Brief regering : Ontwikkelingen beheer staatsdeelnemingen 2024
28 165 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid
Nr. 417
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2024
Conform de monitoringscyclus staatsdeelnemingen, zoals vastgesteld door de vaste commissie
voor Financiën, informeren de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
en ik uw Kamer aan het begin van ieder jaar over belangrijke ontwikkelingen rondom
staatsdeelnemingen.
In 2024 zetten we de implementatie van de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022
(hierna: Nota 2022) voort (Kamerstuk 28 165, nr. 370). Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitbreiding van het dashboard waarmee
iedereen deze implementatie kan volgen. De recent goedgekeurde investeringsvoorstellen
van de staatsdeelnemingen zijn ook op dit dashboard te vinden.1 In deze brief ga ik daarnaast in op het MVO-beleid en op de meest recente ontwikkelingen
rondom TenneT, Gasunie, Stedin en Invest International. Ook ontvangt u, zoals toegezegd
in een eerder debat staatsdeelnemingen, een inschatting van het verschil tussen verwacht
en ontvangen dividend over de jaren 2020 en 2021.2 Tot slot gaat de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
in op de toekomstvarianten van het aandeelhouderschap in de Nederlandse Loterij.
Verdere implementatie Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022
Uitbreiding dashboard implementatie deelnemingenbeleid
In de brief Ontwikkelingen Beheer Staatsdeelnemingen 20233 heb ik uw Kamer toegezegd het dashboard4 dat de implementatie van de Nota 2022 inzichtelijk maakt uit te breiden met uitkomstindicatoren.
Deze uitkomstindicatoren laten zien tot welk resultaat de implementatie van de Nota
2022 leidt. Ze zien onder andere toe op de thema’s financiële prestaties, man-vrouwverhouding
van raden van bestuur en commissarissen en maatschappelijk verantwoord ondernemen
(MVO).
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Ik verwacht dat staatsdeelnemingen ook dit jaar blijvende ambitie tonen bij de implementatie
hun MVO-beleid, zoals omschreven in het Handboek MVO Deelnemingen 2023.5 De staat hecht aan vijf thema’s in het bijzonder veel waarde: goed werkgeverschap,
klimaat en milieu, transparantie, mensenrechten in de keten, financiële transparantie
en anti-corruptie. Verder verwacht ik dat deelnemingen zich committeren aan een aantal
aanvullende doelstellingen op de thema’s goed werkgeverschap en klimaat en milieu.
Daarom vraag ik de deelnemingen die nog niet zijn aangesloten bij het Nederlandse
Charter Diversiteit en het internationale Science-based Target iniative (SBTi), dit
in 2024 te doen. Dit om verder toe te werken naar een inclusieve en klimaatneutrale
bedrijfsvoering. Op het dashboard staatsdeelnemingen zal ik periodiek de voortgang
van deelnemingen op MVO-terrein publiceren.
Evaluaties
In 2024 wordt het aandeelhouderschap in de staatsdeelnemingen COVRA, NS en Thales
geëvalueerd. Wanneer deze evaluaties zijn afgerond, zal ik uw Kamer informeren.
TenneT en Gasunie
Op 12 januari 2024 heb ik de Tweede en Eerste Kamer geïnformeerd over het voornemen
van het kabinet om een lening van € 25 miljard ter beschikking te stellen aan TenneT.6 Het verstrekken van een lening biedt een overbrugging tot (i) de verkoop aan de Duitse
staat is afgerond of (ii) bij het niet slagen van de verkoop, een andere structurele
oplossing voor de financiering van TenneT is gevonden.
Zoals bekend beschouwt het huidige kabinet een volledige verkoop van TenneT Duitsland
aan de Duitse staat als voorkeursscenario voor de invulling van de kapitaalbehoefte
van TenneT Duitsland. Al enige maanden vinden er intensieve onderhandelingen plaats
over de verkoop van TenneT Duitsland tussen TenneT en de Nederlandse staat enerzijds
en de Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW) en de Duitse staat anderzijds. KfW is door
de Duitse staat gemandateerd om de aandelen in TenneT Duitsland te kopen. Als aandeelhouder
van TenneT is het Ministerie van Financiën nauw betrokken bij deze onderhandelingen.
Ik blijf mij inzetten voor het realiseren van een structurele oplossing voor de financiering
van TenneT.
De investeringsagenda en daarmee de kapitaalbehoefte van TenneT is de komende jaren
namelijk aanzienlijk. Zoals in de Kamerbrief van februari7 gemeld, was de verwachting toen dat voor geheel TenneT (zowel Nederland en Duitsland)
er in totaal een kapitaalbehoefte van € 25 miljard is in de komende tien jaar. Deze
kapitaalbehoefte heeft voor circa € 15 miljard betrekking op Duitsland en voor circa
€ 10 miljard betrekking op Nederland. De totale 10-jaars investeringsagenda van TenneT
bedroeg op dat moment € 111 miljard.
Ook Gasunie heeft de komende jaren een grote investeringsagenda, waarvan circa 40
tot 50 procent reeds verplicht is. De substantiële financieringsopgave van deze ondernemingen
kan mogelijk ook gevolgen hebben voor de toekomstige dividenduitkeringen, toekomstige
kapitaalstortingen, leningen of andere instrumenten. Vanzelfsprekend neem ik uw Kamer
mee in de ontwikkelingen en in eventueel voorgenomen beleidsbesluiten.
Stedin
In september 2023 informeerde ik uw Kamer over de toetreding van de staat in netwerkbedrijf
Stedin8. In de brief werd ook aangegeven dat er bij provincies en gemeenten, die nog geen
aandeelhouder zijn maar wel onderdeel van het verzorgingsgebied van Stedin, een verzoek
is gedaan om ook te participeren. Gezien de grote uitdagingen waar Stedin voor staat
is het gewenst dat zij een bijdrage doen om dit te kunnen realiseren. Het Rijk juicht
een betere vertegenwoordiging van aandeelhouders in het verzorgingsgebied van Stedin
dan ook toe.
Inmiddels heeft een aantal medeoverheden, te weten provincie Utrecht, provincie Zeeland
en een aantal Zeeuwse en Utrechtse gemeenten aangegeven te willen toetreden als aandeelhouder
in Stedin. Naar alle waarschijnlijkheid zullen zij gezamenlijk circa € 30 tot 35 miljoen
inbrengen. Dit correspondeert met een belang van in totaal circa 0,8%. Het definitieve
bedrag is afhankelijk van goedkeuring conform de democratische besluitvorming bij
deze medeoverheden. Op basis van bovenstaande bedragen zal het belang van de Nederlandse
staat in Stedin naar verwachting dalen van 11,9% naar 11,8%. De zeggenschapsrechten
van de staat veranderen niet door de toetreding van deze medeoverheden. De verwachting
is dat de democratische besluitvorming in maart 2024 is afgerond, zodat deze partijen
vervolgens door een stemming in de algemene vergadering van aandeelhouders van Stedin
(eind maart) officieel kunnen toetreden.
Invest International
Invest International is in 2021 opgericht. Destijds is voorzien in een initiële kapitaalstorting
van € 833 miljoen. Invest International verwacht dat in de loop van 2025 de begrote
€ 833 miljoen aan financiering volledig is ingezet. Invest International heeft daarom
bij de staat aangegeven circa € 2,1 miljard aan additionele financiering nodig te
hebben tot en met 2035 om aan de marktvraag te kunnen blijven voldoen. Na 2035 voorziet
Invest International geen additionele financieringsbehoefte meer. De verwachting van
Invest International is dat de onderneming vanaf 2027 vreemd vermogen aan zal kunnen
trekken, indien zij een 80%-staatsgarantie ontvangt, en dat t/m 2026 € 500 miljoen
aan eigen vermogen nodig is om de tussenliggende periode te overbruggen en op termijn
voldoende eigen vermogen te hebben. Momenteel analyseer en beoordeel ik dit financieringsverzoek.
Indien het kabinet van plan is het financieringsverzoek (deels) te honoreren, zal
ik de Tweede en Eerste Kamer hierbij betrekken.
Dividendontvangsten
Bij een eerder debat staatsdeelnemingen heeft mijn voorganger aan het lid Heinen (VVD)
toegezegd om een overzicht te delen van misgelopen dividenden als gevolg van aanhoudende
problemen bij een aantal staatsdeelnemingen.
Allereerst wil ik opmerken dat dividenduitkeringen onderhevig zijn aan bedrijfseconomische
ontwikkelingen en dat deze jaarlijks variëren. Dat betekent dat het nooit van tevoren
vaststaat hoe hoog de dividendontvangsten zijn. Zodoende is er niet zozeer sprake
van misgelopen dividend, maar eerder van dividendontvangsten die uiteindelijk hoger
of lager uitvallen dan vooraf geraamd.
Om toch een inschatting te geven van het verschil tussen verwacht en ontvangen dividend
kan worden gekeken naar de begroting van 2020, waarin een raming van € 775 miljoen
dividendontvangsten voor 2021 en € 800 miljoen voor 2022 is opgenomen. Deze raming
is gemaakt vóór het uitbreken van de coronacrisis. Zoals uit het Jaarverslag Beheer
Staatsdeelnemingen 2021 en 2022 blijkt, bedragen de totale dividendinkomsten in 2021
€ 694 miljoen en in 2022 € 752 miljoen. Dit is respectievelijk € 81 miljoen en € 48
miljoen lager dan eind 2019, voorafgaand aan de coronacrisis, was geraamd.
Kijkend naar individuele staatsdeelnemingen zijn vooral de dividendinkomsten van Schiphol,
NS, Holland Casino, Gasunie en BNG Bank in zowel 2021 als 2022 lager uitgevallen.
Daar staat tegenover dat de dividendinkomsten van TenneT (2021), Havenbedrijf Rotterdam
(2021 en 2022) en NWB Bank (2022) juist hoger zijn uitgevallen dan in 2019 geraamd.
Nederlandse Loterij
Op 15 december 2023 heb ik, de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,
samen met de Minister voor Rechtsbescherming, uw Kamer een brief gestuurd bij het
rapport met daarin een verkenning naar mogelijke toekomstvarianten voor (alternatief)
eigenaarschap van de staatsdeelneming Nederlandse Loterij (NLO).9Deze verkenning was een vervolg op de in 2023 uitgevoerde evaluatie10 van het staatsaandeelhouderschap in Nederlandse Loterij. In die evaluatie werd geconcludeerd
dat in beginsel wet- en regelgeving mogelijkheden biedt om de publieke belangen in
Nederlandse Loterij te kunnen borgen. Hierdoor is staatsaandeelhouderschap van Nederlandse
Loterij niet noodzakelijk. De daarop volgende verkenning is uitgevoerd om een helderder
beeld te krijgen of het potentieel afstoten van de onderneming rechtmatig, proportioneel
en uitvoerbaar is.
Uit de verkenning komt naar voren dat 3 van de 4 onderzochte varianten haalbaar zijn:
1. volledig privatiseren van NLO met behoud van monopolievergunningen;
2. alleen privatiseren van de online kansspelen; en
3. het behouden van NLO als staatsdeelneming.
Elk van deze varianten heeft eigen voor- en nadelen, met steeds als belangrijke randvoorwaarde
de borging van de drie publieke belangen en de centrale doelstellingen van het kansspelbeleid:
het beschermen van consumenten, het tegengaan van kansspelverslaving en het tegengaan
van aan kansspel gerelateerde criminaliteit en fraude. Over deze varianten gaan de
Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Rechtsbescherming graag het gesprek
aan met uw Kamer.
De verkenning betekent een volgende stap om te komen tot een weloverwogen besluit
over de toekomst van het aandeelhouderschap van de staat in NLO. Het is belangrijk
om duidelijkheid te krijgen over de toekomstige richting van de onderneming.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën