Brief regering : ILT Signaalrapportage Drinkwater wordt schaarser
27 625 Waterbeleid
Nr. 662
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2024
Op 20 november 2023 heeft de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Leefomgeving en
Transport (de ILT) de bijgevoegde signaalrapportage «Drinkwater wordt schaarser» toegezonden
aan het ministerie. Met deze brief wordt de signaalrapportage doorgeleid naar de Kamer,
samen met de reactie op dit signaal.
Signaalrapportage Drinkwater steeds schaarser: oproep aan provincies
De ILT houdt toezicht op de publieke drinkwatervoorziening. Via de wettelijk voorgeschreven
leveringsplannen controleert de ILT of de drinkwaterbedrijven altijd voldoende drinkwater
van goede kwaliteit kunnen leveren. Een belangrijk onderdeel hierin zijn de operationele
reserves die de drinkwaterbedrijven beschikbaar moeten hebben voor perioden met een
piekvraag. Daarnaast stuurt de ILT op de invulling van de zorgplicht door overheden
en spreekt daarvoor met provincies en andere partijen over de drinkwatervoorziening.
De drinkwatersector staat voor grote uitdagingen, bijvoorbeeld het voorzien in een
operationele reserve van minimaal 10 procent wordt steeds lastiger. Door een tekort
aan geschikte bronnen lukt het een deel van de drinkwaterbedrijven niet om deze reserve
op peil te houden. Drinkwaterbedrijven zien daarbij grote uitdagingen met een stijgende
vraag naar drinkwater richting de toekomst en dit kunnen zij niet alleen oplossen.
Provincies hebben bij het vinden van nieuwe (grond)waterbronnen een belangrijke rol
als bevoegd gezag voor de vergunningverlening, waarbij ze de belangen van de drinkwatervoorziening
tegen die van natuur, landbouw of wonen moeten afwegen. In de praktijk blijkt dat
in de veelheid van deze belangen de uitbreiding en het realiseren van nieuwe winningen
ingewikkeld is en te langzaam gaat. ILT doet een dringend verzoek op provincies om
vanuit hun zorgplicht uit de Drinkwaterwet te zorgen voor de noodzakelijke randvoorwaarden
om de drinkwatervoorziening nu en in de toekomst veilig te stellen.
Actualisatie leveringsplannen
De drinkwaterbedrijven maken op grond van artikel 37 van de Drinkwaterwet leveringsplannen
om te duiden op welke wijze aan de leveringszekerheid van het drinkwater voldaan kan
worden en risico’s worden beheerd. De ILT toetst aan de hand van de leveringsplannen
of de drinkwaterbedrijven gesteld staan voor hun taak. De inhoud van die leveringsplannen
is vertrouwelijk omdat deze mede toezien op risicobeheer, veiligheid en beveiliging.
De ILT geeft in haar signaal aan dat ze bij de beoordeling van de komende reeks leveringsplannen
de risico’s ten aanzien van de leveringszekerheid en de daarbij behorende beheersmaatregelen
zwaar zal laten meewegen in de komende beoordeling.
Reactie op de signaalrapportage
De zorgen van de ILT worden herkend. Artikel 2 van de Drinkwaterwet belegt bij alle
bestuursorganen de zorg voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening,
en duidt de openbare drinkwatervoorziening als een dwingende reden van groot openbaar
belang. Drinkwaterbedrijven weigeren in sommige gebieden nu al de levering van industriewater
aan bedrijven. Daarnaast maken ze zich grote zorgen over het realiseren van voldoende
winningscapaciteit voor bijvoorbeeld de nieuwe woningen die gebouwd gaan worden.
Dit terwijl de drinkwaterbedrijven op grond van de Drinkwaterwet de plicht hebben
om in hun distributiegebied degenen die daarom verzoeken te voorzien van een aansluiting
op het leidingnet en daarmee aan die persoon drinkwater van voldoende kwaliteit te
leveren (art. 7 en 8 Dww). Ook is de toegang tot voldoende drinkwater van goede kwaliteit
een (ook door Nederland erkend1) mensenrecht.
De groeiende drinkwatervraag en noodzaak deze te accommoderen blijkt ook uit het RIVM
rapport Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 – knelpunten en oplossingsrichtingen dat de Kamer op 3 april 2023 toegestuurd is. De opgave is om tot 2030 102 miljoen
m3/jaar extra productiecapaciteit te realiseren.2 Over dit rapport is ook een schriftelijk overleg gevoerd met de Kamer.3
In haar signaalrapportage wijst de ILT er terecht op dat ook over de drinkwatervoorziening
ná 2030 nagedacht moet worden. Dit sluit aan bij de motie van het lid Krul c.s. waarmee
de Kamer verzocht tot een strategie en uitvoeringsprogramma te komen voor het tijdig
en voldoende aanwijzen van en het beschermen en ruimte bieden aan nieuwe drinkwaterbronnen.4
De invulling van deze motie wordt gericht op de lange termijn waarbij ook gekeken
wordt naar de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s), de Nationale Grondwater
Reserves (NGR’s) en naar kansen en belemmeringen van mogelijke alternatieve bronnen,
zoals onder andere brak grondwater, zeewater, waterstof of RWZI–effluent. Ook bij
het maken van de ruimtelijke keuzes zullen provincies na moeten gaan op welke wijze
de drinkwaterwinning gewaarborgd kan worden.
De ILT heeft hierover een serie gesprekken gevoerd met de drinkwaterbedrijven en provincies
en trekt conclusies over het gebrek aan bestuurlijke prioriteit bij provincies. Het
is gezien de noodzaak voor een robuuste drinkwatervoorziening zorgelijk dat het waarborgen
van de publieke drinkwatervoorziening, toch een basis voor de zekerheid voor ons bestaan
als samenleving, op provinciaal niveau nog te weinig bestuurlijke prioriteit krijgt.
De ILT roept via deze signaalrapportage met name de provinciebesturen op hun verantwoordelijkheid
te nemen en bevestigt de noodzaak om snel tot gerichte acties in de regio’s te komen.
In het Bestuurlijk Overleg (BO) Water van 13 december 2023 zijn de eerste inzichten
van Vewin en IPO uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030
(zie hieronder) besproken en is de zorg die de ILT met de signaalrapportage uit, gedeeld
met de medeoverheden.
Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030
Zoals aan de Kamer is gemeld in de brief van 3 april 2023, zijn Vewin en IPO gevraagd
om met een Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030 te komen.
Het actieprogramma ontwikkelt zich nu langs 3 verschillende lijnen. Inzet vindt plaats
op:
– De mogelijkheden die drinkwaterbedrijven en provincies nu al hebben om een versnelling
te realiseren. Dit betreft primair procesafspraken over de behandeling van vergunningaanvragen
of samenwerking tussen partijen om schaarse kennis te delen.
– De bestaande juridische mogelijkheden om de afweging te maken tussen de drinkwatervoorziening
als dwingende reden van groot openbaar belang, en andere belangen.
– Bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak om de keuze te maken op welke wijze in een
gebied voorzien gaat worden in de drinkwatervoorziening.
Met name op het laatste vlak sluit de signaalrapportage van de ILT aan bij de zorgen
die naar voren komen uit de gesprekken met provincies en drinkwaterbedrijven voor
het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030. Vanwege de urgentie
van de problematiek is besloten dat in het eerstvolgende Bestuurlijk Overleg Water
een overzicht van de opgave per regio besproken wordt, met de wijze waarop daar invulling
aan gegeven kan worden opgeleverd wordt. Insteek is dat dit aan de Kamer gezonden
kan worden ter agendering in het Commissiedebat Water voor de zomer van 2024.
Tot slot
Het is niet langer vanzelfsprekend dat de drinkwaterbedrijven voldoende productiecapaciteit
beschikbaar hebben en ze staan voor moeilijke keuzes. Dit betekent bijvoorbeeld dat
in sommige regio’s bedrijven nu al geen aansluiting meer krijgen voor industriewater
en dat de levering voor nieuwe woningen onzeker is. Het is dan ook noodzakelijk dat
door alle partijen gezamenlijk gewerkt wordt aan oplossingen voor de korte én de lange
termijn om de productiecapaciteit in lijn te brengen met de vraag naar drinkwater.
De drinkwatersector is daarbij afhankelijk van de ruimte die door het bevoegd gezag
gegeven wordt om water te winnen voor de productie van drinkwater. Dit stelt het bevoegd
gezag voor lastige keuzes die op relatief korte termijn gemaakt moeten worden. De
Minister van Infrastructuur en Waterstaat is systeemverantwoordelijk. Dat is ook de
reden geweest om dit onderwerp in het BO Water te agenderen en de oproep te doen aan
de provincies om er alles aan te doen en samen te werken aan het borgen van leveringszekerheid.
Dit proces wordt uiteraard de komende tijd nauwlettend gevolgd. Jaarlijks zal de Kamer
geïnformeerd worden over de voortgang.
De Minister heeft als wettelijk instrument alleen een mogelijkheid een aanwijzing
te geven indien een partij in gebreke blijft. Gezien de goede samenwerking met alle
betrokken partijen in het BO Water is de verwachting dat inzet hiervan niet aan de
orde hoeft te komen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat