Brief regering : Fiche: Aanbeveling Raadsmandaat onderhandelingen EU-Zwitserland
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3895
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2024
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 4 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Aanbeveling Raadsmandaat onderhandelingen EU-Zwitserland
Fiche: Richtlijn transparantieverplichtingen belangenvertegenwoordigingsdiensten buiten
EU (Kamerstuk 22 112, nr. 3896)
Fiche: Aanbeveling over maatschappelijke betrokkenheid (Kamerstuk 22 112, nr. 3897)
Fiche: Aanbeveling over inclusieve en veerkrachtige verkiezingen (Kamerstuk 22 112, nr. 3898)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
Fiche: Aanbeveling Raadsmandaat onderhandelingen EU-Zwitserland
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Aanbeveling besluit houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen tussen
de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat over institutionele oplossingen voor overeenkomsten
tussen de EU en Zwitserland met betrekking tot de interne markt, over overeenkomsten
die de basis vormen voor de permanente bijdrage van Zwitserland aan de cohesie van
de Unie en voor de deelname van Zwitserland aan EU-programma’s
b) Datum ontvangst Commissiedocument
20 december 2023
c) Nr. Commissiedocument
COM(2023) 798
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52023PC0…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Algemene Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
In dit voorstel doet de Europese Commissie (hierna: de Commissie) een aanbeveling
aan de Raad tot het verstrekken van een mandaat voor het openen van onderhandelingen
met Zwitserland. Op basis van het voorgestelde mandaat (hierna: het voorstel) kan
de Commissie onderhandelingen starten over enerzijds institutionele oplossingen voor
akkoorden betrekking tot de interne markt en anderzijds over een financiële bijdrage
aan de economische en sociale cohesie van de Unie en associatie bij Unieprogramma’s.
Ook zal de Commissie op basis van reeds verleende mandaten onderhandelen over nieuwe
sectorale overeenkomsten voor voedselveiligheid, gezondheidszorg en elektriciteit1.
Op 14 november jl. hebben de Commissie en de Zwitserse regering, de Bondsraad, parameters
gepubliceerd voor afspraken waarover de Commissie en Zwitserland willen onderhandelen
(zogenaamd common understanding). Het voorstel voor een onderhandelingsmandaat is hierop gebaseerd. De EU en Zwitserland
hebben vanaf 2014 onderhandelingen gevoerd over een institutioneel kaderovereenkomst
bestaand uit één (overkoepelend) akkoord met daarin vergelijkbare onderdelen als het
voorliggende voorstel. In 2021 heeft Zwitserland echter de onderhandelingen over deze
kaderovereenkomst unilateraal beëindigd. De Bondsraad gaf ter onderbouwing van dit
besluit aan dat tussen de EU en Zwitserland substantiële verschillen bestonden over
vrij verkeer van personen, loonsbescherming en staatssteun. De Commissie en Zwitserland
hebben daarna verkennende gesprekken gevoerd voor het vinden van een oplossing, met
de parameters van november als uitkomst. Het belangrijkste verschil tussen het voorliggende
voorstel en de eerdere inzet op een raamwerkakkoord is de zogenaamde «verticale» insteek:
nu worden de institutionele afspraken verwerkt in aparte deelakkoorden i.p.v. in één (overkoepelend)
akkoord. De Commissie wil een pakketbenadering hanteren voor het onderhandelen van
deelakkoorden waarvoor reeds een mandaat is verleend en de onderdelen waarvoor nu
dit voorstel voorligt (de institutionele bepalingen, financiële bijdrage en deelname
aan Unieprogramma’s).
Het doel van onderhandelingen tussen EU en Zwitserland is om de bestaande akkoorden
te verbeteren en om de relatie te verdiepen op deelterreinen. De EU en Zwitserland
hebben ongeveer 120 deelakkoorden met elkaar afgesloten en Zwitserland is ook onderdeel
van Schengen. Deze aparte en vaak verouderde akkoorden maken de integratie van Zwitserland
in de EU interne markt op specifieke terreinen mogelijk, maar ook complex. De huidige
akkoorden kennen enkele gebreken wat tot beperkingen leidt, met name voor EU-burgers
en -bedrijven. Zo constateert de Commissie een gebrek aan uniforme interpretatie en
toepassing en overname van het EU-acquis2 op deelterreinen waar Zwitserland onderdeel uitmaakt van de EU interne markt.
Om de gewenste verbeteringen door te voeren, stelt de Commissie ten eerste voor om
institutionele afspraken te maken. Deze institutionele bepalingen dienen van toepassing
te zijn op zowel bestaande als toekomstige akkoorden3. Hiermee beoogt de Commissie een nieuwe balans te bereiken tussen de rechten en plichten
voor Zwitserland. Zo worden afspraken over de procedure voor dynamische overname van
EU-acquis voorgesteld4. Een effectief geschillenbeslechtingsmechanisme moet onenigheid over de implementatie
van afspraken in goede banen leiden, met als laatste redmiddel de mogelijkheid om
het desbetreffende of één van de andere akkoorden te beëindigen. Met een dergelijke
afspraak worden de verschillende bestaande en toekomstige overeenkomsten met betrekking
tot de EU interne markt onderling gekoppeld. De Commissie wil een effectief geschillenbeslechtingsmechanisme
dat de bevoegdheid van het EU Hof van Justitie in de interpretatie van EU-recht waarborgt.
Met het invoegen van institutionele bepalingen in de bestaande overeenkomst over het
vrije verkeer van personen hoopt de Commissie de rechten van EU-burgers in Zwitserland
te verbeteren (en vice versa). Non-discriminatie tussen burgers en wederkerigheid
zijn kernprincipes voor de Commissie. De Commissie geeft aan dat het nodig kan zijn
om specifieke beperkte aanpassingen van het bestaande EU-acquis van het vrije verkeer van personen en detachering van werknemers overeen te komen,
waarbij deze principes onverminderd blijven gelden en zonder dat dit leidt tot een
vermindering van rechten van EU-burgers en bescherming van gedetacheerden. Tenslotte
streeft de Commissie naar het overeenkomen van nieuwe afspraken over staatssteun,
met het oog op een gelijk speelveld.
Het voorstel gaat verder in op bestaande mandaten voor onderdelen van overeenkomsten
op het gebied van elektriciteit, voedselveiligheid en gezondheid. Een akkoord op het
gebied elektriciteit moet de handel in elektriciteit tussen de EU en Zwitserland faciliteren,
met het oog op onder andere leveringszekerheid en de transitie naar duurzame energievoorziening.
Een akkoord over voedselveiligheid betreft naar verwachting onderwerpen als dierenwelzijn
en nieuwe technologieën om voedsel te produceren, en kan bijdragen aan een voedselveiligheidsruimte
tussen de EU en Zwitserland. Met een akkoord over gezondheid wordt samenwerking op
dit gebied bevorderd, en krijgt Zwitserland toegang tot relevante EU-informatiesystemen
(zoals het Gezondheidsbeveiligingscomité en het Europees Centrum voor ziektepreventie
en -bestrijding).
Verder streeft de Commissie naar duurzame afspraken over de Zwitserse financiële bijdrage
aan de economische en sociale cohesie van de EU. Ook stelt de Commissie dat tegenover
toegang tot EU-informatiesystemen, zoals op het gebied van gezondheid, een eerlijke
bijdrage van Zwitserland moet staan. Het streven van de Commissie is om deze afspraken
voor het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK) overeen te komen.
Tenslotte voorziet het voorstel in de mogelijkheid tot Zwitserse deelname aan Unieprogramma’s5. Een overeenkomst moet de algemene voorwaarden uiteenzetten voor deelname van Zwitserland
aan EU-programma’s en de specifieke voorwaarden voor deelname in de periode 2021–2027.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De EU heeft baat bij stabiliteit in de nabuurschapsregio en goede relaties met haar
buren. Het kabinet is daarom voorstander van het verdiepen van relaties met buurlanden,
door middel van brede partnerschappen en intensievere samenwerking6. Dit geldt ook voor Zwitserland, gezien de bijzondere geografische positie ten opzichte
van de EU, de economische en sociale verbondenheid en gedeelde waarden.
Het kabinet zet zich in voor een sterke, duurzame en eerlijke interne markt, waar
Zwitserland op deelterreinen onderdeel vanuit maakt. De interne markt is van groot
belang voor onze mondiale concurrentiepositie en voor een aantrekkelijk vestigings-
en ondernemingsklimaat in Nederland, en draagt bij aan welvaart en bestaanszekerheid.
Daarnaast levert de interne markt een belangrijke bijdrage aan het bereiken van open
strategische autonomie. Op 17 juni 2022 heeft het kabinet een Kamerbrief gestuurd
met zijn inzet op het terrein van de interne markt7. Hiermee verduidelijkt het kabinet welke acties het voornemens is te ondernemen om
onnodige belemmeringen op de interne markt voor ondernemers en burgers weg te nemen.
Op 26 oktober 2023 is de eerste voortgangsrapportage van deze actieagenda met de Tweede
Kamer gedeeld8.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is positief over het voorstel. Zwitserland is een belangrijk partnerland
voor de EU vanwege de socio-culturele en economische verbondenheid. Zwitserland heeft
een bijzondere positie omdat het reeds op deelterreinen geïntegreerd is in de EU interne
markt en onderdeel uitmaakt van Schengen. Juist vanwege de beperkingen die de huidige
akkoorden kennen en het uitblijven van aanvullende afspraken op nieuwe terreinen,
is het van belang om de huidige relatie te moderniseren. De huidige situatie kan op
de langere termijn tot erosie in de samenwerking leiden en biedt beperkte zekerheid
voor EU-bedrijven en -burgers, bijvoorbeeld doordat na verloop van tijd de akkoorden
en EU-wetgeving steeds verder uit de pas gaan lopen. Het kabinet steunde eerder de
onderhandelingen over een raamwerkakkoord, inclusief institutionele afspraken en afspraken
over elektriciteit, gezondheid en voedselveiligheid waarvoor de Raad in 2006 en 2008
mandaat heeft verleend. Het kabinet verwelkomt dat de Commissie en de Zwitserse Bondsraad
nu tot een gezamenlijke visie zijn gekomen over de toekomst van de relatie. Dat de
Zwitserse Bondsraad en de Commissie tot een gezamenlijke visie over een akkoord zijn
gekomen, stemt positief over de onderhandelingen. Het kabinet kan het voorstel voor
een mandaat steunen en zal zich inzetten voor voorspoedige totstandkoming van een
onderhandelingsmandaat en onderhandelingen. Het kabinet zal speciale aandacht vragen
voor enkele punten, zoals hieronder toegelicht.
De interne markt van de EU is een groot goed en het kabinet hecht aan het bewaken
van de integriteit hiervan. Toegang tot de interne markt van de EU geeft rechten aan
Zwitserse burgers en bedrijven, maar komt ook met verplichtingen. Het moderniseren
en uitbreiden van afspraken over overname van EU-acquis en de handhaving daarvan op terreinen waar Zwitserland onderdeel uitmaakt van de
interne markt van de EU, kan bijdragen aan een goede balans tussen rechten en plichten.
Het kabinet kan zich vinden in deze principes en de doelen die de Commissie stelt.
Het kabinet zal erop toezien dat een balans tussen rechten en plichten wordt gevonden
in een eventuele overeenkomst tussen de EU en Zwitserland. Voor het bewaken van een
gelijk speelveld is het overeenkomen van afspraken over staatssteun, de overname en
implementatie van EU acquis relevant, alsook mechanismen om dit te handhaven. Het kabinet steunt de inzet van
de Commissie voor het verankeren van deze elementen in huidige en toekomstige akkoorden
tussen de EU en Zwitserland.
De Nederlandse gemeenschap in Zwitserland is groot en bestaat momenteel uit ongeveer
40.000 burgers, en is de afgelopen jaren gegroeid. Daarnaast zijn de EU en Zwitserland
belangrijke handelspartners en wordt wederzijds relatief veel geïnvesteerd. Daarom
verwelkomt het kabinet dat de Commissie de principes van non-discriminatie tussen
EU-burgers in Zwitserland en een gelijk speelveld voor bedrijven in de EU en Zwitserland
centraal wil zetten in de onderhandelingen van de verschillende akkoorden. Het kabinet
verwelkomt ook onderhandelingen over institutionele bepalingen in onder andere het
akkoord over vrij verkeer van personen. De herziening van afspraken met Zwitserland
over vrij verkeer van diensten en van personen mag niet afdoen aan het huidige beschermingsniveau
van werkenden en van EU-burgers, zoals de Commissie stelt. Het kabinet zal zich hiervoor
inzetten.
Tegenover de horizontale pakketbenadering die de Commissie voorstelt, inclusief de
aanvullende afspraken op het gebied van elektriciteit, voedselveiligheid en gezondheid
waarvoor reeds een mandaat verleend was, staat het kabinet eveneens positief. Voor
het kabinet is van belang dat bij afspraken over een voedselveiligheidsakkoord, inclusief
over dierenwelzijn en innovatieve technologieën, hoge standaarden gehanteerd worden,
en de standaarden op de EU interne markt onaangetast blijven. Daarnaast hecht het
kabinet aan het bevorderen van een gelijk speelveld op onderdelen waar Zwitserland
onderdeel uitmaakt van de EU interne markt.
Het kabinet is verheugd dat met dit voorstel de Zwitserse deelname aan Unieprogramma’s
en in het bijzonder aan het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, Horizon
Europe, dichterbij komt. Tussen Nederlandse en Zwitserse onderzoekers en universiteiten
vindt reeds nauwe samenwerking plaats9. Gezien de hoge kwaliteit van kennisinstellingen in Zwitserland en de bestaande nauwe
samenwerking, biedt associatie van Zwitserland een stimulans om de samenwerking uit
te bouwen. Internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie met
gelijkgezinde landen is van groot belang voor Europa en een belangrijk speerpunt van
Horizon Europe. Associatie van Zwitserland aan het Kaderprogramma biedt daarvoor een
belangrijke stap.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Naar verwachting geniet het voorstel voor een mandaat voor het openen van onderhandelingen
tussen de EU en Zwitserland brede steun binnen de Raad. Het voorstel bouwt inhoudelijk
voort op de onderhandelingen over een raamwerkakkoord met Zwitserland waar de Raad
destijds akkoord mee is gegaan.
De positie van het Europees Parlement met betrekking tot dit voorstel is nog niet
bekend. Wel is de verwachting dat binnen het Europees Parlement brede steun is voor
het openen van de onderhandelingen. Leden van het Europees Parlement hebben zich de
afgelopen jaren uitgesproken over het belang van het stabiliseren en verdiepen van
de relatie tussen de EU en Zwitserland, onder andere gezien de economische integratie.
In een resolutie van oktober 2023 heeft het Europees Parlement zich uitgesproken voor
snelle goedkeuring van een onderhandelingsmandaat en het afronden van onderhandelingen
binnen de ambtstermijn van de huidige Commissie en Europees Parlement10.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet over de bevoegdheid van de Commissie is positief.
Wel zal een materiële rechtsgrondslag moeten worden toegevoegd, deze ontbreekt namelijk
momenteel in het voorstel van de Commissie. De aanbeveling heeft betrekking op de
institutionele bepalingen voor nieuwe en bestaande akkoorden met Zwitserland op diverse
terreinen. Daarnaast heeft de aanbeveling betrekking op afspraken over de interne
markt; een financiële bijdrage aan de Unie; en deelname van Zwitserland aan Unieprogramma’s
op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding, onderzoek, technologische ontwikkelingen
en in de ruimte. Op het terrein van de interne markt is sprake van een gedeelde bevoegdheid
tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a, VWEU). Op basis van artikel
3, tweede lid, VWEU, kunnen deze gedeelde interne bevoegdheden onder andere exclusief
(extern) worden indien de te sluiten overeenkomst de gemeenschappelijke regels kan
aantasten of de strekking ervan kan wijzigen. Op het terrein van onderwijs en de beroepsopleiding
is sprake van een aanvullende bevoegdheid van de EU (artikel 6, sub e, VWEU). Op het
terrein van onderzoek, technologische ontwikkeling in de ruimte is sprake van een
gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 3, VWEU), waarbij geldt
dat het optreden van de Unie de lidstaten niet belet hun eigen bevoegdheid uit te
oefenen. Bepalingen en mechanismen die bedoeld zijn om de doeltreffendheid van de
materiële bepalingen van de overeenkomst te waarborgen vallen volgens het EU-Hof onder
dezelfde bevoegdheid als de materiële bepalingen waar zij bij horen.
De Raad verleent zijn machtiging voor het openen van onderhandelingen op basis van
artikel 218 VWEU en artikel 101 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie. Op grond van artikel 218, lid 3, VWEU, kan de Commissie aanbevelingen
doen aan de Raad voor de vaststelling van een Raadsbesluit waarbij machtiging wordt
gegeven om onderhandelingen over een verdrag te openen en om de onderhandelaar namens
de Unie aan te wijzen. Op grond van artikel 218, lid 4, VWEU, kan de Raad de onderhandelaar
richtsnoeren meegeven en een bijzonder comité aanwijzen in overleg waarmee de onderhandelingen
moeten worden gevoerd. Het kabinet zal tijdens de onderhandelingen aandacht vragen
voor het toevoegen van de juiste materiële rechtsgrondslag. Wanneer er een akkoord
is uit onderhandeld, dienen de rechtsgrondslagen van de Raadsbesluiten tot ondertekening
en sluiting van de overeenkomst, als ook de aard van de overeenkomst, apart beoordeeld
te worden op basis van de uiteindelijke tekst (in het bijzonder het doel en de inhoud
van de overeenkomst).
b) Subsidiariteit
Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing voor zover er sprake is van een
exclusieve bevoegdheid van de Unie. Voor zover de aanbeveling ziet op niet-exclusieve
Uniebevoegdheden is de grondhouding van het kabinet over de subsidiariteit positief.
De aanbeveling heeft tot doel de Commissie te machtigen om de onderhandelingen te
openen over institutionele bepalingen voor bestaande en nieuwe overeenkomsten en om
te onderhandelen over nieuwe overeenkomsten die betrekking hebben op de interne markt,
een financiële bijdrage van Zwitserland en deelname van Zwitserland in bepaalde Unieprogramma’s.
Aangezien het gaat om institutionele bepalingen voor akkoorden tussen de EU (en de
lidstaten) en Zwitserland, deelname aan Unieprogramma’s en een financiële bijdrage
aan de Unie, kan dit onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal
niveau worden verwezenlijkt. Een EU-aanpak is daarom nodig. Om die reden is optreden
op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet over de proportionaliteit is positief. De aanbeveling
heeft tot doel de Commissie te machtigen om de onderhandelingen te openen over institutionele
bepalingen voor bestaande en nieuwe overeenkomsten en om te onderhandelen over nieuwe
overeenkomsten die betrekking hebben op de interne markt, een financiële bijdrage
van Zwitserland en deelname van Zwitserland in bepaalde Unieprogramma’s. Om te komen
tot dergelijke overeenkomsten is deze machtiging noodzakelijk evenals het meegeven
van onderhandelingsrichtsnoeren. Het voorgestelde mandaat is geschikt en gaat niet
verder dan noodzakelijk, omdat het zich richt op het overeenkomen van specifieke institutionele
afspraken die vergelijkbaar zijn met afspraken met andere niet-Europese landen over
de overname van EU-acquis en een geschillenbeslechtingsmechanisme.
d) Financiële gevolgen
Het voorstel heeft gevolgen voor de EU-begroting. Ten eerste zal worden onderhandeld
over de voorwaarden voor Zwitserlands associatie bij Unieprogramma’s, inclusief de
Zwitserse financiële bijdrage. Een overeenkomst tussen de EU en Zwitserland over deelname
van Zwitserland in Unieprogramma’s heeft financiële gevolgen. De Commissie stelt voor
om in een overeenkomst een billijke en evenwichtige voorwaarde vast te leggen voor
deelname van Zwitserland, inclusief administratieve kosten voor beheer van de programma’s.
De EU is met andere niet-EU landen vergelijkbare afspraken over een financiële bijdrage
overeengekomen. Ten tweede streeft de Commissie naar een nieuw juridisch-bindend mechanisme
over een regelmatige financiële bijdrage van Zwitserland aan economische en sociale
cohesie van de Unie. Zwitserland heeft zich gecommitteerd aan een financiële bijdrage
voor het versterken van economische en sociale cohesie in individuele lidstaten tot
en met 2029. Afspraken over een permanente bijdrage van Zwitserland aan cohesiefondsen
ontbreken echter en worden beoogd met het voorliggende voorstel. Ten derde stelt de
Commissie voor om tot een overeenkomst te komen over een financiële bijdrage van Zwitserland
aan informatiesystemen en agentschappen waartoe zij toegang heeft. Het is nog niet
mogelijk om de precieze gevolgen te duiden, omdat deze afhankelijk zijn van de uitkomst
van de onderhandelingen.
Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden
binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en
dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele
budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting van het
beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De verwachting is dat de uitkomst van de onderhandelingen tussen de EU en Zwitserland
verminderde regeldruk voor bedrijven kan bewerkstelligen. Omdat Zwitserland al op
terreinen onderdeel uitmaakt van de interne markt van de EU is de regeldruk reeds
beperkt. Consistente overname en toepassing van het EU-acquis, zoals met het overeenkomen van institutionele bepalingen beoogd wordt, kan hier
verder aan bijdragen.
In de aanbeveling stelt de Commissie een gelijk speelveld met Zwitserland te willen
bewerkstelligen. De institutionele bepalingen over overname en toepassing van het
EU-acquis kunnen hieraan bijdragen. Op terreinen waar Zwitserland onderdeel uitmaakt van de
interne markt van de EU, dient het land het EU-acquis over te nemen. Hiermee gelden voor EU- en Zwitserse bedrijven vergelijkbare afspraken.
Dit heeft naar verwachting een positief effect op de concurrentiekracht van het Europese
bedrijfsleven. Ook het overeenkomen van afspraken over staatssteun draagt bij aan
een gelijk speelveld voor EU en Zwitserse bedrijven.
Van het starten van onderhandelingen tussen de EU en Zwitserland zou een belangrijk
positief geopolitiek signaal uitgaan. De EU en Zwitserland zijn immers belangrijke
gelijkgezinde partners op veel beleidsterreinen. Zeker in de huidige geopolitieke
context is een hechte relatie tussen de EU en haar meest nabije buurlanden van groot
belang. De uitkomst van de onderhandelingen kan de verdieping van de relatie tussen
de EU en Zwitserland formeel bestendigen. Juist omdat het de afgelopen jaren niet
is gelukt om tot een raamwerkovereenkomst te komen tussen de EU en Zwitserland, gaat
een krachtig signaal uit van het moderniseren van de relatie middels deelakkoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken