Brief regering : Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2023
36 410 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2024
Nr. 37
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET
ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
In deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over de beleidsmatige mutaties op de begroting
van het Ministerie van OCW die na de Najaarsnota 2023 hebben plaatsgevonden. Eerst
leggen wij uit waarom wij deze brief sturen.
Om het parlement voor afsluiting van het jaar te informeren over beleidsmatige mutaties
die na de Tweede Suppletoire Begrotingswet plaatsvinden, sturen wij uw Kamer deze
brief. Daarin brengen wij uw Kamer vooraf op de hoogte van de laatste beleidsmatige
mutaties op de begroting. Deze mutaties waren bij het opstellen van de Tweede Suppletoire
Begrotingswet nog niet bekend. De mutaties die daarna nog plaatsvinden worden slechts
achteraf geautoriseerd in de Slotwet, waarbij de laatste stand van de begroting in
overeenstemming wordt gebracht met de uiteindelijke realisatie. De Algemene Rekenkamer
hecht hier ook waarde aan en beoordeelt beleidsmatige mutaties die niet in deze brief
staan als onrechtmatig.
Het betreffen twee openstaande verplichtingen die OCW meldt in deze brief. Hetgeen
wil zeggen dat deze uitgaven niet meer in 2023 zullen plaatsvinden, maar wel zodanig
verplicht zijn dat deze uitgaven wel degelijk tot een ophoging van de uitgaven leiden
in 2024.
Bij de mutaties kan het ook gaan om verplichtingenmutaties waaraan in 2023 geen uitgavenmutaties
verbonden zijn. In veel gevallen komen deze verplichtingen in 2024 tot betaling.
Een bijzondere categorie van verplichtingen zijn de garantieverplichtingen. Dit zijn
risico’s waarvoor het Ministerie van OCW garant staat, mochten deze tot een uitgave
komen. In deze brief wordt de stand van de achterborg geactualiseerd.
Vervolgens worden ook vier mutaties op budgetten gemeld waar generaal geld voor is
ontvangen op de OCW-begroting, namelijk coronamiddelen en middelen ter ondersteuning
van Oekraïense vluchtelingen.
Tot slot worden ook diverse mutaties op Nationaal Groeifonds (NGF) middelen vermeld.
Openstaande verplichtingen
De volgende uitgavenmutaties zijn allemaal openstaande verplichtingen, waarbij de
uitgaven niet meer in 2023 zullen plaatsvinden, maar wel zodanig verplicht zijn dat
deze tot uitgaven in 2024 leiden:
• Op Artikel 1 (Primair onderwijs) is sprake van twee openstaande verplichtingen van
totaal € 3,5 miljoen:
− Een openstaande verplichting voor de onderwijsverbetermiddelen op Caribisch Nederland
(CN) voor € 0,5 miljoen. Niet alle maatregelen in het kader van de onderwijsagenda’s
CN zijn uitgevoerd in het jaar waarin deze gepland waren. OCW heeft zich gecommitteerd
aan de afspraken uit deze agenda’s en daarom worden deze uitgaven doorgeschoven naar
2024.
− Een openstaande verplichting voor huisvesting CN voor € 3,0 miljoen. Er is vertraging
opgelopen bij de uitvoering van de convenanten onderwijshuisvesting voor scholen in
CN. OCW is verplicht om aan de afspraken met de openbare lichamen te voldoen, hierdoor
worden deze uitgaven in 2024 gerealiseerd.
Verplichtingenmutaties
De volgende mutaties op de verplichtingen van de OCW-begroting na Najaarsnota zijn
op dit moment bekend:
• Het verplichtingenbudget op Artikel 4 (Middelbaar beroepsonderwijs) wordt met € 1,5 miljoen
verhoogd. Het betreft hier het verplichtingenbudget van de Nederlandse Organisatie
voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) waar in 2023 verplichtingen zijn aangegaan waarvan
de uitgaven in 2024 plaatsvinden.
• Het verplichtingenbudget op Artikel 8 (Internationaal beleid) wordt met € 4,8 miljoen
verhoogd. Het betreft hier het verplichtingenbudget op het instrument Opdrachten en
op het instrument Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken voor Vlaams-Nederlandshuis
DeBuren waarbij in 2023 de verplichtingen op beide instrumenten voor twee jaar worden
aangegaan. Hier is een ophoging van respectievelijk € 4,3 miljoen en € 0,5 miljoen
voor nodig.
• Het verplichtingenbudget op Artikel 14 (Cultuur) wordt met € 22,5 miljoen verhoogd
als gevolg van het aangaan van meerjarige verplichtingen. Het betreft hier de volgende
mutaties:
− Het verplichtingenbudget op het instrument bekostiging wordt in totaal met € 19,1 miljoen
verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het verplichtingenbudget
voor de vierjaarlijkse fondsen en vierjaarlijkse instellingen van respectievelijk
€ 13,9 en € 3,7 miljoen;
− Het verplichtingenbudget op het instrument subsidies voor specifiek cultuurbeleid
wordt met € 2,6 miljoen verhoogd;
− Het verplichtingenbudget op het instrument opdrachten wordt met € 0,6 miljoen verhoogd;
− Het verplichtingenbudget op het instrument bijdrage aan internationale organisaties
wordt met € 0,1 miljoen verhoogd.
• Het verplichtingenbudget op Artikel 15 (Media) wordt met € 29,3 miljoen verhoogd,
omdat in 2023 verplichtingen zijn aangegaan die in 2024 worden betaald. Het betreft
hier de volgende mutaties:
− Het verplichtingenbudget op het instrument bekostiging wordt in totaal met € 29,1 miljoen
verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het verplichtingenbudget
voor de landelijke publieke omroep, voor de regionale omroepen, stichting omroep muziek
en Nederlands instituut voor Beeld en Geluid van respectievelijk € 17,0 miljoen, € 4,0 miljoen,
€ 3,0 miljoen en € 3,0 miljoen;
− Het verplichtingenbudget op het instrument subsidies voor de onderzoeksjournalistiek
wordt met € 0,1 miljoen verhoogd;
− Het verplichtingenbudget op het instrument opdrachten wordt met € 0,1 miljoen verhoogd;
− Het verplichtingenbudget op het instrument bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt met € 0,1 miljoen
verhoogd;
Garantieverplichtingen
De achterborgstellingen van het Nationaal Restauratiefonds worden nog eventueel verhoogd
met maximaal € 19,3 miljoen. Het totaal komt hiermee op € 380,0 miljoen, waarmee het
plafond voor de achterborg niet wordt overschreden. Het Ministerie van OCW staat hiermee
garant voor leningen die het Restauratiefonds aangaat voor financiering van restauraties
aan monumenten.
Generale middelen
Er zijn ook nog mutaties op de uitgaven en ontvangsten van generaal ontvangen budgetten
op de OCW-begroting. Het betreft middelen voor de uitvoering van de coronamaatregelen
en middelen ter ondersteuning van Oekraïense vluchtelingen. Conform afspraak van het
kabinet met de uw Kamer vloeien niet bestede middelen weer terug naar de staatskas.
Echter in sommige gevallen is reeds de verplichting aangegaan in 2023, maar volgt
de betaling pas in 2024. De volgende mutaties zijn op dit moment bekend:
− Een openstaande verplichting voor ventilatie in scholen van € 0,3 miljoen op Artikel 1.
De uitbetaling van de middelen voor de maatwerkregeling ventilatie heeft vertraging
opgelopen door minder capaciteit bij de uitvoerder om de verplichte metingen uit te
voeren. Pas na deze meting kan er worden beschikt en betaald, wat mogelijk plaats
zal vinden in 2024.
− Een tegenvaller van € 5,5 miljoen op de ontvangsten van Artikel 1. Voor het verstrekken
van devices aan besturen heeft SIVON in 2021 extra middelen ontvangen (€ 20,5 miljoen),
waarvan 25% via de ontvangsten terug zou vloeien (eigen bijdragen besturen). De subsidieperiode
is destijds verlengd. Daarna is de subsidievaststelling meermaals uitgesteld, waardoor
terugbetaling niet meer in 2023 zal plaatsvinden. Hierdoor zullen deze ontvangsten
van circa € 5,5 miljoen op Artikel 1 in 2024 vallen in plaats van in 2023.
− Een openstaande verplichting op de nieuwkomersbekostiging op Artikel 1 voor Oekraïne
voor € 23,8 miljoen die niet voor het jaar 2023 is bestemd maar voor 2024. De uitbetaling
van de middelen met betrekking tot teldatum 1 oktober 2023 vindt niet in december
2023 plaats maar in januari 2024.
− Een meevaller op de middelen voor gevluchte Oekraïense makers van kunst en uitvoerders
van € 1,3 miljoen. Met de Suppletoire Begroting Prinsjesdag heeft het Ministerie van
Buitenlandse Zaken € 4,4 miljoen overgeboekt voor een regeling ter ondersteuning van
gevluchte Oekraïense makers van kunst en uitvoerders via onder andere culturele instellingen
en de rijkscultuurfondsen. Van dit bedrag is € 1,3 miljoen niet gerealiseerd in 2023,
omdat het voor de uitvoerders niet haalbaar is gebleken in het korte tijdspad om deze
middelen tijdig en rechtmatig te verlenen.
Noemenswaardige mutaties met betrekking tot NGF middelen
Op een aantal NGF-projecten is niet het volledige budget gerealiseerd. Deze middelen
worden als onderuitputting afgeboekt van de begroting en conform de begrotingsregels
meegenomen naar 2024 in de 100% Eindejaarsmarge van het investeringsplafond. De volgende
mutaties op de NGF-projecten op de OCW-begroting na Najaarsnota zijn op dit moment
bekend:
− NGF Programma leeroverzicht/skills
Het verplichtingenbudget op Artikel 4 van de NGF middelen voor het project Programma
leeroverzicht wordt met € 4,8 miljoen opgehoogd. De verplichting is in 2023 al aangegaan
voor de nieuwe overeenkomst beheerpartij Leeroverzicht in plaats van 2024. De uitgaven
hiervan vinden plaats in 2024 en 2025. De verplichtingenruimte zal bij de Eerste suppletoire
begroting 2024 met ditzelfde bedrag worden verlaagd.
− NGF Nationale LLO Katalysator
In 2023 wordt € 31,1 miljoen van de NGF middelen voor het project Nationale LLO Katalysator
niet gerealiseerd op Artikel 6 en 7 (Hoger onderwijs). Deze middelen worden in 2024
weer opgeboekt in de Eerste Suppletoire Begroting.
− NGF Digitaliseringsimpuls onderwijs
In 2023 wordt € 38,6 miljoen van de NGF middelen voor het project Npuls niet gerealiseerd
op Artikel 6 en 7. Deze middelen worden in 2024 weer opgeboekt in de Eerste Suppletoire
Begroting.
Mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs