Brief regering : Reactie op verzoek commissie over gezinnen in de noodopvang
29 325 Maatschappelijke Opvang
Nr. 158
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2023
In de procedurevergadering van uw commissie VWS op 20 december jl. heeft het lid Westerveld
(GroenLinks-PvdA) mede namens de SP mij gevraagd een brief te sturen over de vraag
hoe gemeenten worden ondersteund bij het bieden van onderdak voor de komende weken.
Ik ben bekend met de signalen over de grote druk op de opvang en het feit dat veel
gemeenten te maken hebben met volle opvangvoorzieningen. Deze signalen baren mij ernstige
zorgen. We weten dat niet opvang maar een eigen woonplek met ondersteuning op maat
de beste oplossing is. Preventie is altijd het beste. Niemand wordt er beter van in
de opvang; en zeker niet op straat. Met het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst Een Thuis zet het kabinet in op de transformatie van opvang naar preventie en Wonen Eerst.
Uiteindelijk moet de paradigmaverschuiving lokaal gebeuren in nauwe onderlinge samenwerking
tussen zorg- en welzijnspartijen, woningcorporaties en gemeenten. Daarvoor zijn het
afgelopen jaar verschillende acties in gang gezet zoals het ondersteunen van gemeenten
bij de implementatie van Housing First en het versterken van de preventieve aanpak
van dakloosheid. In de voortgangsrapportage Nationaal Actieplan Dakloosheid en Beschermd
Wonen die recent naar uw Kamer is gestuurd wordt uitgebreid bij de voortgang van het
Nationaal Actieplan stilgestaan1.
Om de transformatie te versnellen en kracht bij te zetten hebben gemeenten de afgelopen
tijd gebruik kunnen maken van financiële regelingen om extra woningen te realiseren.
De Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen (RHA) stelt gemeenten in staat om versneld
huisvesting te realiseren voor aandachtsgroepen, waaronder dakloze mensen, door een
financiële bijdrage te leveren aan de bouw van nieuwe woonvormen2. In totaal heeft de RHA bijgedragen aan de realisatie van 21.380 permanente- en flexwoningen
voor aandachtsgroepen, waaronder 1.323 woningen specifiek voor dakloze mensen. De
middelen voor de regeling zijn nu volledig uitgeput. Daarom laat de Minister van BZK
onderzoek doen naar de behoefte aan een vervolg op de regeling, en welke vorm hierbij
passend is. In het voorjaar van 2024 wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Ik constateer dat er ondanks deze inspanningen nog veel meer moet gebeuren, in een
veel hoger tempo, en op veel grotere schaal. Ik maak mij tegelijkertijd zorgen dat
nu alle energie naar symptoombestrijding lijkt te gaan en niet naar de beweging die
we willen maken naar meer wonen en minder opvang. Dakloosheid is immers in de eerste
plaats een woonprobleem en geen migratie- of zorgprobleem dat gemeenten vanuit de
Wmo alleen kunnen oplossen. Dat concludeert ook de VN-rapporteur op het gebied van
huisvesting, die in december 2023 onderzoek deed naar de situatie in Nederland.
Gemeenten kunnen ondanks de krapte ook nu al (nood)maatregelen nemen, en dat doen
zij ook. Er wordt aan opvang gewerkt en regelingen die het mogelijk maken dat mensen
bijvoorbeeld bij particulieren kunnen verblijven via initiatieven zoals De Rustplek
en Onder de Pannen. Om er tijdens deze donkere periode voor te zorgen dat mensen niet
op straat hoeven te slapen wordt bovendien door veel gemeenten al bovenwettelijk winteropvang
georganiseerd, om buitenslapers bij vrieskou naar binnen te halen. Op deze manier
wordt dakloze mensen een zo laagdrempelig mogelijke opvang geboden, ook aan hen die
normaalgesproken geen recht zouden hebben op opvang op grond van de Wmo3. Hoewel het noodzakelijk is dat veel gemeenten afdoende opvang regelen zodat mensen
niet op straat hoeven te slapen, is dit slechts een noodoplossing.
Daarnaast moet gewerkt blijven worden aan het sneller realiseren van woonplekken binnen
de huidige woningvoorraad, én zijn forse investeringen in preventie van dakloosheid
noodzakelijk. Ik roep gemeenten daarom dringend op om op heel korte termijn serieus werk te maken van het versterken van de bestaanszekerheid en vroegsignalering
van problemen zodat mensen hun woonplek niet verliezen, én om snel meer woonplekken
te creëren. Dat kan ook door onorthodoxe maatregelen die het adagium «dakloosheid
voorkomen is altijd de beste oplossing» in de praktijk brengen. Gemeenten zouden bijvoorbeeld
gebruik kunnen maken van de mogelijkheden en bevoegdheden die zij hebben om lokale
belemmerende regelgeving (tijdelijk) buiten werking te stellen en procedures fors
te versnellen. Denk daarbij onder meer aan het opschorten van de kostendelersnorm
in geval van dreigende dakloosheid, het bijstaan van mensen bij oplopende betalingsachterstanden
en vlot maatwerk bieden met behulp van de Participatiewet, de bijzondere bijstand
en armoederegelingen. Andere mogelijkheden zijn snelheid genereren, door bijvoorbeeld
het herbestemmen van kantoren, zorgvastgoed, scholen e.d. door gemeenten of corporaties;
de tijdelijke inzet van hotels en andere accommodaties (bijv. recreatiewoningen);
tijdelijk verblijf bij een gasthuishouden (logeerregeling), regionale uitwisseling
om mensen sneller te huisvesten en het snel plaatsen van tijdelijke units. Daarnaast
roep ik gemeenten op ook voldoende reguliere huurwoningen beschikbaar te stellen om
de uitstroom uit de opvang te versnellen en mensen sneller een (t)huis te bieden.
Tot slot nog het volgende. De transformatie van opvang naar preventie en Wonen Eerst
gaat niet over één nacht ijs en vraagt om een intensieve inzet en het werken aan een
cultuuromslag bij alle partners. Ook of misschien wel juist in tijden van crisis.
De huidige signalen vragen om een versnelling van de transformatie. Niet om meer symptoombestrijding.
De kern van het probleem dient te worden aangepakt. Er is nú actie nodig. Daar wil
ik mij hard voor maken. En daar heb ik de inzet van álle partners, van corporaties
tot gemeenten en zorgaanbieders, keihard voor nodig.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport