken. De
ontheemde en het gasthuishoudens kunnen altijd onderling afspraken maken over een
bijdrage aan de opvang en dit gebeurt ook. Het verschuiven van de vergoeding van de
ontheemden naar gasthuishoudens zorgt daarnaast voor een extra belasting op de gemeenten
in de uitvoering en controle hierop.
Het lid Synhaeve (D66) vindt het van belang dat gastgezinnen niet worden gekort op
toeslagen. Kan de Staatssecretaris toezeggen hier zorg voor te dragen?
Met het Belastingplan 2023 (Kamerstuk 36 202) is wettelijk geregeld dat gasthuishoudens geen nadelige effecten op hun toeslag
ondervinden als zij ontheemden opvangen die onder de Richtlijn tijdelijke bescherming4 vallen. Deze maatregel heeft de vorm van een uitzondering op het toeslagpartnerbegrip
(en voor de huurtoeslag op het medebewonerschap). De ontheemde wordt dus geen toeslagpartner
van het gastgezin. Dit betekent ook dat eventueel inkomen van de ontheemde niet meetelt
voor het gezinsinkomen. Er is daardoor ook geen effect op de hoogte van de toeslagen
van het gasthuishouden.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) wijst erop dat uitzendbureaus ontheemden in Polen rekruteren
als arbeidsmigrant, en stelt dat de opvangplekken hier niet voor bedoeld zijn. Zij
vraagt hoe de Staatssecretaris hiernaar kijkt.
Het gericht werven van ontheemden in Polen door werkgevers in combinatie met het adverteren
van «gratis» door de overheid gefinancierde opvang in Nederland vind ik zeer onwenselijk.
Dit is ook via de reguliere kanalen onder de aandacht gebracht van werkgeversorganisaties.
Ik sluit me aan bij de oproep van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
aan werkgevers om hun brede maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.
Er wordt veel gedaan om misstanden met ontheemden, arbeidsmigranten en zeker ook met
malafide uitzendbureaus aan te pakken. In oktober 2023 heeft mijn collega van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid het wetsvoorstel Wet toelating terbeschikkingstelling van
arbeidskrachten5 (WTAA) bij uw Kamer ingediend. Met dit wetsvoorstel wordt een belangrijke bijdrage
geleverd aan het aanpakken van malafide uitzendbureaus en daarmee het versterken van
de positie van kwetsbare werknemers, inclusief ontheemden. Daarnaast wordt in het
arbeidsmarktpakket6 onder andere voorgesteld om de onzekere periodes van uitzenden te verkorten.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt waarom bij het vormgeven van de eigen bijdrage niet wordt
gekeken naar de bestaande regelgeving hieromtrent voor asielzoekers die bij het COA
worden opgevangen, en waarom het COA dit aspect niet uitvoert.
Er wordt al gewerkt aan een regeling om indien ontheemden inkomsten hebben, een verrekening
plaats te laten vinden. Er is echter een verschil tussen ontheemden en asielzoekers
uit andere landen: de opvang van ontheemden wordt namelijk niet verzorgd door het
COA, maar door de gemeenten. Zij hebben ook zicht op de uitgekeerde verstrekkingen
en zicht op de ontheemden in de opvang. Het inhouden of terugvorderen van die verstrekkingen
zal dus ook een taak van de gemeente moeten zijn.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) vraagt op welke manier het kabinet concreet bereid
is werk te maken van duurzame investeringen (zoals het volgen van opleidingen of het
opdoen van werkervaring juist in die vakgebieden die straks van groot belang zijn
voor de wederopbouw van hun land), zoals eerder ook vermeld stond in een brief van
het kabinet?
Vooropgesteld is dat het kabinet het positief vindt dat er al zoveel ontheemden aan
het werk zijn in Nederland (per 1 november 2023 meer dan 55% betaald werk, waarvan
meer dan de helft in voltijd). Een aanzienlijk deel van de ontheemden doet dus al
werkervaring op.
Dat neemt niet weg dat er extra inzet nodig is om ontheemden te ondersteunen naar
meer passend en duurzaam werk. Op die manier kunnen ontheemden beter participeren
en werkervaring opdoen die beter aansluit bij hun competenties, ervaring en wensen.
Tegelijkertijd zijn de vaardigheden (en potentie) van de ontheemden uit Oekraïne inzetbaar
en van nut voor de verschillende sectoren in Nederland, in het bijzonder de sectoren
waar personeelstekorten zijn. De stappen die gezet worden in dit kader zien met name
op beroepserkenning en diplomawaardering en toeleiding naar werk.
Dit doet het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met relevante partijen,
zoals ontheemden, werkgevers, overheden, NGOs en andere stakeholders.
Daarnaast heb ik u in mijn verzamelbrief van 26 januari jl. geïnformeerd om in mijn
verkenning naar verblijf en terugkeer na afloop van de RTB, bij terugkeer nadrukkelijk
de koppeling te maken met wederopbouw en de bijdrage die ontheemden hieraan kunnen
gaan leveren.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) vraagt of het kabinet van plan is om op het terrein
van bekostiging van vrijwillige inburgering nog stappen te zetten.
Ontheemden kunnen bij het leren van de Nederlandse taal gebruik maken van het reguliere
aanbod voor volwasseneneducatie, het reguliere aanbod bij gemeenten en de eerder beschikbaar
gestelde 15 miljoen voor taalonderwijs voor ontheemden uit 2023. In 2024 zijn geen
aanvullende taalmiddelen beschikbaar voor ontheemden.
Het lid Synhaeve (D66) vraagt of taallessen die nu vrijwillig worden gevolgd straks
meetellen bij een eventuele inburgering.
Ontheemden zijn niet inburgeringsplichtig onder de RTB. Uit de Wet inburgering volgt
dat alleen personen die voor een niet-tijdelijk doel in Nederland verblijven inburgeringsplichtig
zijn. Ik kan niet vooruitlopen op de vraag of eerder gevolgde taaluren mee kunnen
tellen, als ontheemden in de toekomst wel onder de inburgeringsplicht zouden gaan
vallen.
Het lid Brekelmans (VVD) vraagt of de Staatssecretaris signalen van mensensmokkel
en mensenhandel herkent en of dit een groot probleem is. Zo ja, wat kan hij hiertegen
doen?
Ontheemden kunnen net als andere migranten slachtoffer worden van mensensmokkel en
mensenhandel.
Bij mensenhandel kan er sprake zijn van seksuele uitbuiting, criminele uitbuiting
en arbeidsuitbuiting. Het is belangrijk dat burgers en overheden zoals gemeenten alert
zijn op signalen van mensenhandel en deze melden bij de politie en de Nederlandse
Arbeidsinspectie.
Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel7 betroffen de meldingen van mensenhandel in 2022 voornamelijk gevallen van arbeidsuitbuiting.
De Arbeidsinspectie heeft de afgelopen twee jaar ruim vijftig meldingen met signalen
van mogelijke arbeidsuitbuiting of ernstige benadeling ontvangen met betrekking tot
Oekraïense werknemers. Deze meldingen gingen onder meer over lange werkdagen, onterechte
inhoudingen op het salaris en slechte huisvesting. De Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie
onderzoekt alle meldingen van mogelijke arbeidsuitbuiting en geeft die waar mogelijk
opvolging. Vrijwel alle meldingen zijn intern doorgezet naar bestuursrechtelijk toezicht,
omdat die niet dusdanig ernstig of concreet waren voor een strafrechtelijk traject.
Er lopen geen strafrechtelijke onderzoeken naar arbeidsuitbuiting waarbij Oekraïense
werknemers betrokken waren (stand eind 2023). Het beeld van de Arbeidsinspectie dat
ontheemden niet relatief vaker met overtredingen van de arbeidswetten te maken hebben
dan andere migranten.
Om goed zicht te houden op deze mensen geldt er voor werkgevers een meldplicht als
zij ontheemden in dienst willen nemen. Daarnaast is het belangrijk dat ontheemden
die in Nederland werken goed op de hoogte zijn van de rechten en plichten omtrent
werken in Nederland. Informatie hierover is vertaald in het Oekraïens en Russisch
en te vinden op het centrale informatiepunt «Work in NL».
Ik herken ook de signalen van mensensmokkel. Mannen in de dienstplichtige leeftijd
kunnen niet zomaar Oekraïne verlaten en wenden zich daarvoor tot een smokkelaar. Als
men de Oekraïense grens is gepasseerd, is de hulp van een smokkelaar niet meer nodig.
Signalen van betalingen die nog in Nederland aan de smokkelaar moeten plaatsvinden
zijn ons niet bekend.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt hoe het staat met de realisatie van 97.000 opvangplekken
door gemeenten en de veiligheidsregio’s, of dat aantal nog steeds geldt en hoe de
Staatssecretaris op weg is om dit te realiseren?
Gemeenten en Veiligheidsregio’s zijn gevraagd per 1 februari 2024 97.000 opvangplekken
te realiseren. Er zijn nu ongeveer 91.000 plekken gerealiseerd. Nieuwe plekken voor
ontheemden blijven gelet op de instroom die blijft doorzetten en de hoge bezettingsgraad
waar al lange tijd sprake van is, ook hard nodig. Dit blijft een inspanningsverplichting
voor gemeenten. Het Rijk zal de ondersteuning naar gemeenten voortzetten. Ook blijft
het Rijk de gemeenten ondersteunen op het gebied van zorg, onderwijs en begeleiding
naar werk. Daarnaast zal de nationale opvang organisatie voor ontheemden (NOO) gemeenten
ook bij deze opgave ondersteunen. De kosten worden gedragen door het Rijk. Zo blijft
bijvoorbeeld de bekostigingsregeling ook voor de aanvullende opvangplekken gelden.
Tevens bevat het herziene bestuurlijk afsprakenkader afspraken tussen het Rijk, de
VNG en het Veiligheidsberaad voor een goede uitvoering van de opvangtaak van gemeenten
ten aanzien van ontheemden.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) wijst erop dat gemeenten straks statushouders moeten
huisvesten, met de spreidingswet asielzoekers opvangen en dan ook nog de ontheemden
opvangen. Zou het niet handig zijn om de opvangmogelijkheden van al deze groepen af
te stemmen tussen de gemeenten aan de provinciale regietafels?
Ik kan bevestigen dat hier op dit moment naartoe wordt gewerkt.
Het lid van Dijk (SGP) vraagt of het kabinet ervan verzekerd is dat de gemeenten
de decentralisatie van de opvang van asielzoekers en ontheemden allemaal kunnen bolwerken?
Wil deze Staatssecretaris toezeggen dat hij de vinger aan de pols houdt qua uitvoerbaarheid
van de totale opvangopgave?
Ik ben me bewust van de grote opgave die we vragen aan decentrale overheden en wil
ook de gelegenheid nemen om iedereen die daar aan werkt enorm te bedanken en mijn
waardering daarvoor uit te spreken. Ik kan om die reden zeker zeggen dat ik vinger
aan de pols houd. Uiteraard heb ik op reguliere basis contact met gemeenten, provincies
en hun vertegenwoordigers.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt hoeveel ontheemden in tijdelijke huisvesting zitten,
waar zij op enig moment uit moeten. Betekent dit dat de opgave vanuit de Spreidingswet
met ingang van maart 2026 toeneemt met het aantal ontheemden dat de tijdelijke opvang
moet verlaten?
Ontheemden, met uitzondering van de ontheemden die zelfstandig verblijf hebben geregeld,
verblijven per definitie in de gemeentelijke opvang. Die opvanglocaties variëren van
noodopvanglocaties tot, in beperkte aantallen, bijvoorbeeld flexwoningen. Uw Kamer
heeft eerder het kostprijsonderzoek 2023 ontvangen, daarin wordt geschat dat circa
10% van de ontheemden wordt opgevangen in «flexwoningen» of «huizen en appartementen».
Zoals opgemerkt vallen ontheemden op dit moment niet onder de Spreidingswet. De taak
van het college van burgemeester en wethouders eindigt echter uiterlijk één jaar nadat
de ontheemden niet langer onder de reikwijdte van de Richtlijn tijdelijke bescherming
vallen. Vanaf dat moment vallen de ontheemden in principe (weer) onder de verantwoordelijkheid
van het COA en derhalve ook onder de reikwijdte van de Spreidingswet – vanzelfsprekend
slechts voor zover de ontheemden uit Oekraïne dan niet al zijn teruggekeerd of, indien
gedurende een langere tijd nog bescherming noodzakelijk is, dat verblijf op een andere
wijze wordt voortgezet.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt waarom de Spreidingswet niet wordt uitgebreid tot Nederlandse
woningzoekenden en dak- en thuislozen.
De Spreidingswet gaat over de opvang van asielzoekers. Dat doet niets af aan de urgentie
van andere problemen waar Nederland aan werkt, zoals de huisvesting van Nederlandse
woningzoekenden en dak- en thuislozen. Dat leent zich echter niet voor regeling in
de Spreidingswet. Die wet gaat over de opvang van asielzoekers.
Op het moment dat ontheemden na aanmeldprocedure bij het COA een status krijgen, moet
er binnen tien weken door de gemeente voorzien zijn in huisvesting. Het lid Keijzer
(BBB) vraagt of deze mensen in de flexwoningen kunnen blijven waar ze nu in zitten,
of gaan drukken op de reguliere woningmarkt?
Daar is op dit moment geen sprake van. Ontheemden verblijven onder de Regeling opvang
ontheemden Oekraïne in de gemeentelijke opvang. Ook kunnen ontheemden zelfstandig
onderdak vinden.
Het lid Van Nispen (SP) wijst erop dat onder meer de Adviesraad Migratie wijst op
het onderscheid tussen ontheemden en andere asielzoekers, en vraagt of dit nog te
rechtvaardigen is.
Er zijn weliswaar verschillende regimes, maar geen ongerechtvaardigd onderscheid.
Voor reguliere vreemdelingen voorziet het COA in de benodigde opvang. Voor ontheemden
is deze taak bij gemeenten belegd. Wel is het zo dat ontheemden op grond van de Richtlijn
tijdelijke bescherming enkele extra rechten hebben, zoals arbeid en andere voorzieningen.
Verder geldt: beide groepen hebben hetzelfde recht op opvang, en voor beide groepen
wordt in opvangplekken voorzien.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt wie erop toeziet dat het aan het COA gemeld wordt als
derdelanders, die nog in de gemeentelijke opvang verblijven, werken via het UWV, zodat
de opvangkosten in rekening kunnen worden gebracht?
Derdelanders die voor 4 september 2023 hebben aangegeven hun asielaanvraag door te
willen zetten, vallen na 4 maart 2024 niet meer onder de Richtlijn tijdelijke bescherming
en zijn vanaf 5 maart 2024 asielzoekers die (administratief) bij het COA worden geplaatst.
Deze groep derdelanders heeft dan ook dezelfde rechten en plichten als andere asielzoekers,
ook met betrekking tot werk. Zij mogen na 4 maart 2024 alleen werken onder de voorwaarden
zoals die gelden voor alle asielzoekers. De werkgever moet in het bezit zijn van een
tewerkstellingsvergunning, die wordt aangevraagd bij het UWV. De melding aan het COA
loopt via het UWV.
Het lid Synhaeve (D66) vraagt of de Staatssecretaris kan toelichten hoe het staat
met de transitie van derdelanders, zowel vanuit de gemeentelijke opvang als vanuit
de particuliere opvang? Hoe zijn de resultaten omtrent vrijwillige terugkeer? Ziet
de Staatssecretaris nog mogelijkheden om dit te verbeteren? Ziet de Staatssecretaris
nog kansen om binnen de JBZ-Raad volgende week verdere samenwerking omtrent de terugkeer
naar derde landen te verbeteren? Ook het lid Brekelmans (VVD) vraagt hoe de Staatssecretaris
er de komende weken voor gaat zorgen dat derdelanders, die ook een andere veilige
plek hebben buiten Nederland in het land waar ze vandaag komen, zo snel mogelijk terugkeren.
De inzet in aanloop naar 4 maart 2024 is erop gericht vrijwillig vertrek van deze
groep derdelanders actief te stimuleren. Dit betekent dat zij tot en met 4 maart 2024
gebruik kunnen maken van het remigratiebeleid door de Dienst Terugkeer en Vertrek.
Het remigratiebeleid voorziet in een financiële bijdrage van € 5.000. Ook na afloop
van het remigratiebeleid, kunnen derdelanders, indien gewenst, ondersteund worden
in hun vertrek uit Nederland. Reguliere vertrek- en terugkeerondersteuning is dan
beschikbaar. Dit bestaat onder meer uit ondersteuning voor, tijdens en na vertrek,
vliegtickets en financiële ondersteuning voor eerste levensbehoeftes na terugkeer.
Afhankelijk van de nationaliteit kan een derdelander ook in aanmerking komen voor
herintegratieondersteuning. In totaal zijn er circa 760 derdelanders vertrokken met
behulp van het remigratiebeleid. Aan terugkeer werken we voortdurend op Europees niveau,
door samenwerking met derde landen te verbeteren. Dit staat ook op agenda van de JBZ-Raad.
Dat geldt ook voor deze groep derdelanders.
Het lid Ceder (ChristenUnie) vraagt of de Staatssecretaris kan uitleggen waarom hij
denkt aan een tijdelijke nationale verblijfstitel zolang de terugkeer van ontheemden
naar Oekraïne nog niet aan de orde is en een door de EU gecoördineerde aanpak uitblijft?
Welk voordeel heeft dit boven een normale asielstatus? Hoe lang zou zo'n nationale
tijdelijke verblijfstitel gelden?
Op dit moment loopt een nadere verkenning naar een tijdelijke nationale verblijfstitel
en de wijze waarop deze titel eruit kan zien. Hierbij zou er geen asielprocedure plaats
vinden en wordt het asielsysteem niet nog verder belast. Hoe deze vergunning er uit
komt te zien en voor welke duur deze tijdelijke verblijfstitel afgegeven wordt, wordt
momenteel nog verder uitgelopen. Nederland zet in op een EU-gecoördineerde aanpak
op verblijf en terugkeer en, indien aan de orde, een nationale terugvaloptie. Hierover
zal ik de Tweede Kamer voor de zomer verder informeren.
Het lid Veldkamp (NSC) vraagt of de Staatssecretaris het met hem eens dat het wringt
als Nederland, terwijl het actief militaire en andere steun aan Oekraïne verleent,
Oekraïense mannen opvangt die het land thuis nodig zegt te hebben en had verboden
het land te ontvluchten? Is dit een thema van gesprek onder zijn Europese collega’s
en met de Europese Commissie? Zou het niet logisch zijn om in het Europese beleid
in de toekomst rekening te houden met het Oekraïense beleid en het uitreisverbod en
beide op een lijn te plaatsen?
We willen natuurlijk allemaal dat Oekraïne de oorlog wint. Tegelijkertijd hebben alle
ontheemden die recht hebben op tijdelijke bescherming, het recht om in Nederland opgevangen
te worden. Op dit moment in ieder geval nog tot en met 4 maart 2025. Daarbij maakt
de Richtlijn tijdelijke bescherming geen onderscheid tussen Oekraïense mannen die
wel of niet onder de dienstplicht zouden vallen. Er is dus ook geen sprake van gedwongen
vertrek of terugkeer van welke groep ontheemden dan ook. Dit is in Europees verband
momenteel geen specifiek onderwerp van gesprek. Wel houd ik hierover vinger aan de
pols bij mijn Europese collega’s.
Het lid Markuszower (PVV) vraagt of het klopt dat er andere EU-landen zijn die geen
ontheemden accepteren als zij eerder al in een ander land zijn opgevangen?
Het staat ontheemden vrij om, als zij tijdelijke bescherming hebben in een lidstaat,
tijdelijke bescherming aan te vragen in een andere lidstaat. De casus die wordt aangehaald
is mij bekend. Er zijn door een Tsjechische rechter prejudiciële vragen gesteld over
de weigering van het verlenen van tijdelijke bescherming als een ontheemden in een
andere EU-lidstaat tijdelijke bescherming heeft aangevraagd. Ik zal de ontwikkelingen
nauwgezet blijven volgen.
Indieners
-
Indiener
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid