Brief regering : Verslag van de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28-29 november2023
28 676 NAVO
Nr. 448
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
Hierbij bied ik u aan het verslag aan van de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28–29 november
2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
Verslag van de NAVO Foreign Ministers Meeting (FMM) 28–29 november 2023
Op 28 en 29 november 2023 kwamen de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken bijeen op
het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. De FMM vond wederom plaats in de context van de
voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne. De bijeenkomst bestond uit drie werksessies:
twee op 28 november en één op 29 november. De Minister van Buitenlandse Zaken nam
deel aan het volledige programma.
De eerste werksessie was gericht op de aanloop naar de NAVO-top in Washington D.C.,
gepland op 9–11 juli 2024. Tijdens de tweede werksessie vond een overleg plaats met
de Hoge Vertegenwoordiger van de EU (EUHV) inzake de Westelijke Balkan. De derde werksessie
was de eerste NATO-Ukraine Council op het niveau van Ministers van Buitenlandse Zaken, met deelname van de Oekraïense
Minister van Buitenlandse Zaken.
Zweden nam aan alle sessies deel in de hoedanigheid van genodigde (invitee). Het merendeel van de bondgenoten, waaronder Nederland, sprak teleurstelling uit
over het feit dat Zweden nog niet als volwaardig NAVO-lid kon deelnemen aan deze FMM.
Betreffende bondgenoten, en ook Nederland, benadrukten het belang van snelle toetreding
voor de veiligheid en stabiliteit van het bondgenootschap en spraken de hoop uit dat
de nationale parlementen van Turkije en Hongarije de ratificatieprocedure nog voor
het einde van het jaar zullen afronden.
En marge van de bijeenkomst had de Minister van Buitenlandse Zaken gesprekken met
de Ministers van Buitenlandse Zaken van Canada, Frankrijk, de VS en Zweden. Tijdens
deze gesprekken kwam onder andere de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden
en de oorlog in Oekraïne aan bod.
Werksessie 1: Voorbespreking NAVO-top Washington juli 2024
Oekraïne
Ten eerste spraken bondgenoten over het verder vormgeven van de NAVO-relaties met
Oekraïne. Dit zal een centraal thema zijn tijdens de top. Bondgenoten waren het eens
over de noodzaak de praktische steun aan Oekraïne onverminderd voort te zetten om
NAVO-lidmaatschap daadwerkelijk dichterbij te brengen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door
het vergroten van de interoperabiliteit van de Oekraïense strijdkrachten met die van
de NAVO-bondgenoten. In dat kader riep Nederland andere bondgenoten op meer bij te
dragen aan het Ukraine Comprehensive Assistance Fund (UCAP). Ook pleitte Nederland voor voortgang in het opstellen van bilaterale veiligheidsarrangementen
met Oekraïne. Veel bondgenoten, waaronder Nederland, benadrukten dat de toekomst van
Oekraïne in de NAVO ligt en lidmaatschap een kwestie van tijd is. Volgende stappen
op het gebied van lidmaatschap zijn echter in aanloop naar de top niet aan de orde.
In plaats daarvan moet worden onderzocht hoe de NAVO en individuele bondgenoten de
lange termijnsteun aan Oekraïne vormgeven om zo bij te dragen aan een Force of the Future die Oekraïne in staat stelt toekomstige agressie af te wenden.
China en de Indo-Pacific
Bondgenoten spraken over hoe de NAVO moet omgaan met de uitdagingen voortvloeiend
uit een assertiever China, waaronder op het gebied van hybride dreigingen. Nederland
onderschreef dat Chinese activiteiten invloed hebben op de veiligheidsbelangen van
de individuele bondgenoten en van de alliantie als geheel. Onder bondgenoten bestaat
steeds meer overeenstemming over het belang van een gecoördineerde NAVO-aanpak in
reactie hierop, onder andere door de weerbaarheid van individuele bondgenoten tegen
dergelijke dreigingen te versterken. Tijdens de bespreking verwelkomde het overgrote
deel van de bondgenoten dan ook de intensievere samenwerking van de NAVO met de Asia-Pacific
4-landen (Australië, Japan, Nieuw-Zeeland, Zuid-Korea). Nederland zou het verwelkomen
als deze landen deelnemen aan een werksessie tijdens de top.
Defensie-uitgaven (burden sharing) en defensie-industrie
Bondgenoten waren het eens dat voor een geloofwaardige afschrikking en verdediging
van het bondgenootschap het van belang is dat alle landen de 2% NAVO-norm voor defensie-uitgaven
zo snel mogelijk halen. Voor het voortzetten van de militaire steun aan Oekraïne en
het aanvullen van eigen militaire voorraden wezen bondgenoten tevens op de noodzaak
tot het vergroten van de defensieproductiecapaciteit. Nederland benadrukte in dit
kader dat het belangrijk is dat de initiatieven die zowel de EU als de NAVO ter praktische
uitvoering ontplooien met elkaar moeten worden afgestemd. Samen met Denemarken, Duitsland
en Italië diende Nederland hiertoe een non-paper in met enkele concrete voorstellen.
U vindt het non-paper als vertrouwelijke bijlage bij dit verslag1. Hierin wordt bijvoorbeeld voorgesteld regulier overleg te organiseren tussen de
betrokken organisatieonderdelen van de NAVO en de EU. Ook wordt gepleit voor gezamenlijk
overleg met belanghebbenden uit de defensie-industrie.
Nederland benadrukte voorts dat het voor de uitvoering van de NATO 2030 agenda van
belang is dat bondgenoten zich bereid tonen de alliantie te voorzien van voldoende
gemeenschappelijk budget, zoals overeengekomen op de NAVO-top in Madrid in 2022.
Werksessie 2: Overleg met de EUHV inzake Westelijke Balkan
Bij de tweede werksessie, die plaatsvond in aanwezigheid van de EUHV, stond de situatie
in de Westelijke Balkan centraal. Bondgenoten spraken zorgen uit over de voortdurende
instabiele situatie op de Westelijke Balkan en riepen op tot waakzaamheid. Naast de
interne conflicten werden de invloed en desinformatie vanuit Rusland en China genoemd
als destabiliserende factoren. Bondgenoten waren eensgezind in hun waardering voor
de inzet van en onderlinge samenwerking tussen de NAVO- en EU-missies in de regio.
Nederland riep zowel richting Servië als Kosovo op tot de-escalatie en bracht zijn
militaire bijdrage aan EUFOR Althea voor het voetlicht als teken van betrokkenheid
met de regio.
Werksessie 3: NATO-Ukraine Council
Tijdens de FMM vond de eerste NATO-Ukraine Council (NUC) op het niveau van Ministers
van Buitenlandse Zaken plaats. De NUC is een nuttig format voor overleg op gelijke
voet tussen de NAVO en Oekraïne en vormt tevens een belangrijk politiek signaal van
de steeds intensievere samenwerking tussen beide. Nagenoeg alle bondgenoten onderstreepten
de noodzaak Oekraïne te blijven steunen in de oorlog tegen Russische agressie. Het
belang werd onderschreven van lange termijnsteun ten behoeve van de uitbouw van de
Oekraïense strijdkrachten tot een Force of the Future. Nederland uitte waardering voor de voortgang in de hervormingen en gaf aan uit te
kijken naar verdere voortgang op het gebied van rechtsstaat en goed bestuur. Tot slot
bracht Nederland de bijdrage van 2,5 miljard euro ten behoeve van Oekraïne in 2024
onder de aandacht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken