Brief regering : Actieprogramma Digitale School
31 497 Passend onderwijs
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 471
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2023
Onderwijs op school, omringd door leeftijdsgenoten en leraren, is voor de ontwikkeling
van ieder kind en iedere jongere belangrijk. Maar een leerling die tijdelijk door
lichamelijke of psychische oorzaken niet naar school kan, moet ook onderwijs krijgen.
De kansen die de digitalisering biedt, kunnen beter worden benut voor het onderwijs
aan deze leerlingen. Thuiszitten zonder onderwijs heeft grote gevolgen voor de leerling,
de ouders en uiteindelijk de maatschappij. Ik wil dat veranderen door te stimuleren
dat binnen het funderend onderwijs de bestaande mogelijkheden voor digitaal afstandsonderwijs
ten volle worden benut. Ook wil ik de wet verruimen in wat er nu nog niet mogelijk
is.
Mijn doel is dat digitaal afstandsonderwijs een volwaardig onderdeel wordt van het stelsel van passend onderwijs, zoals eerder aan u gecommuniceerd.1 Daarvoor is een wetswijziging noodzakelijk. Dit komt onder andere doordat de Leerplichtwet
geregeld schoolbezoek vereist en digitaal afstandsonderwijs daar niet onder valt.2 Het wetstraject om dit en andere knelpunten aan te pakken, bereid ik nu voor.Over
de contouren en planning hiervan informeer ik uw Kamer via de Kamerbrief bij de Voortgangsrapportage
verbeteraanpak passend onderwijs in het voorjaar 2024.
Leerlingen die nu thuis zitten kunnen niet enkele jaren op een wetswijziging wachten.
Daarom roep ik schoolbesturen en samenwerkingsverbanden op om de kansen die digitaal
afstandsonderwijs biedt binnen de bestaande juridische kaders ten volle te benutten.
Dit stimuleer en ondersteun ik met het actieprogramma Digitale School.
Ten eerste stimuleren we met dit actieprogramma dat digitaal afstandsonderwijs wordt
(door)ontwikkeld. Hier is vanaf 2024 ruim € 7 miljoen structureel voor beschikbaar.
Een groot deel van de ruim € 7 miljoen per jaar die vanaf 2024 beschikbaar is voor
digitaal afstandsonderwijs, komt beschikbaar via een subsidieregeling. Hiermee worden schoolbesturen en samenwerkingsverbanden gestimuleerd om samenwerking
aan te gaan en maatwerk met digitaal afstandsonderwijs op te zetten of door te ontwikkelen.
Die samenwerking is van belang om afdoende schaalgrootte en regionale dekking te bereiken
en expertise te bundelen. In de loop van 2024 publiceer ik deze subsidieregeling en
informeer ik uw Kamer en het veld over de precieze invulling.
Ten tweede zorgen we met dit actieprogramma voor kennisdeling. Recent heeft mijn ministerie samen met de Inspectie van het Onderwijs en het Steunpunt
Passend Onderwijs (hierna het SPO) twee brochures uitgebracht over hoe digitaal afstandsonderwijs
kan worden ingezet; een voor ouders en een voor professionals.3 Deze brochures zijn gemaakt in antwoord op alle vragen die leven.
Verder komen er leernetwerken voor scholen over digitaal afstandsonderwijs in de praktijk,
wordt onderzoek uitgevoerd en kennis verspreid.
Met het actieprogramma Digitale School wordt dus niet beoogd een op zichzelf staande,
landelijke internetschool tot stand te brengen. Want ook, of misschien wel júist een
leerling die tijdelijk niet naar school kan, heeft nabijheid nodig: leraren en leeftijdsgenoten
die je kennen, die je zien, die je missen, voor je vechten en je niet opgeven. Vanuit
dat oogpunt vind ik het noodzakelijk dat digitaal afstandsonderwijs, veel meer dan
al het geval is, tot stand komt vanuit schoolbesturen en samenwerkingsverbanden.
Met deze brief wordt de toezegging gestand gedaan die aan uw Kamer is gedaan tijdens
het debat over passend onderwijs op 5 april om u voor het einde van dit jaar te informeren
over de voortgang van de Digitale School. Ook geef ik hiermee invulling aan de motie
van lid Dijk (SP), die oproept ervoor zorg te dragen dat leerlingen met long covid
digitaal onderwijs kunnen volgen zolang zij geen fysiek onderwijs kunnen volgen.4
Leeswijzer
Hierna wordt het actieprogramma Digitale School toegelicht:
1. Welke acties er binnen het programma plaatsvinden (actielijnen);
2. Op welke organisatievormen van digitaal afstandsonderwijs het gericht is (organisatievormen);
3. Waarom het nodig is (probleemanalyse) & voor welke leerlingen (doelgroep);
4. Voorbeelden uit de praktijk.
Wat is er met deze brief geregeld?
– Voor ouders én professionals is er elk een eigen brochure beschikbaar over de mogelijkheden
van digitaal afstandsonderwijs.5
– Scholen en samenwerkingsverbanden kunnen informatie en advies inwinnen via lesopafstand.nl
bij Kennisnet.
– Scholen en samenwerkingsverbanden die aan de slag willen met digitaal afstandsonderwijs
kunnen in januari 2024 zich aanmelden voor een leernetwerk bij Kennisnet.
– In de loop van 2024 kunnen samenwerkingsverbanden zich inschrijven voor subsidie.
– Eind februari organiseert OCW een webinar over digitaal afstandsonderwijs, ter voorbereiding op de subsidieregeling. Inschrijving
start in januari via het Steunpunt Passend Onderwijs.
– Voor alle leerlingen die zich op afstand van school voorbereiden op examens is vanaf
januari Externe link:www.lerenvoorhetexamen.nl beschikbaar.
1. Actielijnen
In de praktijk is digitaal afstandsonderwijs niet altijd eenvoudig te organiseren
voor scholen. Dat komt doordat maatwerk extra inzet, techniek en geld vraagt, het
vaak een relatief klein aantal leerlingen per school betreft, er onbekendheid is over
de regels en/of door samenwerking die lastig tot stand komt. Maar er is ook veel betrokkenheid,
inzet en ambitie bij scholen om tot maatwerk te komen voor een leerling die tijdelijk
niet naar school kan; er gebeurt al veel. Ik stimuleer schoolbesturen en samenwerkingsverbanden
om de ruimte die er nu in wet- en regelgeving is ten volle te benutten en zoveel mogelijk
leerlingen te helpen aan de hand van twee actielijnen.
Actielijn 1: Ondersteuning van schoolbesturen en samenwerkingsverbanden
In deze actielijn zit naast de eerder genoemde subsidieregeling en brochures:
Webinar
Eind februari organiseert mijn ministerie, ondersteund door het SPO, een webinar voor scholen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden ter verdieping van de informatie
uit de brochure en over de geplande subsidieregeling. De inschrijving start in januari
via het SPO.
Advies van Kennisnet via lesopafstand.nl
Via het loket op lesopafstand.nl kunnen scholen en samenwerkingsverbanden hulp en advies van Kennisnet krijgen over
digitaal afstandsonderwijs. Op deze website is voor scholen ook informatie verzameld,
zoals uitleg over leermiddelen, e-didactiek, het volgen en toetsen van een leerling
die afstandsonderwijs volgt, privacy en beveiliging.
Consulenten ozl
Scholen kunnen al jaren een beroep doen op consulenten onderwijsondersteuning zieke
leerlingen (hierna: ozl), die er zijn om scholen en leraren te ondersteunen bij de
organisatie van het onderwijs aan (psycho)somatisch zieke leerlingen.6 Bijvoorbeeld met inzet van KlasseContact; een technologische oplossing waarmee een
leerling vanaf afstand mee kan doen met de eigen klas. De kosten voor een consulent
ozl worden gedekt vanuit mijn ministerie. Scholen kunnen met hen in contact komen
via Consulenten OZL- Ziezon.
Collectieve basisvoorzieningen
Het is ook van belang dat er meer collectieve basisvoorzieningen komen, die helpend
zijn voor scholen en samenwerkingsverbanden bij het organiseren van maatwerk met digitaal
afstandsonderwijs. Waaruit dit moet bestaan, stel ik samen met het onderwijsveld vast.
Ik denk bijvoorbeeld aan een landelijk georganiseerd netwerk van leraren, die op aanvraag
van scholen online of fysiek zieke leerlingen individueel (bij)les kunnen geven.
Een collectieve voorziening die reeds beschikbaar is en blijft, is Externe link:www.lerenvoorhetexamen.nl. Juist voor leerlingen die zich vanuit huis voorbereiden op examens én vanuit kansengelijkheidsperspectief
heb ik besloten hierin te blijven investeren. In januari zal Kennisnet de actualisatie
van lerenvoorhetexamen.nl voor de examens van 2024 gereed hebben. Alle eindexamenleerlingen
kunnen hiervan gebruik maken.
Actielijn 2: Kennisdeling en praktijkonderzoek
Om kennis(deling) te vergroten zet ik in op:
Leernetwerken
Kennisnet organiseert en begeleidt leernetwerken voor scholen en samenwerkingsverbanden,
zodat de kennis over maatwerk met digitaal afstandsonderwijs wordt uitgewisseld en
de verschillende initiatieven van elkaar kunnen leren. Inhoudelijke experts en ervaringsdeskundigen
ondersteunen scholen inhoudelijk, procesmatig en op het gebied van ICT-(rand)voorwaarden.
Aanmelding loopt via loket Kennisnet op Externe link:www.lesopafstand.nl en is mogelijk vanaf medio januari 2024.
Literatuur- en praktijkonderzoek
In de coronaperiode is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van digitaal afstandsonderwijs.
In de zomer van 2023 is het rapport «Digitaal afstandsonderwijs in het primair onderwijs,
ervaringen en mogelijkheden» gepubliceerd.7 (Inter)nationale literatuurstudies, interviews en vragenlijsten hebben laten zien
aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om digitaal afstandsonderwijs te kunnen
bieden. Aanvullend op de reeds beschikbare onderzoeksresultaten voert Kennisnet een literatuuronderzoek
uit gericht op leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte
komen hierin nadrukkelijk aan bod. Kennisnet zal de resultaten naar verwachting in
maart 2024 publiceren. De onderzoeksresultaten worden door Kennisnet ontsloten naar
scholen en samenwerkingsverbanden, via de website Externe link:www.lesopafstand.nl en via de leernetwerken.
Kennisnet zal daarnaast praktijkonderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van digitaal
afstandsonderwijs. Dit heeft een meerjarig verloop. De eerste tussenresultaten daarvan
verwacht ik in het vierde kwartaal van 2025 met u te delen. De opbrengsten zullen
bijdragen aan het gebruik van bewezen effectieve methodes voor digitaal afstandsonderwijs
aan leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen.
2. Organisatievormen
Binnen de huidige juridische kaders stimuleer ik met het actieprogramma Digitale School,
vooruitlopend op de wetswijziging, twee organisatievormen van digitaal afstandsonderwijs:
Vorm 1: digitaal afstandsonderwijs onder regie van de eigen school
– Voor de meeste leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen, is het belangrijk
dat zij zo snel mogelijk maatwerk van de school krijgen waar zij al het onderwijs
volgden. Bijvoorbeeld met digitaal afstandsonderwijs. Hiermee blijft de aansluiting
op het onderwijsprogramma van de klas en de sociale binding in stand en de weg terug
naar school open.
– Maatwerk met digitaal afstandsonderwijs kan bijvoorbeeld inhouden dat een leerling
reguliere lessen op afstand volgt (synchroon met de klas) of dat een leerling onderdelen
uit het onderwijsprogramma met behulp van digitale leermiddelen op een eigen gekozen
moment volgt.
– Scholen kunnen de eerder beschreven hulp van buitenaf inschakelen en regionale samenwerking
aangaan om dit te realiseren.
Vorm 2: regionaal gespecialiseerd aanbod met digitaal afstandsonderwijs
– Er is ook een groep leerlingen die niet naar de eigen school terug kan. Specifiek
voor die groep stimuleer ik dat er onder de verantwoordelijkheid van schoolbesturen
en samenwerkingsverbanden een regionaal netwerk van initiatieven tot stand komt, om
juist deze kwetsbare leerlingen de gespecialiseerde aanpak met individueel maatwerk
te bieden die zij nodig hebben. Dat vereist voldoende schaalgrootte en specifieke
expertise. Samenwerkingsverbanden en schoolbesturen hebben de ruimte om hieraan de
beste invulling te geven, voortbouwend en versterkend op wat er in de betreffende
regio al gebeurt. In de subsidieregeling zal dergelijke samenwerking gestimuleerd
worden.
– Deze vorm is gericht op leerlingen die door lichamelijke of psychische oorzaken niet
naar school gaan en niet via de oorspronkelijke school van inschrijving maatwerk met
digitaal afstandsonderwijs kunnen krijgen, zoals:
• leerlingen voor wie onderwijs op de eigen school niet haalbaar is, bijvoorbeeld als
gevolg van schooltrauma;
• leerplichtigen die niet (meer) ingeschreven zijn op een school waarbij de achtergrond
daarvan in lichamelijke of psychische oorzaken ligt,
• kinderen en jongeren met een vrijstelling van de leerplicht op basis van artikel 5
onderdeel a van de Leerplichtwet 1969, die wel onderwijs kunnen volgen met digitaal
afstandsonderwijs.
Scholen kunnen leerlingen uit deze groep inschrijven, als ze nog niet ingeschreven
staan. Onder de voorwaarden die beschreven staan in de eerder genoemde brochure, kan
tijdelijk maatwerk met digitaal afstandsonderwijs worden gegeven.
– Vanuit regionale krachtenbundeling kan ook (de organisatie van) maatwerk vanuit scholen
(organisatievorm 1) ondersteund worden.
3. Probleemanalyse & doelgroep
Waarom is het stimuleren van digitaal afstandsonderwijs eigenlijk nodig? In Nederland
gaat een grote groep niet of niet volledig naar school. De Leerplichttelling 2021–2022
rapporteert ruim 10.000 leerlingen met absoluut verzuim (leerplichtig maar niet ingeschreven
bij een school) en ruim 3.000 leerlingen met langdurig relatief verzuim (ongeoorloofd
afwezig).8 Daarbovenop komt een onbekende groep leerlingen met langdurig geoorloofd verzuim
(ziekmelding, afwijking onderwijstijd). Tevens is er een groeiende groep van ruim
7.000 kinderen en jongeren met een vrijstelling 5 onder a van de Leerplichtwet 1969.
De achterliggende oorzaken zijn zeer divers.
Lang niet iedereen uit bovengeschetste groep heeft baat bij digitaal afstandsonderwijs.
De inschatting of een leerling hier al dan niet baat bij heeft, is ter beoordeling
van de professionals in het onderwijs, in goed overleg met de ouders en de leerling
zelf. Het kan bijvoorbeeld gaan om:
– leerlingen die door ziekte zeer zuinig moeten omgaan met hun energie;
– leerlingen die als gevolg van een ziekte of aandoening niet of onregelmatig naar school
kunnen;
– leerlingen met een schooltrauma die, totdat dit behandeld is, niet in staat zijn in
een reguliere schoolse setting te verblijven;
– leerlingen met een hoge prikkelgevoeligheid, voor wie tijdelijk een volledige dag
op school in de klas te intensief is;
– leerlingen met angststoornissen of andere psychische problematiek die het tijdelijk
niet mogelijk maakt dat de leerling naar school komt.
Samengevat is de doelgroep van het actieprogramma Digitale School:
kinderen en jongeren die tijdelijk of gedeeltelijk niet naar school kunnen door lichamelijke
of psychische oorzaken.
Voor deze leerlingen biedt digitaal afstandsonderwijs veel kansen en is de inzet daarvan
mogelijk binnen het huidige juridische kader (toegelicht in de eerder genoemde brochure
voor professionals).
4. Voorbeelden binnen het bekostigd onderwijs
(met toepassing van de Beleidsregel afwijking onderwijstijd indien leerlingen het
digitaal afstandsonderwijs niet op een schoollocatie volgen).9
• et Aurum College, een bovenregionale vso voor havo en vwo in Lelystad, biedt leerlingen
die dit nodig hebben de mogelijkheid tot maatwerk met digitaal afstandsonderwijs.
In alle gevallen in samenspraak met alle betrokkenen zoals ouders/verzorgers, leerplicht,
samenwerkingsverband en zorgpartij(en). De begeleiding en de inhoudelijke ondersteuning
van een mentor/vakdocenten vindt plaats vanuit school en daar waar mogelijk in de
thuissituatie. Bij veel trajecten heeft deze systematiek met een transitie van huis
naar school geleid tot (gedeeltelijke) schoolgang van leerlingen.
• Vso-school «De Korenaer Deurne«, een school van de Aloysius Stichting, biedt al meer
dan 10 jaar digitaal afstandsonderwijs aan leerlingen die zijn vastgelopen in het
reguliere onderwijs of in een instelling verblijven. Deze leerlingen krijgen een maatwerktraject
op afstand, met een passend onderwijsaanbod via een online leerplatform en persoonlijke
begeleiding. De school begeleidt leerlingen terug naar school, helpt bij een stage,
of voorbereiding op dagbesteding of een betaalde baan. Jongeren doen via hen ook (staats)examens
vmbo-t.
• Op vso Heer Bokel College, een havo school van Yulius Onderwijs in Rotterdam, worden
sinds 2021 (waar praktisch mogelijk) lessen zowel online via een livestream als fysiek
aangeboden. Op deze school zitten veel leerlingen die prikkelgevoelig zijn. Fysiek
onderwijs is de norm, maar leerlingen die dit door lichamelijke of psychische redenen
nodig hebben kunnen ervoor kiezen een vaste dag online onderwijs te volgen (met afwijking
onderwijstijd). Op die manier beoogt de school het welbevinden en de leerresultaten
van de leerlingen te vergroten. Alle docenten zijn getraind in hybride lesgeven.
• B!TS (bijzonder interventieteam schoolgang), locatie van het Passer College in Rotterdam,
heeft sinds 2011 arrangement met onderwijs op maat voor langdurig thuiszittende kinderen
en jongeren met als doel een terugkeer naar school. Zij ondersteunen vanuit een speciale
school leerlingen met internaliserende problemen zoals autismespectrumstoornis, depressieve
klachten en/of een angststoornis en helpen leerlingen zichzelf begrijpen en positiever
tegen school aan te kijken. Daarbij werkt B!TS samen met een externe partij die op
de speciale schoollocatie individueel maatwerk met digitaal afstandsonderwijs biedt.
• In Zeeland krijgen leerlingen die thuiszitten vanuit vso-school De Argo extra ondersteuning
aangeboden via «OpMaat«, waarbij leerlingen ook maatwerk met digitaal afstandsonderwijs
kunnen krijgen. Zo worden sommige leerlingen bijvoorbeeld (mogelijk digitaal) gekoppeld
aan een vaste docent, en worden zij begeleidt bij het volgen van een combinatie van
fysiek en digitaal afstandsonderwijs.
Tot slot
Digitaal afstandsonderwijs kan voor leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen
een groot verschil maken voor hun ontwikkeling en het perspectief op hun toekomst.
Ze blijven hierdoor in beweging doordat hen een vooruitzicht wordt geboden op een
manier die anders niet mogelijk zou zijn. De kansen en mogelijkheden die de digitalisering
ons biedt, mogen we niet onbenut laten. Ik heb grote waardering voor de professionals
die zich hiervoor met deskundigheid en betrokkenheid inzetten.
De in deze brief genoemde actielijnen werk ik de komende periode verder uit met de
betrokken partijen. Uiteraard zal ik ook kijken of de geleerde lessen en de meerwaarde
van de Digitale School breder kunnen worden ingezet. Ik zal uw Kamer in het vervolg
via de Kamerbrief bij de voortgangsrapportage over passend onderwijs informeren over
de vorderingen.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Indieners
-
Indiener
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs