Brief regering : Voortgang over inzet van het kabinet voor gendergelijkheid, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, en gelijke rechten van lhbtiq+ personen in de Europese Unie
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 388
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP, VAN BUITENLANDSE ZAKEN
EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2024
In deze brief informeert het kabinet u over de voortgang van de inzet voor gendergelijkheid,
seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en gelijke rechten van lhbtiq+1 personen in de Europese Unie (EU). Het kabinet doet dat jaarlijks.2
Nederland zet zich in voor gendergelijkheid, SRGR en gelijke rechten van lhbtiq+ personen.
Fundamentele waarden staan binnen de EU op meerdere plekken onder druk. Volgens belangenvereniging
ILGA Europe was 2022 het meest gewelddadige jaar voor lhbti’ers in tien jaar, door het optreden
van politici, religieuze leiders, organisaties en media.3 Zo zijn in Hongarije eigenaren van boekhandels beboet omdat ze kinderboeken verkochten
waarin lhbtiq+ personages voorkomen. In Polen werd een activist die zich inzet voor
toegang tot abortus in eerste aanleg veroordeeld. In Bulgarije kunnen transgenders
niet meer legaal van geslacht veranderen. In België werd brand gesticht in meerdere
scholen met een lesprogramma voor relationele en seksuele vorming.
Nederland is in de Europese Gendergelijkheidsindex gestegen naar de tweede plaats.4 Positieve ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld dat het aandeel vrouwen in het wetenschappelijk
onderwijs de afgelopen tien jaar is gestegen tot meer dan 50% en de economische zelfstandigheid
van vrouwen toeneemt.5 Ook groeit de sociale acceptatie van homo- en biseksuele personen en is er meer aandacht
voor genderdiversiteit.6 De meeste mensen in Nederland vinden gelijkwaardigheid belangrijk. Toch volgt het
kabinet met zorg de groeiende druk op het publieke debat over vrouwenrechten en lhbtiq+
acceptatie in Nederland.7 Retoriek van politici gericht tegen lhbtiq+ personen en de ernst van geweld tegen
lhbtiq+ personen namen in het laatste jaar in alle lidstaten sterk toe, ook in Nederland.
De mishandeling van medewerkers van een lhbtiq+-café in Groningen, geweld bij het
COC in Nederland en spreekkoren in voetbalstadions zijn voorbeelden. Daarnaast vindt
het kabinet het zorgelijk dat via sociale media onvolledige en/of onjuiste informatie
wordt verspreid, bijvoorbeeld over de Week van de Lentekriebels.8
Nederland voert daarom een actief emancipatie- en antidiscriminatiebeleid en staat
pal voor de bescherming en de bevordering van de Europese fundamentele rechten en
Europese waarden, zoals voortvloeiend uit artikel 2 van het Verdrag betreffende de
EU.9 Het kabinet implementeert sinds 2020 een handelwijze om die rechten consistenter
en proactiever te beschermen en weerstand te bieden aan ondermijnende krachten, de
zogenaamde pushback. Internationale en nationale organisaties die afbreuk willen doen aan de rechten van
vrouwen en lhbtiq+ personen en het maatschappelijk middenveld stevig aanvallen, zijn
in Europa goed georganiseerd en gefinancierd.10 Deze organisaties verspreiden desinformatie om rechten in twijfel te trekken en te
ondermijnen en wekken de indruk dat ze breed gedeelde meningen vertegenwoordigen.11 Vooral transgender- en non-binaire personen zijn daarbij het mikpunt. In een democratische
rechtsstaat en open samenleving is het van belang dat we ons houden aan regels om
vrijheden en rechten van burgers te waarborgen. In deze brief kunt u meer lezen over
wat het kabinet het afgelopen jaar heeft gedaan om deze mensenrechten te beschermen.
Coalitievorming
Het afgelopen jaar heeft het kabinet ingezet op coalitievorming met gelijkgestemden.
Het is van groot belang dat Nederland zijn pioniersrol voor mensenrechten blijft vervullen
en een podium biedt voor de dialoog hierover. Daarom organiseerde Nederland een internationale
bijeenkomst op 3 mei in Den Haag over communicatiemodellen ter bevordering van mensenrechten.
Beleidsmedewerkers uit acht lidstaten en vertegenwoordigers van Europese instellingen
namen deel. In het bijzonder zag de bijeenkomst toe op kennisdeling over communicatiemodellen
over gendergelijkheid en gelijkheid op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit.
De deelnemers bespraken ook samenwerking binnen de EU voor gendergelijkheid, SRGR
en voor gelijke rechten van lhbtiq+ personen.
Het kabinet heeft in 2021 afgesproken om zorgen omtrent gendergelijkheid, SRGR en
gelijke rechten van lhbtiq+ personen op zowel politiek als ambtelijk niveau te agenderen
in gesprekken met EU lidstaten. Nederland deed dat bijvoorbeeld tijdens het staatsbezoek
aan Slowakije op Internationale Vrouwendag op 8 maart jl. Met de Poolse overheid sprak
het kabinet over zorgen over de stringente abortuswetgeving en onafhankelijkheid van
rechters.12 Het kabinet zal deze thema’s structureel blijven agenderen in gesprekken met de andere
EU-landen.
Feministisch Buitenlands Beleid
Op 20 september jl. vond het Feminist Foreign Policy ministerieel event plaats tijdens de Algemene Vergadering van de VN. Het goed bezochte
event werd medegeorganiseerd door de Minister van Buitenlandse Zaken, die zich duidelijk
uitsprak voor een feministisch buitenlands beleid dat gelijkheid bevordert voor vrouwen,
meisjes, lhbtiq+ personen en andere gemarginaliseerde groepen. 19 landen, waaronder
Nederland, namen daarover een verklaring aan.13
Nederland organiseerde op 1 en 2 november 2023 in Den Haag de tweede editie van de
Shaping Feminist Foreign Policy Conference. Het doel van de conferentie was het feministisch buitenlands beleid verder vorm
te geven met ruim 750 deelnemers uit 40 landen, maatschappelijke organisaties, academici,
denktanks en de private sector. In lijn met het Nederlandse feministisch buitenlands
beleid had de conferentie vier hoofdthema's: 1) Rights. Vrouwen en gemarginaliseerde groepen over de hele wereld moeten een beroep kunnen
doen op hun universele rechten en gevrijwaard zijn van geweld; 2) Representation. Vrouwen en gemarginaliseerde groepen moeten vertegenwoordigd en zinvol betrokken
zijn bij politieke en sociale besluitvormingsprocessen; 3) Resources. Er moeten voldoende middelen zijn om feministisch buitenlands beleid te implementeren.
Het is belangrijk dat vrouwenrechtenorganisaties en -bewegingen wereldwijd financiële
steun krijgen; en 4) Reality check. Omdat de omstandigheden wereldwijd verschillen
en niet elke aanpak overal hetzelfde effect heeft, moeten Nederlandse inspanningen
worden aangepast aan de lokale situatie. Dit betekent ook dat op verschillende momenten
moet worden geverifieerd wat het effect van het beleid is en of de juiste doelgroepen
worden bereikt.
Er werd ook besproken hoe de pushback tegen vrouwenrechten, gendergelijkheid, SRGR en lhbtiq+ personen kan worden bestreden,
hoe vrouwenrechtenorganisaties en feministische bewegingen wereldwijd beter financieel
ondersteund kunnen worden, over vrouwen, vrede en veiligheid (VNVR resolutie 1325)
en over de concrete implementatie van feministisch buitenlands beleid.
Nederlandse diplomatie in de EU en de VN
De kern van de Nederlandse inzet is vast te houden aan de overeengekomen taal voor
gendergelijkheid, lhbtiq+ en SRGR. Bij de voorbereiding van de formulering van Raadsconclusies
maakt Nederland altijd bezwaar tegen pogingen om overeengekomen taal af te zwakken
of te verwijderen. Immers, als die pogingen tot afzwakking of verwijdering slagen,
leidt dat tot het ondermijnen van de fundamentele waarden van de EU. Voor Nederland
is het behoud van overeengekomen taal cruciaal voor het bereiken van een gemeenschappelijke
EU-positie in internationale onderhandelingen, zoals in de Raad van Europa of bij
de Verenigde Naties.
Nederland en gelijkgestemde lidstaten verzetten zich verder tegen EU-lidstaten die
de onderhandelingen over deze thema’s in groeiende mate belemmeren. Om de impasse
in de EU in dergelijke situaties te doorbreken, verkent Nederland met gelijkgestemde
lidstaten of het mogelijk is om in het geval van blokkering vaker over te gaan tot
breed gesteunde voorzitterschapsconclusies.
In EU-verband doet Nederland samen met gelijkgestemde lidstaten consequent een beroep
op de Europese Commissie, de Europese Dienst voor Extern Optreden (inclusief EU-missies
en ambassades), EU-voorzitterschappen en relevante VN-agentschappen (zoals UNWOMEN
en UNFPA) om pal te staan voor hun mandaten en de afspraken over deze onderwerpen.
Het kabinet zal de Europese Commissie blijven oproepen om bij het vormgeven van de
voorstellen haar ambities voor gendermainstreaming, zoals uiteengezet in de gendergelijkheidsstrategie, toe te passen.14
Het afgelopen jaar vond regelmatig overleg plaats met Zweden en Spanje in hun rol
als voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Dat overleg voert Nederland ook met
België in aanloop naar hun EU-voorzitterschap. Onder het Zweedse voorzitterschap zijn,
op basis van een rapport van het Europese Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE)15, raadsconclusies aangenomen over de integratie van het gendergelijkheidsperspectief
in beleidsmaatregelen, programma’s en begrotingen. De Europese Commissie en lidstaten
worden aan de hand van een reeks concrete maatregelen, opgeroepen om gendermainstreaming te verwerken in al hun beleid- en begrotingsprocessen. Het kabinet beziet de Raadsconclusies
als oproep om haar beleids- en begrotingsprocessen tegen het licht te houden en waardeert
het overzicht aan concrete maatregelen dat daarbij overwogen kan worden.
In 2023 organiseerden voorzitters Zweden en Spanje twee EU-conferenties over lhbtiq+
gelijkheid. Tijdens deze conferenties werd stilgestaan bij de voortgang op de EU strategie
voor lhbtiq+ gelijkheid. Onder het Zweedse voorzitterschap zijn voorzitterschapsconclusies
aangenomen over de bescherming van lhbti-personen, gesteund door 25 lidstaten.16 De lidstaten worden opgeroepen om maatregelen te nemen voor de grondrechten van lhbti-personen
en beschermen tegen geweld, intimidatie en discriminatie. Het Spaanse voorzitterschap
organiseerde daaropvolgend de bijeenkomst over de grondrechten van lhbti-personen.
Nederland ondertekende, met 13 andere lidstaten, de ministeriële verklaring over de
waarborging van SRGR in de Europese Unie.17 Daarmee wordt de toewijding van de EU aan de bevordering, bescherming en naleving
van de mensenrechten van vrouwen en meisjes onderstreept.
Bij de besluitvorming over stemmen voor lidmaatschappen of leidinggevende posities
in de VN-Mensenrechtenraad, commissies, multilaterale organisaties, besturen en bureaus
houdt het kabinet rekening met de standpunten over gendergelijkheid, SRGR en gelijke
rechten voor lhbtiq+ personen van landen of kandidaten. Nederland is daarnaast actief
lid van deze samenwerkingsverbanden. Het Koninkrijk der Nederlanden is in april in
de Economic and Social Council (ECOSOC) verkozen als lid van de Commission on the Status of Women (CSW) van de Verenigde Naties tot 2028. De CSW is één van de belangrijkste fora voor
vrouwenrechten. Binnen de Raad van Europa (RvE) is Nederland verkozen tot voorzitter
van de Committee of Parties voor het Verdrag inzake het bestrijden en tegengaan van geweld tegen vrouwen en huiselijke
geweld (het Verdrag van Istanboel).
Inzet voor het Verdrag van Istanboel
Op 28 juni ratificeerde de Europese Unie het Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, het Verdrag van Istanboel. Dit is een
historische stap in het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk
geweld in de Europese Unie.
Met gelijkgezinde landen vroeg Nederland ook het afgelopen jaar via zowel stille diplomatie
als publieksdiplomatie aandacht voor het verdrag en riep lidstaten op het Verdrag
te ratificeren.
Op 16 en 17 mei vond de vierde top van de Raad van Europa plaats, waaraan de Minister-President
deelnam. Mede dankzij de Nederlandse inzet bevat de slotverklaring seksueel geweld
en gendergelijkheid, inclusief een verwijzing naar het Verdrag van Istanboel. De slotverklaring
is de basis voor de nieuwe prioriteiten en het meerjarenprogramma van de Raad van
Europa.
Internationale onderhandelingen
Binnen onder andere de EU Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) maakt Nederland zich hard
voor opname van sterke gendergelijkheid, SRGR en diversiteitstaal in Raadsconclusies.
Een voorbeeld hiervan was de interventie van de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens
de RBZ op 23 januari jl. die de weg vrij maakte voor aanname van Raadsconclusies over
EU prioriteiten voor gendergelijkheid bij VN-mensenrechtenfora.18
In de VN-Mensenrechtenraad boekte Nederland als penvoerder belangrijke winst met resoluties
tegen gedwongen huwelijken, met steun van de EU en gelijkgestemde VN-lidstaten.19 Dit succes onderstreept het belang van vasthouden aan krachtige taal over gender-
en SRGR-kwesties in internationale fora. Het gaat over essentiële zaken als wederzijdse
instemming (consent), erkenning van gedwongen huwelijk als een vorm van seksueel en gendergerelateerd
geweld en nieuwe taal over genderstereotypen. Ook is taal afgesproken over gelijke
mogelijkheden voor mannen en vrouwen om een huwelijk te beëindigen. Dit is in lijn
met toezegging aan de Tweede Kamer om internationaal huwelijkse gevangenschap te agenderen.20
Nederland zet met gelijkgestemde landen ook sterk in op sanctiebeleid. De EU nam op
7 maart en 20 juli sancties aan tegen daders van seksueel en gendergerelateerd geweld
en grootschalige schendingen van vrouwenrechten in Afghanistan, Syrië, Myanmar, Rusland,
Oekraïne en Iran.21
22 Het is voor het eerst dat de EU dergelijke sancties oplegt. Nederland was – samen
met Frankrijk en Duitsland – één van de initiatiefnemers van dit pakket en heeft hier
actief aan bijgedragen.
Nederland maakte in 2023 onderdeel uit van het EU-team dat onderhandelde over de slotverklaring
van de jaarlijkse vergadering van de eerder genoemde CSW. De slotverklaring ziet toe
op gendergelijkheid op het gebied van innovatie, technologische ontwikkeling en onderwijs in het digitale tijdperk. Op internationale conferenties zoals Women Deliver in Rwanda vroeg Nederland aandacht voor feministisch buitenlands beleid, SRGR, jongerenparticipatie
en steun aan lhbtiq+ en feministische bewegingen en gemarginaliseerde groepen en intersectionaliteit
van discriminatie. Daarnaast heeft Nederland zich ingezet voor gendergelijkheid in
de politieke verklaring van de G20. Met die verklaring onderstreept de G20 dat gendergelijkheid,
ook wel sustainable development goal
5, belangrijke voorwaarde is voor het halen van alle andere duurzame ontwikkelingsdoelen.
Inzet voor de bescherming van grondrechten
Het kabinet vraagt de Europese Commissie optimaal gebruik te maken van het EU-rechtsstaatinstrumentarium,
de wettelijke mogelijkheden om de rechtsstaat te beschermen. Nederland ondersteunt
met zestien lidstaten en het Europees Parlement de zaak tegen Hongarije bij het Hof
van Justitie van de Europese Unie, over de anti-lhbti23-wetswijzigingen uit 2021. Daarnaast spreekt Nederland zich uit in prejudiciële en
directe zaken bij het Hof, tegen discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en
gender identiteit, en voor het recht op gelijke behandeling.
Ook heeft Nederland een ministeriële verklaring van het Spaanse voorzitterschap van
de Europese Unie ondertekend over gelijke rechten van lhbtiq+ personen in Europa.24 Dankzij de Nederlandse inspanningen bevat de verklaring concrete acties, waaronder
het gezamenlijk ondersteunen van de Europese Commissie in rechtszaken over grondrechten,
inzet voor het huwelijk voor paren van gelijk geslacht, erkenning en rechten van transpersonen
en het voortzetten van de post van Commissaris voor Gelijkheid in de volgende Europese
Commissieperiode.
Als landen de rechtsstaat en de waarden van de EU niet respecteren, kan dat betekenen
dat door de EU gedekte uitgaven niet voldoen aan de voorwaarden van de EU. Nederland
wil daar tegen optreden en wijst de Europese Commissie op de mogelijkheden die de
Common Provisions Regulation (CPR) biedt, namelijk om bij de uitvoering van programma’s die onder deze verordening
vallen, bij duidelijke discriminatie over te gaan tot schorsing van betaling of een
financiële correctie.25 Zo is de CPR in september 2021 met succes ingezet om vijf Poolse regio’s te bewegen
om hun «LHBTI-ideologie»-vrije zones in te trekken of grondig aan te passen. Het is
positief dat de Europese Commissie dit instrument op dit moment inzet om de uitbetaling
uit specifieke cohesieprogramma’s aan Hongarije op te schorten, omdat onder meer Hongaarse
anti-lhbtiq-wetgeving in strijd is met de voorwaarden voor financiering. 26 De EU treedt daarmee op tegen uitgaven die niet stroken met de waarden van de Unie
en oefent financiële druk uit op Hongarije om de anti-lhbtiq-wetgeving in te trekken.
In het verlengde hiervan zet het kabinet zich in voor een expliciete verplichting
in het Financieel Reglement tot eerbiediging van grondrechten, zoals non-discriminatie,
en tot naleving van het EU-Handvest van de Grondrechten als voorwaarden bij de implementatie
van EU-fondsen. Het Financieel Reglement geldt voor de hele EU-begroting en daarmee
voor alle EU-middelen die onder de EU-begroting vallen. 27
Inzet financiële middelen
Een goed gefinancierd middenveld op deze thema’s is van groot belang. Het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap subsidieert de volgende Europese koepelorganisaties:
1)Trans Gender Europe (TGEU); 2) International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex
Association Europe (ILGA Europe); en 3) International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans,
Queer and Intersex Youth & Student Organisation (IGLYO). De subsidies lopen nog minimaal
de komende drie jaar. We roepen andere landen en partners op om ook lhbtiq+-organisaties
in Europa te steunen.
Nederland steunt verder organisaties voor vrouwenrechten en rechten van lhbtiq+ personen
met subsidie uit het Mensenrechtenfonds en met advies bij het aanvragen van subsidie
uit het Citizens, Equality, Rights and Values-programma van de EU.28 In lijn met het Regenboogstembusakkoord en de motie Sjoerdsma zijn er extra financiële
middelen uit het Mensenrechtenfonds beschikbaar voor organisaties die zich inzetten
voor gendergelijkheid, vrouwenrechten, SRGR en gelijke rechten van lhbtiq+ personen
in Europa.
Sterke inzet
Het kabinet heeft ook het afgelopen jaar actie ondernomen tegen de aantasting van
mensenrechten binnen de Europese Unie. Nederland heeft zich samen met partners assertief
opgesteld in onderhandelingen over gendergelijkheid, SRGR en lhbtiq+-kwesties in de
EU, de Raad van Europa en de Verenigde Naties. Ook heeft Nederland zich sterk gemaakt
voor meer inzet van juridische middelen binnen de EU, en blijft erop inzetten dat
geld van het EU-programma Gelijkheid, Burgerschap, Rechten en Waarden voornamelijk naar organisaties gaat in lidstaten gaat dat het hardst nodig is.
Met de bovenstaande inzet en maatregelen verkent het kabinet mogelijkheden om met
gelijkgestemde lidstaten samenwerking te intensiveren. Daar hoort ook samenkomst en
dialoog op deze thema’s bij, om positieve krachten te ondersteunen. Het kabinet is
daarom trots dat Nederland is verkozen tot gastland van het International Day Against Homophobia, Transphobia & Biphobia (IDAHOT+) Forum in 2024, een congres over internationale ontwikkelingen op het gebied
van lhbtiq+-emancipatie en -beleid.
In 2024 informeert het kabinet u opnieuw over de voortgang.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking