Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 29 januari 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2826
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 29 januari 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 29 januari 2024
Op maandag 29 januari jl. vond in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op
de agenda stonden het pakket voorstellen over het verdedigen van de democratie in
de Europese Unie (Defence of Democracy-pakket), de prioriteiten van het Belgisch Voorzitterschap, de landenspecifieke rechtsstaatsrapportages
en een AOB over QMV-besluitvorming in het EU-uitbreidingsproces. Verder vond een informele
lunch plaats over de opkomst bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. De Permanent
Vertegenwoordiger bij de EU vertegenwoordigde Nederland tijdens deze RAZ.
Onder de terugkoppeling van de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap wordt
tevens ingegaan op de motie Emiel van Dijk1 c.s. over het tijdens de Raad duidelijk maken dat het Nederlandse medisch beroepsgeheim
strikt gehandhaafd zal worden, waarbij hij aangaf graag een brief hierover te ontvangen.2 Dit verslag vervangt een separate brief.
Tevens ontvangt uw Kamer middels dit verslag een reactie op het verzoek van de vaste
commissie voor Europese Zaken om een reactie op een brief van de Commissie Meijers
inzake publieke toegang tot wetgevingsdocumenten van de Raad.
Defence of Democracy
Onder het Belgisch voorzitterschap hield de Raad een eerste oriënterend debat over
het Defence of Democracy-pakket. Lidstaten werd gevraagd te reflecteren op de voorgestelde transparantierichtlijn
en wenselijkheid van de oprichting van nationale transparantieregisters. Vele lidstaten
steunden de doelstellingen van het pakket. Verschillende lidstaten zetten echter kanttekeningen
bij het transparantieregister vanwege de vrijheid van meningsuiting en het belang
van genoeg bewegingsruimte voor lidstaten om eigen (additionele) regels te hanteren.
Nederland heeft aangegeven de centrale doelstelling van het pakket te verwelkomen.
Het aanmoedigen van burgerparticipatie, het garanderen van eerlijke en vrije verkiezingen
en het vergroten van de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld zijn belangrijke
aspecten in het tegengaan van buitenlandse inmenging. Vanwege de grensoverschrijdende
effecten van buitenlandse inmenging, de gedeelde impact hiervan op lidstaten en de
interne markt acht Nederland EU-samenwerking op dit gebied van toegevoegde waarde.
Met betrekking tot de richtlijn ter versterking van de transparantie van belangenbehartiging
in de EU namens derde landen, acht Nederland het van belang om een juiste balans te
vinden tussen enerzijds het tegengaan van ongewenste buitenlandse inmenging en anderzijds
het waarborgen van het maatschappelijk middenveld. Nederland heeft tevens aangegeven
vragen te hebben bij de beoogde effectiviteit van nationale transparantieregisters.
De volledige positie van het kabinet wordt verder toegelicht in de BNC-fiches die
conform de informatieafspraken aan uw Kamer worden verzonden.
Prioriteiten Belgisch Voorzitterschap
Het Belgisch voorzitterschap heeft tijdens deze Raad Algemene Zaken haar voorzitterschapsprioriteiten
gepresenteerd, namelijk: 1) De rechtsstaat, democratie en eenheid verdedigen; 2) Het
concurrentievermogen van de EU versterken; 3) De groene en rechtvaardige transitie
bevorderen; 4) De sociale en gezondheidsagenda versterken; 5) Mensen en grenzen beschermen
en 6) Europa als wereldspeler promoten.
Bij de presentatie van de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap heeft Nederland
naar aanleiding van de motie Van Dijk aandacht gevraagd voor het belang dat Nederland
hecht aan het medisch beroepsgeheim en heeft Nederland kenbaar gemaakt dat er zorgen
leven in Nederland over het delen van patiëntgegevens zonder toestemming van de patiënt.3 Daarbij moet worden opgemerkt dat besluitvorming in de Raad op dit dossier plaats
vindt op basis van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV). Wanneer na de
trilogen Europese wetgeving door de Raad en het Europees Parlement wordt aangenomen,
is Nederland gehouden hier uitvoering aan te geven.
Voorts steunde Nederland de inspanningen van het Belgisch voorzitterschap om alle
overige wetgevingsdossiers in verband met het asiel- en migratie pact te behandelen.
Immers de asiel- en opvangsystemen van Nederland en veel andere lidstaten staan al
tijden onder druk. Een beter functionerend asielsysteem is essentieel voor meer grip
op migratie aan de EU-buitengrenzen, en meer grip op secundaire migratie tussen lidstaten.4 NL verwelkomde dan ook het behaalde akkoord onder het Spaans voorzitterschap, en
de verdere stappen onder het Belgisch voorzitterschap.
Tot slot heeft Nederland steun uitgesproken voor de aandacht die het Belgisch voorzitterschap
heeft voor het Europese concurrentievermogen, en in het bijzonder de inzet om de interne
markt en de industriële toekomst van de EU te versterken.
Een aantal andere lidstaten intervenieerde ter ondersteuning van de prioriteiten van
het Belgische voorzitterschap.
Landenspecifieke Rechtsstaatsrapportages
Tijdens de Raad vond voor de achtste keer de landenspecifieke rechtsstaatsdialoog
plaats op basis van de landenhoofdstukken uit het Commissie rechtsstaatrapport.5 Deze keer stonden de landenhoofdstukken van Frankrijk, Spanje, Italië en Kroatië
op de agenda. Het was de eerste landenspecifieke discussie na de aanname van de conclusies
over de evaluatie van de rechtsstaatdialoog tijdens de Raad van 12 december 2023.6 De Commissie leidde de afzonderlijke dialogen, zoals gebruikelijk, in met een korte
samenvatting van haar bevindingen. De betreffende lidstaat gaf daarna een korte presentatie
van de staat van de rechtsstaat in het eigen land. Naast de lidstaten die op de agenda
stonden, namen veertien lidstaten actief deel aan de constructieve discussie die volgde
waarin, onder meer, ook goede praktijken werden gedeeld.
Namens de Benelux voerde de Minister van Buitenlandse Zaken van Luxemburg het woord.
Luxemburg complimenteerde Spanje met de stappen die het heeft gezet om het pluralisme
en de vrijheid van de media nog verder te versterken door de toekenning van extra
middelen aan de nationale audiovisuele media-autoriteit. Aan Spanje is gevraagd naar
de concrete stappen die worden gezet om de vernieuwing van de Raad voor de Rechtspraak
verder te brengen. Tijdens de bespreking van het Italiaanse landenhoofdstuk sprak
Luxemburg waardering uit voor de vooruitgang in de digitalisering van het justitiële
systeem. Tevens bracht Luxemburg het belang van de gedeelde Europese waarden van vrijheid
van meningsuiting en de bescherming van de vrijheid van de media onder de aandacht.
Luxemburg vroeg naar de status van het Italiaanse wetsvoorstel dat de strafbaarstelling
van het ambtsdelict zou kunnen afschaffen en de reikwijdte van het misdrijf van beïnvloeding
zou kunnen inperken. Tot slot sprak Luxemburg namens de Benelux waardering uit over
de stappen die Kroatië heeft gezet om de rechtsstaat te versterken, zoals het laten
toenemen van de aantallen publieke consultaties. Luxemburg uitte zorgen over de strategische
rechtszaken tegen publieke participatie (SLAPPs) die in Kroatië plaatsvinden en vroeg
of wordt overwogen om het juridische raamwerk rondom smaad te herzien.
Informele lunch EP-verkiezingen
Tijdens de lunch vond een informele uitwisseling plaats over de voorbereiding van
de verkiezingen van het Europees Parlement (EP) van 6–9 juni a.s. met focus op verhoging
van de verkiezingsopkomst. Het kabinet vindt het van belang om deze opkomst te bevorderen.
Daarom voert het kabinet in aanloop naar de EP-verkiezingen een landelijke, opkomst-bevorderende
publiekscampagne onder de naam «Elke Stem Telt». Het doel van de campagne is om kiesgerechtigden
te attenderen op de EP-verkiezingen, te informeren over de relevantie van deze verkiezingen
en te motiveren om te gaan stemmen.
AOB: QMV-besluitvorming in het EU-uitbreidingsproces
Duitsland en Slovenië vroegen vlak voor de RAZ een AOB aan om een non-paper over het
gebruik van QMV-besluitvorming bij bepaalde stappen in het toetredingsproces te presenteren.
Beide lidstaten benadrukten dat hun voorstel tot doel heeft het proces efficiënter,
dynamischer en voorspelbaarder te maken. Het voorstel ziet op bepaalde tussenstappen
gedurende het toetredingsproces. Voor alle andere fases van het proces zou unanimiteit
blijven gelden. Slechts een kleine groep lidstaten schaart zich tot op heden achter
het non-paper. Nederland maakt geen deel uit van deze groep.
Verzoek Kamer om reactie op brief Commissie Meijers inzake publieke toegang tot wetgevingsdocumenten
van de Raad
Het kabinet komt hierbij schriftelijk terug op een verzoek van de Kamer om een reactie
op een brief van de Commissie Meijers7 waarin de Commissie oproept om deel te nemen aan een EU-hofzaak over toegang tot
wetgevingsdocumenten van de Raad.8
Zoals de Commissie Meijers aangeeft, zet het kabinet zich sinds geruime tijd in voor
het moderniseren van het EU-transparantiebeleid en het inzichtelijker en toegankelijker
maken van de EU-besluitvormingsprocedures.9 Een belangrijk onderdeel van deze inzet is om toe te zien op de correcte uitlegging
en toepassing van EU-transparantiewetgeving. Dat komt onder andere naar voren in het
kritisch beoordelen van de reactie van de Raad bij verzoeken tot openbaarmaking van
EU-documenten en het interveniëren in relevante zaken voor het EU-Hof van Justitie.
De zaak die centraal staat in de brief van de Commissie Meijers, De Capitani vs. Raad10, gaat over de toepassing van de EU-transparantiewetgeving op een verzoek van de heer De Capitani tot openbaarmaking van twee wetgevingsdocumenten
op asiel- en migratieterrein. De Raad weigerde openbaarmaking van deze documenten
met een beroep op de uitzonderingsgrond ter bescherming van het besluitvormingsproces
uit de Eurowob11. Tegen deze weigering tekende de heer De Capitani bezwaar aan. Daarop stelde het
Raadssecretariaat voor om vast te houden aan de weigering. Dit voorstel werd aan de
lidstaten voorgelegd. Nederland stemde, samen met drie andere lidstaten, tegen dit
voorstel van de Raad en legde een verklaring af.12 Een meerderheid van lidstaten steunde het voorstel, waarmee de Raad besloot de openbaarmaking
van de twee documenten te weigeren. Tegen deze weigering spande de heer De Capitani
een zaak aan bij het EU-Gerecht.
Het kabinet heeft het verzoekschrift van De Capitani nader bestudeerd en, alles afwegende,
besloten niet te interveniëren aan de zijde van de heer De Capitani. Enerzijds onderschrijft
het kabinet het argument van de heer De Capitani dat de onderbouwing van het beroep
op de uitzonderingsgrond waardoor twee documenten niet werden vrijgegeven onvoldoende
gemotiveerd was en er niet werd aangetoond waarom openbaarmaking de besluitvorming
concreet zou schaden. Nederland heeft dit in de Raad uitgedragen met een tegenstem
en bijbehorende verklaring. Anderzijds bepleit de heer De Capitani in het verzoekschrift
dat het EU-recht een onvoorwaardelijk (absoluut) recht op toegang tot wetgevingsdocumenten zou omvatten.13 Dit standpunt gaat verder dan het kabinetsstandpunt, omdat dit standpunt het bestaan
van de Eurowob en de daarin opgenomen uitzonderingsgronden miskent. Bovendien ging
het Gerecht in een andere zaak van de heer De Capitani ook niet mee in dit standpunt.14 In de uiteindelijke afweging woog dit vergaande standpunt van de heer De Capitani
zwaar en is besloten niet aan zijde van de heer De Capitani te interveniëren in deze
zaak. Wel zal het kabinet het verloop van de zaak volgen en de uitspraak nader bestuderen.
De transparantie-inzet van het kabinet zoals hiervoor omschreven gaat onverminderd
door.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.