Brief regering : Stand van zaken Uitvoeringswet Digitaledienstenverordening en ministerieel besluit tot voorlopige aanwijzing ACM als digitaledienstencoördinator
31 777 Persbeleid
Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2024
Op 17 februari 2024 wordt de Digitaledienstenverordening (de Digital Services Act, hierna «DSA») van toepassing op alle aanbieders van tussenhandeldiensten. Op die
datum moeten de lidstaten hebben voorzien in de aanwijzing van een zogenaamde digitaledienstencoördinator
en de benodigde nationale uitvoeringswetgeving.
De aangenomen (gewijzigde) motie van het lid Sjoerdsma van 6 juni 20231 roept de regering op er zorg voor te dragen dat de digitaledienstencoördinator operationeel
is op 17 februari 2024 om toezicht te houden op in Nederland gevestigde aanbieders
van tussenhandeldiensten.
Ik werk al geruime tijd aan het ontwerpwetsvoorstel voor de Uitvoeringswet Digitaledienstenverordening.
In juli en augustus 2023 is dit wetsvoorstel geconsulteerd via internetconsultatie.nl2. Zoals eerder al aan uw Kamer is gecommuniceerd3, wordt in het ontwerpwetsvoorstel de Autoriteit Consument en Markt («ACM») aangewezen
als digitaledienstencoördinator en als toezichthouder op het grootste deel van de
verordening. In het ontwerpwetsvoorstel wordt de Autoriteit Persoonsgegevens («AP»)
aangewezen als andere bevoegde autoriteit.
Op 7 februari jl. heeft de Raad van State advies uitgebracht over het ontwerpwetsvoorstel.
Dat wordt momenteel verwerkt. Ik streef ernaar het ontwerpwetsvoorstel daarna zo spoedig
mogelijk bij uw Kamer in te dienen. Helaas betekent dit dat het wetsvoorstel op 17 februari
aanstaande nog niet tot wet is zijn verheven en in werking getreden. De DSA raakt
op veel verschillende vlakken aan nationale wetgeving en aan de belangen van veel
verschillende partijen. Het was daarom helaas niet mogelijk om het wetsvoorstel op
een zorgvuldig wijze totstand te brengen en af te stemmen met alle betrokken partijen
binnen de vijftien maanden die de DSA voorschrijft.
Dit neemt niet weg dat het kabinet al geruime tijd bezig is om de uitvoering van de
DSA zo goed als mogelijk voor te bereiden. Zo wordt er al ruim anderhalf jaar samengewerkt
met onder meer de ACM en AP. Bijvoorbeeld om informatie over de DSA onder de aandacht
te brengen van de bedrijven die er straks aan moeten voldoen en van de gebruikers
en belanghebbenden die door de DSA nieuwe rechten krijgen. Zo zijn de ACM en AP in
contact gebracht met organisaties en onderzoekers die erin geïnteresseerd zijn om
gebruik te maken van de bijzondere status «trusted flagger» of «erkend onderzoeker»
die de DSA creëert. Verder zijn er in 2023 al extra middelen voor beide toezichthouders
beschikbaar gesteld zodat zij zich kunnen voorbereiden op het moment dat de DSA volledig
van toepassing wordt en zij toezicht kunnen gaan houden. Ook voor 2024 en daarna zijn
er al (structurele) middelen beschikbaar gesteld. Dit alles moet een «vliegende start»
van de uitvoering van de DSA mogelijk maken.
Ondertussen voel ik de urgentie om de toezichthouders in Nederland aan te wijzen en
van de benodigde bevoegdheden te voorzien. Die is versterkt door een recente brief
van de Europese Commissie aan de regering. Daarin dringt de Europese Commissie aan
op aanwijzing van de digitaledienstencoördinator per 17 februari 2024. Dit onder meer
met het oog op de oprichting van de Digitaledienstenraad. Dat is het samenwerkingsverband
van digitaledienstencoördinatoren die op 19 februari aanstaande voor het eerst bijeenkomt
met de toezichthouders die reeds zijn aangewezen. De Europese Commissie vraagt om
uiterlijk 17 februari te melden wie de aangewezen digitaledienstencoördinator in Nederland
is. Aanwijzing van de ACM is nodig om haar in staat te stellen om namens Nederland
deel te nemen aan de Digitaldienstenraad, en deel te nemen aan de besluitvorming en
stemmingen die daar gaan plaatsvinden.
Gelet op de motie Sjoerdsma en het verzoek van de Europese Commissie, heb ik vooruitlopend
op de verdere totstandkoming en inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Digitaledienstenverordening,
een ministerieel (aanwijzings)besluit genomen waarin de ACM voorlopig wordt aangewezen
als bevoegde autoriteit en digitaledienstencoördinator. Dit besluit stelt de ACM in
staat om een aantal handelingen te verrichten ter uitvoering van de verordening. Het
gaat onder meer om deelname aan de besluitvorming en stemming in de Digitaledienstenraad.
De ACM kan op grond van dit besluit nog niet handhaven of de certificeringstaken verrichten
die zij in de Uitvoeringswet krijgt toegekend. Dat kan pas wanneer de Uitvoeringswet
door het parlement is goedgekeurd en na ondertekening in het Staatsblad is gepubliceerd.
Een afschrift van het voorlopige aanwijzingsbesluit stuur ik u hierbij toe, en is
gepubliceerd in de Staatscourant.
Ik streef ernaar om het ontwerpwetsvoorstel voor de Uitvoeringwet Digitaledienstenverordening
op korte termijn naar uw Kamer te sturen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat