Brief regering : Geannoteerde Agenda JBZ Raad 25 26 januari
32 317 JBZ-Raad
Nr. 867
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE
STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2024
Hierbij bieden wij, mede namens de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, uw Kamer de geannoteerde agenda aan van de informele Raad
Justitie en Binnenlandse Zaken op 25 en 26 januari 2023 in Brussel. De Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming zullen hier aan deelnemen.
Ook informeren wij uw Kamer graag over de Europese havenalliantie, de Schengentoetreding
van Roemenië en Bulgarije, het onderhandelingsresultaat op de GVVA-richtlijn (Richtlijn
2011/98/EU inzake de enkelvoudige toelatingsprocedure en de gecombineerde vergunning
voor verblijf en arbeid, Single Permit Directive) en de afronding van het asiel- en migratiepact.
Europese havenalliantie
Op 24 januari zal, voorafgaand aan de informele JBZ-Raad, een bijeenkomst plaatsvinden
in Antwerpen waarbij de zogeheten publiek-private Europese Havenalliantie wordt gelanceerd.
De oprichting van deze alliantie heeft tot doel om de weerbaarheid van havens tegen
criminele infiltratie te vergroten door de samenwerking met private partijen te intensiveren.
Het kabinet onderstreept het belang van publiek-private samenwerking in de strijd
tegen drugshandel. Voor het effectief slagen van een dergelijke samenwerking is langdurige
en gezamenlijke commitment essentieel, om zo vertrouwen op te bouwen. Ook dient rekening
te worden gehouden met de verschillende lopende samenwerkingen. Met vijf van de grootste
rederijen hebben Nederland en België bijvoorbeeld afspraken gemaakt op 17 februari
2023 om gezamenlijk op te trekken in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit.
Daarom is Nederland blij dat de Commissie ervoor heeft gekozen om tijdens de start
van de alliantie te focussen op de samenwerking met de havenbedrijven. Het zou het
meest effectief zijn als de alliantie zich gaat focussen op het bewerkstelligen van
een gelijk speelveld waarin alle havens even goed zijn beveiligd tegen drugssmokkel.
Bijvoorbeeld door effectieve initiatieven over te laten nemen in andere lidstaten
en wet- en regelgeving.
Nadere informatie Schengentoetreding Roemenië en Bulgarije: besluit van de Raad betreffende
de volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in Bulgarije en Roemenië
Op 30 december jl. heeft de Raad besloten tot het opheffen van binnengrenscontroles
aan de lucht- en zeegrenzen met Bulgarije en Roemenië. Alle lidstaten hebben ingestemd
met dit besluit, dat middels een schriftelijke procedure is genomen. De lidstaten
Oostenrijk, Roemenië en Bulgarije hebben een gezamenlijk verklaring afgelegd waarin
zij zich committeren aan het voortzetten van de inzet om irreguliere migratie tegen
te gaan, inclusief aanvullende maatregelen om het buitengrensbeheer door Bulgarije
en Roemenië verder te versterken de komende tijd.
Naar aanleiding van het Raadsbesluit zullen vanaf 31 maart 2024 geen personencontroles
meer plaatsvinden aan de lucht- en zeegrenzen van de Schengenlanden met Bulgarije
en Roemenië. Na deze eerste stap zal de Raad op een later moment nog besluiten over
de opheffing van personencontroles aan de landgrenzen met Bulgarije en Roemenië. Gesprekken
hierover worden in 2024 voortgezet.
Het kabinet heeft ingestemd met bovengenoemd Raadsbesluit. In het verslag van de JBZ-Raad
van 4-5 december jl. is reeds met uw Kamer gedeeld dat Nederland kan instemmen met
de volledige toepassing van het Schengenaqcuis in Bulgarije en Roemenië.1 Dit is besproken tijdens het Commissiedebat Asiel- en Vreemdelingenbeleid van 20 december
jl. Naar aanleiding van de toezegging van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
tijdens genoemd Commissiedebat heeft Nederland voorafgaand aan besluitvorming in de
EU actief gecommuniceerd in te kunnen stemmen met een gefaseerde toetreding van Bulgarije
en Roemenië.
Onderhandelingsresultaat op de GVVA-richtlijn (Richtlijn 2011/98/EU inzake de enkelvoudige
toelatingsprocedure en de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid, Single
Permit Directive)
In de aanbiedingsbrief van het verslag van de JBZ-Raad van 4 en 5 december 2023 kondigde
het kabinet aan dat de onderhandelingen in triloog met het Europees Parlement (EP)
over de GVVA-richtlijn zich in een afrondende fase bevonden.2 Voor Nederland waren, zoals ook aangegeven in het BNC-fiche, met name de afspraken
over de beslistermijnen, de procedures rondom verandering van werkgever en verblijf
na werkloosheid van belang. De Nederlandse inzet op deze onderwerpen is naar tevredenheid
verwerkt in het uiteindelijke onderhandelingsresultaat, waarmee het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers op 20 december jl. instemde. Als het EP ook instemt in de eerste
lezing, zal de tekst formeel aangenomen worden door de Raad en krijgen lidstaten twee
jaar de tijd om de herziening te implementeren.
Afronding Asiel- en migratiepact
In lijn met de toezegging die de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid deed
tijdens het Commissiedebat Vreemdelingen en Asiel van 22 december jl. informeerde
het kabinet uw Kamer per brief uitgebreid over de inhoud van het hoofdlijnenakkoord
over het Asiel- en Migratiepact (Kamerstuk 32 317, nr. 865).
De komende weken zullen de volledige wetsteksten met de lidstaten worden gedeeld en
doorgesproken. Daarna moeten de verordeningen formeel worden afgerond door zowel de
Raad als het EP. Naar verwachting zal het formele akkoord voor de lidstaten begin
februari voorliggen in Coreper (Comité van permanent vertegenwoordigers), daarna zal
stemming (zowel in het LIBE-comité als in de plenaire zitting) door het Europees Parlement
plaatsvinden. U zult over de voortgang worden geïnformeerd via het verslag van deze
JBZ-raad.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken, 25 en 26 januari
I. Binnenlandse Zaken
1. Strategische discussie over migratiebeleid
= Werksessie
Onder dit agendapunt zullen de lidstaten naar verwachting spreken over de opvang van
Oekraïners in de EU. Het Belgisch Voorzitterschap heeft ten tijde van schrijven nog
geen inhoudelijk voorbereidend stuk verspreid. Naar verwachting zal de discussie zich
richten op het verblijf van Oekraïners in de EU na 4 maart 2025, de huidige einddatum
van het raamwerk van tijdelijke bescherming dat nu van kracht is. Daarbij zal vermoedelijk
eveneens de coördinatie binnen de EU en de coördinatie met de Oekraïense overheid
aan bod komen.
Het kabinet verwelkomt de bespreking van dit onderwerp. Zoals eerder met u gedeeld,
is het kabinet voorstander van een gecoördineerde oplossing voor verblijf en terugkeer
van ontheemden uit Oekraïne. Na het Raadsbesluit van 28 september 2023 is de werking
van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming verlengd tot en met 4 maart 2025. Daarmee
is een gecoördineerde inzet op EU-niveau tot die datum gegarandeerd. Het kabinet kan
het verder verlengen van de werking van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming na 4 maart
2025 steunen. Ook voor de periode na die datum is een Europees gecoördineerde inzet
immers wenselijk: dat gaat grote verschillen in aanpak tussen lidstaten tegen en verkleint
daarmee de kans op secundaire bewegingen.
2. Kunstmatige intelligentie en rechtshandhaving
= Werklunch
Het Belgische voorzitterschap is voornemens om tijdens de informele JBZ-Raad een werklunch
te organiseren over kunstmatige intelligentie en rechtshandhaving. Aanvullende informatie
over de invulling van de werklunch is op het moment van schrijven nog niet beschikbaar.
Het kabinet meent dat kunstmatige intelligentie mogelijkheden biedt op het veiligheidsterrein,
zoals op het gebied van wetgeving, rechtspraak, rechtshandhaving en in de vreemdelingenketen.
De verwachting is dat de politie bijvoorbeeld steeds vaker in de uitvoering van haar
taken gebruik zal maken van kunstmatige intelligentie. Dat gebeurt, afhankelijk van
het type taak, in afstemming met het openbaar ministerie. Het is zaak voor de politie
om gebruik te maken van de kansen die door AI geboden worden voor betere opsporing,
handhaving, dienstverlening en bedrijfsvoering, maar ook omdat criminelen geavanceerde
AI gebruiken voor het plegen van strafbare feiten. Zo kunnen bepaalde toepassingen
criminele verbanden in opsporingsonderzoeken zichtbaar maken die voor een mens moeilijk,
tijdrovend of zelfs helemaal niet te vinden zijn.
Daarnaast kan met AI grote hoeveelheden data worden doorzocht, georganiseerd en gefilterd,
zodat een politiemedewerker gerichter een analyse kan uitvoeren. Voorbeelden zijn
het inzichtelijk maken van communicatiestromen, criminele netwerken of -markten aan
de hand van metagegevens en/of woordindexering, het automatisch doorzoeken van duizenden
foto’s of videomateriaal en het herkennen van locaties of voorwerpen op kinderpornografisch
materiaal. Hierbij blijft het kabinet zich inzetten voor het waarborgen van de verantwoorde
inzet van AI binnen het veiligheidsdomein
Nederland heeft daarnaast de afgelopen jaren actief meegedaan aan de onderhandelingen
over de Europese AI-verordening.3 Op 9 december 2023 is hierover een politiek akkoord bereikt en wordt er momenteel
in Brussel gewerkt aan de technische uitwerking van dit akkoord. De AI-verordening
heeft als doel om te zorgen dat AI-systemen die op de Europese markt komen, veilig
zijn en de fundamentele rechten respecteren. Dit geldt dus ook voor AI-systemen die
ontwikkeld en gebruikt worden in het domein van de rechtshandhaving. Het kabinet heeft
zich ingezet voor een goede balans waarin het verantwoorde gebruik van AI-systemen
(onder andere binnen de rechtshandhaving) een mogelijkheid blijft terwijl tegelijkertijd
de nodige rechtsbescherming wordt geboden. Naar verwachting zal de definitieve tekst
van de verordening eind maart of begin april 2024 worden vastgesteld.
Het kabinet steunt een verkenning van verdere Europese samenwerking op het veiligheidsterrein
om de ontwikkelingen te versnellen en de effectiviteit te vergroten. In dit kader
kijkt het kabinet uit naar het gesprek hierover in de tijdens de werklunch.
3. Strijd tegen georganiseerde criminaliteit
= Werksessie
De informele JBZ-Raad zal van gedachte wisselen over de strijd tegen grensoverschrijdende
georganiseerde criminaliteit. De insteek van het Belgisch voorzitterschap voor deze
bespreking is nog niet bekend. De verwachting is dat deze werksessie zich zal richten
op de door de Commissie gepubliceerde routekaart voor de aanpak van drugshandel en
georganiseerde criminaliteit (hierna: routekaart). Uw Kamer is over de routekaart
middels een BNC-fiche geïnformeerd op 8 november jl.4
De aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit is een prioriteit van
het kabinet. Ter versteviging van de nationale aanpak tegen georganiseerde en ondermijnende
criminaliteit is een samenwerking op Europees en internationaal niveau van essentieel
belang. Sinds geruime tijd is Nederland betrokken bij de coalitie van zes Europese
landen tegen georganiseerde criminaliteit. Deze coalitie zet zich ervoor in dat er
meer en beter Europees en internationaal wordt samengewerkt en dat de krachten binnen
de EU worden gebundeld. Het kabinet verwelkomt de routekaart en ziet het als een waardevol
instrument ter versterking van de gezamenlijk aanpak van georganiseerde criminaliteit
binnen de EU.
De aanpak van georganiseerde criminaliteit is ook voor het Belgische voorzitterschap
een van de prioriteiten. Net zoals in Nederland, staat in diverse andere lidstaten
de aanpak van georganiseerde criminaliteit hoog op de agenda.
II. Justitie
1. Strijd tegen georganiseerde criminaliteit
= Werksessie
Ook tijdens de Justitiedag spreekt de informele JBZ-Raad over de strijd tegen georganiseerde
criminaliteit. Zoals vermeld onder het agendapunt over de strijd tegen georganiseerde
criminaliteit op de Home-dag, zal de discussie zich naar verwachting richten op de
routekaart voor de aanpak van drugshandel en georganiseerde criminaliteit.5 Naar verluidt zullen enkele acties uit de routekaart worden besproken, waaronder
het voorstel voor een netwerk van magistraten en de justitiële samenwerking met niet-coöperatieve
rechtsgebieden.
Het kabinet verwelkomt het initiatief om de handen ineen te slaan binnen de EU om
te zoeken naar een oplossing voor versterking van de rechtshandhaving en justitiële
samenwerking met niet-coöperatieve rechtsgebieden. Kennis- en expertise uitwisseling,
conferenties/seminars en trainingen als zachte instrumenten hebben veel toegevoegde
waarde als ze vanuit de EU worden toegepast in relatie tot derde landen. Het kabinet
draagt dit ook steeds uit richting de Commissie. Voor wat betreft het inrichten van
een netwerk van magistraten op Europees niveau zet het kabinet in op optimaal gebruik
van bestaande structuren, zoals binnen bijvoorbeeld EMPACT, Eurojust en in concrete
zaken in Joint Investigation Teams (JITs).
2. Decriminalisering van sekswerk
= Werklunch
Naar verwachting zal het Belgische voorzitterschap tijdens de werklunch een bespreking
faciliteren over de decriminalisering van sekswerk.
In België is na wetswijziging per maart 2022 de decriminalisering van sekswerk geëffectueerd.
Voorafgaand aan deze hervorming werden derde partijen die beoogden samen te werken
met sekswerkers strafrechtelijk vervolgd. De Belgische wet biedt sekswerkers, onder
andere, de mogelijkheid om rechtsgeldige contracten te sluiten.
België is de eerste EU lidstaat die is over gegaan tot een volledige decriminalisering
van sekswerk. De meeste lidstaten kiezen voor een regulerend of (deels) criminaliserend
beleidsmodel ten aanzien van sekswerk. Nederland is van mening dat sekswerk een legaal
beroep is en dat lidstaten zelf verantwoordelijk zouden moeten zijn voor de invulling
van het sekswerkbeleid. Op Europees niveau zijn veel partijen momenteel voorstander
van een (deels) criminaliserend beleidsmodel, zoals het Zweedse/Scandinavische model.
Deze partijen willen op Europees niveau richtlijnen opstellen waarbinnen lidstaten
worden aangemoedigd over te gaan tot het Zweedse beleidsmodel. Dit is onder andere
voorgesteld door leden van het Europees Parlement in het kader van de herziening van
mensenhandel richtlijn 2011/36/EU. Naar aanleiding hiervan heeft Nederland gezamenlijk
met België op 4 oktober 2023 een non-paper opgesteld, dat met uw Kamer gedeeld is
op 9 oktober 2023.6
3. Kleinschalige gevangenissen
= Werksessie
Tijdens de informele JBZ-Raad zal naar verwachting worden gesproken over het concept
van kleinschalige gevangenissen. Op het moment van schrijven zijn nog geen discussiestukken
beschikbaar.
Het Belgische voorzitterschap heeft aangegeven zich tijdens haar Voorzitterschapstermijn
te focussen op het verbeteren van het management van detentie. Hierbij ligt de nadruk
op het faciliteren van sociale re-integratie en rehabilitatie van gedetineerden. In
België hebben kleinschalige detentievoorzieningen in toenemende mate erkenning gekregen
als een effectieve benadering binnen het strafrechtelijk systeem.
Nederland kent op dit moment kleinschalige voorzieningen voor de justitiële jeugd
als een relatief nieuwe vorm van vrijheidsbeneming voor jongeren in Nederland. Het
is een laag beveiligde voorziening, waar voorlopig gehechte jongeren en jongeren met
een jeugddetentie geplaatst kunnen worden. Het belangrijkste kenmerk van deze voorziening
is dat jongeren dicht bij hun leefomgeving blijven en positieve elementen in het leven
van de jongere kunnen doorgaan dan wel opgestart worden (o.a. school, werk, zorg).
Er zijn vijf kleinschalige voorzieningen in Nederland, die plaats biedt aan maximaal
acht jongeren (per locatie). Het komende jaar zal deze vorm van vrijheidsbeneming
op maat verder doorontwikkeld worden. Daarbij is een belangrijke vervolgstap om voldoende
bezetting te realiseren en onderzoek te gaan doen naar de effectiviteit van de voorzieningen.
Het kabinet kijkt dan ook uit naar een uitwisseling van ervaringen van de EU-lidstaten
met dergelijke voorzieningen tijdens deze informele JBZ-Raad.
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Medeindiener
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.