Brief regering : Reactie op de motie van de leden Van der Velde en Wilders over ervoor zorgen dat uitingen van de schutterijcultuur in Limburg en Brabant uitgevoerd kunnen blijven worden (Kamerstuk 36410-VIII-56)
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid
Nr. 516
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2024
Op dinsdag 30 januari brengt de Tweede Kamer de gewijzigde motie Van der Velde en
Wilders met Kamerstuk 36 410 VIII, nr. 56 in stemming.
Als ik de motie zo mag lezen dat ik word verzocht om samen met de betreffende provincies,
de schutterijen, de provinciale erfgoedhuizen, KIEN en eventueel andere betrokken
organisaties te onderzoeken welke uitdagingen er zijn voor een gezonde toekomst van
de schutterijen in Nederland, kan ik het oordeel aan de Kamer laten. De zorg voor
immaterieel erfgoed ligt immers in eerste instantie onder de verantwoordelijkheid
van provincies en gemeenten. Immaterieel erfgoedgemeenschappen worden door het door
mij gefinancierde landelijk Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) ondersteund.
Ik zal met deze partijen de mogelijkheden bekijken hoe deze en gelijksoortige culturele
uitingen veilig kunnen worden gesteld. Zoals ik ook in het debat heb aangeven kom
ik nog voor het meireces met een visiebrief over immaterieel erfgoed waarna we in
de Kamer de discussie kunnen voeren hoe met immaterieel erfgoed vanuit het Rijk om
te gaan.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
F.Q. Gräper-van Koolwijk
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.Q. Gräper-van Koolwijk, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap