Brief regering : Derde tussenrapportage handhaving Schiphol van de Nederlandse Arbeidsinspectie
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 490
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 januari 2024
Het afgelopen jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over de handhaving door de Nederlandse
Arbeidsinspectie op Schiphol. De eerste rapportage in januari 2023 ging in op de naleving
en handhaving op Schiphol in de voorgaande 10 jaar.
Met mijn brief van 14 maart 2023 (Kamerstuk 29 665, nr. 460) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken op twee specifieke ingezette
handhavingstrajecten op Schiphol. Dit betreft fysieke belasting en blootstelling aan
gevaarlijke stoffen. Op 5 september 2023 (Kamerstuk 29 665, nr. 487) heb ik u een tweede tussenrapportage van de Nederlandse Arbeidsinspectie gezonden.
Die beschreef de stand van zaken en kondigde onder andere aan dat de Inspectie op
grond van een uniforme openbare voorbereidingsprocedure eisen voorbereidde voor de
blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
De Arbeidsinspectie heeft nu de volgende stap gezet inzake blootstelling aan gevaarlijke
stoffen. Zij heeft eisen aan Schiphol B.V. gesteld om blootstelling van personeel
aan dieselmotoremissie en kerosinemotoremissie te voorkomen en te minimaliseren. Een
kennisgeving van het genomen besluit is gepubliceerd in de Staatscourant om potentiële
belanghebbenden hierover te informeren.
Bijgaand stuur ik uw Kamer de derde tussenrapportage van de Nederlandse Arbeidsinspectie
waarin zij de actuele stand van zaken beschrijft van de handhavingstrajecten inzake
blootstelling aan gevaarlijke stoffen en fysieke belasting.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid