Brief regering : Reactie op de motie van de leden Paternotte en Stoffer over het verleggen van de focus naar bewezen effectief leesonderwijs met kennisrijke teksten (Kamerstuk 36410-VIII-70)
31 293 Primair Onderwijs
Nr. 719
BRIEF VAN DE PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2024
Tijdens het begrotingsdebat van januari jongstleden dienden de leden Paternotte (D66)
en Stoffer (SGP) een motie in waarin zij oproepen om, vooruitlopend op de curriculumherziening,
de focus van het leesonderwijs te verleggen door scholen nadrukkelijk in staat te
stellen bewezen effectief leesonderwijs te geven met kennisrijke teksten in combinatie
met andere vakgebieden.1 Het verbeteren van de leesvaardigheid van leerlingen door middel van evidence informed werken heeft hoge prioriteit. Zoals ook tijdens het debat aangegeven, beschouw ik
de motie als een stevige aanmoediging om ons beleid dat gericht is op het versterken
van effectief leesonderwijs voort te zetten. In deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd
over hoe we scholen helpen door middel van:
• de actualisatie van het curriculum;
• het masterplan basisvaardigheden;
• de Bibliotheek op school;
• de Kennistafel Effectief leesonderwijs.
Effectief leesonderwijs
Leesonderwijs is effectief als het is gebaseerd op inzichten uit wetenschappelijk
en praktijkgericht onderzoek. Kenmerken van effectief leesonderwijs zijn onder andere
dat:
– lezen wordt geïntegreerd met andere taaldomeinen zoals spreken en schrijven en met
andere leergebieden, zoals geschiedenis, aardrijkskunde of burgerschap;
– expliciet aandacht wordt besteed aan leesmotivatie.2
– in de klas gebruik wordt gemaakt van rijke teksten. Dit zijn authentieke teksten van
goede kwaliteit die niet aangepast zijn voor onderwijsdoeleinden. Bijvoorbeeld een
tekst waarin woorden zijn verwijderd omdat die te moeilijk zouden zijn voor leerlingen
is niet rijk, maar verarmd. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen juist meer moeite
hebben om vereenvoudigde teksten te lezen.3 Je vindt rijke teksten in kranten, tijdschriften en in (kinder en jeugd-)literatuur.
Deze inzichten over effectief leesonderwijs worden nog niet in alle klaslokalen toegepast.
Hier valt dus nog een wereld te winnen. Begrijpend lezen is vaak een apart vak op
het lesrooster, dat losstaat van andere vakken en waarbij gebruik wordt gemaakt van
lesmethodes met korte teksten die niet rijk zijn. Het vak begrijpend lezen wordt vaak
genoemd als een belangrijke oorzaak voor de dalende leesvaardigheid en het dalende
leesplezier van Nederlandse leerlingen.4 Om het tij te keren is het van groot belang scholen zo goed mogelijk in staat te
stellen met effectief leesonderwijs aan de slag te gaan.
Actualisatie curriculum
Met de actualisatie van de kerndoelen en examenprogramma’s zetten we belangrijke stappen
om de inzichten over effectief leesonderwijs in het hele curriculum te verankeren.
Zo is in de conceptkerndoelen Nederlands opgenomen dat leerlingen rijke teksten aangeboden
moeten krijgen. Ook zorgen we ervoor dat de basisvaardigheden taal en rekenen geïntegreerd
worden in de overige leergebieden.5 Dit stelt scholen in staat om rijke teksten niet alleen te gebruiken tijdens taal
of Nederlands, maar ook bij andere vakken waarin het opdoen van kennis centraal staat.
De leesvaardigheid van leerlingen wordt hiermee een verantwoordelijkheid van de hele
school, niet alleen die van de leraar Nederlands. De nieuwe kerndoelen Nederlands
bieden zo een stevig fundament voor kennisrijk leesonderwijs dat geïntegreerd is in
de zaakvakken.
We grijpen de actualisatie van het curriculum ook aan om kritisch te kijken naar de
manier waarop leerlingen in groep 8 worden getoetst. De doorstroomtoets toetst namelijk
slechts een deel van de leesvaardigheid van leerlingen. Er wordt bijvoorbeeld niet
getoetst of leerlingen een tekst kunnen evalueren of erop kunnen reflecteren, terwijl
die vaardigheden wel nodig zijn om tot diep leesbegrip te komen. Samen met toetsexperts
onderzoeken we hoe we ervoor kunnen zorgen dat de toets goed aansluit bij wat leerlingen
moeten kunnen en kennen.
De conceptkerndoelen Nederlands worden momenteel beproefd in de praktijk. Onder leiding
van SLO kijken scholen kritisch naar wat de nieuwe kerndoelen betekenen voor hun onderwijs
en worden ze aangemoedigd om er alvast mee aan de slag te gaan. Daarnaast ontwikkelt
SLO in opdracht van OCW tussendoelen, leerlijnen en handreikingen bij de conceptkerndoelen
Nederlands. Scholen kunnen die nu al raadplegen via de website van SLO.6 Ook de Inspectie van het Onderwijs zal in het toezicht scholen ruimte bieden om alvast
met de nieuwe kerndoelen te werken.
Masterplan basisvaardigheden
Vooruitlopend op de implementatie van het nieuwe curriculum bieden we scholen met
het Masterplan basisvaardigheden al de nodige handvatten om aan de slag te gaan met
effectief leesonderwijs.
Het Masterplan basisvaardigheden is een structurele en integrale aanpak om te komen
tot verbetering van de basisvaardigheden van leerlingen. We helpen momenteel zo’n
3.000 scholen in het funderend onderwijs om de basisvaardigheden van hun leerlingen
duurzaam te verbeteren. Er is een subsidieregeling basisvaardigheden beschikbaar en
onderwijscoördinatoren van OCW ondersteunen scholen om een aanpak op maat op te stellen
en uit te voeren op basis van kennis uit de onderwijspraktijk en wetenschappelijk
onderzoek. Het merendeel van de 3.000 subsidiescholen vraagt de onderwijscoördinator
om hulp om met effectief leesonderwijs aan de slag te gaan. De onderwijscoördinator
helpt de school dan op weg om daarvoor een aanpak te uit te werken. Onderdeel hiervan
is dat de leerlingen de beschikking krijgen over mooie boeken die aansluiten bij hun
leefwereld en dat er tijd wordt vrijgemaakt om dagelijks een half uur te lezen. Belangrijk
hierbij is dat leraren een rolmodel zijn, door zelf te lezen en enthousiast te vertellen
over boeken die zij mooi vinden.
Ter ondersteuning van alle scholen die bezig zijn de resultaten van leerlingen in
de basisvaardigheden te verbeteren stelt het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek
(NRO) wetenschappelijke kennis, handvatten en voorbeelden beschikbaar via onderwijskennis.nl.7
In het kader van het Masterplan wordt verder gewerkt aan een beter zicht op de prestaties
voor de basisvaardigheden op leerling-, school- en stelselniveau en de professionalisering
van leraren. Daarbij is er sinds 1 augustus 2023 een aparte standaard basisvaardigheden
(OP0) opgenomen in de onderzoekkaders van de Inspectie van het Onderwijs. Hiermee
is er nog meer focus en aandacht voor basisvaardigheden binnen het toezicht. U kunt
over deze integrale aanpak lezen in de voortgangsbrief van 28 november jl.8
De Bibliotheek op school
In het kader van het Masterplan basisvaardigheden heeft het kabinet fors geïnvesteerd
in de Bibliotheek op school. Hiermee worden scholen in staat gesteld om een aantrekkelijke
leesomgeving in te richten. Een rijke leesomgeving is essentieel om leesplezier te
bevorderen. Naast een actuele collectie boeken met voor elk kind wat wils behelst
dit ook een fijne plek om te lezen in de school en de aanwezigheid van een kundige
leesconsulent die de collectie rijke teksten goed kent en die leerlingen helpt om
het juiste boek te kiezen. Ook tijd voor vrij lezen en voorlezen zijn onderdeel van
de leesomgeving. Veel scholen die deelnemen aan de Bibliotheek op school zien het
leesplezier van hun leerlingen stijgen. De Bibliotheek op school is vaak de eerste
stap naar effectief leesonderwijs aan de hand van rijke teksten.
Kennistafel Effectief Leesonderwijs
Daarnaast ondersteunt OCW de Kennistafel Effectief Leesonderwijs. De Kennistafel verenigt
onderzoekers, beleidsmakers en onderwijsprofessionals om dat wat bekend is uit onderzoek
over lezen beschikbaar te maken voor de onderwijspraktijk:
• vanuit de Kennistafel is de Kwaliteitswaaier effectief leesonderwijs9 ontwikkeld, een handreiking die gratis beschikbaar is voor iedereen in het onderwijs,
van leraar tot bestuurder, om met effectief leesonderwijs aan de slag te gaan;
• de leden van de Kennistafel bespreken ook aan de hand van concrete voorbeelden hoe
zij scholen kunnen ondersteunen om effectief leesonderwijs te implementeren. Bijvoorbeeld
als een school voor voortgezet onderwijs wil starten met een half uur vrij lezen per
dag. Hoe zorg je ervoor dat ook de aardrijkskunde- en de geschiedenisdocent daaraan
willen meedoen? En hoe krijg je voldoende kennis over jeugdliteratuur in het team?
Hoe stimuleer je dat leerlingen ook moeilijkere boeken kiezen? De Kennistafel werkt
die vragen uit in handvatten om alle scholen hierbij te kunnen ondersteunen.
• momenteel verkennen we met de leden van de Kennistafel hoe we de expertise over effectief
leesonderwijs die aanwezig is bij verschillende organisaties kunnen onderbrengen in
een Expertisepunt Taal, zodat alle scholen toegang hebben tot kennis en ondersteuning
die nodig is om met effectief leesonderwijs aan de slag te gaan: van goede praktijkvoorbeelden
en handreikingen tot wetenschappelijk onderzoek en nascholing;
• omdat de effectiviteit van het leesonderwijs ook afhankelijk is van de kwaliteit van
leermiddelen, zal de Kennistafel tenslotte een kwaliteitskader voor leermiddelen begrijpend
lezen ontwikkelen waarmee onderwijsprofessionals en leermiddelenmakers de effectiviteit
van leermiddelen voor lezen kunnen bepalen.
Zodra het nieuwe curriculum is vervat in wet- en regelgeving, zijn de inzichten over
effectief leesonderwijs richtinggevend voor álle scholen in het primair en voortgezet
onderwijs. Dat vraagt overigens ook veranderingen in de lerarenopleidingen, leermiddelen,
toetsing en examinering en toezicht. Zo werken we op meerdere fronten aan een nieuwe
en structurele aanpak van het leesonderwijs.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Indieners
-
Indiener
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.