Brief regering : Voortgang stelselvernieuwing rechtsbijstand
31 753 Rechtsbijstand
Nr. 286
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2023
Inleiding
Bij het aantreden van dit kabinet kreeg ik als Minister voor Rechtsbescherming vanuit
het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) de opdracht mee om de vernieuwing van het stelsel van rechtsbijstand voort te zetten.
Hierin werken we aan een stelsel waarin iedere burger met een (juridisch) probleem
vroegtijdig, laagdrempelig en adequaat geholpen wordt met de oplossing van zijn of
haar probleem en waarin de rechtsbijstandsverleners die zich daarvoor inzetten zo
goed mogelijk zijn toegerust voor hun taak. Aan deze uitdaging werk ik onverminderd
met alle daarbij betrokken partijen. Ik bedank het Juridisch Loket, de Raad voor Rechtsbijstand,
de Nederlandse orde van advocaten, de Mediatorsfederatie Nederland, Sociaal Werk Nederland
en alle andere betrokken organisaties voor hun bijdrage aan de benodigde vernieuwing.
In bijlage 1 treft u de voortgang van het afgelopen halfjaar aan. Daarin is telkens
nadrukkelijk de link gelegd tussen de (sub)doelen van de stelselvernieuwing en de
maatregelen die hieraan bijdragen. Door deze wijze van rapporteren beoog ik maximaal
inzichtelijk te maken welke concrete vernieuwingen van het stelsel van rechtsbijstand
ik nastreef en welke stappen er in de afgelopen periode ter verwezenlijking zijn gezet.
Toegang tot het recht
Als Minister voor Rechtsbescherming is het mijn missie om de toegang tot het recht
voor iedere rechtzoekende te bevorderen en te versterken. Om dat te bereiken, werk
ik aan een meerjarige, interactieve aanpak voor de versterking van de toegang tot
het recht in den brede. Over dit bredere traject zal ik uw Kamer in een separate brief
parallel informeren.
Het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand
Ten aanzien van het stelsel van rechtsbijstand richt ik mij allereerst op het wegnemen
van belemmeringen die goede rechtsbijstandverlening in de weg staan en stimuleer ik
de ontwikkelingen die deze bevorderen. Zo is het in het kader van de versterking van
de sociaal advocatuur van belang om duidelijkheid te hebben over wat rechtenstudenten
tegenhoudt om sociaal advocaat te worden. Een team van studentconsultants heeft onderzocht
welke belemmeringen er zijn voor (rechten)studenten om door te stromen naar de sociaal
advocatuur en hoe deze kunnen worden weggenomen. De aanbevelingen zien onder andere
op het vergroten van de bekendheid van het werk van sociaal advocaat en de introductie
van een studievak specifiek gericht op de sociaal advocatuur. Dit rapport doe ik u
toekomen als bijlage bij de voortgangsrapportage (bijlage 1.4). De inzichten uit het
rapport zullen worden benut bij de nadere uitwerking en invulling van het plan van
aanpak voor de sociaal advocatuur, dat 20 april jongstleden met uw Kamer is gedeeld.1
Verder zet ik mij in voor een burgergerichte overheid door onnodige procedures tussen
burger en overheid te helpen voorkomen. Momenteel werk ik aan een actieplan ter bevordering
van behoorlijk procedeergedrag van de overheid en ter voorkoming van bestuursrechtelijke
procedures tussen overheid en burgers. In 2024 bezie ik in hoeverre een afwegingskader
behoorlijk procederen overheid gemeenten en uitvoeringsorganisaties hierbij in de
praktijk kan ondersteunen. Daarnaast streef ik ernaar om uw Kamer in februari 2024
te informeren over de uitvoering van de motie van de leden Leijten (SP) en Ellian
(VVD), waarin de regering wordt verzocht een reflectie te geven op de rol van de Staat
als procespartij.2
Tevens bied ik rechtsbescherming aan specifieke groepen rechtzoekenden door – samen
met de verantwoordelijke Ministers – regelingen voor kosteloze rechtsbijstand te treffen,
zoals voor gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire, bij gezagsbeëindiging en
uithuisplaatsingen en de gaswinning in Groningen.
Zo is in de afgelopen periode samen met de Raad voor Rechtsbijstand en het Ministerie
van Financiën gewerkt aan de actualisatie van de Subsidieregeling pakket rechtsbijstand
herstelregelingen kinderopvangtoeslag. Met terugwerkende kracht is de reikwijdte van
de regeling verruimd, zodat ook anderen dan de gedupeerde ouders er een beroep op
kunnen doen.3 Tevens zijn diverse vergoedingen, onder andere voor een succesvolle mediation tijdens
de bezwaarfase, aangepast. De herziene regeling is in werking getreden op 1 november
2023.
Voorts kan vanaf 1 juli 2023 de eigenaar van een gebouw waarbij sprake is van schade
of versterking als gevolg van aardgaswinning en gasopslag via de Raad voor Rechtsbijstand
adequate en kosteloze rechtsbijstand en mediation krijgen. Deze regeling, die is vastgelegd
in de Subsidieregeling rechtsbijstand en aanverwante kosten Tijdelijke wet Groningen,
is in samenspraak met de Raad voor Rechtsbijstand en het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat tot stand gekomen.
Op 1 januari 2023 is er een pilot gestart voor kosteloze rechtsbijstand bij gezagsbeëindiging
aan ouders of derden van wie het gezag mogelijk wordt beëindigd. Op 1 oktober 2023
is deze pilot uitgebreid met kosteloze rechtsbijstand bij (spoed)uithuisplaatsing,
om ook ouders of derden te ondersteunen die betrokken zijn bij een procedure waarin
een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing wordt aangevraagd. Het doel van deze pilot
is om te onderzoeken in hoeverre de kosteloze rechtsbijstand van een advocaat aan
ouders of derden de benodigde juridische ondersteuning en rechtsbescherming biedt.
In de voorgaande voortgangsrapportage heb ik uw Kamer gemeld dat ik heb besloten om
het Juridisch Loket apart van de Raad voor Rechtsbijstand te positioneren in het vernieuwde
stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Voorts heb ik toegezegd om met de betrokken
organisaties het gesprek te voeren over wat in de tussentijd (bij wijze van tijdelijke
constructie tot de nieuwe wet er is) nodig is om de huidige praktijk meer te bestendigen.
Conform de wens van de betrokken organisaties zullen de statuten van het Juridisch
Loket, vooruitlopende op de wetswijziging, worden aangepast en in lijn worden gebracht
met de bestaande praktijk sinds 2020 door waar nu de Raad voor Rechtsbijstand staat
te vervangen door het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Belangrijkste mijlpalen in het afgelopen half jaar
Eenmalige compensatieregeling
Op 8 november jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn besluit om € 26 miljoen
uit te trekken voor een eenmalige compensatieregeling voor rechtsbijstandverleners
in het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand.4Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie van het lid Sneller, die de regering
opriep een noodinvestering in de sociaal advocatuur te doen.5 Met deze eenmalige maatregel wordt beoogd rechtsbijstandverleners te compenseren
voor de kostenstijgingen door de hoge inflatie in 2022 en 2023.
Naar aanleiding van een signaal vanuit de Nederlandse Orde van Advocaten is gebleken
dat de in de brief van 8 november jongstleden gehanteerde systematiek voor de berekening
van het compensatiebedrag zou leiden tot onevenredige verschillen tussen advocaten.
Advocaten die (vooral) werkzaam zijn in een bepaald rechtsgebied zouden significant
meer of minder compensatie ontvangen dan advocaten in een ander rechtsgebied. Daarom
heb ik, na overleg met Raad voor Rechtsbijstand en de Nederlandse Orde van Advocaten,
besloten om de compensatie per toevoeging te differentiëren naar de verschillende
rechtsgebieden. Zo is binnen het bestaande budgettaire kader van € 26 miljoen een
meer evenredige verdeling tot stand gekomen.6
Adequate vergoedingen voor rechtsbijstandsverleners
Sociaal advocaten en mediators spelen een onmisbare rol in het waarborgen van de toegang
tot het recht. Juist ook voor burgers met een smalle portemonnee. Ik vind het van
groot belang dat deze rechtsbijstandverleners een adequate vergoeding voor hun belangrijke
werkzaamheden ontvangen. Daarom neem ik een aantal maatregelen ten aanzien van de
vergoedingen in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand.
Ik vind het van groot belang dat de vergoedingen blijven aansluiten bij de tijdsbesteding
van rechtsbijstandverleners aan zaken. Daarom heb ik in de vorige voortgangsrapportage
aangekondigd dat er een commissie zal worden ingesteld voor de herijking van de vergoedingen
in het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Ik kan melden dat de herijkingscommissie
begin 2024 zal worden ingesteld en dat de heer mr. H.Th. Van der Meer, voorzitter
van de in 2016 ingestelde commissie evaluatie puntentoekenning gesubsidieerde rechtsbijstand,
opnieuw bereid is om voorzitter van deze nieuwe commissie worden. Het rapport van
de commissie wordt verwacht in het najaar van 2024. Inzet daarbij is om de hier eventueel
uit voortvloeiende wijzigingen in de vergoedingen per 1 juli 2025 te realiseren. Zoals
ik eerder aan uw Kamer schreef, is dit onder voorbehoud van de aanwezigheid van voldoende
financiële middelen en het vlot doorlopen van het AMvB-traject met voorhangprocedure.
Na deze eenmalige herijking zullen de vergoedingen, conform de aanbevelingen van de
commissie-Van der Meer, telkens periodiek worden doorgelicht. De komende periode zal
ik de hiervoor reeds in ontwikkeling zijnde systematiek van deze periodieke herijking
samen met de Raad, de Nederlandse orde van advocaten en de Mediatorsfederatie Nederland
nader uitwerken.
Onlangs werd ook een andere motie van het lid Sneller aangenomen over de methodiek
om vergoedingen voor rechtsbijstandverleners actueel te houden.7 Ik zal uw Kamer in januari 2024 per brief informeren over de wijze waarop ik uitvoering
zal geven aan deze motie.
Gratis telefoonnummer Juridisch Loket
Om de toegang tot het Juridisch Loket te verbeteren werd, mede op verzoek van uw Kamer,
begin dit jaar een gratis telefoonnummer ingevoerd (0800 8020). Ook heeft het Juridisch
Loket een eerste stap gezet in het regionaal werken. Rechtzoekenden die persoonlijk
advies nodig hebben, worden na het eerste contact met het belteam vanaf de zomer in
de eigen regio teruggebeld. De juridisch adviseur kan door de kennis van de lokale
sociale kaart, de rechtzoekende beter verwijzen naar instanties bij hem of haar in
de buurt. Het gratis telefoonnummer en de opvolging vanuit de regio blijken een succes.
Méér mensen bellen het Juridisch Loket, de wachttijden zijn aanzienlijk verlaagd en
de tevredenheid van rechtzoekenden is hoog. Ook weet een steeds hoger percentage rechtzoekenden
met een laag inkomen het Juridisch Loket (telefonisch) te vinden. Uw Kamer heeft mij
via de motie van de leden Temmink en Van Nispen gevraagd om het gratis telefoonnummer
te behouden en het Juridisch Loket daarvoor structureel te financieren.8 Ik ondersteun deze wens nadrukkelijk en heb de motie grotendeels al kunnen uitvoeren.
Voor de compensatie van het Juridisch Loket voor de kosten van het gratis telefoonnummer
is inmiddels structurele dekking gevonden. De kosten die gemoeid zijn met de inrichting
van een landelijk belteam zijn gedekt tot en met 2025. Ook voor de laatstgenoemde
kosten zijn mijn inspanningen erop gericht om tot structurele dekking te komen, via
het reguliere begrotingsproces.
Afschaffen diagnosedocument en structureel inbedden korting eigen bijdrage
In 2011 werd de maatregel ingevoerd dat rechtzoekenden een korting verkregen op de
eigen bijdrage, als zij eerst te rade gingen bij het Juridisch Loket. Daar werd, na
beoordeling dat een advocaat nodig was, een diagnosedocument afgegeven. Doel van deze
maatregel was het stimuleren van rechtshulp en het vaker oplossen van (juridische)
problemen aan de voorkant.
Tijdens de coronapandemie werd de werkwijze opgeschort omdat rechtzoekenden de vestigingen
van het Juridisch Loket niet konden bezoeken. De korting op de eigen bijdrage wordt
sindsdien standaard toegepast. Ik heb besloten om deze situatie te bestendigen. Het
is en blijft belangrijk dat rechtzoekenden met juridische problemen zo vroegtijdig
mogelijk geholpen worden. Eerstelijnsvoorzieningen zoals het Juridisch Loket kunnen
daarbij helpen. De werkwijze met het diagnosedocument en de korting was echter verworden
tot een hoofdzakelijk bureaucratische procedure en werd in de praktijk ervaren als
(extra) drempel. Dit past niet in mijn visie op het stelsel. Ik wil dat rechtzoekenden
bij verschillende dienstverleners kunnen aankloppen en zo snel mogelijk op de juiste
plek komen. Het afschaffen van het diagnosedocument zal plaatsvinden zonder dat rechtzoekenden
daar nadeel van ondervinden. Dit betekent dat het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand
aangepast zal worden, als onderdeel van het bredere wetstraject. Tot die tijd blijft
de Raad voor Rechtsbijstand de korting automatisch toepassen zoals dat sinds maart
2020 gebeurt.
Eerstelijnsvoorziening Caribisch Nederland
Op dit moment is er nog geen (structurele) voorziening voor eerstelijns rechtshulp
voor Caribisch Nederland. Op Saba is er een pilot legal desk. Ik heb het Juridisch Loket gevraagd om in 2024 een eerstelijnsvoorziening te gaan
ontwikkelen, met servicepunten op Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Hiervoor heb ik
structurele middelen vrijgemaakt. Het streven is dat in de loop van 2024 de dienstverlening
op de eilanden opgestart wordt. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet voor de verbetering
van de toegang tot het recht in Caribisch Nederland. In een aparte brief geef ik –
parallel aan deze brief – een uitgebreide toelichting aan uw Kamer.
Rechtsbijstand bij wijkrechtspraak
In de negende voortgangsrapportage heb ik gemeld dat er een landelijke regeling voor
rechtsbijstand bij wijkrechtspraak zal worden ontwikkeld. Ik heb besloten om per 1 januari
2024 een toeslag van 3 punten beschikbaar te stellen voor advocaten die een zaak behandelen
bij een wijkrechtbank. Zij kunnen deze toeslag aanvragen naast de reguliere toevoeging
voor de behandelde zaak. Met deze toeslag worden de aanvullende werkzaamheden die
een advocaat in het kader van wijkrechtspraak moet verrichten, zoals multidisciplinair
overleg en contact met andere partijen in de keten, vergoed.
De maatregel kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden
In de negende voortgangsrapportage heb ik uw Kamer geïnformeerd over het kritische
evaluatierapport van de maatregel kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden.9 Dit is een bepaling in de Wet op de rechtsbijstand op grond waarvan rechtsbijstandskosten
van strafrechtelijk veroordeelden, aan wie ambtshalve een toevoeging was verleend,
kan terugvorderen als blijkt dat zij financieel draagkrachtig waren. Uit dit rapport
bleek onder meer dat de doelgroep van zware, ondermijnende criminelen niet wordt bereikt
en de maatregel daarentegen wel veroordeelden met een middeninkomen treft, terwijl
dit niet de oorspronkelijk beoogde doelgroep van de maatregel was.
In de afgelopen periode heb ik bezien of de werking van de maatregel toch verbeterd
kan worden. Ik ben tot de slotsom gekomen dat dit niet het geval is. Gelet hierop
ben ik voornemens om de maatregel kostenverhaal af te schaffen, hetgeen een wetswijziging
vergt. Ik zal hiertoe eerst met uw Kamer hierover van gedachten wisselen tijdens het
eerstvolgende commissiedebat Gesubsidieerde rechtsbijstand. Daarna zal ik – in afwachting
van de wetswijziging – het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand over mijn voornemen
informeren, zodat deze desgewenst van zijn bevoegdheid gebruik kan maken om de uitvoering
van deze maatregel in de praktijk op te schorten.
Ten slotte hecht ik eraan om te benadrukken dat het afschaffen van deze bestuursrechtelijke
maatregel ten aanzien van rechtsbijstand niets afdoet aan de onverminderde inspanningen
van mijn ministerie en de ketenpartners om vermogen dat op criminele wijze is verkregen
te ontnemen in strafrechtelijke procedures.
Zelfredzaamheid/Evaluatierapport Ratz-commissie
Bij brief van 4 september 2023 heb ik uw Kamer mijn inhoudelijke reactie op het WODC-rapport
«Rechtsbijstandverlening in kinderopvangtoeslagzaken» doen toekomen.10 Daarin heb ik geconcludeerd dat dit rapport aanleiding geeft om het zelfredzaamheidscriterium
in de regelgeving gesubsidieerde rechtsbijstand te heroverwegen en dat ik voor de
scope daarvan het evaluatierapport van de adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp
en Rechtsbijstand (hierna: adviescommissie) afwacht. Dat rapport doe ik u, samen met
het voor de adviescommissie opgestelde rapport van het Kenniscentrum, als bijlage
bij de voortgangsrapportage (bijlagen 1.1 en 1.2) toekomen.
De evaluatie van de adviescommissie laat zien bij welke problemen burgers er niet
goed zelf uitkomen en wat in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand als knellend
wordt ervaren. Verschillende aannames in de regelgeving en de uitvoeringspraktijk
over zelfredzaamheid blijken niet met de werkelijkheid overeen te komen.
Ik ben de adviescommissie zeer erkentelijk dat zij, op basis van ervaringen met zaken
onder de Regeling adviestoevoeging zelfredzaamheid (Ratz), in kaart heeft gebracht
waar de regelgeving en de uitvoeringspraktijk ten aanzien van het zelfredzaamheidscriterium
knellen. De aanbevelingen van de adviescommissie bieden mooie uitgangspunten waarmee
de aanpassing van het zelfredzaamheidscriterium vormgegeven kan worden. Bij deze aanpassing
zijn overigens de doelstellingen van de stelselvernieuwing, waaronder een brede en
sterke eerste lijn waarin zoveel mogelijk wordt opgelost door eenvoudige bemiddeling,
leidend. In de komende periode zal deze aanpassing met de betrokken partijen vormgegeven
worden. Daarbij zullen ook de consequenties voor de uitvoering en de financiële consequenties
nader in kaart worden gebracht. Zoals in mijn eerder genoemde brief van 4 september
2023 gemeld, zal de Ratz doorlopen totdat de wijziging van de relevante wet- en regelgeving
is doorgevoerd, hetgeen onderdeel uit zal maken van het wetstraject ten behoeve van
de stelselvernieuwing.
De Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket en de Nederlandse orde van advocaten
hebben aangegeven dat zij voor de korte termijn zelf al zoveel mogelijk oppakken,
hetgeen ik ook van harte ondersteun. Het Juridisch Loket zet zo in op het oplossen
van meer problemen in de eerste lijn. De Raad voor Rechtsbijstand gaat binnen zijn
discretionaire bevoegdheid meer maatwerk leveren. De Nederlandse orde van advocaten
zet zich in voor kwalitatief goede rechtsbijstand en betrekt hierbij de input van
de sociaal advocaten. Daarbij geldt dat zij allen signalen vanuit de praktijk over
knelpunten in de rechtsbescherming en bij overheidsinstanties in kaart blijven brengen.
Slotwoord
Tijdens het commissiedebat van 14 september jongstleden (Kamerstuk 31 753, nr. 274) sprak ik met uw Kamer over het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand en de laatste
ontwikkelingen dienaangaande. Naar aanleiding van mijn gedachtewisseling met de heer
Ceder van de ChristenUnie zegde ik toe in deze voortgangsrapportage een doorkijk op
het vernieuwde stelsel te geven aan de hand van de indrukken en ervaringen die ik
de afgelopen twee jaren uit eerste hand opdeed.
Het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand is nooit af. De stelselvernieuwing
blijft een product van een stapsgewijze, lerende aanpak. Ik spreek de verwachting
uit dat er aan het eind van het huidige programma sprake is van een vernieuwd stelsel
van rechtsbijstand, waarin de lopende maatregelen maximaal hebben bijgedragen aan
de verwezenlijking van de stelseldoelstellingen. Dat betekent onder andere dat er
een netwerk van sterke en landelijke dekkende eerstelijnsvoorzieningen is met een
spilfunctie voor het Juridisch Loket. Dat het vak van sociaal advocaat niet langer
onder druk, maar weer duurzaam op de kaart staat. Dat de vergoedingen voor rechtsbijstandsverleners
werkzaam in het stelsel permanent bij de tijd zullen zijn gebracht. Dat de overheid
het predicaat burgergericht verdient met goed procedeergedrag. Dat wet- en regelgeving
zodanig is opgesteld, dat onnodige procedures tegen burgers in het bestuursrecht tot
het verleden zullen behoren. En bovenal, dat alle burgers dankzij de rechtsbijstandspraktijk,
ongeacht hun inkomen of de aard van hun (juridische) probleem, daadwerkelijk toegang
tot het recht ervaren, zoals je mag verwachten in een moderne, goed functionerende
rechtstaat. Rechtzoekenden in Nederland moeten weten: het recht is er ook voor mij.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Indieners
-
Indiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming