Brief regering : Raming GTS gasjaar 2024-2025
33 529 Gaswinning
Nr. 1211 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 februari 2024
Op 31 januari 2024 heb ik van Gasunie Transport Services (GTS) het jaarlijkse advies
ontvangen over de borging van de leveringszekerheid voor het gasjaar 2024–2025. GTS
moet dit advies volgens de huidige wetgeving uitbrengen zolang de Wet op de sluiting
van het Groningenveld nog niet door het parlement is aangenomen.1 Het GTS-advies schetst de brede ontwikkelingen van de vraag naar en aanbod van gas.
Zolang het wetsvoorstel tot sluiting van het Groningenveld nog niet is aangenomen
door het parlement dient conform de huidige wetgeving een vaststellingsbesluit te
worden opgesteld voor gasjaar 2024–2025, waarvoor dit advies het startpunt vormt.
Met deze brief informeer ik u over de inhoud van het advies, het advies zelf vindt
u in de bijlage.
GTS rondt binnenkort ook haar algemene visie leveringszekerheid af. De Minister voor
Klimaat en Energie zal deze visie en zijn appreciatie binnenkort met uw Kamer delen.
Ook maak ik met deze brief van de gelegenheid gebruik om enkele vragen te beantwoorden
die zijn gesteld tijdens het commissiedebat op 25 januari jongstleden naar aanleiding
van het kort opregelen van twee productielocaties begin januari.
Advies GTS raming gasjaar 2024–2025
Uit de analyse van GTS blijkt dat er bij verder gelijkblijvende omstandigheden wat
betreft import en export van hoogcalorisch gas, sprake is van een substantiële verbetering
van de leveringszekerheid in gasjaar 2024–2025 ten opzichte van het huidige gasjaar.
Het risico dat zonder beschikbarheid van het Groningenveld een tekort optreedt, dat
overigens al klein was, is zoals verwacht fors kleiner geworden ten opzichte van de
raming voor gasjaar 2023–2024. Dit advies bevestigt dat we hiermee op koers liggen
om het Groningenveld dit jaar te sluiten. De substantiële verbetering van de leveringszekerheid
is te verklaren door zowel een lagere vraag naar als een hoger aanbod van gas. GTS
analyseert in haar raming zowel de capaciteit als het volume.
Volgens de analyse van GTS voor het huidige gasjaar 2023–2024 zou het Groningenveld
beschikbaar moeten zijn om voldoende capaciteit op het gasnet te garanderen voor gemiddelde effectieve etmaaltemperaturen van –6,5 graden
Celsius tot –15,5 graden Celsius (waarbij temperaturen net onder het vriespunt en
windkracht 5 ook resulteren in een effectieve temperatuur van –6,5°C). GTS geeft in
deze nieuwe raming aan dat voor volgend gasjaar 2024–2025 het potentiële capaciteitstekort
is gedaald. GTS geeft aan dat dit potentiële tekort pas optreedt vanaf een effectieve
gemiddelde etmaaltemperatuur van –11 graden Celsius of kouder (in het huidige gasjaar
is dit –6,5 graden Celsius) in combinatie met gelijktijdige uitval van een capaciteitsmiddel
met een uitzendcapaciteit ter grootte van die van gasopslag Norg. Deze aanzienlijke
verbetering wat betreft het capaciteitstekort is het gevolg van drie ontwikkelingen:
1) Een lagere gasvraag. Dit is deels het gevolg van structurele energiebesparende aanpassingen
landelijk naar aanleiding van de hoge gasprijzen, maar ook door de ombouwprogramma’s
in Duitsland, Frankrijk en België van laag- naar hoogcalorisch gas. De ombouw ligt
in die landen op schema, en de ombouw in België is afgerond vóór aanvang van gasjaar
2024–2025.
2) Ook is de verwachte bijdrage van de Duitse hoogcalorische gas (H-gas) cavernes op
het moment van een piekvraag naar boven bijgesteld. Deze cavernes leverden afgelopen
winter namelijk gas aan Nederland, terwijl de verwachting was dat dit door het weggevallen
Russische gas niet het geval zou zijn.
3) Het KNMI heeft opnieuw gekeken naar de gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur die
hoort bij een dag van uitzonderlijk hoge gasvraag die statistisch eens in de twintig
jaar voorkomt. Door klimaatverandering is deze voor komend gasjaar bijgesteld naar
–14 graden Celsius (in het huidige gasjaar is dit –15,5 graden Celsius).
Het potentieel capaciteitstekort waar GTS op doelt doet zich dus volgend gasjaar slechts
voor binnen de bandbreedte van –11 tot –14 graden Celsius. Ook is Europees bepaald
dat men dan moet kijken naar een gelijktijdige uitval vergelijkbaar met de grootste
gasopslag, dat is voor Nederland gasopslag Norg. Uit cijfers van KNMI blijkt dat een
gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur van –11 graden Celsius of lager in de afgelopen
twaalf jaar drie keer is voorgekomen (twee keer kort achter elkaar in 2012, één keer
in 2018). Zoals hieronder nader wordt beschreven is gasopslag Norg in de afgelopen
7 jaar slechts één keer uitgevallen, terwijl er geen sprake was van extreme kou. Dat
betekent dat de samengestelde kans op een capaciteitstekort in gasjaar 2024–2025 daarmee
verwaarloosbaar klein is geworden. GTS noemt als mitigerende maatregel bij een capaciteitstekort
het afschakelen van industriële gebruikers. De kans op een dergelijke extreme situatie
is echter bijzonder klein. De maatregelen die eventueel moeten worden getroffen zijn
ook sterk afhankelijk van de situatie op dat moment.
GTS geeft ten aanzien van het volume aan dat er ook in gasjaar 2024–2025 een potentieel tekort kan optreden. GTS schrijft
dat als de winter van dat gasjaar kouder dan gemiddeld verloopt, de gasopslagen relatief
leeg zullen zijn na de winter. Zonder aanvullende maatregelen is er volgens de raming
onvoldoende importcapaciteit, waarmee gas op het Nederlandse net kan worden ingevoerd,
om de gasopslagen gedurende de zomer van 2025 weer tot tenminste 90% te kunnen vullen.
Ook in de eerste twee gasjaren na 2024–2025 is er volgens GTS – zonder uitbreiding
van de importcapaciteit – onvoldoende importcapaciteit om de gasopslagen tot 90% te
vullen na een koude winter. Dit kan leiden tot een volumetekort als twee koude winters
elkaar opvolgen. Deze kans is uiterst klein, maar het is toch van belang dit te voorkomen.
Het kabinet heeft immers de ambitie, in lijn met de visie gasopslag, dat de gasopslagen
bij aanvang van iedere winter voldoende gevuld zijn om te voorzien in de seizoensvraag,
de piekvraag en het balanceren van het net (Kamerstuk 29 023, nr. 442). In maart/april kom ik met een Kamerbrief over eventuele mitigerende maatregelen
(zie hieronder).
Zoals uit het voorgaande blijkt acht ik het leveringszekerheidsrisico van sluiting
van het Groningenveld zeer klein geworden. Zoals beschreven in de Kamerbrief van 23 juni
2023 over het ontwerpvaststellingsbesluit voor gasjaar 2023–2024, acht het kabinet
een eventueel risico voor de leveringszekerheid als gevolg van de sluiting van het
Groningenveld aanvaardbaar.2 Hierbij is ook aangegeven dat in aanloop naar de sluiting zal worden gekeken naar
mogelijke mitigerende maatregelen aan vraag- en aanbodzijde die kunnen worden getroffen.
Vooralsnog lijken die niet nodig. Uw Kamer zal hierover in maart/april worden geïnformeerd.
In de komende weken worden een aanvullende risico-analyse en een validatie van de
raming van GTS opgesteld, welke zullen worden betrokken bij het in kaart brengen van
de mitigerende maatregelen. Ook deze analyses zullen in maart/april met uw Kamer worden
gedeeld.
Vragen uit het Commissiedebat over uitval Norg en 2 productielocaties
Tijdens het Commissiedebat van 25 januari jl. heb ik toegezegd om uw Kamer te informeren
over de frequentie van en nadere details over de uitval van gasopslag Norg in de afgelopen
jaren. Daarnaast heb ik toegezegd om u te informeren over de reden van NAM om bij
het naar waakvlam brengen van twee productielocaties op 8 januari jl. te kiezen voor
de locaties Spitsbergen en Scheemderzwaag.
Uitval gasopslag Norg
In het Commissiedebat van 25 januari jl. heeft uw Kamer gevraagd naar de duur van
uitval van gasopslag Norg in het verleden en naar de effecten van uitval.
In de afgelopen 7 jaar is gasopslag Norg één keer uitgevallen. Dit betrof een aaneengesloten
storing van de volledige opslag op 28 februari 2023 en 1 maart 2023 voor de duur van
negentien uren. Er was toen geen extreme koude.
De kans op volledige uitval Norg bij extreme koude is zeer klein, mede dankzij goed
onderhoud, een noodstroomvoorziening, twee onafhankelijke aansluitingen op het GTS-systeem
en een hoge mate van overtolligheid. De impact van een uitval ten tijde van extreme
koude is potentieel zeer groot.
De Europese wet- en regelgeving stelt dat de leveringszekerheid in een lidstaat geborgd
moet zijn als gedurende één of meerdere dagen van uitzonderlijk hoge gasvraag het
grootste capaciteitsmiddel, d.w.z. gasopslag Norg voor Nederland, uit zou vallen.
De leveringszekerheid moet in dat geval geborgd zijn tot een temperatuur van –15,5 graden
Celsius. GTS heeft aangegeven dat er in gasjaar 2023–2024 bij deze temperatuur van
–15,5 graden Celsius (voor 2024–2025 dus –14 graden Celsius) sprake zou zijn van een
capaciteitstekort van 3,72 miljoen Nm3 per uur als gasopslag Norg uit zou vallen, wat ertoe zou kunnen leiden dat eindafnemers
niet meer kunnen worden beleverd.
Inzet productielocaties Spitsbergen en Scheemderzwaag tussen 8 en 10 januari jl.
In het Commissiedebat van 25 januari heeft uw Kamer gevraagd waarom NAM gekozen heeft
voor het inzetten van de productielocaties Spitsbergen en Scheemderzwaag. Omdat op
6 januari jl. een gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur lager dan –6,5 graden Celsius
binnen een tijdshorizon van drie dagen werd verwacht, heeft NAM op 8 januari jl. twee
productielocaties naar het waakvlamniveau gebracht (dit conform de in het vaststellingsbesluit
opgenomen procedure).3 Op 10 januari jl. zijn deze productielocaties weer gesloten. NAM heeft aangegeven
voor de productielocaties Spitsbergen en Scheemderzwaag te hebben gekozen, omdat deze
productielocaties als laatste nog hadden geproduceerd vóór het stoppen van de gasproductie
uit het Groningenveld op 1 oktober 2023. Ook hadden deze locaties de beste onderhoudsstatus.
Op basis hiervan heeft NAM de inschatting gemaakt dat deze twee productielocaties
in korte tijd konden worden opgestart.
Concluderend
De inwoners van Groningen verdienen duidelijkheid. Het kabinet heeft de belofte gedaan
om uiterlijk in 2024 de gaswinning definitief te beëindigen. Om die reden heeft het
kabinet een wetsvoorstel ingediend dat de definitieve en onomkeerbare sluiting van
het Groningenveld per 1 oktober 2024 wettelijk vastlegt. Het kabinet acht het noodzakelijk
om duidelijkheid te geven aan Groningen en accepteert dan ook eventuele restrisico’s.
Alleen zo kan daadwerkelijk worden gewerkt aan het herstel van vertrouwen, veiligheid
en leefbaarheid.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief
Indieners
-
Indiener
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat