Brief regering : Geannoteerde Agenda Informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie 30 en 31 januari 2024
21 501-28 Defensieraad
Nr. 262
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2024
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de Informele Raad Buitenlandse Zaken
(RBZ) met de Ministers van Defensie, die op 30 en 31 januari 2024 in Brussel plaatsvindt.
Op de agenda staat een sessie over de militaire EU-steun aan Oekraïne, een sessie
over de paraatheid van de Europese defensie, en een werklunch met vertegenwoordigers
van de VN, de NAVO en het Europees Parlement over de situatie in het Midden-Oosten
en in de Sahel.
Militaire EU-Steun aan Oekraïne
De Raad zal spreken over het belang van voortzetting van de militaire EU-steun aan
Oekraïne. Het gaat daarbij om het leveren van munitie en wapens aan Oekraïne, wat
deels vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) gefinancierd wordt, en om de EU militaire
assistentiemissie (EUMAM) voor Oekraïne waarmee Oekraïense militairen op Europees
grondgebied worden getraind. De Europese Raad van 14-15 december 2023 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2005) riep de Raad op om de EPF te voorzien van aanvullende middelen voor de verdere financiering
van militaire steun aan Oekraïne. In navolging hiervan zal bij de informele RBZ Defensie
gesproken worden over het voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger (HV) voor een Ukraine Assistance Fund (UAF), een separate envelop binnen de EPF voor militaire steun aan Oekraïne. De Europese
Dienst voor Extern Optreden (EDEO) schat dat er EUR 5 miljard per jaar nodig is in
de periode 2024–2027 om de levering van militair materieel en trainingen door EU-lidstaten
voort te zetten. Naar verwachting zal de HV een update geven over de voortgang van
de munitieleveringen aan Oekraïne en EUMAM.
Nederlandse inzet
Nederland hecht belang aan het blijvend steunen van Oekraïne, voor zo lang als dat
nodig is. Juist in deze fase van de oorlog is dit essentieel voor de Oekraïense verdediging
tegen de Russische agressie. Nederland blijft hierin een voortrekkersrol spelen conform
de motie van de leden Piri en Veldkamp1 en pleit daarom voor spoedige besluitvorming over het Ukraine Assistance Fund. Het
merendeel van de lidstaten is voor een aanpak waarbij per jaar bezien wordt hoeveel
middelen er nodig zijn voor het UAF. Het kabinet steunt deze aanpak. In dit kader
is er EUR 300,9 miljoen gereserveerd voor de Nederlandse bijdrage in 2024.2 Tot op heden ontvangt Nederland een deel van de EPF-bijdrage voor Oekraïne terug
via declaraties voor bilateraal door Nederland geleverde steun aan Oekraïne.3
Nederland is positief over de behaalde resultaten van EUMAM Oekraïne in 2023. Er zijn
grote aantallen Oekraïense militairen getraind binnen de EU en ook zijn er vele complexe,
specialistische trainingsmodules aangeboden van hoge kwaliteit. Het is daarbij van
belang om de modules voortdurend aan te passen aan de ontwikkelingen en de Oekraïense
behoeften. Nederland draagt bij aan EUMAM Oekraïne met stafofficieren op de hoofdkwartieren
van de missie en materieel gerelateerde en specialistische trainingen (bijvoorbeeld
op medisch gebied). Ook draagt Nederland geregeld bij aan meer grootschalige EUMAM-trainingen
in Duitsland.
Paraatheid Europese Defensie
Om de militaire steun aan Oekraïne voort te kunnen zetten en om in Europa de eigen
strijdkrachten in het licht van de verslechterde veiligheidssituatie beter gereed
te kunnen stellen en de slagkracht hiervan te vergroten, is het hard nodig om de productiecapaciteit
van de Europese defensie-industrie aanzienlijk op te schalen. Hieraan wordt nu in
zowel EU als NAVO-verband en op nationaal niveau in de lidstaten hoge prioriteit gegeven.
De EU besloot in het voorjaar van 2023 om een aanzienlijk budget vanuit het EPF beschikbaar
te stellen voor gemeenschappelijke aanschaf van munitie door de lidstaten voor Oekraïne.
Daarnaast zijn afgelopen najaar twee nieuwe EU-instrumenten in werking getreden: ASAP4, de verordening ter ondersteuning van grotere productie van munitie en EDIRPA5, de verordening om de gezamenlijke aanschaf van capaciteiten door lidstaten te stimuleren.
Het gaat om korte termijn instrumenten die 2025 aflopen. Het kost enige tijd om de
productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie te verhogen. De Europese Commissie
verwacht dat de productiecapaciteit in de loop van 2024, als gevolg van de geplaatste
bestellingen, aanzienlijk zal stijgen.
De Europese Commissie heeft aangekondigd dat het eind februari 2024 een Europese Defensie-industrie
Strategie (EDIS) en een bijhorend voorstel voor een Europees Defensie Industrieprogramma
(EDIP) zal presenteren. Deze moeten bijdragen aan het op de middellange- en lange
termijn versterken van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB).
Ook moeten de voorstellen bijdragen aan het stimuleren van meer defensiesamenwerking
tussen lidstaten op gebied van ontwikkeling en aanschaf van defensiecapaciteiten.
EDIP is de opvolger van de korte termijn instrumenten ASAP en EDIRPA. Over de toekomstige
voorstellen EDIS en EDIP loopt op dit moment vanuit de Commissie een consultatiefase
met de lidstaten en de defensie-industrie. Tijdens de informele Raad zal Commissaris
Breton zijn voorlopige ideeën met betrekking tot EDIS en EDIP delen en zullen de lidstaten
daarop reageren.
Nederlandse inzet
Nederland onderstreept het belang van Europese samenwerking bij het versterken van
de EDTIB, in bijzonder het opschalen van de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie.
Dit is, zoals aangegeven, hard nodig om de militaire steun aan Oekraïne voort te kunnen
zetten en om onze eigen gereedstelling te verbeteren. Het kabinet acht het van groot
belang dat Oekraïne in haar wapen- en munitiebehoefte wordt voorzien. In dat kader
heeft het kabinet vorig jaar via twee sporen meegedaan aan gezamenlijke aanschaf van
munitie voor Oekraïne: voor 130 miljoen euro aan het inkoopproject van het Europees Defensie Agentschap (EDA) en voor 130 miljoen euro aan het door Duitsland geleide inkoopproject. Ook
dit jaar zal het kabinet munitie aanschaffen voor Oekraïne en voor onze eigen krijgsmacht,
deels gezamenlijk met andere lidstaten, conform de motie van de leden Tuinman van
Campen.6 Het kabinet zal dat daar waar mogelijk met inschakeling van Nederlandse industrie
doen.
Het kabinet kijkt uit naar de aankomende Commissievoorstellen voor EDIS en EDIP. Het
opschalen van productiecapaciteit is een prioriteit. Daarbij is het ook van belang
dat de defensie-industrie voldoende toegang heeft tot kapitaal om te kunnen investeren.
EDIS en EDIP dienen ook voorstellen te bevatten ter bevordering van de leveringszekerheid
van militair materieel en voldoende aandacht geven aan onderzoek en ontwikkeling van
nieuwe defensie-capaciteiten. Om de Nederlandse prioriteiten voor EDIS en EDIP in
Brussel over het voetlicht te brengen heeft het kabinet non-papers opgesteld. Deze
documenten zijn als bijlagen meegestuurd met deze geannoteerde agenda.
Nederland verkent momenteel ook nationaal de mogelijkheden voor structurele versterking
van productie- en leveringszekerheid van militair materieel voor de Nederlandse krijgsmacht
om de gereedstelling en het voortzettingsvermogen te vergroten. Nederland zoekt naar
nationale en internationale mogelijkheden voor samenwerking in Europees en NAVO verband.
Zo worden in Europees-verband via de NAVO Support and Procurement Agency (NSPA) 1.000 Patriot-luchtverdedigingsraketten besteld, waarvan een deel voor Nederland
is bedoeld. Naast Nederland doen Duitsland, Roemenië en Spanje mee.
Actuele Zaken
Tijdens een werklunch, waarbij vertegenwoordigers van de NAVO, de VN en het Europees
Parlement aanwezig zullen zijn, zal de Raad spreken over de situatie in het Midden-Oosten
en in de Sahel.
Situatie in het Midden-Oosten
Het gewapende conflict tussen Israël en Hamas heeft grote impact op de bevolking van
zowel Israël als in de Palestijnse gebieden. De huidige situatie in Gaza is zorgwekkend
en blijft verslechteren. Er zijn te veel onschuldige levens verloren en de schaal
van het leed en de verwoesting in Gaza door Israëls bombardementen is enorm. Nederland
benadrukt in diplomatieke contacten het belang van proportionaliteit in de militaire
response van Israël. Nederland roept Israël op om hierbij aantoonbaar terughoudend
en zeer gericht te handelen. Het collectieve lijden van de burgerbevolking, waaronder
veel kinderen in Gaza, moet stoppen. Daartoe is onmiddellijke actie nodig. Nederland
onderstreept daarbij de verplichting van Israël om de humanitaire toegang te verbeteren.
In december 2023 is een resolutie in de VN-veiligheidsraad aangenomen die pleit voor
het scheppen van voorwaarden voor een duurzame beëindiging van de vijandelijkheden.
Nederland verwelkomt deze resolutie en blijft onderstrepen dat er op grote schaal
onmiddellijke, veilige en ongehinderde verstrekking van humanitaire hulp moet worden
toegelaten en gefaciliteerd. De huidige toevoer van humanitaire hulp is momenteel
onvoldoende. Nederland verkent daarom doorlopend, samen met partners, mogelijkheden
voor het leveren van humanitaire goederen via maritieme corridors en via de lucht.
Samenwerking met (internationale) partners op dit gebied is essentieel en het kabinet
verwelkomt daartoe de aanstelling van de Speciaal Humanitair en Wederopbouw Coördinator
voor Gaza van de VN. Tegelijkertijd blijft ook het risico op verdere uitbreiding van
het conflict in de regio aanwezig, onder meer gezien de ontwikkelingen aan de grens
met Libanon.
Nederland steunt met klem de oproep om te werken richting een duurzame stopzetting
van de vijandelijkheden en blijft zich inzetten voor een twee-statenoplossing. De
Palestijnse veiligheidssector speelt daarin een belangrijke rol. Om deze te versterken
draagt Nederland daarom bij aan de missies USSC en EUPOL COPPS en zal bezien of de
Nederlandse bijdrage aan deze of andere missies dient te worden aangepast.
Het kabinet is bezorgd over de aanvallen die recentelijk door Houthi-eenheden zijn
uitgevoerd op commerciële en marineschepen in de Rode Zee. Deze acties vormen een
bedreiging voor de maritieme veiligheid en het ongehinderd transport van goederen
alsmede het beginsel van vrij en veilig scheepvaartverkeer. Een veilige doorgang door
de Rode Zee is in direct Nederlands belang. Om die reden draagt Nederland bij aan
de maritieme operatie onder leiding van de Verenigde Staten, Prosperity Guardian.7 Deze operatie is gericht op het waarborgen van vrije en veilige doorvaart in de Rode
Zee en de westelijke Golf van Aden. De operatie is onder leiding van het reeds bestaande
samenwerkingsverband Combined Maritime Forces (CMF). Gezien de Rode Zee in het operatiegebied van de maritieme EU-operatie EUNAVFOR
Atalanta valt, wisselt deze operatie informatie uit met partners over de situatie.
In Brussel wordt op dit moment tevens gekeken naar een mogelijke EU-missie in het
Rode Zee gebied ter bescherming van koopvaardijschepen en met name waar Europese belangen
in het geding zijn.
Op 11 en 12 januari 2024 hebben de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk gewapend
opgetreden tegen de militaire infrastructuur van de Houthi’s, met als overkoepelend
doel de-escalatie en het herstel van het recht van vrije doorvaart in de Rode Zee.
Naast politieke steun geeft Nederland, op verzoek van de VS, ook niet-operationele
militaire steun aan deze operatie door middel van de inzet van één stafofficier.8
Nederlandse inzet
Zr.Ms. Holland is sinds 28 november 2023 aanwezig in de Middellandse Zee en voert
daar verschillende NEO-oefeningen uit om snel inzetbaar te kunnen zijn om hulp te
bieden wanneer de situatie daar om vraagt. Aanvullend kan Zr.Ms. Holland ingezet worden
voor humanitaire hulpverlening. Dit doet Nederland in voorkomend geval in nauwe coördinatie
met internationale partners.
Onmiddellijke actie is nodig om de humanitaire catastrofe die zich in Gaza ontvouwt
een halt toe te roepen. De huidige toevoer van humanitaire hulp is onvoldoende. Nederland
blijft VN- en partnerorganisaties steunen die humanitaire hulp verlenen en zet samen
met internationale partners in op het versnellen en verruimen van de aanvoer van humanitaire
goederen naar Gaza. Ondanks berichtgeving in de media over een mogelijke humanitaire
corridor over zee, kent deze optie nog steeds grote praktische en logistieke beperkingen.
De grensovergangen bij Rafah en Kerem Shalom hebben daarom nog altijd prioriteit.
Tegelijkertijd blijft het kabinet samen met andere partners werken aan alternatieven,
waaronder via zee en lucht. Doorlopende en onafgebroken humanitaire toegang is essentieel.
Het kabinet dringt voorts samen met internationale partners aan op nieuwe, frequente
humanitaire pauzes.9 Nederland blijft zich inzetten voor een tweestaten-oplossing. Het versterken van
de Palestijnse veiligheidssector is daartoe van belang. Nederland draagt daarom bij
aan de missies USSC en EUPOL COPPS, die tevens een bijdrage leveren aan het tegengaan
van kolonistengeweld en het bevorderen van stabiliteit.
Daarnaast is het bevorderen van maritieme veiligheid en het ongehinderd transport
van goederen over zee nadrukkelijk in het Nederlandse economische- en veiligheidsbelang.
De VS hebben Nederland op 28 november 2023 schriftelijk verzocht een bijdrage te leveren
aan operatie Prosperity Guardian. Nederland zal een bijdrage van maximaal twee stafofficieren aan deze operatie leveren.10 Ook draagt Nederland sinds 2020 bij aan het Frans geleide ad-hoc coalitieverband
European Maritime Awareness in the Strait of Hormuz (EMASoH) en sinds 2009 aan EUNAVFOR Atalanta. Nederland heeft een positieve grondhouding
ten aanzien van een mogelijke EU-missie in de Rode Zee.
Sahel en West-Afrikaanse Kuststaten
De HV zal naar verwachting ingaan op de stand van zaken rondom de verschillende militaire
en civiele EU-missies in de Sahel en de West-Afrikaanse Kuststaten. Op 4 december
2023 heeft Niger aangegeven de samenwerking met EUCAP Sahel Niger en de EU Military Partnership Mission (EUMPM) op te schorten. EUMPM is inmiddels uit Niger vertrokken en EUCAP Sahel Niger
is aan het afbouwen met zicht op volledige terugtrekking in de zomer van 2024. Er
zal naar verwachting ook gesproken worden over de toekomst van EUCAP Sahel Mali en
EUTM Mali omdat de mandaten van beide missies in begin 2024 zullen worden herzien.
De recente ontwikkelingen in de Sahel versterken het belang van veiligheidsinzet in
de West-Afrikaanse kuststaten in de Golf van Guinee. De EU is in november 2023 een
veiligheids- en defensie-initiatief gestart ter ondersteuning van Benin, Ghana, Ivoorkust
en Togo. Dit geïntegreerde civiel-militaire partnerschap richt zich in eerst instantie
op het opbouwen van een dialoog met deze vier landen over veiligheid en defensie door
enkele civiele en militaire adviseurs op de EU-delegaties te plaatsen. In vervolgfasen
van het initiatief zal, afhankelijk van de behoeften van de betreffende landen, verdere
samenwerking en ondersteuning worden vormgegeven.
Nederlandse inzet
Nederland betreurt het stopzetten van de civiele en militaire EU-missie door Niger.
Voor Mali geldt dat Nederland, vanwege de verslechterde veiligheidsomstandigheden
voor het personeel en het gebrek aan effectiviteit van de missie in de huidige context,
voorstander is van het afschalen of beëindigen van EUTM Mali. Het kabinet heeft eerder
al besloten om de vier Nederlandse militairen in EUTM Mali eind oktober 2023 uit te
laten roteren en deze functies voorlopig niet opnieuw te vullen. Het kabinet zet,
onder voorwaarden, in op continuering van de civiele missie EUCAP Sahel Mali. Voorwaarde
voor het voortzetten van de Nederlandse bijdrage (momenteel drie civiel experts en
één politiefunctionaris) is dat de veiligheidssituatie voldoende gewaarborgd blijft
en het mandaat van de missie uitvoerbaar blijft. Het hoofdkwartier van de missie bevindt
zich in Bamako en richt zich vooralsnog enkel op adviseren van veiligheidsactoren
daar. Vooralsnog zijn er geen indicaties dat het mandaat niet uitvoerbaar is of dat
de veiligheidssituatie in Bamako niet voldoende gewaarborgd blijft. Defensie levert
in de tweede helft van 2024 een stafofficier voor de planning- en coördinatiecel in
Brussel, die de uitkomsten van de dialoog tussen de deelnemende landen en de civiele
en militaire adviseurs van de EU-delegaties helpt omzetten in concrete projecten.11
Het kabinet is positief over de versterkte samenwerking tussen de EU en de West Afrikaanse
kuststaten op gebied van veiligheid en het genoemde veiligheids- en defensie-initiatief.
Ik bracht begin januari 2024 een bezoek aan de regio. Tijdens dit bezoek heb ik onder
andere de Nederlandse financiële bijdrage van drie miljoen euro over een periode van
drie jaar aan de International Counterterrorism Academy (AILCT) aangekondigd. Deze academie is opgericht om regionale contraterrorisme samenwerking
te versterken. Daarnaast heb ik met mijn Ivoriaanse collega gesproken over onderzoek
naar een eventuele uitbreiding en verduurzaming van de samenwerking tussen Nederlandse
special forces met hun krijgsmachten, voortbouwend op de bestaande relaties vanuit de door de VS-geleide
internationale oefening Flintlock. Ook in Senegal heb ik gesproken over het onderzoeken van nadere samenwerking, onder
andere op het gebied van maritieme veiligheid.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.